Rapport in mineur over hervormd geestelijk leven Prof. De Froe protesteelf tegen onvrije imiversilei a» Bekering en nieuwe bezieling nodig Puzzelhoek Volgende week extra synode-zitting COMMENTAREN Opiniepeiling in Rhodesië Fraai plan Een woord voor vandaag Plechtigheid door bliksem-bezetting verstoor BEROEPINGSWEF ■1 WOENSDAG 19 JANUARI 1 2 3i 5 6 7 5 9 Kruiswoord-puzzel zonder zwart Horizontaal: 1. voorwereldlijke oli fant; 2. Engels bier - grondsoort - wate ring; 3. naam of opschrift van een boek - plaats in Zeeland; 4. handweefwerk -landbouwwerktuig - niet dicht opeen staande; 5. echtgenote - kippenloop - rondhout; 6. Bijb. figuur - welpenleid ster; 7. toiletartikel - plaats in N.Br. - plaaggeest; 8. kraan - Europeaan - smalle weg; 9. afschuring - leeftijd (Fr.). Verticaal: 1. sober - bedrijf; 2. mar meren knikker - bloeiwijze; 3. tennis- term - levenslucht - rivier in Italië; 4. blaashoorn; - vordering; 5. gekheid - deel van de mast - koor van zangers; 6. werpanker - maanstand - voor; 7. olie- vetstof - plaats in België; 8. verlies; 9. voedingrijke grond. Oplossing vorige puzzel 1. oor, 2. reder, 3. aar, 4. nevel, 5. ga mel, 6. order, 7. ester, 8. ton, 9. agent, 10. nol. ORANG OETAN. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG Heeft de hervormde kerk een nieuwe Gemeenteop- bouwbeweging nodig? Dat is een van de vragen (en misschien wel de centrale vraag), waarover de hervormde synodeleden zich gaan beraden, wanneer volgende week vrijdag en zaterdag in een extra synodezitting het rapport van de visitatoren-generaal aan de orde komt. Kwartet - Trouw De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Trouw Commissie van hoofdredactie: J. de Berg (voorzitter), H. P. Ester, G. J. Brinkman, J. van Hofwegen. Dit rapport geeft een algemeen over,zicht van het geestelijk leven in de hervormde kerk. De „visitatie" is een soort huisbezoek aan gemeente en kerkeraad, dat volgens de kerkorde eens in de vijf jaar dient plaats te hebben. Elke classis (54 in totaal) be noemt twee visitatoren. „Aan de top" staat het college van visitatoren-ge neraal, vijf in getal, ds. M. Groenen- berg praeses, ds. M. G. Rosbergen as sessor, L. E. H. Reeser scriba, ds. G. Biesbroek en C. Brunt, die alle rap porten hebben samengevat in een al gemeen (in feite bijzonder summier) overzicht. Eigenlijk dient zo'n over zicht om de vijf jaar aan de synode te worden voorgelegd, maar door al lerlei omstandigheden is dit het eer ste rapport sinds 1956. Het rapport spreekt vooral grote bezorgdheid uit over het feit, dat de jeugd in tal van gemeenten niet meer bereikt wordt, en over het nagenoeg ontbreken van het apostolaat. Natuurlijk is de situatie van het hervormd-kerkelijke leven van plaats tot plaats zeer verschillend. Het rap port stelt met nadruk vast, dat er vele „goede" gemeenten zijn, waar met toewijding en vreugde wordt ge werkt. Maar wel neemt het aantal „goede gemeenten" af. Er zijn /elfs gemeenten, waar nauwelijks meer van „gemeente" gesproken kan wor den. De kerkgang is er minimaal, openbare belijdenis wordt er niet meer afgelegd (één gemeente bericht: sinds 1962 niet meer), financieel teert men op het verleden, de bijbel is een onbekend boek, de predikant ts slechts nodig als „dorpsfiguur". Tussen deze twee uitersten bewe gen zich tal van gemeenten. Ze bloeien niet en gaan niet onder. Het rapport constateert in het algemeen een geestelijke daling. Het lezen van de bijbel in de gezinnen neemt sterk af. De gemeenteleden staan wat al te hulpeloos in het gebruik van de bij bel. Wat het wegvallen van deze huiselijke godsdienstoefeningen ln tal van gezinnen betekent voor de kennis van de bijbel is niet