Over het realiseren van de verzoening
Zij stacaei er
alleen voor
NOG EENS:
GROEP DRIE
roefschrift
door H. Biersteker
Door Jeanne de Vlieger
In geval van nood
door A. J. Klei
ZATERDAG 30 OKTOBER 1971
I
j maand promoveerde aan de Vrije Universiteit te
ijrdam een jonge Indonesische theoloog van Chinese
jsl, dr. Rudy Budiman. Vakmensen die zijn proef'
t lazen, zeiden met voldoening dat dit nu eens dui
J een niet-ivesters geluid tvas. Budiman zelf zegt:
%n me er enigszins i)an bewust. Hoewel ik helemaal
i geschoold ben, is mijn horizon verwijd?'.
s op twaalfjarige leeftijd
de sterk gerefor-
bestempelde Chinese
D jok ja en keert nu
~|e stad terug om er theo-
t gaan doceren na ach-
olgens tien en nog eens
".ar in Nederland gewerkt
tudeerd te hebben. Met
n Voor de degelijke oplei-
e overigens ook leidt tot
ie vragen aan het gere
id milieu waarin hij ge
werd. Zijn proefschrift is
egetisch onderzoek naar
vatting van Paulus van
leenschap aan Christus'
als een integrerend deel
- verzoening".*)
lij juist dit terrein explo-
hield al een zekere broe-
e kritiek in. De verzoe-
er zoals die in de gere-
gezindte beleefd
heeft alles te maken met
de menselijke schuld,
weinig functioneel als
at om de verzoening tus-
ensen en tussen volken,
angt naar het inzicht van
Heljdiman samen met de ma-
voorVaarop „de gemeenschap
ichetet lijden van Christus"
An|beleefd.
Bejet gangbare theologiseren
t bn geneigd om vooral de
tht te vestigen op het le-
r(s ït de kracht der opstan-
"g0 m niet op de gemeenschap
ït lijden, omdat dit im-
.achter de rug" is. Passie
Pasen is, wordt er wel
■viert: Maar bet héle gebeuren
•Christus is representatief
iet gebeuren met de men-
ior het geloof voltrekt het
'aasmysterie zich ook aan
skiëi
de mens inclusief het lijden.
Met de komst van Christus in
het menselijk leven begint het
verzet van de „oude mens" die
eruit zal moeten en daarmee
is het lijden reeds gegeven. Of
het verzet van de omgeving, het
maatschappelijk bestel of ande
re structuren die helemaal inge
richt zijn op de oude mens.
De gemeenschap aan het lij
den van Christus wordt ook
door een andere factor naar de
achtergrond gedrongen: name
lijk de 'eenzijdige nadruk op de
„substitutie: het plaatsvervan
gend karakter van Christus" lij
den. Die nadruk is op zichzelf
geheel bijbels en we worden er
door behoed voor iedere zelf
verheffing, maar zij plaatst
ook het lijdensgebeuren te ver
van ons af, alsof we daar niets
meer mee te maken hebben.
Even belangrijk is onze identifi
catie met dat lijden, omdat
Christus zich daarin met ons
heeft geïdentificeerd (vereen
zelvigd).
Parallel daarmee ontwikkelt
zich Budimans exegese over de
verzoening: die houdt niet al
leen een opheffing in van de
schuldverhouding tussen de
mens en God, maar ook de tota
le levensvernieuwing. Op mijn
vraag of hij zich verwant voelt
aan de verzoeningsopvatting
van ds. H. Wiersinga, zegt hij:
„Ik begrijp zijn verontrusting.
Hij is namelijk werkelijk ver
ontrust. Over het feit dat het
geloof veel te veel een denk-ac-
te wordt voor wie alleen maar
blijft staan bij de verzoening
als opheffing van de schuld. Het
is die pendelbeweging als de
zaak teveel wordt geobjecti
veerd en daardoor te ver van
ons af komt te staan, dan slaat
de pendule door naar het meer
subjectieve verstaan. En dan
zijn er natuurlijk weer anderen
verontrust. Ik doe geen water
in de wijn, ik wil in overeen
stemming met Paulus' brieven
beide het volle gewicht geven:
de schuldopheffing èn de le
vensvernieuwing".
