'dams eerste drugkliniek JJj prcck soms nog drie
og deze maand in gebruik u ji
keer go een zoncta;
In liet bouwbedrijf
zijn ingrijpende
veranderingen nodig
\l)[, F. Caljé: „Wekaminen vormen potentiëel gevaar
Ds. C. v.d. Zaal vijftig jaar dominee
iRI 19 i
5
WOENSDAG 5 JANUARI 1972
Rotterdam Eind van deze
I maand zal het prof. dr. K. H.
Boumanhuis een drugkliniek
1 voor 15 patiënten openen. Hier
a zullen groepsgewijs mensen wor-
1 den opgenomen, die door het ge-
I bruik van drugs in moeilijkhe-
den zijn geraakt. Een vrijwillige
1 opname, min of meer anoniem
I ook.
In hoeverre men hier van vrijwil-
lig kan spreken, is de vraag. In zeke-
ae re zin staat er een dwang achter. De-
Jrere zelfde „maatschappelijke" dwang die
)Qfl- men ook tegenkomt bij alcoholisten.
De man die volkomen achterop r&akt
door een verslaving aan drugs voelt
een dit zelf aan. Hij zoekt dus hulp.
op
Maar er is ook de vrouw van een
verslaafde, die zelfs met echtschei-
ding kan dreigen als hij zich niet on
der behandeling stelt. Verder kan een
verslaafde door zijn gedrag in aanra
king komen met de justitie die be
handeling vaak als dwingende eis
stelt Behandeling zal echter in vele
gevallen niets uitrichten als de man
of vrouw in kwestie niet mee wil
werken.
Ban£ dat hij in aanraking met de
gen justitie zal komen als een verslaafde
ver aan drugs ,zich onder behandeling
eer stelt, hoeft hij zeker niet te zijn. En
hoewel zijn antecedenten natuurlijk
de bij de behandelend geneesheer be
kend zijn, blijft hij verder „ano-
rdt niem'. De geneesheer heeft immers
lij_ zwijgplicht en zwijgt dus ook ln alle
hr talen. Ook als het minderjarigen be-
hr! treft-
de Belangrijk is het bovendien dat de
cliënt zich veilig voelt, weet dat er
niets buiten hem om gebeurt. Is hij
hiervan niet overtuigd, dan zal er
geen vertrouwensrelatie kunnen ont-
staan met degene die hem wil helpen,
en heeft die hulp ook geen zin.
De Rotterdamse zenuwarts J. F.
iet Caljé, hoofd van de afdeling Sociale
de Psychiatrie en Geestelijke Hygiëne
je van de GG en GD, stelt dat juist deze
vertrouwensrelatie een van de be-
langrijkste facetten van de hulp aan
verslaafden is. Dat men hierin uitste-
kend slaagt, blijkt wel uit de drukte
op het woensdagavond-spreekuur
voor druggebruikers.
„Het druggebruik in Rotterdam
neemt niet toe", zo vertelt dokter
Caljé. „Het hoogtepunt van de mari
huana en hasjiesj hebben we gehad.
Ten eerste hebben de gebruikers zelf
ti wel ingezien dat het gebruik bezwa-
e ren heeft en ten tweede is daar de
tolerante houding van de justitie".
HUISELIJK
Ook het opiumgebruik wordt niet
I bepaald groter. Toch zullen opium-
verslaafden als eersten gebruik raa-
I ken van de nieuwe drug-kliniek. „De
cliënten zullen in de kliniek een hui
selijk leefklimaat vinden. Geen strak
ke, kille kliniek-inrichting. Er komt
natuurlijk een staf van verplegenden
maar er zal ook aan groepstherapie,
aan creatieve therapie en aan drama-
tische therapie worden gedaan".