te zeggen. Dezelfde hulpeloosheid is er ten aanzien van het gebed. Men bidt meestal formuliergebeden, maar nie mand reikt ze de mensen aan, wan neer ze niet via de traditie tot hen komen. Het is ook duidelijk, dat de grote woorden van de bijbel, die het heil verkondigen, minder resoneren in het hart van de gemeenteleden: verzoening, vergeving, verkiezing, kortom het ABC van het geloof. Men klaagt telkens over een ver dorring van het geestelijk leven. Het Is geen wonder, wanneer ook kerke- raadsleden en predikanten deel heb ben aan deze verdorring. Het rapport noemt het vreemd, dat gemeenten zich wel verbazen, dat er zo weinig geestelijke kracht van ambtsdragers uitgaat, en niet over hun eigen tekort aan geestelijke kracht. In de verstreken jaren dook tel kens het verlangen op naar een op wekking. Maar visitatoren-generaal betogen, dat opwekkingen niet ont staan uit „onlustgevoelens" of terug verlangen naar vroegere tijden, maar door bekering en nieuwe bezieling. Zij constateren bij degenen, die de Gemeenteopbouw-beweging in en na de oorlog meebeleefden, soms een heimwee naar wat er toen was. „Men heeft er moeite mee te aanvaarden, dat we in een totaal andere tijd le ven". „Ook het verlangen naar de opwek king in methodistisch-piëtistische ,zin deed zich telkens gelden. Men zag vol hoop uit naar Amerikaanse predikers en vergat dat „opwekking" gewoon vanaf de aanvang behoorde bij de structuur van het kerkelijke leven in Amerika, heel anders dan bij ons. Maar ook de komst van deze predi kers naar ons land bracht geen op wekking te weeg dan bij enkelingen". In tal van gemeenten doen jonge ren goed of zelfs geestdriftig mee. Maar de hoofdtoon is toch: de jonge ren bereikt de kerk niet of althans te weinig, niet in de kerkdiensten, niet op de katechisatie en niet in jeugd verenigingen. In Drenthe viel zelfs de uitspraak dat er, gelet op de jeugd, voor de kerk in deze provincie geen toekomst meer is. Het aantal katechisanten neemt overal af en soms in zeer sterke mate. Er zijn gemeenten, waar geen kate chisatie meer gegeven wordt. Kerk gang, doop, belijdenis doen lopen dui delijk terug. Ambtsdragers zijn steeds moeilijker te krijgen. Het rapport constateert anderzijds een opvallende toename van het aantal avondmaals- gangers over de hele breedte van de kerk, ook aan de rechterzijde (al is er een gemeente in de classis Gorin- chem, waar slechts drie procent van de lidmaten aanzit aan het avond maal, terwijl een kleine gemeente in de classis Heusden het avondmaal maar heeft afgeschaft). Het rapport wijst erop, dat trouw huisbezoek door de predikant een ge meente dikwijls weer doet opbloeien, noeg. Apostolaat Het ontwerp-akkoord dat de Britse regering en het Rhodesische minderheidsregieme vorig jaar hebben gesloten, is voor de Afrikaanse meerder heid in Rhodesië niet om over te jubelen. Het behelst een niet helemaal doorzichtige regeling die het, als de blanke regering zich verrassend on zelfzuchtig betoont, op de lange duur mogelijk moet maken, dat de Afrikanen in het regerings beleid de doorslaggevende stem krijgen, waarop ze krachtens hun getalssterkte aanspraak kunnen doen gelden. Vele Afrikanen zullen zich gemakkelijk een regeling kunnen voorstellen, die meer en eerder recht doet aan hun meerderheidspositie; maar zo'n produkt der verbeelding is helaas geen praktisch alternatief voor de officiële ontwerp-overeenkomst. Wél een praktisch alternatief het enige is voortzetting voor onbepaalde tijd van de huidige racistische politiek, met alle ellende daaraan voor de Afrikaanse bevolking verbonden. Tegen deze achtergrond valt het niet zo moei lijk, een pleidooi te construeren voor een reactie