Een van de stellingen luidt
dan ook: „Een missionaire bear
beiding en catechese die er niet
op gericht zijn om de gelovige
tot een actief instrument van
Gods verzoeningswerk in de
wereld te maken, kunnen geen
bediening der verzoening ge
noemd worden".
Wie zich afvraagt waarom dr.
Budiman ook zo hamert op die
verzoening in het horizontale
vlak hoeft maar even kennis te
nemen van zijn exegese van
Efe;ze 2 om het te begrijpen.
Christus heeft door zijn lijden
de tussenmuur afgebroken,
staat er. Velen zien die tussen
muur als de mozaïsche wet,
maar Budimans exegese leidde
tot een ander resultaat: Deze
tussenmuur was veel meer de
joodse wetsopvatting die func
tioneerde als een omheining van
het Joodse volk. Zo heeft ieder
volk en iedere groep een omhei
ning om zich te beschermen te
gen invloeden van andere vol
ken of om zich af te zetten te
gen aanspraken van andere
groepen of volken.
Er is een openbaring aan alle
volken, dat blijkt duidelijk uit
de eerste hoofdstukken van de
brief aan de Romeinen. Maar de
intensiteit ervan neemt af naar
mate de cirkel wijder wordt.
Volgens Paulus bezitten de Jo
den in de wet „de belichaming
der kennis en der waarheid",
dat is dus de concentratie der
openbaring. Maar zo is er een
rechtsaanspraak van God op de
hele mensheid en in ieder volk
leven daar beseffen van. Maar
ito's
ies! I Wl"en knokken voor hun kinderen, al staan ze er alleen voor.
.En 1
de 9
f meisje hadden ze alle vier
'taste gevoel: zoiets zal mij
[overkomen! De één was ge-
bang voor omgang met Jon
den zwangerschap. José con-
prt: „Het is gewoon gebeurd,
er niet bij nagedacht". Joke
dat ze onvruchtbaar was, en
r. „Als 't zo is. dan trouwen
•el." Ze hielden allemaal van
'rienden. zeggen ze. Ze ge-
geen voorbehoedsmldde-
yyVaren ze daarover onvoldoen-
!kenPelict"?
ograt blijkt dat ze geen van vieren
Jr "llljk iets wisten, één was op
j^tgPogte van voorbehoedsmidde-
je b'naar ^et bleef bij een vage
is ete die niet toegepast werd.
durer
d 85en ze voor het eerst ongesteld
n zei hun moeder rets in de
van: je bent nu een grote
„Dei nu niag je niet meer met
i'joe^ns spelen. Een andere moe-
g Inreeg een hoofd als vuur bij
l2e fflededeling van haar dochter en
surirfvraag het maar aan je grote
r na m.
>oms
zien 'rr" k°mt uit Zweden. Of-
on dat land de naam heeft ge-
g open te zijn op het gebied
'^n de sexualiteit zegt Gurrll nu:
ten 1 9in9 allemaal over bloemetjes
eer. Ijtjes."
i en
pen 'dden ze dan nooit eens iets
ess^en, uit nieuwsgierigheid, zlch-
'k v Informatie verschaft? „Je moet
*er kunnen praten", zeggen ze.
maaien
Aan dat praten ontbrak het, ook
tijdens voorlichtingslessen op
school. Vragen in die richting wer
den domweg afgekapt.
Er moet een kind geboren wor
den! Eén van de aanstaande moe
dertjes is al vijf maanden in ver
wachting eer ze dat beseft. Wan
neer haar moeder iets begint te
vermoeden wordt deze overspan
nen en de dokter moet erbij ko
men. Een wijze buurvrouw zegt:
„Dokter wilt u ook eens naar de
dochter kijken?".
Na het heen en weer gesjouw
van het J.A.C. (Jongeren Advies
Centrum) naar een opvangcentrum,
kwam het meisje in contact met
het Bureau Ongehuwde Moeder
zorg. Ze was intussen al zeven
maanden in verwachting, toen ze
geplaatst werd in Klein Henegou
wen. Ze dacht: een soort gesticht,
vooral streng. Dat viel mee. Ze
kreeg meteen een eigen kamer, in
een omgeving van jonge vrouwen
die hetzelfde hadden meegemaakt.