Dokter Caljé vervolgt: „De patiën
ten worden ook zelf bij eikaars be
handeling in geschakeld. Zij kennen
de moeilijkheden, weten mei welke
moeilijkheden ook de ander te kam
pen heeft. Artsen worden nog vaak
als buitenstaanders ge,zien, en dat is
ook begrijpelijk. Een gezond mens
wordt steeds gezonder als hij met zie
ken praat, de zieken daarentegen
steeds zieker. Bovendien gaat de
angst van een probleem af als je het
geheim, wat het per slot van reke
ning is, kan vertellen aan een ander
die het kent".
Waarom in eerste instantie de o-
pium-verslaafden? „Die willen er wel
vanaf, maar zitten in een onmacht-si-
tuatie. Zij zijn gebonden aan de stof
en zien dat ze steeds meer nodig heb
ben. Bovendien .zijn zij psychisch niet
veel veranderd. De oorzaak ligt ech
ter meestal dieper. Zij hadden al pro
blemen, waardoor zij juist met opium
zijn begonnen".
HULPSTATION
De drug-kliniek zal in alle rust en
stilte in gebruik worden genomen.
Geen tamtam, geen kijkers, die mo
gelijk in de ogen van de mensen die
geholpen moeten worden voor een
bepaalde „besmetting" kunnen zor
gen. Het moet niet iets vreemds of
afwijkends of opzienbarends worden.
Dokter Caljé zegt hierover: „De pa
tiënten moeten de drugkliniek als een
eigen hulpstation beleven. We begin
nen met één groep die er na drie of
vier maanden weer uitgaat. Dar. kun
nen we bekijken wat we er van heb
ben gemaakt. Een probleem vormt
nog wel de betaling. De verpleegkos-
ten die het ziekenfonds oetaalt liggen
veel te laag.
,';Bovendien zitten we me-, de moei
lijkheid dat negentig procent van de
bedden be^zet moet zijn. In dit geval
vijftien bedden mag er dus
maar één leeg staan. Deze regel kan
wat moeilijk worden als een paar pa
tiënten tijdens de behandeling weg
gaan. Gelukkig staat de gemeente ga
rant voor lege bedden".
Een tweede kliniek voor resociali
satie met een overwegend groepsthe-
rapeutisch behandelingsprincipe is
inmiddels in voorbereiding. „Het kan
echter ook zijn, dat we deze kliniek
gaan inrichten voor speed-gebruikei s
verslaafden aan wekaminen", zo
vertelt dokter Caljé. „Ook voor hen is
een opvangmogelijkheid hard nodig,
zo mogelijk nog dringender dan voor
de opiumverslaafden".
„Drie, aardige voorvallen."
Ds. C. van der Zaal lacht voluit
en steekt een pijp op. Hij ziet de
dingen van de zonnige kant, de
bijna tachtigjarige predikant
van de christelijke gereformeer
de kerk in het rustige 's-Graven-
moer. Heeft een nog opmerke
lijke vitaliteit en wekt door de
telefoon eerder de indruk vijftig
te zijn inplaats van achtenzeven
tig-
De studeerkamer is een langgerekt
en gezellig vertrek met veel boeken
aan de ene wand en een ronde kan-
toorklok, familiefoto's en wat hout
snijwerkjes uit Indonesië aan de an
dere. Hij heeft er alles bij de hand:
telefoon, radio en ook een kleurente
levisie. Die kleurenteevee is het ca
deau van de NCRV, weet men in
's-Gravenmoer te vertellen. (Ds. Van
der Zaal was drieënveertig jaar be
stuurslid van de NCRV.) Het toestel
past precies op een smal hoog kastje,
maar staat op een wat ongelukkige
plaats. „Kijk, ik heb de teevee hier
maar gezet. Dat kastje daar" wijst
naar het raam - „is er eigenlijk voor
gemaakt. Zet ik het ding op die
plaats dan zien de mensen dat ik zit
te kijken. En ze zeggen hier toch al
die dominee van ons is liever lui dan
moe..."