op het ontwerp-akkoord, die aanvaarding uitdrukt, maar geen goedkeuring inhoudt. Het is echter niet allereerst onze taak, de voorgestelde regeling te beoordelen. Dat moeten de Rhodesiërs zelf doen. Een van de handicaps daarbij is, dat in een van de talen, die de Afrikanen spreken, het zonet aan geduide betekenisverschil tussen „goedkeuren" en „aanvaarden" niet bestaat. Vermoedelijk wordt daardoor voor veel Afrikanen de mogelijkheid om op het akkoord genuanceerd te reageren, eniger mate beperkt. Dat maakt het alleen maar nood zakelijker, dat de peiling van de mening der be volking over wat de Britse en de Rhodesische re gering hebben afgesproken, met de uiterste nauw gezetheid wordt uitgevoerd. Nu is er geen reden toe, te twijfelen aan de goede bedoelingen van de Britse commissie onder De heer J. Lems heeft bij de opening van de land- en tuinbouw-RAI namens de landbouwma- chinehandel een plan ontvouwd, dat ernstige overweging verdient. De club waarvoor de heer Lems sprak, wil, dat de regering een fonds sticht, waarmee landbouwwerktuigen van boeren die hun bedrijf opheffen, kunnen worden opgekocht voor de schroothoop. De tegenwoordige praktijk is, dat deze gebruikte machines worden aangeboden aan boeren die nog wat blijven. Ze zijn dan voordeli ger uit dan wanneer ze zich een nieuwe machine moeten aanschaffen. De verkopers van nieuwe machines vinden dat maar niets want, zo zeg gen ze, de boeren komen door dat prijsverschil in de verleiding, verouderde machines te kopen, die eigenlijk niet passen op hun moderne bedrijven. Het is te hopen, dat de overheid het verzoek van de heer Lems c.s. serieus wil bestuderen. Ze zou dan tevens kunnen nagaan, of zo'n schroot- fonds ook voor andere sectoren kan worden inge steld. Neem het verschiinsel van de tweedehands auto. Talloze mensen kunnen de verleiding niet weerstaan, een gpbruikte wagen te kopen in plaats van zo'n mooie nieuwe. Ze behalen dan weliswaar ene prijsvoordeel, mar rijden in een verouderd model. Ook deze groep zou door de overheid in bescherming genomen moeten worden. En wat te denken van degenen die duurzame gebruiksartikelen als wasautomaten, tv-toestellen, naaimachines en wat al niet tweedehands aan leiding van Lord Pearce, die met deze peiling is belast. Maar voor de uitslag ervan zijn de bedoe lingen van die commissie niet doorslaggevend, evenmin als trouwens haar feitelijke optreden. Belangrijker is de houding die de Rhodesische regering aanneemt tegenover Afrikaanse pogingen om de Afrikaanse meningsvorming op gang te brengen en te beïnvloeden. En deze houding kan niet hoopgevend worden genoemd. Zo hebben zowel de Afrikaanse Nationale Raad (de voornaamste van de groeperingen die zich tegen het akkoord verzetten) als de multiraciale Centrum-partij (die er gemengde opvattingen over het akkoord op na houdt), zich erover beklaagd, dat de regering hun belet, vergaderingen te houden in de stamgebieden waar meer dan drie kwart van de Afrikaanse bevolking woont. Een veeg teken is ook de weigering van de regering, de vooraanstaande Britse jurist Sir Dingle Foot in Rhodesië toe te laten. Sir Dingle had zich bereid verklaard, de Afrikaanse Nationale Raad behulp zaam te zijn tijdens het onderzoek van de com- missie-Pearce. Deze en andere manoeuvres van de regering- Smith doen het vermoeden rijzen, dat ze niet erg happig is op een levendige en algemene regeling. En wat ernstiger is: ze versterken terecht de twij fel over de bereidheid van het blanke bewind, straks royaal ruimte te scheppen voor de politieke bewustwording van de Afrikaanse meerderheid. Het effect van het optreden van Smith's politie bij recente betogingen kan niet veel anders