Rapport in mineur over
hervormd geestelijk leven
Prof. De Froe protesteelf
tegen onvrije imiversilei
a»
Bekering en nieuwe
bezieling nodig
Puzzelhoek
Volgende week extra synode-zitting
COMMENTAREN
Opiniepeiling in Rhodesië
Fraai plan
Een woord voor vandaag
Plechtigheid door bliksem-bezetting verstoor
BEROEPINGSWEF
■1
WOENSDAG 19 JANUARI 1
2 3i 5 6 7 5 9
Kruiswoord-puzzel
zonder zwart
Horizontaal: 1. voorwereldlijke oli
fant; 2. Engels bier - grondsoort - wate
ring; 3. naam of opschrift van een boek
- plaats in Zeeland; 4. handweefwerk
-landbouwwerktuig - niet dicht opeen
staande; 5. echtgenote - kippenloop -
rondhout; 6. Bijb. figuur - welpenleid
ster; 7. toiletartikel - plaats in N.Br. -
plaaggeest; 8. kraan - Europeaan -
smalle weg; 9. afschuring - leeftijd
(Fr.).
Verticaal: 1. sober - bedrijf; 2. mar
meren knikker - bloeiwijze; 3. tennis-
term - levenslucht - rivier in Italië; 4.
blaashoorn; - vordering; 5. gekheid -
deel van de mast - koor van zangers; 6.
werpanker - maanstand - voor; 7. olie-
vetstof - plaats in België; 8. verlies; 9.
voedingrijke grond.
Oplossing vorige puzzel
1. oor, 2. reder, 3. aar, 4. nevel, 5. ga
mel, 6. order, 7. ester, 8. ton, 9. agent, 10.
nol. ORANG OETAN.
Van een onzer verslaggevers
DEN HAAG Heeft de hervormde kerk een nieuwe Gemeenteop-
bouwbeweging nodig? Dat is een van de vragen (en misschien wel
de centrale vraag), waarover de hervormde synodeleden zich gaan
beraden, wanneer volgende week vrijdag en zaterdag in een extra
synodezitting het rapport van de visitatoren-generaal aan de orde
komt.
Kwartet - Trouw
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Trouw
Commissie van hoofdredactie:
J. de Berg (voorzitter),
H. P. Ester, G. J. Brinkman,
J. van Hofwegen.
Dit rapport geeft een algemeen
over,zicht van het geestelijk leven in
de hervormde kerk. De „visitatie" is
een soort huisbezoek aan gemeente en
kerkeraad, dat volgens de kerkorde
eens in de vijf jaar dient plaats te
hebben. Elke classis (54 in totaal) be
noemt twee visitatoren. „Aan de top"
staat het college van visitatoren-ge
neraal, vijf in getal, ds. M. Groenen-
berg praeses, ds. M. G. Rosbergen as
sessor, L. E. H. Reeser scriba, ds. G.
Biesbroek en C. Brunt, die alle rap
porten hebben samengevat in een al
gemeen (in feite bijzonder summier)
overzicht. Eigenlijk dient zo'n over
zicht om de vijf jaar aan de synode
te worden voorgelegd, maar door al
lerlei omstandigheden is dit het eer
ste rapport sinds 1956.
Het rapport spreekt vooral grote
bezorgdheid uit over het feit, dat de
jeugd in tal van gemeenten niet meer
bereikt wordt, en over het nagenoeg
ontbreken van het apostolaat.
Natuurlijk is de situatie van het
hervormd-kerkelijke leven van plaats
tot plaats zeer verschillend. Het rap
port stelt met nadruk vast, dat er
vele „goede" gemeenten zijn, waar
met toewijding en vreugde wordt ge
werkt. Maar wel neemt het aantal
„goede gemeenten" af. Er zijn /elfs
gemeenten, waar nauwelijks meer
van „gemeente" gesproken kan wor
den. De kerkgang is er minimaal,
openbare belijdenis wordt er niet
meer afgelegd (één gemeente bericht:
sinds 1962 niet meer), financieel teert
men op het verleden, de bijbel is een
onbekend boek, de predikant ts
slechts nodig als „dorpsfiguur".