Ds. Van der Zaal geboren in
Sassenheim was onlangs een halve
eeuw predikant. Een feit dat eigenlijk
ongemerkt voorbij ging. „Ik wilde er
geen feest van maken, maar heb wel
een herdenkingsdienst gehouden. De
tweehonderd leden van de kerk heb
ben mij en mijn vrouw een reis naar
het buitenland aangeboden".
„Waar we naar toe gaan? Och, ik
weet het nog niet. Ik heb overal al
zo'n beetje rondgezworven: in Pales
tina, in Canada, in Indonesië, in Afri
ka, in India en verder in alle landen
van Europa"..
landelijk verschijnsel, dat veel zonjen
geeft. Verslaafden aan speed vjndt
men niet alleen onder de jongere»,
het zit in onze cultuur. Middelbare
scnoiieren gebrciken het, maaj ook
de werkende jeugd, zelfs ouderen uit
de bovenlaag van de maatschappij.
Een vermoeide arts kan een opwek
kend middel gebruiken, een wekami
ne, maar ook een directeur, die dage
lijks van vergadering naar vergade
ring rent".
De verschijnselen zijn in eerste in
stantie prettig. Men wordt er bijzon
der fit van kan weer bergen verzet
ten, wordt vrolijk, opgewekt en ad
rem. Vooral mensen die moeilijk
contacten leggen en zich daardoor
wat eenzaam voelen, gaan tot speed
over. Zij worden populairder en het
geeft een versterking van het gevoel
van eigen waarde.
De uitwerking is echter diep treu
rig. De mensen voelen zich ellendiger
dan ooit, moe, en traag. Het gevolg is
onherroepelijk een nieuwe greep naar
wekaminen, die dit gevoel weer weg
nemen. Het wordt zelfs als vermage
ringsmiddel gebruikt, omdat het de
eetlust wegneemt. Maar voordat ze
het weten zijn .ze verslaafd. En een
chronisch gebruik van speed leidt tot
blijvende psychische veranderingen.
FASCISTISCH
Speed wordt niet voor niets fascis
tische drugs genoemd. Het werd het
eerst gebruikt in de oorlog door dt
piloten van de Messerschmidts. Het
levert een paranoïde psychose en is
op den duur nauwelijks meer te on
derscheiden van schizofrenie".
Dat dokter Caljé speed als een po
tentieel gevaar voor de volksgezond
heid ziet, is niet verwonderlijk. Hij
zegt het zelf al: „het zit in de cul
tuur". Het is een verschijnsel van het
steeds opjagende leven, waarin een
mens nauwelijks meer enige vrije
tijd en rust heeft. Hij moet voort en
voort en voort.
De wetgeving faalt bovendien op
het gebied van wekaminen volkomen.
Bovendien worden zij nog door medi
ci voorgeschreven. „Het is echter be
slist niet nodig dat wekaminen wor
den voorgeschreven", stelt dokter
Caljé. „Het lek zit hier op medisch
gebied". En zo kunnen we dagelijks
meer mensen tegenkomen met in de
ene hand een wekamine en in de an
dere hand een kalmeringsdrank.
RUSLAND
GEVAAR
„De wekaminen zie ik als potentieel
gevaar. Het is een snel toenemend
WOERDEN Er zijn ingrij
pende veranderingen nodig om
een eind te maken aan de conjunc
tuurgevoeligheid van het bouw
bedrijf. Dit zei de voorzitter van
het NVV, drs. H. ter Heide, gis
teren na het slaan van de eerste
paal voor het nieuwe kantoor
gebouw dat de bouwbonden van
NW en NKV samen in Woerden
gaan optrekken.
