Gereformeerde kerken gaan
op weg naar nieuw belijden
In verband met vragen van deze tijd
Hervormde theologen
willen met auteurs
Getuigenis gesprek
BE-
OPENDi"
Hervormden betrekken
bij theologie aan VU
BEROEPINGSWERK
Niet ten koste
van oude
formulieren
p—
COMMENTAREN
Moedeloos
Zweverig
Studiekosten
Een woord voor vandaag
femina
Ds.H.Noordern
naar IKOR-ra
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Aardenburg: mej. H.
Valk, vic. te Halsteren; te Hasselt:
Iz. Kok, te Baarn te Biezelinge, E.
Durksra, zendingspred. te Timor, te
Almelo, thans wonende te Holten, te
Rouveen kancL C. Kik te Rotterdam;
te St. Annaland: K. Exalto te Noor
deloos, te Lochem: H. Onste, Amster
dam.
Beroepbaar: J. F. Hoekstra, laatste
lijk pred. Reformed Church te Mon
treal (Can.), thans wonende Nieuwe
Haven 39 te Zierikzee.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Surtiuisterveen: H.
Dijkstra te IJlst.
Bdankt: voor Drachten: B. Berends
te Enschede.
Benoemd: tot hulppred. te Ooster-
beek-Doorwerth J. C. Jonkers, em.
pred. te Renswoude.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen: te Deventer: J. Stuij te
Wieringermeer. r
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Hoogvliet: L. Blok te
Beekbergen: te Oostkapele: N. W.
Schreuder te Goes.
VRIJE EVANG. GEM.
Bedankt: voor Zeist: J. A. Hamers
te Wormerveer.
NED. HERV. KERK
Intrede: te Uithuizermeeden: W. F.
Kuil uit Harlingen.
GEREF. KERKEN
Afscheid: van Sliedrecfvt: C. M.
van der Loo wegens emigratie.
Intrede: te Warffum: H. Hoekzema
uit Koog a-d. Zaan, te Almelo; J. van
der Zanden uit Groningen N.O., te
Den Haag-Escamp als pred. met bijz.
opdracht (scholengemeenschap Over-
voorde): A. Bolwijn uit Hollandsche-
veld; te Sellingen; kand. G. Doornik
te Amsterdam; te Campen (Dtsl).
Evang. Altreformierte Kirche: kand.
W. Vennegeert uit Baarn.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Intrede: te Breukelen (buiten verb.)
dr. M. J. Arntzen, voorheen pred.
van de kerk te 's-Gravcndeel.
Van een onzer verslaggevers
LUNTEREN De gereformeerde kerken hebben gisteren de eerste stap gezet op de weg,
die misschien naar een nieuwe belijdenis zal leiden. Gisteren deed de synode na een lange
en enerverende discussie de uitspraak: „Het is van groot belang, te trachten tot een eenparig
geloofsgetuigenis te komen in een duidelijke taal en in verband met de vragen van deze tijd,
als een mogelijke weg tot een nieuwe belijden in gemeenschap des geloofs met bet belijden
der vaderen."
Met de laatste woorden sprak de synode uit, dat dit eventuele nieuwe belijden in geen geval
in mindering zal komen op de drie formulieren van enigheid. Het is de bedoeling, dat een in te
stellen depntaatschap aan de volgende synode, in 1973, een concept zal aanbieden. De uit
spraak werd gedaan met 38 tegen 22 stemmen.
De tegenstand kwam van twee
kanten, van rechts en van links. Ds.
P. van Til uit Middelburg werd ijve
rig gesecondeerd door prof. dr. C.
Augustijn uit Amsterdam, een mon
sterverbond, zoals prof. Augustijn zei.
Ds. Van Til wilde geen nieuwe belij
denis. omdat hij daar de noodzaak
niet van inzag en bang was, dat zo'n
nieuwe belijdenis de klassieke belij
denisgeschriften in de praktijk zou
gaan verdringen. Prof. Augustijn zei,
dat de geloofsverschillen in de gere
formeerde kerken zo groot zijn. dat
een gemeenschappelijke belijdenis
gewoon niet meer mogelijk is. Daar
was hij overigens heel gelukkig mee.
