KEES VERKERK TOCH VROEG IN HOOFDROL
Atje onbedreigd kampioene
Peter Nottets einde
ft Kees Verkerk (links) en Peter Nottet na hun race op de 500 meter. Nottet zou later gediskwalificeerd
worden wegens drie valse starts.
ft Atje Keulen-Deelstra, de nieuwe Nederlandse schaatskampioene.
Grönvold
Noors
kampioen
ft Het einde van een illusie: Ronny Nooitgedagt had nooit kunnen denken dat hij juist onder het bord met zijn naam op zo'n belangrijk moment
nog eens onderuit zou gaan.
ft Coach Leen Pfrommer wenst Harm Kuipers geluk na zijn fraaie
5000 meter. Het sterke rij den van Kuipers leverde hem dit week
einde een plaats in de kernploeg op.
Kees Verkerk, de nieuwe Nederlandse schaatskampioen.
n;
DEVENTER Kees Verkerk, de „toevallige" kampioen. De
man, die tevoren had aangekondigd deze Nederlandse titel niet
te begeren, reed zondagavond op de uitverkochte Deventer kunst
ijsbaan zijn ereronde.
„Toevallig" in de eerste plaats omdat de internationale graad
meter Ard Schenk, ontbrak. Toevallig ook omdat Jan Bols en
Eddy Verheyen, verwachte mannen voor de hoogste treden van
het erepodium elkaar eigenlijk al voor dit kampioenschap had
den afgemaakt. En toevallig tenslotte omdat Verkerk zelf nadruk
kelijk had aangekondigd dit seizoen niet te vroeg de schijnwer
per op zichzelf te willen richten. Niettemin waren de 29-jarige
Puttershoeker en Eddy Verheyen de enigen die dit toernooi vol
brachten op een manier die de toets van de internationale kritiek
kan doorstaan en daarom is deze vierde nationale titel na en
kele magere jaren wellicht een van de mooiste voor de man die
opnieuw solliciteert naar een hoofdrol in het internationale ge
beuren.
Deze titelstrijd zonder Ard
Schenk had eigenlijk te weinig
allure. De afwezigheid van de
wereldkampioen, de man op wie
de hele internationale schaats
sport zich richt, zal een devalu
erende werking hebben gehad
TOENSBERG Roar
Grönvold heeft zijn landge
noot Dag Fornaess onttroond
als Noors kampioen hard
rijden op de schaats. Fornaess
veroverde de Noorse titel in
de afgelopen drie jaar. Dit
maal reikte hij echter niet
verder dan een tweede plaats.
Sten Stensen werd derde en
Willy Olsen vierde. Grönvold
dankte zijn overwinning
vooral aan een bijzonder
sterk gereden 1500 meter
(2.07.62). Sten Stensen won
de tienduizend meter: 15.47,11.
Claesoii
De Zweed Göran Claeson is
voor de vierde achtereenvolgen
de maal Zweeds kampioen ge
worden. Johnny Höglin werd
tweede, Oloph Granath derde en
Göran Johansson vierde. Clae
son liet vooral op de tien kilo
meter een sterke tijd afdrukken:
15.48.3. Höglin won de 1500 me
ter in een tijd van 2.06.1. Dat
was 0,4 sec. sneller dan Claeson
Zimmermann
Gerhard Zimmermann heeft
zoals verwacht de Westduitse ti
tel voor zich opgeëist. Zimmer
mann had een ruime voorsprong
(bijna acht volle punten) op
nummer twee: Herbert Schwartz.
Zimmermanns tijden waren: 500
to 40,4, 5.000 m 7.46.2, 1500 m
2.06.7, 10.000 m 16.01.1. Zijn pun
tentotaal bedroeg: 177.298.
Monika Plug
Bij de Westduitse dames werd
Monika Plug kampioene. Ook zij
greep de titel zonder enige te
genstand van betekenis te onder
vinden. Renate Seidel werd
tweede. Tijden Monika Plug: 500
m 45,4, 1500 m 2.24.—, 1000 m
1.31.9, 3.000 m 5.15.3. Totaal:
191.000.