Drs. ter Heide betoogde dat in de
praktijk elk jaar slechts een-derde
van de woningbouwproduktie finan
cieel is gegarandeerd en dat de rest
afhankelijk is van de vraag of het
rendement voldoende zal zijn. „Dit
betekent," aldus de NW-voorzitter,
„dat de beleggers het zijden draadje
in handen hebben, waarvan het lol
van woningzoekenden en bouwvak
kers afhangt en dat is een onaan
vaardbare zaak."
Drs. ter Heide deed een aantal sug
gesties om "hierin verbetering te bren
gen. Zo moet de overheid ervoor zor
gen dat ook in tijden van economi
sche teruggang voldoende geld voor
de financiering van de bouw voor
handen is, bijvoorbeeld door het ver
lenen van rendementsgaranties aan
institutionele beleggers. Verder wil de
heer Ter Heide dat meer spoed wordt
betracht met de voorgenomen herzie
ning van de onteigeningswetgeving
en dat het beheer van bepaalde gron
den in handen van de gemeenschap
komt. Ook is z.i. verdere industriali
satie van de woningbouw een drin
gende zaak.
De bouw van het gezamenlijke i|j
kantoor van bonden uit verschillende pü
vakcentrales is een novum in de ge- g»;
schiedenis van de Nederlandse vak- U&
beweging. Diverse sprekers, w.o. §jj'
NKV-voorzitter P. J. J. Mertens, ver- Bs
klaarden het te betreuren dat de
bouwbond van het CNV heeft gewei
gerd in de nieuwe opzet deel te ne
men, temeer, aldus de heer Mertens,
daar de vakbeweging over de hele
linie in een veranderingsproces zit,
waarbij gezamenlijkheid en eensge
zindheid centraal staan en thans goe
de kansen maken."
De bouwbond van NVV en NKV
hebben samen ca. 190.000 leden, d.i.
80 pet. van het totaal aantal georga-
niseerden in deze bedrijfstak.
VGRAVENMOER
„Het was tijdens een
kerkdienst in een kleine
gemeente. De voorlezer
zou een stuk lezen
uit Jozua. Hij bladerde
en bladerde maar kon
de opgegeven tekst niet
vinden. Hij raakte geheel
uit zijn doen. De kerk
gangers kregen het in de
gaten en ze hadden het
grootste plezier toen de
man zich naar de ouder
lingenbank keerde en zei
Piet lees jij maar, ik kan
het niet vinden
„Iemand zei eens be
rispend tegen een ouder
ling: doe die radio toch
weg, zo'n ding brengt de
hele wereld in huis. Later
komt de ouderling bij die
persoon op bezoek. En wat
ziet hij daareen radio!
U raadde mij aan de radio
weg te doen en nu hebt
u er zelf een, zei de
ouderling. Ja, dat wel,
luidde het antwoord, maar
die radio van mij is maar
een kleintje
„Ik stond eens op een
preekstoel met daaraan
twee grote petroleumlam
pen. Ze walmden ver
schrikkelijk. Ik zag geen
letter meer. Moest het
formulier lezen voor de
bevestiging van diakenen.
Heb het toen maar een
beetje opgezegd. Na af
loop van de dienst komt
een ouderling naar me toe
en zegt heel fijntjes: do
minee, ik geloof dat uw
formulier wel een beetje
anders in elkaar zit dan
het mijne
„Uitgezonderd in Rusland. Daar
ben ik nooit geweest. Kon er wel
naar toe. Dat was voor de oorlog. Da
vid Wijnkoop hij zat in de Tweede
Kamer voor de communisten en ik
voor de a.r. zei op een dag tegen
me: Cor, jongen, heb je geen zin mee
te gaan naar Rusland, op uitnodiging
van de partij.
David was een beste kerel, maar
een vurige communist. Ik keek hem
eens recht in de ogen en antwoordde:
nee, dat is niks voor mij; ik blijf
liever in Holland. Het zou anders wel
een sensatie zijn geweest: een domi
nee en bovendien nog een man
van de ARP die op verzoek van de
communisten naar Rusland gaat. Da
vid zou gelachen hebben. Hij had in
die tijd geen betere reclamestunt
kunnen bedenken."