Door alle problemen die opeens
levensgroot opdoemden, had ze
nauwelijks tijd om naar het moe
derschap toe te groeien. „Ik had
het gevoel dat ik alles alleen
moest doen". In opperste een
zaamheid „ik voelde me met
mijn pijn absoluut verlaten" en
„in de kliniek was ik na de beval
ling uren alleen zonder iemand die
me kende", bracht ze haar kind ter
wereld.
De Indonesische theoloog dr. Rudy Budiman, die dezer dagen na een
lange Nederlandse studietijd terugkeert naar zijn vaderland.
wat ermee gebeurt is hetzelfde
als wat er met de inzettingen
van de Joden gebeurde: ze gaan
fungeren als tussenmuren.
„Laat ik nu mijn eigen omge
ving maar nemen", zegt dr. Bu
diman. „Het rechtsbesef van ve
le Indonesische staatsburgers
van Chinese afkomst zou je als
volgt onder woorden kunnen
brengen: wij, Aziatische Joden
hebben altijd de klappen van
de geschiedenis moeten opvan
gen. Nergens waren wij wel
kom. We hebben nooit land mo
gen bebouwen of in het bestuur
mogen dienen, alleen de handel
was goed voor ons. Wat we be
zitten is dan ook het resultaat
van harde arbeid tegen de druk
in. En we zullen zelf uitmaken
hoe we ons bezit aanwenden.
Maar ook het rechtsbesef van
de autochtone Indonesiërs is in
staat zo'n muur op te trekken:
waar waren jullie. Chinezen,
toen wij onze vrijheidsoorlog
streden? Jullie hebt alleen je
handel veilig willen stellen en
geld verdiend terwijl wij onze
zonen verloren. Daarom zullen
jullie nu die rijkdommen met
ons moeten delen...
Willen wij als Indonesiërs
van Chinese afkomst en autoch
tone Indonesiërs nu elkaar de
hand reiken, dan moet er eerst
iets met die tussenmuren ge
beuren. Welnu het is een ken
merk van de christelijke ge
meente als nieuwe schepping,
dat die tussenmuur is afgebro
ken. Dat hebben wij ook in on
ze samenwerking in Midden-Ja-
va mogen ervaren".
Op de vraag hoe dat dan pre
cies functioneert, zegt dr. Budi
man: „Christus heeft in zijn lij
den de rechtsaanspraak van
God op de mensheid vervuld.
Daarmee zijn ook de muren van
die rechtsaanspraken van die
volken op elkaar afgebroken.
Ieder volk, iedere groep moet
zien, dat zijn rechtsaanspraak
op een ander volk of andere
groep in Christus vervuld is.
Dat geldt zeker voor de ge
meente waarin mensen van al
die groepen en volken samen
moeten gaan. Ik erken het pro
bleem van de verzoening bij
zeer grote ongelijkheid zoals dat
thans overal in- de wereld
speelt. Hier komt weer de iden
tificatie met Christus' verzoe
nend lijden naar voren en dat
betekent heel concrete boete
doening en restitutie. Paulus
haalt zijn woorden voor „ver
zoening" vooral uit de sociale
sfeer. Het is alleen geloofwaar
dig als de ander, de andere
groep, het andere volk aan je
houding ziet, dat je veranderd
bent. Hetgeen in Christus re
presentatief voor de mensheid is
gebeurd, voltrekt zich nu in
iedere gelovige ten opzichte van
God en ten opzichte van de me
demensen. De gemeente van Je
zus Christus heeft deze verzoe
ning op haar beurt aan de we
reld te bedienen".
„De realisering der ver
zoening in het menselijk
bestaan. Een onderzoek
naar Paulus' opvatting van
de gemeenschap aan Chris
tus' lijden als een integre
rend deel der verzoening",
door dr. R. Budiman. Uitg.
Meinema, Delft" 235 blz.:
In ons land worden per jaar ongeveer vijfduizend kinderen buitenecktelijk geboren.
Dat zijn er twee van iedere handerd. Het aantal buitenechtelijke geboorten danlde tus
sen 1930 en 1940 voortdurend, gaf een piek te zien in 1945 (7.322) en stijgt jaarlijks iets
sinds 1955. Gurrli, Maria, Joke en José waren bereid om hun situatie uit te leggen, samen
met de maatschappelijk werkster en de groepsleidster van hun huis, het Tehuis vaor (a.s.)
ongehuwde moeders „Klein Henegouwen" in Rotterdam.