0 Statkevitsj
In Alma Ata werd Europees en
wereldkampioene Nina Statke
vitsj Russisch kampioene. Nina
won drie afstanden. Slechts de
1500 meter werd door een ander
gewonnen: Loedmilla Savroelina,
die in het eindklassement tweede
werd.
op de tijden. Vooral op de sprint
kwam de top in vergelijking met
vorig jaar erg matig voor de dag.
Coach Leen Pfrommer had er
nauwelijks een verklaring voor.
Slechts één man reed die 500
meter boven verwachtingl Kees
Verkerk. In feite legde hij daar
ook de basis voor zijn kampioen
schap. Verkerk: „Na die sprint
ging ik serieus aan een titel den
ken. Dat had ik tevoren niet ge
daan omdat ik zelf geestelijk nog
niet aan een kampioenschap toe
was. Maar die 500 meter ging bo
ven verwachting. Misschien komt
het doordat Deventer mijn Ne
derlandse lieve!ingsbaan is. Mis
schien ben ik daardoor wel wat
meer geïnspireerd geweest dan
eigenlijk iedereen van mij ver
wachtte. Want nu ben ik Neder
lands kampioen. Nu let weer ie
dereen op mij. Dat geeft straks
toch weer een beetje de druk van
het favoriet zijn."
Verkerk heeft de titel niet willen
ontlopen. Toen hij op de 500 meter
het zoet der overwinning weer even
had geproefd kon hij de verleiding
niet weerstaan om zichzelf in het ge
vecht om de hoogste plaats te men
gen. „Iedereen wil tenslotte graag een
kampioenschap winnen. Zeker als je
het in zekere zin in je schoot krijgt
geworpen. In Davos hebben Jan Bols
en Eddy Verheijen elkaar dag en
nacht gevolgd. Ze hadden dezelfde
kleedkamer, reden op precies dezelfde
tijden en trokken veel samen op. Ik
zocht een andere kleedkamer uit. Ik
heb mij met die tweestrijd niet be
moeid." Voor Bols en Verheijen was
het kampioenschap eigenlijk allang
voor „Deventer" begonnen. In de
koude oorlog die toen werd gevoerd,
slachtten zij elkaar. Verkerk: „Bols
en Verheijen waren als de twee hon
den die om het bekende been voch
ten. Ik ben er tenslotte mee weggelo
pen."
Verkerk die de psychische moei-
iRT
?- -'<Y- --t
-r:" --V""- f-ii
i*||F.--l; 1
lijkheden van de afgelopen jaren te
boven is, heeft ook lichamelijk een
sprong vooruit gemaakt. „In
tegenstelling tot het vorig seizoen heb
ik dit jaar veel meer gelopen. De
conditietraining was op een andere
basis geschoeid. Je wordt wat ouder
en je moet daarom ook wat meer
trainen. Vorig jaar had ik altijd voor
de wedstrijden vreselijk vee' last van
hoofdpijn. Bovendien kon ik slecht
ademhalen door mijn neus Dat bleek
met elkaar verband te houden. Ik on
derging een neusoperatie afgelopen
zomer. Dat heeft mij enorm geholpen.
Ik kan weer ademhalen en ik ben
nu tenminste mijn hoofdpijn kwijt.
Daardoor heb ik een beter humeur
dan de laatste seizoenen. Het heeft
gewoon het klimaat waarin de pres
taties geleverd moeten werden voor
mijzelf wat beter gemaakt."
Verkerks grootste ambities liggen
nog steeds op Noorse bodem. „Dit sei
zoen blijft afgestemd op het behalen
van de wereldtitel in het Bisletsta-
dion in Oslo. Natuurlijk wil ik graag
naar Sapporo. Als je de uitslagen van
dit toernooi bekijkt, ben ik alleen op
de 1500 meter zeker van een plaats
voor de Olympische Speler Dan zou
ik gauw klaar zijn in Japan. Maar ik
hoop dat de heren van hei NOC be
grijpen dat mijn rijden od de 10.000
meter met name een beetje spielerei
was. Ik hoefde in mijn rit tegen Bols
alleen maar te verdedigen Aanvallen
was helemaal niet nodig want ik wil
de eenvoudig geen risico nemen. Ik
was tevoren nog wel wat bang voor
Jan. Hij heeft immers meermalen la
ten zieri een geweldige 10.000 meter
te kunnen rijden. Maar nu zat het er
eenvoudig niet in."