Daartussenin stond de synodemeer
derheid, die vond, om het in de be
woordingen van het oorspronkelijke
commissievoorstel te zeggen, dat „de
poging om tot een geloofsgetuigenis
voor deze tijd te komen, in het geloof
moet worden gewaagd." Dezen waren
Het begrotingsdebat van deze week in de
Tweede Kamer was oversluierd door een stemming
van matheid en moedeloosheid. De regeringsge
zinde fracties en de serieus te nemen oppositie
waren het erover eens dat de overheid op ee*
soort bestaansminimum is terecht gekomen en als
er geen middelen zijn is het zinloos elkaar te be
strijden over de besteding ervan.
Bovendien vonden beide kampen het deze keer
kennelijk niet de moeite waard langdurig en hevig
te discussiëren over de wijze waarop op korte
termijn in de financiële nood van de overheid
moet worden voorzien. Er werden wel verschillen
zichtbaar in de tegenbegroting van PvdA en
D'66, maar de nietigheid daarvan rechtvaardigde
geenszins een scherp debat. De toeschouwers zijn
er zodoende wat bekaaid afgekomen.
Het ziet er naar uit dat we deze week de stilte
voor de storm hebben beleefd, een storm die wel
eens zou kunnen opsteken zodra de begroting voor
De heren Den Uyl en Van Mierlo hebben zich
donderdagavond verongelijkt getoond over de
summiere en weinig visionaire wijze waarop de
minister-president hun beschouwingen over het
bederf van het milieu heeft beantwoord. Zij had
den daar interessante, soms zelfs diepgravende
zij het niet nieuwe dingen over gezegd
en de premier maakte zich er wat al te gemak
kelijk vanaf door op zichzelf terecht op te
merken dat de vervuiling van de wereld alleen
op wereldniveau afdoende kan worden bestreden
en dat de nationale overheid maar heel beperkte,
maatregelen kan nemen. Dat dergelijke beperkte
maatregelen ook inderdaad woVden genomen had
de premier kunnen illustreren met o.a. de niet
genoeg geprezen beslissing van minister Drees,
dat via de Groningse smeerpijp slechts gezuiverd
afval mag worden geloosd.
Het is intussen jammer dat het tussen de op
positie en de regering niet is gekomen tot een
voldragen debat over deze kwestie. De heren Den
1973 aan de orde komt. De regering heeft de
moeilijkheden voor 1972 met wat tijdelijke lap- en
plakmiddelen opgelost, maar daarmee is in feite
de zwarigheid naar het volgend jaar verschoven.
En deze week is maar al te duidelijk geworden
hoezeer de partijen binnen de regeringscoalitie van
mening verschillen over de maatregelen die dan
nodig zullen zijn. WD en DS'70 willen dat de be
zuinigingen een blijvend karakter zullen krijgen en
dat er zelfs verdergaande besnoeiingen komen,
terwijl de drie confessionele partijen inzien dat
blijvende belastingmaatregelen nodig zijn om een
terugtocht van de overheid in belangrijke voor
zieningen te voorkomen. Dat is een meningsver
schil waarover men niet te licht moet denken.
Er is misschien wel wat te licht over gedacht
toen het akkoord-Steenkamp werd gesloten en het
innerlijk verdeelde kabinet-Biesheuvel zijn werk
begon. Het zal geen eenvoudige opgave zijn, die
tegenstellingen binnen het kabinet en vervolgens
tussen de regeringsgezinde fracties met elkaar te
verzoenen.
Uyl en Van Mierlo droegen bouwstenen aan voor
een nieuwe beleidsvisie, de heer Biesheuvel stelde
daar een filosofie tegenover die zo verheven en
zweverig was dat er in de praktische politiek niet
veel mee te doen is. Het is niet geheel ondenkbaar
dat de premier niet veel anders heeft kunnen doen.