Tussen deze twee uitersten bewe
gen zich tal van gemeenten. Ze
bloeien niet en gaan niet onder. Het
rapport constateert in het algemeen
een geestelijke daling. Het lezen van
de bijbel in de gezinnen neemt sterk
af. De gemeenteleden staan wat al te
hulpeloos in het gebruik van de bij
bel. Wat het wegvallen van deze
huiselijke godsdienstoefeningen ln tal
van gezinnen betekent voor de kennis
van de bijbel is niet te zeggen.
Dezelfde hulpeloosheid is er ten
aanzien van het gebed. Men bidt
meestal formuliergebeden, maar nie
mand reikt ze de mensen aan, wan
neer ze niet via de traditie tot hen
komen. Het is ook duidelijk, dat de
grote woorden van de bijbel, die het
heil verkondigen, minder resoneren
in het hart van de gemeenteleden:
verzoening, vergeving, verkiezing,
kortom het ABC van het geloof.
Men klaagt telkens over een ver
dorring van het geestelijk leven. Het
Is geen wonder, wanneer ook kerke-
raadsleden en predikanten deel heb
ben aan deze verdorring. Het rapport
noemt het vreemd, dat gemeenten
zich wel verbazen, dat er zo weinig
geestelijke kracht van ambtsdragers
uitgaat, en niet over hun eigen tekort
aan geestelijke kracht.
In de verstreken jaren dook tel
kens het verlangen op naar een op
wekking. Maar visitatoren-generaal
betogen, dat opwekkingen niet ont
staan uit „onlustgevoelens" of terug
verlangen naar vroegere tijden, maar
door bekering en nieuwe bezieling.
Zij constateren bij degenen, die de
Gemeenteopbouw-beweging in en na
de oorlog meebeleefden, soms een
heimwee naar wat er toen was. „Men
heeft er moeite mee te aanvaarden,
dat we in een totaal andere tijd le
ven".
„Ook het verlangen naar de opwek
king in methodistisch-piëtistische ,zin
deed zich telkens gelden. Men zag vol
hoop uit naar Amerikaanse predikers
en vergat dat „opwekking" gewoon
vanaf de aanvang behoorde bij de
structuur van het kerkelijke leven in
Amerika, heel anders dan bij ons.
Maar ook de komst van deze predi
kers naar ons land bracht geen op
wekking te weeg dan bij enkelingen".
In tal van gemeenten doen jonge
ren goed of zelfs geestdriftig mee.
Maar de hoofdtoon is toch: de jonge
ren bereikt de kerk niet of althans te
weinig, niet in de kerkdiensten, niet
op de katechisatie en niet in jeugd
verenigingen. In Drenthe viel zelfs de
uitspraak dat er, gelet op de jeugd,
voor de kerk in deze provincie geen
toekomst meer is.
Het aantal katechisanten neemt
overal af en soms in zeer sterke mate.
Er zijn gemeenten, waar geen kate
chisatie meer gegeven wordt. Kerk
gang, doop, belijdenis doen lopen dui
delijk terug. Ambtsdragers zijn steeds
moeilijker te krijgen. Het rapport
constateert anderzijds een opvallende
toename van het aantal avondmaals-
gangers over de hele breedte van de
kerk, ook aan de rechterzijde (al is er
een gemeente in de classis Gorin-
chem, waar slechts drie procent van
de lidmaten aanzit aan het avond
maal, terwijl een kleine gemeente in
de classis Heusden het avondmaal
maar heeft afgeschaft).
Het rapport wijst erop, dat trouw
huisbezoek door de predikant een ge
meente dikwijls weer doet opbloeien,
noeg.
Apostolaat
Het ontwerp-akkoord dat de Britse regering en
het Rhodesische minderheidsregieme vorig jaar
hebben gesloten, is voor de Afrikaanse meerder
heid in Rhodesië niet om over te jubelen. Het
behelst een niet helemaal doorzichtige regeling
die het, als de blanke regering zich verrassend on
zelfzuchtig betoont, op de lange duur mogelijk
moet maken, dat de Afrikanen in het regerings
beleid de doorslaggevende stem krijgen, waarop
ze krachtens hun getalssterkte aanspraak kunnen
doen gelden.
Vele Afrikanen zullen zich gemakkelijk een
regeling kunnen voorstellen, die meer en eerder
recht doet aan hun meerderheidspositie; maar zo'n
produkt der verbeelding is helaas geen praktisch
alternatief voor de officiële ontwerp-overeenkomst.
Wél een praktisch alternatief het enige is
voortzetting voor onbepaalde tijd van de huidige
racistische politiek, met alle ellende daaraan voor
de Afrikaanse bevolking verbonden.
