Over het realiseren van de verzoening Zij stacaei er alleen voor NOG EENS: GROEP DRIE roefschrift door H. Biersteker Door Jeanne de Vlieger In geval van nood door A. J. Klei ZATERDAG 30 OKTOBER 1971 I j maand promoveerde aan de Vrije Universiteit te ijrdam een jonge Indonesische theoloog van Chinese jsl, dr. Rudy Budiman. Vakmensen die zijn proef' t lazen, zeiden met voldoening dat dit nu eens dui J een niet-ivesters geluid tvas. Budiman zelf zegt: %n me er enigszins i)an bewust. Hoewel ik helemaal i geschoold ben, is mijn horizon verwijd?'. s op twaalfjarige leeftijd de sterk gerefor- bestempelde Chinese D jok ja en keert nu ~|e stad terug om er theo- t gaan doceren na ach- olgens tien en nog eens ".ar in Nederland gewerkt tudeerd te hebben. Met n Voor de degelijke oplei- e overigens ook leidt tot ie vragen aan het gere id milieu waarin hij ge werd. Zijn proefschrift is egetisch onderzoek naar vatting van Paulus van leenschap aan Christus' als een integrerend deel - verzoening".*) lij juist dit terrein explo- hield al een zekere broe- e kritiek in. De verzoe- er zoals die in de gere- gezindte beleefd heeft alles te maken met de menselijke schuld, weinig functioneel als at om de verzoening tus- ensen en tussen volken, angt naar het inzicht van Heljdiman samen met de ma- voorVaarop „de gemeenschap ichetet lijden van Christus" An|beleefd. Bejet gangbare theologiseren t bn geneigd om vooral de tht te vestigen op het le- r(s ït de kracht der opstan- "g0 m niet op de gemeenschap ït lijden, omdat dit im- .achter de rug" is. Passie Pasen is, wordt er wel ■viert: Maar bet héle gebeuren •Christus is representatief iet gebeuren met de men- ior het geloof voltrekt het 'aasmysterie zich ook aan skiëi de mens inclusief het lijden. Met de komst van Christus in het menselijk leven begint het verzet van de „oude mens" die eruit zal moeten en daarmee is het lijden reeds gegeven. Of het verzet van de omgeving, het maatschappelijk bestel of ande re structuren die helemaal inge richt zijn op de oude mens. De gemeenschap aan het lij den van Christus wordt ook door een andere factor naar de achtergrond gedrongen: name lijk de 'eenzijdige nadruk op de „substitutie: het plaatsvervan gend karakter van Christus" lij den. Die nadruk is op zichzelf geheel bijbels en we worden er door behoed voor iedere zelf verheffing, maar zij plaatst ook het lijdensgebeuren te ver van ons af, alsof we daar niets meer mee te maken hebben. Even belangrijk is onze identifi catie met dat lijden, omdat Christus zich daarin met ons heeft geïdentificeerd (vereen zelvigd). Parallel daarmee ontwikkelt zich Budimans exegese over de verzoening: die houdt niet al leen een opheffing in van de schuldverhouding tussen de mens en God, maar ook de tota le levensvernieuwing. Op mijn vraag of hij zich verwant voelt aan de verzoeningsopvatting van ds. H. Wiersinga, zegt hij: „Ik begrijp zijn verontrusting. Hij is namelijk werkelijk ver ontrust. Over het feit dat het geloof veel te veel een denk-ac- te wordt voor wie alleen maar blijft staan bij de verzoening als opheffing van de schuld. Het is die pendelbeweging als de zaak teveel wordt geobjecti veerd en daardoor te ver van ons af komt te staan, dan slaat de pendule door naar het meer subjectieve verstaan. En dan zijn er natuurlijk weer anderen verontrust. Ik doe geen water in de wijn, ik wil in overeen stemming met Paulus' brieven beide het volle gewicht geven: de schuldopheffing èn de le vensvernieuwing". Een van de stellingen luidt dan ook: „Een missionaire bear beiding en catechese die er niet op gericht zijn om de