zijn. Smith en de zijnen maken het niemand gemak kelijk, te geloven aan hun goede bedoelingen. De conclusie dringt zich op, dat, als de twijfel daaraan gerechtvaardigd is, de uitslag van het opinie onderzoek dat op het ogenblik in Rhodesië wordt ingesteld, bitter weinig heeft te betekenen. schaffen? Niet alleen verijdelen ze de maximale ontplooiing van de handel in splinternieuwe spul len, maar ze komen natuurlijk ook allemaal te zit ten met hopeloos ouderwets goed. Stellig ligt op dit terrein een belangrijke taak voor de overheid en de verdienste van de heer Lems is, dat hij de samenleving hierop attent heeft gemaakt. Zijn rede moest ongetwijfeld be knopt blijven en daarom mag hem niet kwalijk worden genomen, dat hij zijn plan niet helemaal heeft uitgewerkt. Dat is jammer, want er rijzen nog wel een paar vragen. Hij heeft bijvoorbeeld niet gezegd, hoeveel boeren door de reclame-acti viteiten van handelaren in de verleiding komen, een machine aan te schaffen, die ze eigenlijk niet rendabel kunnen maken. Ook heeft hij de vraag niet beantwoord, hoe de boeren ervoor kunnen zorgen, steeds up to date te blijven; de technische ontwikkeling gaat immers zo snel, dat datgene wat het ene iaar wordt aangekocht, in het volgen de al weer 'verouderd' is. En de heer Lems is er ook aan voorbiigegaan, dat het belangrijkste pro bleem voor de boer die wil mechaniseren, juist de financiering is. en dat het daarom voor hem uiterst belangrijk is, als hij bij de aanschaf van machines duizenden guldens kan besparen. Maar met dit soort detailkritiek wordt natuurlijk niets afgedaan van de waarde die zijn plan heeft voor de liefheb bers van originele ideeën in het algemeen en de verkopers van ongebruikte landbouwmachines in het bijzonder. Ds. M. GROENEBERG toch weer richtingen dan ook: „Wat zou er kunnen worden gedaan om het kerkelijk en geestelijk leven op te wekken vanuit de leiding van de hele kerk en vanuit de ge meenten?" Vrijdagavond zal gesproken worden over een katern met orden van dienst n het nieuwe Liedboek, tcfrwijl vrij dagmorgen traditioneel aan het begin van het niecwe synode jaar het presi dium en het breed moderamen moet worden gekozen. Ds. Jörg is sinds 31 december geen synodelid meer, maar het is kerkordelijk mogeliik, dat de synode hem toch opnieuw kiest, zoals indertijd ook dr. G. de Runa zijn af treden als synodelid nog voor een jaar als praeses werd herkozen. Het eerste wonder dat de apostel Johannes ons van de hM Jezus verhaalt is het wonder van Kancu Het is een prachtig w<| der en tegelijkertijd een wonderlijk wonder. Het lijkt een wat v relds wonder. Er wordt niemand genezen. Er worden geen duivelen uitge\ pen. Er worden geen doden opgewekt. Er wordt van water i gemaakt ter verhoging van de feestvreugde. De kern van het verhaal is ongetwijfeld: Mijn we is nog i gekomen." De discipelen hebben op alle mogelijke manier tl Jezus gesproken in de voorgaande pericoop. Hij werd „rabbi" I noemd, en Messias. Philippus noemde hem de vervulling vcrnl profetieën, en Nathanael sprak van Zoon van God en Konm van Israël. Dat alles is Christus. Maar Zijn ure is nog niet gekomen openbaart zich nog niet als Messias, nog niet als Zoon van Gif nog niet als Koning van hraël. Dat is Hij, maar Hij is het r gelijkertijd „nóg niet". Maar toch brengt Zijn aanwezigheid op aarde al iets van I nieuwe wereld. Dat wordt ervaren op het feest in Kano. De nim we hemel is er nog niet, maar een hemelse vreugde neemt van f mensen bezit. De nieuwe aarde is er nog niet. maar het waf wordt al wijn. We lezen vandaag: l Samuël2:27-35. „Het apostolaat is geen sterke kant van de gemeenten, en daarmee zeg gen wij het op zijn