Tegen deze achtergrond valt het niet zo moei
lijk, een pleidooi te construeren voor een reactie
op het ontwerp-akkoord, die aanvaarding uitdrukt,
maar geen goedkeuring inhoudt. Het is echter niet
allereerst onze taak, de voorgestelde regeling te
beoordelen. Dat moeten de Rhodesiërs zelf doen.
Een van de handicaps daarbij is, dat in een van
de talen, die de Afrikanen spreken, het zonet aan
geduide betekenisverschil tussen „goedkeuren" en
„aanvaarden" niet bestaat. Vermoedelijk wordt
daardoor voor veel Afrikanen de mogelijkheid om
op het akkoord genuanceerd te reageren, eniger
mate beperkt. Dat maakt het alleen maar nood
zakelijker, dat de peiling van de mening der be
volking over wat de Britse en de Rhodesische re
gering hebben afgesproken, met de uiterste nauw
gezetheid wordt uitgevoerd.
Nu is er geen reden toe, te twijfelen aan de
goede bedoelingen van de Britse commissie onder
De heer J. Lems heeft bij de opening van de
land- en tuinbouw-RAI namens de landbouwma-
chinehandel een plan ontvouwd, dat ernstige
overweging verdient. De club waarvoor de heer
Lems sprak, wil, dat de regering een fonds sticht,
waarmee landbouwwerktuigen van boeren die hun
bedrijf opheffen, kunnen worden opgekocht voor
de schroothoop. De tegenwoordige praktijk is, dat
deze gebruikte machines worden aangeboden aan
boeren die nog wat blijven. Ze zijn dan voordeli
ger uit dan wanneer ze zich een nieuwe machine
moeten aanschaffen. De verkopers van nieuwe
machines vinden dat maar niets want, zo zeg
gen ze, de boeren komen door dat prijsverschil in
de verleiding, verouderde machines te kopen, die
eigenlijk niet passen op hun moderne bedrijven.
Het is te hopen, dat de overheid het verzoek
van de heer Lems c.s. serieus wil bestuderen. Ze
zou dan tevens kunnen nagaan, of zo'n schroot-
fonds ook voor andere sectoren kan worden inge
steld. Neem het verschiinsel van de tweedehands
auto. Talloze mensen kunnen de verleiding niet
weerstaan, een gpbruikte wagen te kopen in plaats
van zo'n mooie nieuwe. Ze behalen dan weliswaar
ene prijsvoordeel, mar rijden in een verouderd
model. Ook deze groep zou door de overheid in
bescherming genomen moeten worden.
En wat te denken van degenen die duurzame
gebruiksartikelen als wasautomaten, tv-toestellen,
naaimachines en wat al niet tweedehands aan
leiding van Lord Pearce, die met deze peiling is
belast. Maar voor de uitslag ervan zijn de bedoe
lingen van die commissie niet doorslaggevend,
evenmin als trouwens haar feitelijke optreden.
Belangrijker is de houding die de Rhodesische
regering aanneemt tegenover Afrikaanse pogingen
om de Afrikaanse meningsvorming op gang te
brengen en te beïnvloeden. En deze houding kan
niet hoopgevend worden genoemd.
Zo hebben zowel de Afrikaanse Nationale Raad
(de voornaamste van de groeperingen die zich
tegen het akkoord verzetten) als de multiraciale
Centrum-partij (die er gemengde opvattingen over
het akkoord op na houdt), zich erover beklaagd,
dat de regering hun belet, vergaderingen te houden
in de stamgebieden waar meer dan drie kwart
van de Afrikaanse bevolking woont. Een veeg
teken is ook de weigering van de regering, de
vooraanstaande Britse jurist Sir Dingle Foot in
Rhodesië toe te laten. Sir Dingle had zich bereid
verklaard, de Afrikaanse Nationale Raad behulp
zaam te zijn tijdens het onderzoek van de com-
missie-Pearce.
Deze en andere manoeuvres van de regering-
Smith doen het vermoeden rijzen, dat ze niet erg
happig is op een levendige en algemene regeling.
En wat ernstiger is: ze versterken terecht de twij
fel over de bereidheid van het blanke bewind,
straks royaal ruimte te scheppen voor de politieke
bewustwording van de Afrikaanse meerderheid.
Het effect van het optreden van Smith's politie
bij recente betogingen kan niet veel anders zijn.