gelovige tot een actief instrument van Gods verzoeningswerk in de wereld te maken, kunnen geen bediening der verzoening ge noemd worden". Wie zich afvraagt waarom dr. Budiman ook zo hamert op die verzoening in het horizontale vlak hoeft maar even kennis te nemen van zijn exegese van Efe;ze 2 om het te begrijpen. Christus heeft door zijn lijden de tussenmuur afgebroken, staat er. Velen zien die tussen muur als de mozaïsche wet, maar Budimans exegese leidde tot een ander resultaat: Deze tussenmuur was veel meer de joodse wetsopvatting die func tioneerde als een omheining van het Joodse volk. Zo heeft ieder volk en iedere groep een omhei ning om zich te beschermen te gen invloeden van andere vol ken of om zich af te zetten te gen aanspraken van andere groepen of volken. Er is een openbaring aan alle volken, dat blijkt duidelijk uit de eerste hoofdstukken van de brief aan de Romeinen. Maar de intensiteit ervan neemt af naar mate de cirkel wijder wordt. Volgens Paulus bezitten de Jo den in de wet „de belichaming der kennis en der waarheid", dat is dus de concentratie der openbaring. Maar zo is er een rechtsaanspraak van God op de hele mensheid en in ieder volk leven daar beseffen van. Maar ito's ies! I Wl"en knokken voor hun kinderen, al staan ze er alleen voor. .En 1 de 9 f meisje hadden ze alle vier 'taste gevoel: zoiets zal mij [overkomen! De één was ge- bang voor omgang met Jon den zwangerschap. José con- prt: „Het is gewoon gebeurd, er niet bij nagedacht". Joke dat ze onvruchtbaar was, en r. „Als 't zo is. dan trouwen •el." Ze hielden allemaal van 'rienden. zeggen ze. Ze ge- geen voorbehoedsmldde- yyVaren ze daarover onvoldoen- !kenPelict"? ograt blijkt dat ze geen van vieren Jr "llljk iets wisten, één was op j^tgPogte van voorbehoedsmidde- je b'naar ^et bleef bij een vage is ete die niet toegepast werd. durer d 85en ze voor het eerst ongesteld n zei hun moeder rets in de van: je bent nu een grote „Dei nu niag je niet meer met i'joe^ns spelen. Een andere moe- g Inreeg een hoofd als vuur bij l2e fflededeling van haar dochter en surirfvraag het maar aan je grote r na m. >oms zien 'rr" k°mt uit Zweden. Of- on dat land de naam heeft ge- g open te zijn op het gebied '^n de sexualiteit zegt Gurrll nu: ten 1 9in9 allemaal over bloemetjes eer. Ijtjes." i en pen 'dden ze dan nooit eens iets ess^en, uit nieuwsgierigheid, zlch- 'k v Informatie verschaft? „Je moet *er kunnen praten", zeggen ze. maaien Aan dat praten ontbrak het, ook tijdens voorlichtingslessen op school. Vragen in die richting wer den domweg afgekapt. Er moet een kind geboren wor den! Eén van de aanstaande moe dertjes is al vijf maanden in ver wachting eer ze dat beseft. Wan neer haar moeder iets begint te vermoeden wordt deze overspan nen en de dokter moet erbij ko men. Een wijze buurvrouw zegt: „Dokter wilt u ook eens naar de dochter kijken?". Na het heen en weer gesjouw van het J.A.C. (Jongeren Advies Centrum) naar een opvangcentrum, kwam het meisje in contact met het Bureau Ongehuwde Moeder zorg. Ze was intussen al zeven maanden in verwachting, toen ze geplaatst werd in Klein Henegou wen. Ze dacht: een soort gesticht, vooral streng. Dat viel mee. Ze kreeg meteen een eigen kamer, in een omgeving van jonge vrouwen die hetzelfde hadden meegemaakt. Door alle problemen die opeens levensgroot opdoemden, had ze nauwelijks tijd om naar het moe derschap toe te groeien. „Ik had het gevoel dat ik alles alleen moest doen". In opperste een zaamheid „ik voelde me met mijn pijn absoluut verlaten" en „in de kliniek was ik na de beval ling uren alleen zonder iemand die me