zachtst". Het rap port constateert, dat van al de apos- tolaire activiteiten, die na de oorlog ontstonden, niet veel meer over is. Open-deur-diensten waren veelal meer diensten voor kerkdijken, die wel eens wat anders wilden. De kerkgebouwen zaten soms vol, maar de niet-kerkelijken ontbraken n»ge- Maar voordat men zou willen gaan proberen, om het apostolair elan nieuw leven in te blazen, vragen visi tatoren-generaal bezinning op de vraag, of men nog wel kan werken op de nadrukkelijke wijze, die het woord „apostolaat" veronderstelt. „Het kan wel eens zijn, dat de kerk niet princi pieel, maar wel in de praktijk moet komen tot wat de oosterse orthodoxe kerk doet: niet nadrukkelijk aposto laat bedrijven, maar in de samenle ving een plaats zijn, waar beleden wordt in het lied, het gebed, in de viering van sacramenten en waar men een geheim vermoedt, waar men naartoe komt. TVTaar dan zal er wel een gemeente moeten zijn! Het ver langt ook scholing van hen, die in het vergeten ambt staan". Uiteraard gaat het rapport ook in op het verschijnsel van de „modali teiten". Het benadrukt, dat de kerk eenheid moet kennen in verscheiden heid en verscheidenheid in de een heid, en waarschuwt zowel voor een vormigheid als voor „elk wat wils". In grote gebieden van de kerk is geen sprake meer van „botsingen der richtingen". De evangelisaties zijn daar geruisloos geïntegreerd in de ge meente. Er leeft daar sterk het besef, dat de gemeente niet bestaan kan, als er geen of nauwelijks kerkgang is en niemand zich voor de kerk, ook fi nancieel, krachtig inzet. De,ze ge ruisloze veranderingen zijn er in Groningen, Drenthe en ook in Fries land. Soms leidt de inschakeling van de minderheidsgroep tot een verras sende opleving van het kerkelijk le ven (zo het verslag van de classis Heerenveen). De meeste botsingen komen voor in gemeenten, die het stempel dragen van de gereformeerde bond. „Het zou aan te bevelen zijn, eens een gesprek te organiseren juist tussen de confes sionele vereniging en de gereformeer de bond, omdat hier de grootste moeilijkheden liggen. Wanneer hier een beter begrip voor elkaar kwam en men elkaar althans ruimte wilde geven, waren veel plaatselijke problemen opgelost". Overigens stelde ds. Groenenberg tijdens de persconferentie, waarin dit rapport gepresenteerd werd, vast, dat het op het punt van de modaliteiten eigenlijk al weer verouderd is. „Het woord modaliteiten duidt aan, dat men in het wezen der zaak zich toch één gevoelt. Maar juist in 1971 is er ^o'n geweldige polarisering over de politieke en maatschappelijke kant van de prediking opgetreden, dat we misschien toch weer van „richtingen" zullen moeten gaan spreken", zei hij. Conclusie De conclusie van het rapport is: „Het zal nodig zijn, dat we duidelijk gaan zien, waar de oorzaken liggen van de geestelijke versenraling die er bij ons heerst, van de onvruchtbaar heid van onze onlustgevoelens en verontrustingen, waarvan wij de schuld bij elkander zoeken, waarin we weer komen tot het nadrukkelijk gebed, dat zijn waarachtigheid ver volgens alleen toont doordat we de weg van de gehoorzaamheid gaan. Al heeft de hervormde kerk in Neder land, evenmin als de andere kerken, de belofte dat ze zal blijven bestaan, wel mag zij de weg van gebed en gehoorzaamheid gaan vanuit het ver- trouwe n op deze beloften. Het is de bedoeling, dat de synode dit rapport eerst vrijdagmiddag in vijf werkgroepen bespreekt. Zaterdag volgt dan een plenaire behandeling. Synodepraeses ds. J. C. H. Jörg stelt zich voor, dat er dan meer uit zal komen, dan b.v. enkel een verklaring. „Er moet wat gebeuren. Zo kan het niet blijven", zei hij. Eén van de dis cussievragen, die