Het was voor ieder zichtbaar dat zijn betoog
zeker in eerste termijn verstierf onder de to
renhoge stapel van detailvragen waarmee hij door
de fractieleiders was opgescheept.
Het zou de moeite waard zijn, eens te overwe
gen of bij de algemene beschouwingen in de
Tweede Kamer het enige jaarlijkse debat over
de hoofdlijnen van het regeringsbeleid die de
tailvragen niet achterwege zouden kunnen blijven,
om de discussie te beperken tot wat men werke
lijk hoofdlijnen mag noemen. Dan zou er tijd zijn,
de beleidsvisie van de oppositie tegenover die van
de regering te stellen. En als de regering geen
beleidsvisie heeft, dan zou dat gauw genoeg blijken.
Studenten, schreef prof. Pen een jaar of vijf
geleden, vragen een dubbel offer van de gemeen
schap. „Eerst willen ze studeren op kosten van
een ander; en als ze hun doctoraal examen heb
ben gedaan, achten ze het natuurlijk en voor de
hand liggend, dat ze meer verdienen dan die an
der".
Prof. Pen generaliseerde natuurlijk, zoals een
laagbetaalde academicus inmiddels al zal hebben
vastgesteld. Maar er schuilt toch ruim voldoende
waarheid in zijn uitlating om er de veronderstel
ling aan te verbinden, dat de doorsnee-academi
cus in vergelijking met, laten we zeggen, de ge
middelde eigenaar van een hotel, kapsalon of ko
lenhandel, onevenredig sterk profiteert van de be
taalmiddelen der gemeenschap.
Is dat erg? Vermoedelijk niet, zolang de finan
ciering van het universitaire onderwijs niet als
een drukkende collectieve last wordt ervaren. Maar
helaas stelt ook deze last de overheid tegenwoordig
voor ernstig% problemen dié er met de jaren
niet gemakkelijker op worden; er is al eens uitge
rekend, dat als de overheidsuitgaven voor het we
tenschappelijk onderwijs in het tempo van de af
gelopen 15 jaar doorgroeien, ze in 2005 heel het
nationale inkomen zullen opslokken.
Tegen deze achtergrond kan het moeilijk on-
billijk worden genoemd, als van academici wordt
gevraagd, een substantieel deel van hun studiekos
ten zelf te betalen. Dat is ook het standpunt van
de meerderheid der commissie-Andriessen, die aan
minister De Brauw een rapport heeft uitgebracht
over de studiefinanciering van het wetenschappe
lijk onderwijs. Die meerderheid is van oordeel,
dat de universitaire studie ten dele moet worden
bekostigd met een lening, te sluiten door de stu
dent, die pas na het verlaten van de universiteit,
zodra zijn inkomeri een zekere grens overschrijdt,
met het aflossen ervan hoeft te beginnen.
Van de commissieleden die dit standpunt in
nemen, meent echter de helft, dat zo'n lening be
perkt moet blijven tot de kosten van levensonder
houd tijdens de studie. Dan zouden echter de
eigenlijke onderwijskosten nog steeds voor reke
ning van de overheid komen, en die zou nu juist
een beetje ontlast moeten worden. Daarom ver
dient het aanbeveling, ook een stuk van die kos
ten (Drees jr. heeft in een vroegere functie eens
een percentage van 20 genoemd) in de leningen op
te nemen.
De uitwerking van zo'n leningstelsel vergt zonder
twijfel Salomonskwaliteiten. Ze roept in elk ge
val meer vragen op dan er ooit tot genoegen van
alle betrokkenen beantwoord kunnen worden. In
hoeverre moet de terugbetaling worden afgestemd
op de hoogte van het na de studie verdiende in
komen? Moet de bijdrage in de eigenlijke onder
wijskosten hoger zijn, naarmate het onderwijs in
kwestie duurder is (een student in de geschiede
nis kost de gemeenschap heel wat minder dan een
a.s. medicus)? Wat te doen met de leningschuld
van wie niet afstudeert? Hoe zwaar moet worden
getild aan de bedenking, dat gegradueerde jonge
vrouwen worden opgescheept met een 'negatieve
bruidsschat'? En vooral: hoe kan worden voor
komen, dat het systeem potentiële studenten uit
minder welgestelde milieus extra afschrikt en een
funeste invloed oefent op de belangstelling voor
sommige studierichtingen (medicijnen, tandheel
kunde, die van de afgestudeerde toch al flinke in
vesteringen vragen)?