Jan Bols was in feite de grote ver
liezer van dit toernooi. De titelverde
diger stelde op gijn specialiteiten, de
5 en 10 kilometer ronduit teleur. Al
leen zijn sprint was van internatio
naal gehalte. Bols: „Ik ben gewoon
nog niet in vorm. Vorig jaar, toen ik
in Amsterdam kampioen werd, riep
iedereen na afloop van het seizoen, jij
was te vroeg in vorm. Ben ik nu clan
te laat? Ik weet het niet. Wel ben ik
blij dat wij over 14 dagen de Europe
se kampioenschappen in Davos rij
den. Dan weet ik wel zo ongeveer hoe
ik ervoor sta." Bols werd vooral in
het pak gestoken door Eddy Ver
heijen op de 5000 meter. De Devente-
naar versloeg hem op zijn eigen wa
pen: brutaliteit. Bols: „Ik wilde snel
openen. Maar Eddy ging nog sneller
van start. Drie ronden achtereen
kwam het toen voor de kruising erg
beroerd voor mij uit Ik heb daardoor
veel krachten verspild."
De krachtsverspilling ging vooral
ten koste van de techniek. Bols gleed
niet, hij vocht over het ijs. Verheijen,
superieur glijdend, reed naar een so
lide zege 7.41.34. Een uitstekende ver
richting. De afgang van Bols op de
5000 meter speelde Verkerk de vol
gende dag in de kaart op de 1500
meter. „Ik wilde de 1500 meter met
een voorsprong van 2 a 3 seconden op
Bols winnen. In mijn nieuwe opzet
opende ik langzaam. Toen Jan voor
mij kruiste na de eerste bocht zag het
er heel beroerd voor mij uit. Als je
dan onervaren bent ga je er als een
dolle achteraan. Maar ik heb mij be
wust wat ingehouden. Ben rustig op
mijn eigen schema verder gegaan en
heb Bols in de laatste bocht gepakt.
Het bleek voldoende te zijn om Jan
opnielw de vernieling in te rijden.
Het herenschaatsen is tegenwoordig
een taktisch spel. Je moet gewoon
hard gaan.
Toen wij tijdens ons verblijf in Ha
maar Dag Fornaess zo keihard zagen
trainen had je het gevoel dat je je
boeltje wel bij elkaar kon pakken en
dat alleen nog maar Ard in de arena
hoefde te komen. Maar de prestaties
die hij tot nu toe heeft verricht zijn
van minder gehalte. Ik vind wel dat
wij tot nu toe te weinig internatio
naal werk hebben gedaan. Zo'n vijf
kilometer, en ook een 10.000 meter is
een kwestie van steeds weer jezelf
testen. Dat kan alleen maar in inter
nationale wedstrijden gebeuren. En
wat we nu hebben gereden is alleen
nog maar de Gouden Schaats en dit
kampioenschap. De volgende wed
strijd is het Europese titelgevecht.
Dan is er geen tijd meer voor testen."
Bols kreeg na zijn nederlaag op de
5000 en 1500 meter weer een dreun op
de II kilometer. „Ik heb de pech ge
had tegen twee gifkikkers te moeten
rijden. Tegen Verheijen op de 5000
meter tegen Verkerk op de 10 kilo
meter. Ik moest Kees losrijden om de
titel te kunnen grijpen. Maar Kees
bleef gewoon klitten. Ik hoop dat het
Nederlands Olympisch Comité be
grijpt dat de wedstrijden in Deventer
geen juist beeld geven van mijn mo
gelijkheden op de 5 en 10 kilometer".
Eddie Verheijen verspeelde het
kampioenschap op de 500 meter. „Ik
had mij dit seizoen juist wat meer op
het sprintwerk geworpen dan andere
jaren. Als je dan ziet dat je ten slotte
een tijd van 43.20 .realiseert is dat
wel iets dat te denken geeft. Ik
schrok geweldig toen ik die tijd hoor
de. Na de 500 meter ben ik aan het
rekenen gegaan. Ik kwam tot de con
clusie dat er nog maar een mogelijk
heid was voor mij. Drie afstanden
winnen".