kende", bracht ze haar kind ter wereld. De Indonesische theoloog dr. Rudy Budiman, die dezer dagen na een lange Nederlandse studietijd terugkeert naar zijn vaderland. wat ermee gebeurt is hetzelfde als wat er met de inzettingen van de Joden gebeurde: ze gaan fungeren als tussenmuren. „Laat ik nu mijn eigen omge ving maar nemen", zegt dr. Bu diman. „Het rechtsbesef van ve le Indonesische staatsburgers van Chinese afkomst zou je als volgt onder woorden kunnen brengen: wij, Aziatische Joden hebben altijd de klappen van de geschiedenis moeten opvan gen. Nergens waren wij wel kom. We hebben nooit land mo gen bebouwen of in het bestuur mogen dienen, alleen de handel was goed voor ons. Wat we be zitten is dan ook het resultaat van harde arbeid tegen de druk in. En we zullen zelf uitmaken hoe we ons bezit aanwenden. Maar ook het rechtsbesef van de autochtone Indonesiërs is in staat zo'n muur op te trekken: waar waren jullie. Chinezen, toen wij onze vrijheidsoorlog streden? Jullie hebt alleen je handel veilig willen stellen en geld verdiend terwijl wij onze zonen verloren. Daarom zullen jullie nu die rijkdommen met ons moeten delen... Willen wij als Indonesiërs van Chinese afkomst en autoch tone Indonesiërs nu elkaar de hand reiken, dan moet er eerst iets met die tussenmuren ge beuren. Welnu het is een ken merk van de christelijke ge meente als nieuwe schepping, dat die tussenmuur is afgebro ken. Dat hebben wij ook in on ze samenwerking in Midden-Ja- va mogen ervaren". Op de vraag hoe dat dan pre cies functioneert, zegt dr. Budi man: „Christus heeft in zijn lij den de rechtsaanspraak van God op de mensheid vervuld. Daarmee zijn ook de muren van die rechtsaanspraken van die volken op elkaar afgebroken. Ieder volk, iedere groep moet zien, dat zijn rechtsaanspraak op een ander volk of andere groep in Christus vervuld is. Dat geldt zeker voor de ge meente waarin mensen van al die groepen en volken samen moeten gaan. Ik erken het pro bleem van de verzoening bij zeer grote ongelijkheid zoals dat thans overal in- de wereld speelt. Hier komt weer de iden tificatie met Christus' verzoe nend lijden naar voren en dat betekent heel concrete boete doening en restitutie. Paulus haalt zijn woorden voor „ver zoening" vooral uit de sociale sfeer. Het is alleen geloofwaar dig als de ander, de andere groep, het andere volk aan je houding ziet, dat je veranderd bent. Hetgeen in Christus re presentatief voor de mensheid is gebeurd, voltrekt zich nu in iedere gelovige ten opzichte van God en ten opzichte van de me demensen. De gemeente van Je zus Christus heeft deze verzoe ning op haar beurt aan de we reld te bedienen". „De realisering der ver zoening in het menselijk bestaan. Een onderzoek naar Paulus' opvatting van de gemeenschap aan Chris tus' lijden als een integre rend deel der verzoening", door dr. R. Budiman. Uitg. Meinema, Delft" 235 blz.: In ons land worden per jaar ongeveer vijfduizend kinderen buitenecktelijk geboren. Dat zijn er twee van iedere handerd. Het aantal buitenechtelijke geboorten danlde tus sen 1930 en 1940 voortdurend, gaf een piek te zien in 1945 (7.322) en stijgt jaarlijks iets sinds 1955. Gurrli, Maria, Joke en José waren bereid om hun situatie uit te leggen, samen met de maatschappelijk werkster en de groepsleidster van hun huis, het Tehuis vaor (a.s.) ongehuwde moeders „Klein Henegouwen" in Rotterdam. Bij Maria, gulle Brabantse, liep het allemaal beter. Zij werd door medetehuisbewoonsters die al moeder waren voorgelicht, opge vangen en begeleid naar de kli niek. Ze zegt: „de zusters waren hardstlkke goed voor me". Eer