Het valt te hopen, dat de regering zich door de
ze en andere problemen er niet van laat weerhou
den, het beginsel tot gelding te brengen, dat de
hoge kosten van een universitaire studie best wat
meer mogen worden afgewenteld op degenen die
er het meest profijt van trekken.
onderling eigenlijk alleen verdeeld
over de vraag, of men nü meteen
moet beginnen met de uitgesproken
bedoeling „nu gaan we een nieuwe
belijdenis maken", of dat men gaat
werken aan een stuk, dat zich in de
praktijk eventueel waar zou kunnen
maken als een nieuwe belijdenis. In
het laatste geval kan men, zoals prof.
dr. J. T. Bakker uit Kampen zei, veel
meer ontspannen werken. In de for
mulering van het besluit, zoals het
uiteindelijk tot stand is gekomen,
wordt tussen deze twee visies het
midden gehouden.
De discussie werd donderdagavond
ingeleid door Ds. Van Til. Hij stelde,
dat men wanneer men gaat spreken
over een nieuwe belijdenis, daarmee
impliciet toch iets zegt over de oude.
Hij vreesde, dat het zou leiden tot
een repressieve tolerantie van de
oude belijdenis. Hij wilde positie kie
zen tegen de afbraak van de drie for
mulieren van enigheid. Hij protes
teerde tegen het praten over de
„eigentijdse denkwereld". iHoor ik
daar niet bij? Zijn het alleen de
theologen van het soort, dat de laat
ste vijf, zes jaar in de gereformeerde
kerken is, die voor zich de term
„eigentijds" mogen claimen? Ds. Van
Til vond ook niet, dat de tijd werke
lijk om eèn nieuwe belijdenis roept.
„Een belijdenis knutselen is gewoon
een soort ontspanning geworden. Zie
maar naar de verzameling Credo's
onderweg van Eimert Pruim.
Vragen open
Daarom had ds. Van Til een tegen
voorstel ingediend, om geen opdracht
te geven tot het opstellen van een
nieuwe belijdenis. Hij formuleerde
daarbij drie argumenten: de nood
zaak van een nieuwe 'belijdenis is
niet aangetoond; er blijven te veel
vragen open, om nu reeds tot het op
stellen van een nieuwe belijdenis te
komen; de eenstemmighejtf ten aan
zien van de wenselijkheid van een
nieuwe belijdenis is niet genoeg éah-
wezig. Wel stelde ds. Van Til tevens
in zijn voorstel, dat de kerk de vrij
heid heeft, om in bepaalde omstan--
digheden over duidelijk aangewezen
zaken uitsnraken te doen met een be
lijdeniskarakter. Maar dan zal de
noodzaak daarvan moeten worden in
gezien en de kerk in staat moeten
zijn om duidelijk te snreken.
Dr. B. Rietveld uit. Den Haag, de
rapporteur van de commissie, hield
een bewogen pleidooi. Wij leven in de
twintigste eeuw met haar apokalypti-
sche problemen. De kerk is bezig
haar greep op de massa te verliezen.
Er zijn ook diep verdrietige' contro
versen in eigen kring. Zijn dat nog
geen redenen genoeg om ons te bezin
nen? Waarom ziin wij zo benauwd?
Waar is het blijde getuigenis, zodat
de kerk weer een vlam op de kande
laar wordt? Laten we het proberen
en bidden, dat God ons verlost uit de
huidige crisis.
Deputaat dr. B. Wentsel uit Bever
wijk zei, de vrees van ds. Van Til
aan te voelen. Met grote nadruk zei
hij, dat de vraag naar een nieuw, be
lijden bij deputaten beslist niet
voortkomt uit de nieuwe theologie.