Bij Maria, gulle Brabantse, liep
het allemaal beter. Zij werd door
medetehuisbewoonsters die al
moeder waren voorgelicht, opge
vangen en begeleid naar de kli
niek. Ze zegt: „de zusters waren
hardstlkke goed voor me".
Eer ze toch opgelucht de
eerste huilgeluiden van de baby
als een vreugde en bevrijding aan
hoorden, hebben ze al geweten:
we staan er alleen voor. Zit je in
de tram, dan kijken de mensen
verstolen of je wel een trouwring
draagt. Drink je een kopje koffie in
een restaurant, dan word je soms
wel aangesproken, Maria tot twee
maal toe zelfs, door belangstellen
de vrouwen die hulp aanbieden. In
tussen krijg je het gevoel dat
iedereen het aan je ziet.
De mensen oordelen maar raak,
dat kan iedere moeder die een9
met eigen en andermans kinderen
op stap ging, beamen. Opmerkin
gen als: die heeft nog nooit van de
pil gehoord, er geen gras over la
ten groeien en dergelijke, worden
wel zo luid uitgesproken, dat ze
nog net je oren bereiken.
Discriminatie van de maatschap
pij ervaren de ongehuwde moeders
als zeer grievend. Zij wordt nage
wezen, hij kan nogal eens vrijuit
gaan. Eén van de vier moeders
voelde zich zo verstoten dat ze tot
tweemaal toe een poging tot zelf
moord deed. Er waren nog pogin
gen tot abortus ingesteld, maar als
Je dieper doorvraagt, blijkt dat ze
het kind toch eigenlijk wel graag
wilde hebben, „iets wat helemaal
Een jonge vrouw in nood moet weten dat haar
huisarts het adres en de spreekurenllüst heeft van
instellingen voor Ongehuwde Moederzorg. Voor
DORDRECHT bijvoorbeeld: Hendrik Pierson Ver
eniging, tel. 42527, mej. M. Vondenhof. Voor DEN
HAAG HPV, tel. 322319, mevrouw Th. Weenink,
en C.O.M.: tel. 647843 mej. H. Prisse. In LEIDEN:
H.P.V., tel. 54604. mej. H. Boissevain en C.O.M., tel.
25708, mej Schramm. In ROTTERDAM: H.P.V., tel.
364611, mej. J. Douma en C.O.M.: tel 110576, de heer
J. de Gier.
van mezelf is, Iets heel persoon
lijks".
Gurrli vond het eigenlijk wel leuk
om een kind te hebben. Tot het
laatste toe heeft zij tijdens haar
zwangerschap nog in een huwelijk
geloofd. Ze had zelfs al meubeltjes
en de baby-uitzet lag bij haar aan
staande schoonmoeder op zolder.
Jegens de vader van hun kind
voelen de ongehuwde moeders een
binding. Sommigen s'chreeuwden
zijn naam, (als een behoefte aan
vertroosting, als een aanklacht?)
tijdens de bevaliing. Anderen heb
ben een haat-leifde gevoel („ik hou
nog wel van 'm maar hij kan een
mes in zijn rug krijgen!"). Ze zijn
allemaal gek op hun kind. „Ik kan
haast niet geloven dat dat van mij
is". Na de geboorte an de baby
zie je pas waarvoor je al die moei
lijkheden hebt gehad.
Er is een zorg minder. Het kind
is er. Maar dan komen nieuwe pro
blemen. Het kind stelt je voor ver
antwoordelijkheden en je bent zelf
nog zo jong. De gemiddelde leef
tijd van een ongehuwde moeder
ligt even onder de twintig jaar. Ze
voelen zich vaak een kind met een
kind en hebben in de meeste ge
vallen niet rustig de tijd gehad zich
geestelijk op het moederschap In
te stellen. Er doemen problemen
op omtrent een baan, huisvesting,
mentaliteitsverandering van de
maatschappij. Er moeten meer en
betere crèches komen.
Denken ze bij zichzelf: eens
zoiets, nooit weer? De meesten
wel. Ze gebruiken de pil. Joke, Jo
sé, Maria en Gurrli zijn vast van
plan om hun kinderen alles open
hartig over sex te vertellen.