ze toch opgelucht de eerste huilgeluiden van de baby als een vreugde en bevrijding aan hoorden, hebben ze al geweten: we staan er alleen voor. Zit je in de tram, dan kijken de mensen verstolen of je wel een trouwring draagt. Drink je een kopje koffie in een restaurant, dan word je soms wel aangesproken, Maria tot twee maal toe zelfs, door belangstellen de vrouwen die hulp aanbieden. In tussen krijg je het gevoel dat iedereen het aan je ziet. De mensen oordelen maar raak, dat kan iedere moeder die een9 met eigen en andermans kinderen op stap ging, beamen. Opmerkin gen als: die heeft nog nooit van de pil gehoord, er geen gras over la ten groeien en dergelijke, worden wel zo luid uitgesproken, dat ze nog net je oren bereiken. Discriminatie van de maatschap pij ervaren de ongehuwde moeders als zeer grievend. Zij wordt nage wezen, hij kan nogal eens vrijuit gaan. Eén van de vier moeders voelde zich zo verstoten dat ze tot tweemaal toe een poging tot zelf moord deed. Er waren nog pogin gen tot abortus ingesteld, maar als Je dieper doorvraagt, blijkt dat ze het kind toch eigenlijk wel graag wilde hebben, „iets wat helemaal Een jonge vrouw in nood moet weten dat haar huisarts het adres en de spreekurenllüst heeft van instellingen voor Ongehuwde Moederzorg. Voor DORDRECHT bijvoorbeeld: Hendrik Pierson Ver eniging, tel. 42527, mej. M. Vondenhof. Voor DEN HAAG HPV, tel. 322319, mevrouw Th. Weenink, en C.O.M.: tel. 647843 mej. H. Prisse. In LEIDEN: H.P.V., tel. 54604. mej. H. Boissevain en C.O.M., tel. 25708, mej Schramm. In ROTTERDAM: H.P.V., tel. 364611, mej. J. Douma en C.O.M.: tel 110576, de heer J. de Gier. van mezelf is, Iets heel persoon lijks". Gurrli vond het eigenlijk wel leuk om een kind te hebben. Tot het laatste toe heeft zij tijdens haar zwangerschap nog in een huwelijk geloofd. Ze had zelfs al meubeltjes en de baby-uitzet lag bij haar aan staande schoonmoeder op zolder. Jegens de vader van hun kind voelen de ongehuwde moeders een binding. Sommigen s'chreeuwden zijn naam, (als een behoefte aan vertroosting, als een aanklacht?) tijdens de bevaliing. Anderen heb ben een haat-leifde gevoel („ik hou nog wel van 'm maar hij kan een mes in zijn rug krijgen!"). Ze zijn allemaal gek op hun kind. „Ik kan haast niet geloven dat dat van mij is". Na de geboorte an de baby zie je pas waarvoor je al die moei lijkheden hebt gehad. Er is een zorg minder. Het kind is er. Maar dan komen nieuwe pro blemen. Het kind stelt je voor ver antwoordelijkheden en je bent zelf nog zo jong. De gemiddelde leef tijd van een ongehuwde moeder ligt even onder de twintig jaar. Ze voelen zich vaak een kind met een kind en hebben in de meeste ge vallen niet rustig de tijd gehad zich geestelijk op het moederschap In te stellen. Er doemen problemen op omtrent een baan, huisvesting, mentaliteitsverandering van de maatschappij. Er moeten meer en betere crèches komen. Denken ze bij zichzelf: eens zoiets, nooit weer? De meesten wel. Ze gebruiken de pil. Joke, Jo sé, Maria en Gurrli zijn vast van plan om hun kinderen alles open hartig over sex te vertellen. Tegenwoordig komt het veel voor dat een beptaald soort Jon gens na een omgang van twee, drie weken van een meisje het uiterste vragen. Of zelfs afdwingen door intimidatie. Weiger je, dan ben je preuts, je mankeert wat, je bent van de „verkeerde kant" en zovoorts. Dit zeggen Maria, Gurlli, Joke en José met nadruk: er kan nooit voorlichting genoeg gegeven worden. Meisjes zullen meer selectief te werk moeten gaan in de omgang met „vrienden". Jongens moeten meer op hun verantwoordelijkheid gewezen worden