Van de groep christelijke gerefor
meerde predikanten waarmee domi
nee Van der Zaal vijftig jaar ge'eden
zijn taak begon zijn er nog slechts
twee in leven: ds. H. Visser (91) en
ds. S. van der Molen (78). De nu reeds
tien jaar in 's-Gravenmoer wonende
dominee behoort stellig tot de oudste
praktiserende predikanten in Neder
land. Hij rekent uit dat hij in zijn
leven tussen de vijf en zesduizend
keer op de preekstoel heeft gestaan.
En daar komen dan nog een twee en
een half a drieduizend spreekbeurten
bij. In de verkiezingstijd kwam hij
doorgaans aan een honderd spreek
beurten. „Trok dan van de ene plaats
naar de andere. Heb zelfs nog eens
voor een kruideniersvereniging ge
sproken over de kunst van het verko
pen. Wat wist ik er eigenlijk van.
Maar na afloop trad een kruidenier
op me toe, schudde me stevig de hand
en zei: bedankt dominee, we hebben
van u geleerd..."
Ds. Van der Zaal kwam in het be
gin van de oorlog (1941) in het con
centratiekamp Buchenwald terecht.
Als gijzelaar, met een groep Neder
landers onder wie ook de oud-minis
ters dr. Jan Donner en dr. Willem
Drees. „Er was een heel dossier van
mij. Ik had spreekbeurten gehouden
waarin ik het nazisme bestreed en in
1940 weigerde ik een kind te dopen
van een NSB'er".
„In Buchenwald viel ik in één
maand vierentwintig pond af. We za
ten daar in een aparte afdeling en
vulden de dag met lezingen houden
en het elkaar onderwijzen. Ee beken
de pater De Greeve was er ook bij.
Van hem kregen we Egyptologie. We
zongen liederen en de communisten
zongen achter het prikkeldraad met
ons mee. In oktober viel er al
sneeuw. We maakten een sneeuwpop
met een hermelijnen mantel om. Die
pop stelde koningin Wilhelmina voor.
Een SS'er wilde weten wie dat eigen
lijk was. O. zeiden we. dat is een
Nederlandse vrouw die nogal bekend
is. We zagen hoe de joden werden
doodgemarteld. Wij hadden geluk en
kwamen in 1943 vrij"'
VERSCHRIKKELIJK
„Voor de joden was het een ver
schrikkelijke tijd. Zo'n zes a zeven
miljoen zijn in de gaskamers omge
komen. Waarom juist dit volk zo
zwaar werd getroffen? Ik weet het
niet, ik kan er geen verklaring voor
geven. Wel is het zo dat de joden de
Messias altijd al hebben verworpen.
Maar met de bijbel in de hand komt
men er niet uit. Wij kunnen Gods
leiding niet doorgronden. Wij dienen
bescheiden te zijn in het beoordelen
van veel van deze zaken. Dat heb ik
ook geleerd in de politiek. Een dwa
ling van deze tijd is dat men het
verstand boven het geloof stelt. Wij
gaan God narekenen. En handelen we
dan niet als de drie vrienden van
Job?"
„Bavinck heeft eens gezegd: in het
geloof is geen zekerheid zonder twij
fel. Maar de twijfel aan het bestaan
van God. de geloofscrisis, is thans de
diepe oorzaak van het verval in de
kerken".
DARWIN
„Door de evolutieleer een leer
die slechts steunt op veronderstellin
gen wordt het geloof ondermijnd.
Het begint al op de scholen; helaas
ook op veel christelijke scholen. Zelfs
op de Vrije Universiteit telt bij som
mige hoogleraren de belijdenis niet
meer mee. Maar halen ze nu iets an
ders naar voren dan wat de Engelse
bioloog Eerwin leerde? Het zijn oude
dwalingen in een nieuw kleed. Voor
mij blijft de bijbel het boek der boe
ken: vol mysteries, vol verborgenhe
den en met zoveel gedachten dat ik
niet weet hoeveel jaar ik nog nodig
zou hebben om die te kunnen bevat
ten."