Smith en de zijnen maken het niemand gemak
kelijk, te geloven aan hun goede bedoelingen. De
conclusie dringt zich op, dat, als de twijfel daaraan
gerechtvaardigd is, de uitslag van het opinie
onderzoek dat op het ogenblik in Rhodesië wordt
ingesteld, bitter weinig heeft te betekenen.
schaffen? Niet alleen verijdelen ze de maximale
ontplooiing van de handel in splinternieuwe spul
len, maar ze komen natuurlijk ook allemaal te zit
ten met hopeloos ouderwets goed.
Stellig ligt op dit terrein een belangrijke taak
voor de overheid en de verdienste van de heer
Lems is, dat hij de samenleving hierop attent
heeft gemaakt. Zijn rede moest ongetwijfeld be
knopt blijven en daarom mag hem niet kwalijk
worden genomen, dat hij zijn plan niet helemaal
heeft uitgewerkt. Dat is jammer, want er rijzen
nog wel een paar vragen. Hij heeft bijvoorbeeld
niet gezegd, hoeveel boeren door de reclame-acti
viteiten van handelaren in de verleiding komen,
een machine aan te schaffen, die ze eigenlijk niet
rendabel kunnen maken. Ook heeft hij de vraag
niet beantwoord, hoe de boeren ervoor kunnen
zorgen, steeds up to date te blijven; de technische
ontwikkeling gaat immers zo snel, dat datgene
wat het ene iaar wordt aangekocht, in het volgen
de al weer 'verouderd' is. En de heer Lems is er
ook aan voorbiigegaan, dat het belangrijkste pro
bleem voor de boer die wil mechaniseren, juist de
financiering is. en dat het daarom voor hem uiterst
belangrijk is, als hij bij de aanschaf van machines
duizenden guldens kan besparen. Maar met dit
soort detailkritiek wordt natuurlijk niets afgedaan
van de waarde die zijn plan heeft voor de liefheb
bers van originele ideeën in het algemeen en de
verkopers van ongebruikte landbouwmachines in
het bijzonder.
Ds. M. GROENEBERG
toch weer richtingen
dan ook: „Wat zou er kunnen worden
gedaan om het kerkelijk en geestelijk
leven op te wekken vanuit de leiding
van de hele kerk en vanuit de ge
meenten?"
Vrijdagavond zal gesproken worden
over een katern met orden van dienst
n het nieuwe Liedboek, tcfrwijl vrij
dagmorgen traditioneel aan het begin
van het niecwe synode jaar het presi
dium en het breed moderamen moet
worden gekozen. Ds. Jörg is sinds 31
december geen synodelid meer, maar
het is kerkordelijk mogeliik, dat de
synode hem toch opnieuw kiest, zoals
indertijd ook dr. G. de Runa zijn af
treden als synodelid nog voor een
jaar als praeses werd herkozen.
Het eerste wonder dat de apostel Johannes ons van de hM
Jezus verhaalt is het wonder van Kancu Het is een prachtig w<|
der en tegelijkertijd een wonderlijk wonder. Het lijkt een wat v
relds wonder.
Er wordt niemand genezen. Er worden geen duivelen uitge\
pen. Er worden geen doden opgewekt. Er wordt van water i
gemaakt ter verhoging van de feestvreugde.
De kern van het verhaal is ongetwijfeld: Mijn we is nog i
gekomen." De discipelen hebben op alle mogelijke manier tl
Jezus gesproken in de voorgaande pericoop. Hij werd „rabbi" I
noemd, en Messias. Philippus noemde hem de vervulling vcrnl
profetieën, en Nathanael sprak van Zoon van God en Konm
van Israël.
Dat alles is Christus. Maar Zijn ure is nog niet gekomen
openbaart zich nog niet als Messias, nog niet als Zoon van Gif
nog niet als Koning van hraël. Dat is Hij, maar Hij is het r
gelijkertijd „nóg niet".
Maar toch brengt Zijn aanwezigheid op aarde al iets van I
nieuwe wereld. Dat wordt ervaren op het feest in Kano. De nim
we hemel is er nog niet, maar een hemelse vreugde neemt van f
mensen bezit. De nieuwe aarde is er nog niet. maar het waf
wordt al wijn.
We lezen vandaag: l Samuël2:27-35.