..Wij staan volkomen achter de drie
formulieren van enigheid, maar zij
steken in een harnas van de zestiende
eeuw. Wij willen een geloofsgetuige
nis, dat weer gaat functioneren in de
prediking."
Ds. I. de Jong uit Den Bosch sloot
zich aan bij ds. Van Til, wiens voor
stel, zo zei hij, dé vrijheid respecteer
de. Het streven naar een synodaal ge
loofsgetuigenis honoreert volgens ds.
De Jong de mondigheid van de ge
meente niet. Ouderling E. Reitsma uit
Sneek vond het psychologisch niet de
juiste tijd, nu de synode net tot nieu
we ondertekeningsformuleren had
besloten, om weer met wat nieuws de
gemeenten te verontrusten. Daarente
gen waardeerde drs. J. D. B. van der
Meulen het commissievoorstel juist
als een bestrijden van de onrust en
een juist weer zoeken van elkaar in
het ene levende Woord van de Heer,
zodat de mensen weer gaan snappen,
waarom het wezenlijk gaat.
Rijkdom
Prof. Augustijn geloofde, dat veel
synodeleden de situatie in de kerk
volkomen miskennen. Er zijn thans
heel verschillende vormen van ge
loofsbeleving. zodat de een de ander
soms niet meer herkent in de ver
woording van zijn geloof. Is dat zo
erg? Kunnen wij niet eens royaal
zeggen: dat is onze rijkdom? Dat we
in de rijkdom van het ene geloof zo
verschillend van elkaar zijn en elkaar
toch herkennen als broeders in Chris
tus?
Praeses dr. A. Kruijswijk uit En
schede vond, dat dat toch geen reden
mag zijn, om het niet in het geloof te
wagen. Een kerk, die niet meer in
staat is, haar geloof te verwoorden,
heeft reden om zich zorgen te maken
over haar band met de Heer. Dr.
Rietveld stelde, dat hij de visie van
prof. Augustijn niet reëel vond. Het
feit, dat er veertig bezwaarschriften
op de synodetafel liggen, bewijst, dat
niet ieder zo geniet van die verschei
denheid als prof. Augustijn.
Prof. Bakker vond in het verzet
angst: angst voor vrijheid (Van Til)
en angst voor bevoogding (De Jong
en Augustijn). Deputaat drs. H. A. L.
van der Linden uit Utrecht zei, dat
de kerk, als zij midden in de wereld
wil staan, aan de wereld duidelijk zal
moeten maken, wat haar geloof is.
Maar dat kan alleen met al de heili
gen. Daarom stelde hij voor een op
roep te richten aan alle kerken, >om
mee te doen.
Deputaat ds. D. J. Roos uit Over-
veen zei, dat de drie formulieren van
enigheid toch al geen gouden stan
daard meer zijn, sinds de vorige sy
node er het breekijzer in heeft gezet.
Deputaat dr. IH. B. Weijland uit Arn
hem was erg verdrietig over de hou
ding van ds. Van Til: „De lofzang op
de oude belijdenis is ook ons uit het
hart gegrepen. Wij hebben gepro
beerd optimaal confessioneel uit de
bus te komen. Dat prof. Augustijn u
steunt, zou u toch wakker moeten
maken!"
Uiteengespat
Bij de hervatting van de discussie,
vrijdagmorgen, voegde ds. Van Til
een derde element aan zijn voorstel
toe, als poging om de tegenstelling te
overbruggen: uit te spreken, „dat er
behoefte is aan een leidinggevend
woord van de synode, dat gemeenten
en ambtsdragers kan helpen de in
houd van hun geloof op een door de
noden en vragen van deze tijd afge
stemde wijze te verstaan en door te
geven." Als we eerst maar vaststel
len, dat er geen nieuwe belijdenis
moet komen, heb ik geen enkel be
zwaar tegen zo'n leidinggevend
woord, zei ds. Van Til. Onmiddellijk
reageerde prof. Augustijn daarop, dat
„het monsterverbond uiteengespat
was" en dat ds. Van Til zijn voorstel
nu voor hem verknoeid had.