Verheijen begon aan dat onmogelij
ke karwei. Op de 5000 meter bewees
hij inderdaad de mogelijkheden te
bezitten om de kroon van Bols over
te nemen. De startvolgorde op de 1500
meter gooide echter al zijn plannen
in de war. Verheijen moest zondag
middag als eer .te het ijs op. Zijn tijd
(2.08,6) werd het wild waar Verkerk
op kon jagen. Verkerk erkende die
ongunstige uitgangsstelling van Ver
heijen. „Het ijs was na het sproeien
wat stroef. Het was alsof het zoog.
Voor het publiek ,zal het geleken heb
ben alsof de baan goed liep. Wie als
eerste de baan op moesi na h>t
sproeien voelde wel degelijk hovi
moeilijk het was. Pas in de volgende
ritten liep het wat beter. Eddie heeft
beslist pech gehad dat hij als eerste
het ijs op moe.'t."
Slechts Verkerk overtroefde
Verheijen op de schaatsm^jl. Het
was de tweede afstand waarop
Verheijen het kampioenschap
verloor. Maar nu was het defini
tief. Daarna zat er nog slechts
een tweede plaats in. Verheijen
moest daarvoor 12,5 seconde
winnen op Bols op diens speciali
teit de 10 kilometer. „Ik gokte
gewoon dat het zou kunnen.
Achteraf bezien heb ik wat te
voorzichtig geopend. Langzaam
maar zeker knabbelde ik wat
van de achterstand af. De steun
van het publiek hielp mij aan die
fantastische eindsprint. Het was
te weinig voor het zilver".
DEVENTER In feite beves-
tig'de het titeltoernooi van de
dames slechts de stellingen, die
in het voorseizoen zijn opge
bouwd. Het kampioenschap van
de 33-jarige Atje Keulen-Deel
stra kon evenals de grote voor
sprong nauwelijks verrassend
worden genoemd en zelfs de
uiteindelijk nog zo sensationeel
lijkende alles-of-niets poging van
Sippie Tigohelaar om zich via
een 3000 meter-triomf in de
Olympische ploeg èn daarmee
ook in de kernploeg te rijden
was tenslotte niet meer dan het
„waar" maken van al eerdere
beloften.
Gerard Maarse, trainer van de da
meskernploeg, kon daarom na afloop
van het titelgevecht ook stellen:
„Alles wat ik verwachtte is wel zo'n
beetje uitgekomen. Er zijn natuur
lijk zaken die je niet kunt voorzien
zoals bijvoorbeeld de val van Elly
van den Brom op de 3000 imeter of
de voor haar doen ronduit slechte
500 meter van Atje Keulen. Normaal
moet zij deze afstand gewoon win
nen".
9 Braam
Voor dat „falen" (slechts een der
de plaats achter Trijnie Rep en Elly
van den Brom) had kampioene Atje
Keulen achteraf wel een verklaring.
„Er zat een braampje op mijn
schaats." Gerard Maarse zocht
daarentegen ergens anders. „Atje
was eigenlijk al voor de start van de
500 m verslagen. Zij zag op tegen
het rechtstreekse duel met Stien
Baas, haar grote rivale. Zij heeft er
de hele nacht voor het kampioen
schap van liggen rillen."
Stien Baas-Kaiser, óók 33 jaar,
was overigens een concurrente, die
Atje Keulen wel het dichtst bena
derde, maar beslist niet de intentie
had haar grootste rivale te zijn.
Stien Baas werkt doelbewust naar
het internationale werk, waarbij
zelfs de komend weekeinde op het
programma staande Europese kam
pioenschappen in Inzeil van onder
geschikt belang lijken. Stien Baas
wil dit seizoen glorieus afscheid ne
men. Met successen en niet als de
ex-wereldkampioene. Gerard Maar
se: ..Stien wilde er dit weekeinde
beslist nog niet zijn. Zij werkt hele
maal naar de Spelen van Sapporo
toe. De seizoenplanning hebben we
uitvoerig doorgesproken". Stien Baas
was daarom zelf ook tevreden met
haar tweede plaats ondanks het gro
te puntenverschil en de door de val
van Elly van den Brom wat floris-
santer uitgevallen klassering. „Atje
zou normaal gesproken kampioene
worden. Dat stond voor mij vast. Zij
rijdt op het ogenblik hardstikke
goed. Zonder meer." En over haar
eigen prestaties: „Zondag vond ik
het een stuk beter gaan dan zater
dag. Toen had ik beter moeten kun
nen. Maar de opgaande lijn zit er in;
de opbouw is te zien".