Tegenwoordig komt het veel
voor dat een beptaald soort Jon
gens na een omgang van twee,
drie weken van een meisje het
uiterste vragen. Of zelfs afdwingen
door intimidatie. Weiger je, dan
ben je preuts, je mankeert wat, je
bent van de „verkeerde kant" en
zovoorts. Dit zeggen Maria, Gurlli,
Joke en José met nadruk: er kan
nooit voorlichting genoeg gegeven
worden.
Meisjes zullen meer selectief te
werk moeten gaan in de omgang
met „vrienden". Jongens moeten
meer op hun verantwoordelijkheid
gewezen worden en moeders en
vaders dienen sexuele voorlichting
in te bouwen in het geheel van de
opvoeding. Vee! ouders maken zich
er wel druk over dat meisjes naar
een bar gaan of verkeerde lectuur
in handen krijgen, maar diezelfde
ouders onthouden het kind maar al
te vaak de feitelijkheden van het
leven tussen man en vrouw.
Jonet Schnieders, gehuwde moe
der van twee kinderen en Dolle
Mina, die heel veel tijd en aan
dacht besteedt aan de problemen
van het ongehuwde moederschap,
zegt het zo: „We moeten gewoon
verantwoordelijk zijn voor onze
medemens". Daar mankeert het in
onze samenleving nogal wat aan.
Vandaar dat op 17 februari 1971
een groep van zestig ongehuwde
moeders uit Nederlandse tehuizen
de Werkgroep Alleenstaande Moe
ders hebben opgericht
Doel: het opheffen van sociale
en maatschappelijke achterstelling
van de alleenstaande moeder.
Want de alleenstaande moeder kan
haar kind niet alleen opvoeden.
In het Tehuis voor ongehuwde
moeders krijgt ze praktische hulp.
Via het Informatieblad Ongehuwde
Moeders INFOM, (redactie: Hene-
Veertien dagen geleden schreef ik over vier „soorten"
kerkmensen en het verhaal kwam hierop neer, dat een
synode grotendeels bevolkt is met eerwaarden die al be
disselend speciaal kijken naar de verontrusten, wat minder
royaal omzien naar de actievelingen aan de rand van de
kerk en niet of nauwelijks bedenken dat er nog een derde
groep is: mensen aan wie het synodale bedrijf voorbij
gaat, voor wie allerlei discussies en getuigenissen niet
hoeven. Wika Leen van Ginkel uit Driebergen reageerde
hierop met een vrij uitvoerige brief, waaruit ik het vol
gende doorgeef:
Groep drie wordt er zo moe van! Ze wachten alweer op
een volgend getuigenis in brie/vorm van welke groep dan
ook Heeft groep één (de verontrusten) geschreven dan
komt logischerwijze groep vier weer aan de beurt, waar-
na groep twee (de niet slecht willende, voorzichtige ver
nieuwers) weer olie op de golven giet die ontstaan zijn tus
sen de verontrusten en de onmiddellijke maatschappij-ver
beteraars.
Groep drie weet niet zo goed wat er nu nog te schrijven
valt. Ze hebben allemaal in de andere groepen zo'n beetje
gelijk en soms halen ze in groep drie dekens op voor zuide
lijk Afrika om het andere moment blij te zijn met het ge
tuigenis van een heilsoldaat op een evangelisatiebijeen-
komst.
Ze brengen kindertjes rond het doopvont en de avond
maalstafel en ze preken samen met een priester in een
rooms katholieke kerk en nemen "en passant" deel aan een
eucharistieviering.
Groep drie tracht in een rottige, vervuilde wereld toch
blij te zijn. Echt opgeruimd omdat Jezus Christus de deur
van zijn Koninkrijk open houdt.
Groep drie zal wel bestaan uit allerlei reeds lang in rak
jes weggestopte personen: methodisten, piëtisten of "evan
gelicals".
Groep drie vindt het fijn om te bidden, te praten met God
de Here. Groep drie is misschien zo nu en dan even kinder
lijk en argeloos als een kind.
Ze houden van gezellige christenen, die een werkelijke ge
meenschap willen vormen in een boze wereld. Ze weten
dat onder de zendelingen en opbouwwerkers verspreid
over de aarde, veel mensen zitten die zich verwant weten
aan deze groep drie.
Aan de andere kant is groep drie onder de indruk van
knappe theologen die begrijpelijk kunnen schrijven en pra
ten. Als die theologen dan maar mee-lijden aan de wereld.
Groep drie moet zich misschien zo nu en dan eens laten
zien: blije mensen die ringen, getuigen en helpen.