Toen het uiteindelijk tot stemming
kwam, werd eerst het commissievoor
stel (dat de uitdrukkelijke spits naar
een nieuwe belijdenis miste en alleen
.maar van een geloofsgetuigenis
sprak) verworpen met 30 stemmen
voor en 32 tegen. Daarna werd het
voorstel-ds. A. C. van Nood, waarin
wel, zij het voorzichtig, van een „mo
gelijke weg tot een nieuw belijden"
gesproken wordt, aangenomen met 38
tegen 22 stemmen. Het voorstel-Van
Til kwam daardoor niet meer in
stemming. Een amendement van ds.
G. van Halsema uit Bolsward, om ook
andere reformatorische kerken uit te
nodigen om mee te werken, werd
verworpen met slechts zeven stem
men voor.
KWARTET B TROUW
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Trouw
Commissie van hoofdredactie;
J. de Berg (voorzitter),
H. P. Ester, G. J. Brinkman,
J. van Hofwegen.
Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; kloj
en u zal opengedaan worden," Dit is een van de mooiste uitspn
ken uit de Bergrede.
Deze woorden werden gesproken in het kader van een lange rei
Ze komen maar niet zo uit de lucht vallen. We doen soms n
de bijbel als mijn vrouw met haar knopendoos. Ze rommelt
net zo lang in tot ze er een vindt die ergens bij past en dan
ze hem aan een jas of vest.
Maar bijbelteksten zijn geen knopen die je zo maar aan een
kunt naaien. En de bijbel zelf is geen knopendoos, vol teksi J.'
die nog wel eens te pas komen. Als we dan toch een vergelijk j
trekken, dan heeft een tekst meer weg van één zo'n metalen
beitje aan een ritssluiting. Alleen als ze allemaal goed op
rijtje zitten kan de ritssluiting open. Zo zijn deze woorden
Christus alleen waar, "op hun plaats in deze Bergrede. Ze woi
gesproken tot mensen, die ernst maken met alles wat de Heit
gezegd heeft. De bidder die eerst geluisterd heeft wordt verhoo
de zoeker die gegrepen is door Christus' Woord wordt gevondt
de klopper die op de goede deur klopt wordt binnengelaten.
Welezcn vandaag; Handelingen 2:14-21.
We lezen morgen: Mattheus 4:12—17.
DRIEBERGEN Een aantal her
vormde theologen heeft de schrijvers
van het Getuigenis (prof. Van Niftrik
c.s.) uitgenodigd tot een gesprek. Deze
ujtnodiging luidt:
„U vraagt ons als belijdende chris
tenen adhesie te betuigen met het on
langs door u afgegeven getuigenis.
Wii menen er goed aan te doen u nog
fes ta tie" op touw te zetten en
zoeken: tegen het verlangen i
Westduitse leger met atoomv
toe te rusten; tegen de oorli
oorlogsvoering van dé
West-Duitsland verbonden Ara een
nen in Vietnam; tegen de steedi
voorkomende uitbarstingen vai
rabiaat (beestachtig, red.) anti ten
eens de tekst voor te leggen, welke tisme in West-Duitsland (grafschi gen
Karl Barth op 16 maart 1966 toe
stuurde aan de organisatoren en deel
nemers van de manifestatie te Dort
mund: „Geen ander evangelie". In
vertaling luidt deze als volgt:
„Aan de 25 organisatoren en aan de
25.000 deelnemers van de grote mani
festatie „Geen ander evangelie" zou
ik deze vraag willen stellen: bent u
van plan en bereid een dergelijke
„beweging" en een dergelijke „mani-
van8t>n 19 oktober.
Open van 10 tot 17 uur
en van 19 tot 22.30 uur.
Zondag van
10 tot 17 uur.
Entree f3.50
Kinderen tot 12 jaar
12.-
ahoy
lij
stoi
,EI
h
dh
ren
bi
Binding aan belijdenis nog knelpunt
Van een onzer verslaggevers
LUNTEREN Van hervorm
de zijde is het voorstel gedaan,
om als eerste stap naar een
gemeenschappelijke hervormd-
gereformeerde predikantenoplei
ding aan de Vrije Universiteit
te Amsterdam een proef te ne
men met een gemeenschappelijk
benoemde hoogleraar.