Stien Baas leunde met al haar
prestaties tegen de „top" aan; afge
zien van haar per definitie zwakke
sprint. Er was met 2.26.64 een derde
plaats op de 1500 m, met 1.33.16 een
derde op de 1000 m en met 5.04.23
tenslotte ook een derde plaats op de
3000 m. Stien Baas-Kaiser leverde
haar prestaties onder zeker niet
ideale omstandigheden. Zij had last
van maag en darmen. „Ik wil het
daar echter niet op gooien. Ik ben
tevreden." Gerard Maarse: „Stien is
altijd ziek en in feite nooit". Dokter
Ab Rozijn: „Zij had klachten, maar
die waren niet zo ernstig dat zij er
veel slechter door zou rijden".
Atje Keulen-Deelstra zag Stien
Baas vóór het toernooi desondanks
als de grote rivale. „Stien is beter
gaan rijden en dan weet je het toch
nooit. Ik had wat meer tegenstand
verwacht. Eigenlijk ook van Wil
Schenk-Burgmeijer."
9 Excuus
Wil Schenk-Burgmeijer, na twee
verloren seizoenen, begin dit seizoen
bij verrassing weer tot de kernploeg
doorgedrongen, bleef op „eigen De
venter ijs" evenwel een stuk bene
den de ook door haarzelf hoog opge
schroefde verwachtingen. Van haar
aangekondigde aanval op de geves
tigde topposities kwam in feite niets
terecht. Voor de vierde maal in haar
carrière reikte zij niet verder dan de
vierde plaats. „Ik had op meer gere
kend, zeker na 'mijn goede voorsei
zoen". En als excuus kwam er de
braam op de 500 en 1500 meter, za
terdag.
9 Doelbewust
Echtgenoot Han Schenk speelde
echter in het geheel een grote rol.
Als enige had Wil Schenk het laat
ste trainingskamp voor het kam
pioenschap in Holten niet meege
maakt Gerard Maarse: „Wil is met
dit verzoek bij mij gekomen. Ik heb
het ingewilligd, zoals ik dat ook zou
hebben gedaan met Stien Baas. Per
slot van rekening hebben zij de no
dige ervaring en wordt Wil nog ge
steund door haar echtgenoot, die als(
regiotrainer toch ook wel verstand'
van schaatsen heeft; die genoeg
vakman is".
Han Schenk ging in de begeleiding
van zijn vrouw zelfs zover, dat hij
ook op het ijs Gerard Maarse „assis
teerde". Hij gaf, aan de andere zijde
van de baan, Wil Schenk de nodige
aanwijzingen. Gerard Maarse wilde
er geen rel van maken. Hij ging niet
verder dan te zeggen: „In deze voor
bereiding op de grote toernooien kan
het nog. Straks bij de internationale
wedstrijden niet meer". En later:
„Je kan iemand natuurlijk wel op
peppen zoals hij heeft gedaan, maar
je moet het niet overdrijven. Dan
doe je het verkeerd- Als je van te
voren zegt dat je een kans hebt om
kampioene te worden, dan moet je
weten, dat je verschrikkelijk hard
moet gaan. Hij heeft te hoog gemikt.
Daarbij komt dat Wil in het begin
van het seizoen vreselijk hard heeft
moeten werken en knokken om weer
bij te komen; om de kernploeg te
halen, waarin zij zich de seizoenen
ervoor niet kon handhaven. Ik ge
loof zelf, dat wanneer zij niet vroeg
tijdig in de ploeg was opgenomen
zoals nu, zij nu reeds kapot was ge
weest".
Han Schenk, leraar m.o., ziet het
duidelijk anders. „Wil heeft in het
voorseizoen hard moeten werken.
Maar dat hoeft niet zonder meer een
degelijk doelbewust op de interna-
degelijk doelbewust op deinterna-
tionale toernooien gewerkt. Wil wil
dit seizoen resultaten zien. Zij is al
teveel buiten de prijzen gevallen om
dit. een vierde plaats en zo, nog leuk
te vinden. Zij stopt ook na dit jaar
wanneer er geen successen komen.'"
MAANDAG 10 JAMJAR-! 1972