Bijeenkomsten van verontrusten en direkte maatschappij-
veranderaars worden te kust en te keur gehouden.
Komt groep drie bij elkaar?
Ik dacht van wel.
In heel gewone bijeenkomsten op de zondagmorgen en -
avond. Groep drie bestaat voor het grootste deel uit kerk
mensen, die vroom en optimist willen zijn in hun eigen
leventje, om daarnaast velen te helpen."
Tot zover Wika van Ginkel. Nu moeten we oppassen dat
we groep drie niet verklaren tot één grote schare gods-
dienstige lieverdjes. Want onder de mensen voor wie de
synode en wat daar in het officiële kerkelijk leven verder
volgt, een doezelig geheel vormen, ritten ook bijzonder we-
reldgelijkvormige lieden. Niet bij de methodisten en zo, die
Leen van Ginkel noemtik denk aan alweer onopval
lende kerkelijke mensen, die niet tegen de boel aanschop
pen, die niet gauw een zondagmorgenbeurt zullen over
slaan (al was 't alleen maar omdat zo'n dag anders zo
kaal is), die "onze" dominee best waarderen zolang hij het
niet te gek maakt, maar die verder compleet "werelds"
zijn.
Vroeger had je aan dat woord "werelds" genoeg: het hield
in dat je naar de bioscoop ging, 's zondags in een tram of
trein stapte, naar de bonte dinsdagavondtrein luisterde
noem maar op. Tegenwoordig is het verschil tussen kerk
en wereld niet meer af te meten aan wat je doet of na
laat, tenminste niet in deze categorie. Als we nu over wc-
relclgelïjkvormig praten, moeten we denken aan gejaag van
een pick-up naar een stereo-installatie, van een kleine auto
naar een stationcar, van een tent naar een tweede huis, van
een vakantie in (pak weg) Drente naar een meer exotische
bedoening enz.
Er zitten er onder groep drie die, nogmaals, geen kerkelijke
kip kwaad doen, hun neus best es willen laten zien op het
ivijkavondje, maar wier bestaan voor het overige niet wordt
beheerst (och, laat ik een wat zwakkere tiitdrukking ne
men: niet mee wordt bepaald) door hun kerklid- of chris
ten-zijn, maar door hun jachtig reiken naar nóg meer luxe
troep om zich heen.
't Bovenstaande mag niet in mindering komen op de op
merkingen van Wika Van Ginkel. Ook niet op mijn verhap.l
van twee weken terug. Daar moet alleen bij dat een synode,
weinig omkijkend naar groep drie, snel vergeet dat zij ook
nog zoiets als "mentaliteitsbeïnvloeding" op haar lijstje
heeft staan (dat was in verband met de twee procentactie)
en dat er misschien meer behoefte is aan een verklaring
daarover dan over bepaalde visies die getoetst worden in
"de daartoe geëigende weg van wetenschappelijke bezin
ning en kerkelijke behandeling". Geloof me, er wordt druk
ker gespaard voor kleuren-tv dan voor de aanschaf van
theologische dissertaties!
gouwerlaan 85 Rotterdam) krijgt ze
inzicht in eigen situatie, in de
rechtspositie van haarzelf en het
kind. De Werkgroep Alleenstaande
Moeders heeft een actieprogram.
Op dit moment Is geld nog het
belangrijkste, maar met geld kun Je
niet alles oplossen. De Werkgroep
wenst geen discriminatie bij studie.
Een ongehuwde moeder krijgt een
beurs voor zichzelf (het kind is
haar luxe, zegt men, maar de ge
huwde studerende krijgt wel een
toelage voor het kind.
De alleenstaande moeder heeft
informatie en steun nodig bij het
zoeken naar huisvesting. Men
denkt over een landelijke financiöle
regeling. De uitkeringen verschillen
namelijk nogal van gemeente tot
gemeente. De ongehuwde moeder
wil niet met de rug aangekeken
worden. Ze denkt er zorgelijk over
BIJLAGE VAN
HET KWARTET
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
hoe haar kind het straks zal opvan
gen als het hoort dat het geen
vader heeft. Zij wil knokken voor
dat kind, met opgericht hoofd. Dat
valt haar het moeilijkst. Want de
maat8chaoplj maakt het haar niet
nemaUWelilk.