en moeders en vaders dienen sexuele voorlichting in te bouwen in het geheel van de opvoeding. Vee! ouders maken zich er wel druk over dat meisjes naar een bar gaan of verkeerde lectuur in handen krijgen, maar diezelfde ouders onthouden het kind maar al te vaak de feitelijkheden van het leven tussen man en vrouw. Jonet Schnieders, gehuwde moe der van twee kinderen en Dolle Mina, die heel veel tijd en aan dacht besteedt aan de problemen van het ongehuwde moederschap, zegt het zo: „We moeten gewoon verantwoordelijk zijn voor onze medemens". Daar mankeert het in onze samenleving nogal wat aan. Vandaar dat op 17 februari 1971 een groep van zestig ongehuwde moeders uit Nederlandse tehuizen de Werkgroep Alleenstaande Moe ders hebben opgericht Doel: het opheffen van sociale en maatschappelijke achterstelling van de alleenstaande moeder. Want de alleenstaande moeder kan haar kind niet alleen opvoeden. In het Tehuis voor ongehuwde moeders krijgt ze praktische hulp. Via het Informatieblad Ongehuwde Moeders INFOM, (redactie: Hene- Veertien dagen geleden schreef ik over vier „soorten" kerkmensen en het verhaal kwam hierop neer, dat een synode grotendeels bevolkt is met eerwaarden die al be disselend speciaal kijken naar de verontrusten, wat minder royaal omzien naar de actievelingen aan de rand van de kerk en niet of nauwelijks bedenken dat er nog een derde groep is: mensen aan wie het synodale bedrijf voorbij gaat, voor wie allerlei discussies en getuigenissen niet hoeven. Wika Leen van Ginkel uit Driebergen reageerde hierop met een vrij uitvoerige brief, waaruit ik het vol gende doorgeef: Groep drie wordt er zo moe van! Ze wachten alweer op een volgend getuigenis in brie/vorm van welke groep dan ook Heeft groep één (de verontrusten) geschreven dan komt logischerwijze groep vier weer aan de beurt, waar- na groep twee (de niet slecht willende, voorzichtige ver nieuwers) weer olie op de golven giet die ontstaan zijn tus sen de verontrusten en de onmiddellijke maatschappij-ver beteraars. Groep drie weet niet zo goed wat er nu nog te schrijven valt. Ze hebben allemaal in de andere groepen zo'n beetje gelijk en soms halen ze in groep drie dekens op voor zuide lijk Afrika om het andere moment blij te zijn met het ge tuigenis van een heilsoldaat op een evangelisatiebijeen- komst. Ze brengen kindertjes rond het doopvont en de avond maalstafel en ze preken samen met een priester in een rooms katholieke kerk en nemen "en passant" deel aan een eucharistieviering. Groep drie tracht in een rottige, vervuilde wereld toch blij te zijn. Echt opgeruimd omdat Jezus Christus de deur van zijn Koninkrijk open houdt. Groep drie zal wel bestaan uit allerlei reeds lang in rak jes weggestopte personen: methodisten, piëtisten of "evan gelicals". Groep drie vindt het fijn om te bidden, te praten met God de Here. Groep drie is misschien zo nu en dan even kinder lijk en argeloos als een kind. Ze houden van gezellige christenen, die een werkelijke ge meenschap willen vormen in een boze wereld. Ze weten dat onder de zendelingen en opbouwwerkers verspreid over de aarde, veel mensen zitten die zich verwant weten aan deze groep drie. Aan de andere kant is groep drie onder de indruk van knappe theologen die begrijpelijk kunnen schrijven en pra ten. Als die theologen dan maar mee-lijden aan de wereld. Groep drie moet zich misschien zo nu en dan eens laten zien: blije mensen die ringen, getuigen en helpen. Bijeenkomsten van verontrusten en direkte maatschappij- veranderaars worden te kust en te keur gehouden. Komt groep drie bij elkaar? Ik dacht van wel. In