„Het apostolaat is geen sterke kant
van de gemeenten, en daarmee zeg
gen wij het op zijn zachtst". Het rap
port constateert, dat van al de apos-
tolaire activiteiten, die na de oorlog
ontstonden, niet veel meer over is.
Open-deur-diensten waren veelal
meer diensten voor kerkdijken, die
wel eens wat anders wilden. De
kerkgebouwen zaten soms vol, maar
de niet-kerkelijken ontbraken n»ge-
Maar voordat men zou willen gaan
proberen, om het apostolair elan
nieuw leven in te blazen, vragen visi
tatoren-generaal bezinning op de
vraag, of men nog wel kan werken op
de nadrukkelijke wijze, die het woord
„apostolaat" veronderstelt. „Het kan
wel eens zijn, dat de kerk niet princi
pieel, maar wel in de praktijk moet
komen tot wat de oosterse orthodoxe
kerk doet: niet nadrukkelijk aposto
laat bedrijven, maar in de samenle
ving een plaats zijn, waar beleden
wordt in het lied, het gebed, in de
viering van sacramenten en waar
men een geheim vermoedt, waar men
naartoe komt. TVTaar dan zal er wel
een gemeente moeten zijn! Het ver
langt ook scholing van hen, die in het
vergeten ambt staan".
Uiteraard gaat het rapport ook in
op het verschijnsel van de „modali
teiten". Het benadrukt, dat de kerk
eenheid moet kennen in verscheiden
heid en verscheidenheid in de een
heid, en waarschuwt zowel voor een
vormigheid als voor „elk wat wils".
In grote gebieden van de kerk is
geen sprake meer van „botsingen der
richtingen". De evangelisaties zijn
daar geruisloos geïntegreerd in de ge
meente. Er leeft daar sterk het besef,
dat de gemeente niet bestaan kan, als
er geen of nauwelijks kerkgang is en
niemand zich voor de kerk, ook fi
nancieel, krachtig inzet. De,ze ge
ruisloze veranderingen zijn er in
Groningen, Drenthe en ook in Fries
land. Soms leidt de inschakeling van
de minderheidsgroep tot een verras
sende opleving van het kerkelijk le
ven (zo het verslag van de classis
Heerenveen).
De meeste botsingen komen voor in
gemeenten, die het stempel dragen
van de gereformeerde bond. „Het zou
aan te bevelen zijn, eens een gesprek
te organiseren juist tussen de confes
sionele vereniging en de gereformeer
de bond, omdat hier de grootste
moeilijkheden liggen. Wanneer
hier een beter begrip voor elkaar
kwam en men elkaar althans ruimte
wilde geven, waren veel plaatselijke
problemen opgelost".
Overigens stelde ds. Groenenberg
tijdens de persconferentie, waarin dit
rapport gepresenteerd werd, vast, dat
het op het punt van de modaliteiten
eigenlijk al weer verouderd is. „Het
woord modaliteiten duidt aan, dat
men in het wezen der zaak zich toch
één gevoelt. Maar juist in 1971 is er
^o'n geweldige polarisering over de
politieke en maatschappelijke kant
van de prediking opgetreden, dat we
misschien toch weer van „richtingen"
zullen moeten gaan spreken", zei hij.
Conclusie
De conclusie van het rapport is:
„Het zal nodig zijn, dat we duidelijk
gaan zien, waar de oorzaken liggen
van de geestelijke versenraling die er
bij ons heerst, van de onvruchtbaar
heid van onze onlustgevoelens en
verontrustingen, waarvan wij de
schuld bij elkander zoeken, waarin
we weer komen tot het nadrukkelijk
gebed, dat zijn waarachtigheid ver
volgens alleen toont doordat we de
weg van de gehoorzaamheid gaan. Al
heeft de hervormde kerk in Neder
land, evenmin als de andere kerken,
de belofte dat ze zal blijven bestaan,
wel mag zij de weg van gebed en
gehoorzaamheid gaan vanuit het ver-
trouwe n op deze beloften.
Het is de bedoeling, dat de synode
dit rapport eerst vrijdagmiddag in
vijf werkgroepen bespreekt. Zaterdag
volgt dan een plenaire behandeling.
Synodepraeses ds. J. C. H. Jörg stelt
zich voor, dat er dan meer uit zal
komen, dan b.v. enkel een verklaring.