opgesteld gijn, luidt (Ir Van onze onderwijsredactie V AMSTERDAM Prof. dr. A. de Froe, sintls twee weken rector van de Universiteit van sterdam, heeft zijn eerste confrontatie met activistische studenten erop zitten. Hoe hij over denkt maakte hij deze week duidelijk tijdens de erepromotie van de econoom prof. H. S. Ho hakker, welke plechtigheid vanwege een bïiksem-bezetting van de aula hals over kop nj het naast de aula gelegen Maagdenhuis verplaatst moest worden. De rector zei het kort, maar duide lijk: „Ik protesteer met nadruk tegen de onvrijheid aan deze universiteit, waardoor het thans onmogelijk is de ze plechtigheid op de normale wijze te vieren." Toen wij prof. De Froe enkele da gen tevoren interviewden leken dit soort toestanden nog ver weg. Bezet tingen van aula's waren langzamer hand geschiedenis en weinigen ver moedden dat deze folklore zo snel zou herleven. Al was er misschien ook niet zoveel intuïtie voor nodig om de ze gebeurtenis te voelen aankomen. Het vijftigjarig bestaan van de eco nomische faculteit (voor het activis tisch oog een bolwerk van het kapita lisme), de erepromotie van een van Nixons vroegere economische advi seurs en de komst van minister De Brauw: als je toch af en toe wat wilt bezetten is dat natuurlijk een unieke gelegenheid. Maar de rector stelde het allemaal niet op prijs. Overigens is prof. De Froe niet de man om hel en verdoemenis af te roepen over de hoofden van zulke be zetters. De bezetting van het instituut voor Neerlandistiek (die al sinds 5 ja nuari duurt) leek hem vorige week heet noch koud te maken. „Ik ga er van uit dat mensen die zo'n actie on dernemen menen wat ze zeggen en ik probeer daar begrip voor op te bren gen." Wat prof. De Froe alleen niet kon begrijpen was dat de bezetters van het instituut een gesprek met het presidium van de Universiteit achteraf verkeerd weergaven. Of eigenlijk be greep hij zelfs dat nog: „Jonge men sen liegen wel eens, omdat ze denken da+ ze zich anders niet kunnen hand haven. Als ze ouder worden gaat dat er wel weer af!" Prof. De Froe beziet de universitai re gebeurtenissen met iets meer dis tantie dan zijn voorganger Belinfante. Hij mist diens bestuurlijke ambities en hij is veel meer het type van de traditionele rector: de man die de be langen van onderwijs en onderzoek dient en die de bestuurlijke beslom meringen zoveel mogelijk aan ande ren over laat. Die weelde kan hij zich ook makkelijker veroorloven dan Be linfante. Er is nu een democratische bestuursvorm in wording, waarin universiteitsraad en college van be stuur de rector veel van zijn organi satorische werk uit handen nemen. Prof. De Froe is antropobioloog en door de bestudering van het mense lijk skelet niet alleen vertrouwd met de vergankelijkheid van het mense lijk leven, maar evenzeer gewend de mens en zijn geschiedenis in het per spectief van miljoenen jaren te bekij ken. Misschien lijkt hij daardoor een beetje lakoniek als hij praat over al lerlei universitaire actualiteiten (stu dieverkorting, hoger collegegeld, stu dentenstop enz.) die volgens sommi gen de ondergang van de klassieke universiteit inluiden. De wal zal het schip wel keren, schijnt hij te den ken. En als de wal het niet meer houdt? Nee, dat gebeurt niet, zegt De Froe. Het meest waardevolle blijft wel bestaan. Deze lakonieke houding betekent niet dat prof. De Froe geen standpunt kiest. Over de studieverkorting van Posthumus zegt hij: „Ik ben niet te gen alles wat Posthumus voorstelt, maar ik vind wel dat het niet aan gaat om iemand die vijf, zes jaar ge studeerd heeft, zonder meer de wei in te sturen wanneer hij niet op tijd zijn doctoraal doet. Ik vind het best wanneer