heel gewone bijeenkomsten op de zondagmorgen en - avond. Groep drie bestaat voor het grootste deel uit kerk mensen, die vroom en optimist willen zijn in hun eigen leventje, om daarnaast velen te helpen." Tot zover Wika van Ginkel. Nu moeten we oppassen dat we groep drie niet verklaren tot één grote schare gods- dienstige lieverdjes. Want onder de mensen voor wie de synode en wat daar in het officiële kerkelijk leven verder volgt, een doezelig geheel vormen, ritten ook bijzonder we- reldgelijkvormige lieden. Niet bij de methodisten en zo, die Leen van Ginkel noemtik denk aan alweer onopval lende kerkelijke mensen, die niet tegen de boel aanschop pen, die niet gauw een zondagmorgenbeurt zullen over slaan (al was 't alleen maar omdat zo'n dag anders zo kaal is), die "onze" dominee best waarderen zolang hij het niet te gek maakt, maar die verder compleet "werelds" zijn. Vroeger had je aan dat woord "werelds" genoeg: het hield in dat je naar de bioscoop ging, 's zondags in een tram of trein stapte, naar de bonte dinsdagavondtrein luisterde noem maar op. Tegenwoordig is het verschil tussen kerk en wereld niet meer af te meten aan wat je doet of na laat, tenminste niet in deze categorie. Als we nu over wc- relclgelïjkvormig praten, moeten we denken aan gejaag van een pick-up naar een stereo-installatie, van een kleine auto naar een stationcar, van een tent naar een tweede huis, van een vakantie in (pak weg) Drente naar een meer exotische bedoening enz. Er zitten er onder groep drie die, nogmaals, geen kerkelijke kip kwaad doen, hun neus best es willen laten zien op het ivijkavondje, maar wier bestaan voor het overige niet wordt beheerst (och, laat ik een wat zwakkere tiitdrukking ne men: niet mee wordt bepaald) door hun kerklid- of chris ten-zijn, maar door hun jachtig reiken naar nóg meer luxe troep om zich heen. 't Bovenstaande mag niet in mindering komen op de op merkingen van Wika Van Ginkel. Ook niet op mijn verhap.l van twee weken terug. Daar moet alleen bij dat een synode, weinig omkijkend naar groep drie, snel vergeet dat zij ook nog zoiets als "mentaliteitsbeïnvloeding" op haar lijstje heeft staan (dat was in verband met de twee procentactie) en dat er misschien meer behoefte is aan een verklaring daarover dan over bepaalde visies die getoetst worden in "de daartoe geëigende weg van wetenschappelijke bezin ning en kerkelijke behandeling". Geloof me, er wordt druk ker gespaard voor kleuren-tv dan voor de aanschaf van theologische dissertaties! gouwerlaan 85 Rotterdam) krijgt ze inzicht in eigen situatie, in de rechtspositie van haarzelf en het kind. De Werkgroep Alleenstaande Moeders heeft een actieprogram. Op dit moment Is geld nog het belangrijkste, maar met geld kun Je niet alles oplossen. De Werkgroep wenst geen discriminatie bij studie. Een ongehuwde moeder krijgt een beurs voor zichzelf (het kind is haar luxe, zegt men, maar de ge huwde studerende krijgt wel een toelage voor het kind. De alleenstaande moeder heeft informatie en steun nodig bij het zoeken naar huisvesting. Men denkt over een landelijke financiöle regeling. De uitkeringen verschillen namelijk nogal van gemeente tot gemeente. De ongehuwde moeder wil niet met de rug aangekeken worden. Ze denkt er zorgelijk over BIJLAGE VAN HET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad hoe haar kind het straks zal opvan gen als het hoort dat het geen vader heeft. Zij wil knokken voor dat kind, met opgericht hoofd. Dat valt haar het moeilijkst. Want de maat8chaoplj maakt het haar niet nemaUWelilk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 15