„Er moet wat gebeuren. Zo kan het
niet blijven", zei hij. Eén van de dis
cussievragen, die opgesteld gijn, luidt
(Ir
Van onze onderwijsredactie
V AMSTERDAM Prof. dr. A. de Froe, sintls twee weken rector van de Universiteit van
sterdam, heeft zijn eerste confrontatie met activistische studenten erop zitten. Hoe hij
over denkt maakte hij deze week duidelijk tijdens de erepromotie van de econoom prof. H. S. Ho
hakker, welke plechtigheid vanwege een bïiksem-bezetting van de aula hals over kop nj
het naast de aula gelegen Maagdenhuis verplaatst moest worden.
De rector zei het kort, maar duide
lijk: „Ik protesteer met nadruk tegen
de onvrijheid aan deze universiteit,
waardoor het thans onmogelijk is de
ze plechtigheid op de normale wijze
te vieren."
Toen wij prof. De Froe enkele da
gen tevoren interviewden leken dit
soort toestanden nog ver weg. Bezet
tingen van aula's waren langzamer
hand geschiedenis en weinigen ver
moedden dat deze folklore zo snel zou
herleven. Al was er misschien ook
niet zoveel intuïtie voor nodig om de
ze gebeurtenis te voelen aankomen.
Het vijftigjarig bestaan van de eco
nomische faculteit (voor het activis
tisch oog een bolwerk van het kapita
lisme), de erepromotie van een van
Nixons vroegere economische advi
seurs en de komst van minister De
Brauw: als je toch af en toe wat wilt
bezetten is dat natuurlijk een unieke
gelegenheid. Maar de rector stelde
het allemaal niet op prijs.
Overigens is prof. De Froe niet de
man om hel en verdoemenis af te
roepen over de hoofden van zulke be
zetters. De bezetting van het instituut
voor Neerlandistiek (die al sinds 5 ja
nuari duurt) leek hem vorige week
heet noch koud te maken. „Ik ga er
van uit dat mensen die zo'n actie on
dernemen menen wat ze zeggen en ik
probeer daar begrip voor op te bren
gen." Wat prof. De Froe alleen niet
kon begrijpen was dat de bezetters
van het instituut een gesprek met het
presidium van de Universiteit achteraf
verkeerd weergaven. Of eigenlijk be
greep hij zelfs dat nog: „Jonge men
sen liegen wel eens, omdat ze denken
da+ ze zich anders niet kunnen hand
haven. Als ze ouder worden gaat dat
er wel weer af!"
Prof. De Froe beziet de universitai
re gebeurtenissen met iets meer dis
tantie dan zijn voorganger Belinfante.
Hij mist diens bestuurlijke ambities
en hij is veel meer het type van de
traditionele rector: de man die de be
langen van onderwijs en onderzoek
dient en die de bestuurlijke beslom
meringen zoveel mogelijk aan ande
ren over laat. Die weelde kan hij zich
ook makkelijker veroorloven dan Be
linfante. Er is nu een democratische
bestuursvorm in wording, waarin
universiteitsraad en college van be
stuur de rector veel van zijn organi
satorische werk uit handen nemen.
Prof. De Froe is antropobioloog en
door de bestudering van het mense
lijk skelet niet alleen vertrouwd met
de vergankelijkheid van het mense
lijk leven, maar evenzeer gewend de
mens en zijn geschiedenis in het per
spectief van miljoenen jaren te bekij
ken. Misschien lijkt hij daardoor een
beetje lakoniek als hij praat over al
lerlei universitaire actualiteiten (stu
dieverkorting, hoger collegegeld, stu
dentenstop enz.) die volgens sommi
gen de ondergang van de klassieke
universiteit inluiden. De wal zal het
schip wel keren, schijnt hij te den
ken. En als de wal het niet meer
houdt? Nee, dat gebeurt niet, zegt De
Froe. Het meest waardevolle blijft
wel bestaan.
Deze lakonieke houding betekent
niet dat prof. De Froe geen standpunt
kiest. Over de studieverkorting van
Posthumus zegt hij: „Ik ben niet te
gen alles wat Posthumus voorstelt,
maar ik vind wel dat het niet aan
gaat om iemand die vijf, zes jaar ge
studeerd heeft, zonder meer de wei in
te sturen wanneer hij niet op tijd
zijn doctoraal doet. Ik vind het best
wanneer je een limiet stelt, maar
wanneer iemand het binnen die tijd
niet haalt, heeft hij wel recht op
hulp. In dat opzicht kunnen we een
voorbeeld nemen aan Canada, waar
studenten die falen een cursus krij
gen om hun studieproblemen te over
winnen."