Zesentwintig jaar was ds. Van der
Zaal lid van de Tweede Kamer voor
de ARP. Hij maakte de crisistijd mee
in de jaren dertig en hij meent dat
men thans, zoveel jaar later, op eco
nomisch gebied nog steeds geen
medicijn heft voor de kwaal. „VVe
kunnen wel eens opnieuw zwaar
komen te zitten. Want we hebben te
royaal geleefd. De toenemende werk
loosheid is een signaal. Colijn was
een groot staatsman. Als hij in de
Kamer het woord voerde luisterde
iedereen. Niettemin schold men hem
uit om zijn bezuinigingspolitiek. Van
daag zegt men andere middelen te
hebben om een economische crisis af
te wenden. Maar de bezuiniging die
men toepast is in feite dezelfde als
waarmee Colijn werkte."
Over bezuiniging gespróken: het
nieuwe provinciehuis in Den Bosch
heeft ruim vijftig miljoen gekost en
het feest ter ere van de opening van
dit gebouw tweehonderdduizend gul
den. Veel Brabanders spraken van
geldverspilling. „Om te kunnen
beoordelen of hier sprake is geweest
van geldverspilling zou ik eerst de
stukken voor me moeten hebben. Uit
een oogpunt van doelmatigheid was
misschien zo'n duur gebouw noodza
kelijk. En wat dat feest betreft: ver
geet niet dat door alle eeuwen heen
feesten van politieke betékenis zijn
geweest. Ging het in Den Bosch al
leen maar om eên borrel en een di
ner, dan is het inderdaad zonde ge
weest van het geld."
geloofszaken. Alles ligt Dij hen on
wrikbaar vast. Afwijzend staat men
doorgaans tegenover sport en spel
omdat ergens in de bijbel wordt ge
zegd: lichamelijke oefening is tot
weinig nut.
„Afgezien van het feit of met licha
melijke oefening niet lichamelijke
kastijding wordt bedoeld, er staat tot
weinig nut en dat is wat anders dan
tot géén nut. Sport is wel degelijk
van enige betekenis. De mensen heb
ben te weinig beweging. Ook de be
jaarden. Toen ik dertien jaar geleden
in Canada was, hielden de kerken
daar iedere maand een sportdag. De
dominees gingen er ook naar toe.
Ik interesseer me niet voor de
sport. Was dat wel het geval, ik zou
er geen bezwaar tegen hebben eens
(uiteraard op een dag in de week)
naar een wedstrijd te gaan kijken.
Niet goed vind ik dat er tegenwoor
dig zoveel sport in de kranten staat.
Sport mag niet leiden tot verdwazing,
al komt verdwazing ook op heel wat
andere terreinen voor".
De jubilerende dominee, wiens
laatste standplaats Harlingen
was, denkt er nog niet over te
gaan rusten.
„Het bevalt me hier best. Ik
preek soms nog drie keer op een
zondag. De offervaardigheid is
groot. Op huisbezoek gaat men
meteen op de kern af. De 's-Gra-
venmoerders zijn ernstig van in
slag. Overal is hier nog de in
vloed merkbaar van Voetius, de
bekende theoloog uit het begin
van de zeventiende eeuw".
ARIE VAN PAS
WEINIG NUT
De christelijke gereformeerde kerk
staat volgens ds. Van der Zaal het
dichtst bij de gereformeerde bond in
de hervormde kerk. Op zendingsge-
bied werken beide kerken zelfs sa
men. I>e 's-Gravenmoerse predikant
betreurt het dat juist met de mensen
uit reformatorische kring vaak moei
lijk te discussiëren valt over allerlei