je een limiet stelt, maar wanneer iemand het binnen die tijd niet haalt, heeft hij wel recht op hulp. In dat opzicht kunnen we een voorbeeld nemen aan Canada, waar studenten die falen een cursus krij gen om hun studieproblemen te over winnen." Over de verhoging van het college geld tot 1000 gulden zegt prof. De Froe: „Daar ben ik niet voor. Je kunt natuurlijk proberen de nare gevolgen die dat voor sommige studenten heeft, op te vangen in het beurzenbe- leid Maar ik zou liever zien dat iedereen die zijn diploma gymnasium of hbs had, kon rekenen op een stu dietoelage. Bij goede prestaties zou die toelage jaarlijks verlengd kunnen worden. Een soort studieloon dus." Bezorgdheid Zolang het om dit soort universitai re artualiteiten gaat blijft het bij wat kritische kanttekeningen. Echte be zorgdheid toont prof. De Froe pas wanneer we hem vragen naar het on verwacht snelle einde (na een evo- LE lutie van een half miljoen jaar) door de club van Rome aan het selijk ras voorspeld wordt. „Het kan heel goed dat er eenj1'?, tastrofe optreedt als gevolg van wikkelingen die we nu nog niet nen overzien. We hebben onvoldoi kennis van de voorwaarden wa; der de mens leeft. Daarom moetei rekening blijven houden met ramp van het formaat van de vro re epidemies. Uitgesloten is dat a minst. Denk bijvoorbeeld aan steeds hogere koolzuurgehalte in lucht. Door een voortdurende stijging de temperatuur zouden de ijskap van de Noord- en Zuidpool kun smelten. Daardoor zou het w overal twintig meter stijgen en kan een gewisse dood betekenen, iedereen." Als het om dit soort zaken g p 01 'ai schuwt prof. De Froe hard allerminst. Enkele jaren geleden klaarde hij al eens dat hij vond. de verkoop van melk meteen gesti p moest worden wanneer atoom-p; ven radioactieve neerslag veroorza' ten. En nu zegt hij: „Er zou terst een verbod moeten komen van productie van elke stof die in de tuur niet afgebroken kan worden.". Een dreigende catastrofe is eige°' lid- alleen te vermijden, wanneer rijke landen afzien van een stuk welvaart. Als alle mensen op de "8 rcld het net zo goed moeten heb1 als de Amerikanen, dan zijn we| een week uitgepraat. We moeten kennen dat het niet kan. Dat is tuurlijk niet leuk. Juist op het ment dat we in staat lijken om ie< uii wereldburger meer welvaart te I een. moeten we de groep met grootste welvaart vertellen dat een stap terug moet doen. En zij het altijd slecht gehad hebben iri ten accepteren dat zijnooit zo wel j rend meer kunnen worden als de middelde Amerikaan." NED. HERV. KERK Beroepen: te Harderwijk: gerden te Veenendaal; te Rijsburg van Niel te Scheveningen; te Ede: van 't Veld te Waddinxveen; te Ige selmuiden: W. van Gorsel te Oaa Tonge; als ziekenhuispred. streekziekenhuis te Bennekom: B Cuperus te Ede. GEREF. KERKÉN Beroepen: te Zutphen: G. O. Veenhuizen te Alphen a.d. Rijn, Mariënberg, kand. M. M. den Holl der aldaar, die dit beroep heeft genomen (verb.ber.). CHR. GEREF. KERKEN Beroepen: te Ouderkerk a.d. stel: A. van de Weerd, kand. te A doorn; te Ermelo: G. Leendertse Zwijndrecht; te Elburg P. Beekh te Noordeloos. Beroepbaar: kand. A. van Weerd, Vlijtseweg 39 te Apeldoorn. GEREF. GEMEENTEN Beroepen: te Bodegraven: G. Scl aanboord te Rotterdam-Z.; te Ui ville: L. Blok te Beekbergen. Bedankt: voor Nieuwdorp nema te Zwijndrecht. kr 119 do Mediteren in Zienswijze HILVERSUM In „Zienswij dat de NOS zondag om 21.35 uur Nederland II voortzet, wordt ditrr gesproken over de techniek van mediteren. Onder leiding van J van Belle discussiëren de dicht* Helen Knopper, de mysticus Bas der Meer en de leider van een ditatiegroep Jan van der Linden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2