Over de verhoging van het college
geld tot 1000 gulden zegt prof. De
Froe: „Daar ben ik niet voor. Je kunt
natuurlijk proberen de nare gevolgen
die dat voor sommige studenten
heeft, op te vangen in het beurzenbe-
leid Maar ik zou liever zien dat
iedereen die zijn diploma gymnasium
of hbs had, kon rekenen op een stu
dietoelage. Bij goede prestaties zou
die toelage jaarlijks verlengd kunnen
worden. Een soort studieloon dus."
Bezorgdheid
Zolang het om dit soort universitai
re artualiteiten gaat blijft het bij wat
kritische kanttekeningen. Echte be
zorgdheid toont prof. De Froe pas
wanneer we hem vragen naar het on
verwacht snelle einde (na een evo-
LE
lutie van een half miljoen jaar)
door de club van Rome aan het
selijk ras voorspeld wordt.
„Het kan heel goed dat er eenj1'?,
tastrofe optreedt als gevolg van
wikkelingen die we nu nog niet
nen overzien. We hebben onvoldoi
kennis van de voorwaarden wa;
der de mens leeft. Daarom moetei
rekening blijven houden met
ramp van het formaat van de vro
re epidemies. Uitgesloten is dat a
minst. Denk bijvoorbeeld aan
steeds hogere koolzuurgehalte in
lucht.
Door een voortdurende stijging
de temperatuur zouden de ijskap
van de Noord- en Zuidpool kun
smelten. Daardoor zou het w
overal twintig meter stijgen en
kan een gewisse dood betekenen,
iedereen."
Als het om dit soort zaken g
p
01
'ai
schuwt prof. De Froe hard
allerminst. Enkele jaren geleden
klaarde hij al eens dat hij vond.
de verkoop van melk meteen gesti p
moest worden wanneer atoom-p;
ven radioactieve neerslag veroorza'
ten. En nu zegt hij: „Er zou terst
een verbod moeten komen van
productie van elke stof die in de
tuur niet afgebroken kan worden.".
Een dreigende catastrofe is eige°'
lid- alleen te vermijden, wanneer
rijke landen afzien van een stuk
welvaart. Als alle mensen op de "8
rcld het net zo goed moeten heb1
als de Amerikanen, dan zijn we|
een week uitgepraat. We moeten
kennen dat het niet kan. Dat is
tuurlijk niet leuk. Juist op het
ment dat we in staat lijken om ie< uii
wereldburger meer welvaart te I
een. moeten we de groep met
grootste welvaart vertellen dat
een stap terug moet doen. En zij
het altijd slecht gehad hebben iri
ten accepteren dat zijnooit zo wel j
rend meer kunnen worden als de
middelde Amerikaan."
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Harderwijk:
gerden te Veenendaal; te Rijsburg
van Niel te Scheveningen; te Ede:
van 't Veld te Waddinxveen; te Ige
selmuiden: W. van Gorsel te Oaa
Tonge; als ziekenhuispred.
streekziekenhuis te Bennekom: B
Cuperus te Ede.
GEREF. KERKÉN
Beroepen: te Zutphen: G. O.
Veenhuizen te Alphen a.d. Rijn,
Mariënberg, kand. M. M. den Holl
der aldaar, die dit beroep heeft
genomen (verb.ber.).
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen: te Ouderkerk a.d.
stel: A. van de Weerd, kand. te A
doorn; te Ermelo: G. Leendertse
Zwijndrecht; te Elburg P. Beekh
te Noordeloos.
Beroepbaar: kand. A. van
Weerd, Vlijtseweg 39 te Apeldoorn.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Bodegraven: G. Scl
aanboord te Rotterdam-Z.; te Ui
ville: L. Blok te Beekbergen.
Bedankt: voor Nieuwdorp
nema te Zwijndrecht.
kr
119
do
Mediteren in
Zienswijze
HILVERSUM In „Zienswij
dat de NOS zondag om 21.35 uur
Nederland II voortzet, wordt ditrr
gesproken over de techniek van
mediteren. Onder leiding van J
van Belle discussiëren de dicht*
Helen Knopper, de mysticus Bas
der Meer en de leider van een
ditatiegroep Jan van der Linden.