Het gereformeerde deputaatschap
voor de oefening van het verband
met de theologische faculteit van de
Vrije Universiteit meent, dat de tijd
daarvoor nog niet rfóp is. Eerst dient
er meer duidelijkheid te komen ten
aanzien van het verschillend inzicht
met betrekking, tot het karakter van
de binding aan de belijdenis.
Krachtens de verband-akte van de
VU met de gereformeerde kerken
moeten de docenten in de theologi
sche faculteit hun instemming betui
gen met de belijdenisgeschriften van
deze kerken en zich uitdrukkelijk
verbinden „in woord of geschrift
niets te zullen leren, dat daarmee
strijdig is". In de hervormde kerk
geldt de regel, dat haar hoogleraars
tegenover het moderamen van de sy
node een belofte afleggen, dat zij zich
scharen achter artikel 10 van de
kerkorde. De wijze, waarop gerefor
meerden en hervormden elk de bin
ding aan de belijdenis beleven, zou
een knelpunt voor samenwerking
kunnen zijn, zei ds, E. G. van Teylin-
gen, voorzitter van het gereformeerde
deputaatschap gisteren op de gerefor
meerde synode.
Dr. H. B. Weijland uit Arnhem zei,
dat dit een gevolg is van de grond
slagwijziging van de VU, die men on
voldoende onder ogen heeft gezien.
Met de oude grondslagformulering
stond de theologische faculteit op
grondslag van de drie formulieren
van enigheid. Samenwerking met an
dere kerken zou dan veel gemakkelij
ker zijn geweest, zo meende hij. Nu
wordt alles gelegd in de persoonlijke
band van de docenten aan de belijde
nis. Die verandering is op zichzelf
nog niet zo verkeerd, zei prof. dr. N.
H. Ridderbos van de VU. Het „op
grondslag van" is geworden tot „in
overeenstemming met". Dat is zeker
niet zwakker .Wel gaat het uit van
een andere wetenschapsconceptie.
Delikaat
Ds. Van Teykingen vertelde de sy
node over de delicate taak van zijn
deputaatschap. De tijd dat het een
erebaantje was is al lang voorbij.
Naast de vele gesprekken met docen
ten, wier uitspraken controversen op
roepen is er met de faculteit als ge
heel een eerste gesprek geweest over
de vrijheid van de theologie. Volgen
de maand zal er weer een bespreking
zijn. Daarbij zal het ook gaan over de
verantwoordelijkheid van de hoogle
raars als predikanten in algemene
dienst, met name bij een promotie.
Intussen deelde prof. Ridderbos nog
mee. dat ook in kringen van de VU
een bezinning op gang gekomen is
over de vraag, hoever de verantwoor
delijkheid van de VU zich uitstrekt
voor de inhoud van de aan haar ver
dedigde dissertaties.
De synode ging in comité om depu
taten in de gelegenheid te stellen,
konkreter informatie te geven over
de besprekingen met de faculteit.
Hervormd moderamen
begint gesprekken
Het breed moderamen van de her
vormde synode besloot een reeks ge
sprekken te gaan voeren met de mo
daliteiten binnen de kerk en met
groenen die op een of andere wijze
verbindingen hebben met de her
vormde kerk, zoals bijvoorbeeld Sep
tuagint en Sjaloom. iHet breed mode
ramen nam die beslissing omdat het
verontrust is dat zich binnen de her
vormde kerk een voortijdige polarisa
tie kan gaan voltrekken.
Op maandag 18 oktober a.s. zal het
eerste gesprek plaatshebben op het
pastoraal centrum Hydepark te Drie
bergen. De gehele dag is gereserveerd
voor een gesprek tussen het breed
moderamen met het hoofdbestuur
van de gereformeerde bond en het
hoofdbestuur van de confessionele
vereniging.
gen); en voor het sluiten van
tussen West-Duitsland en de Ojnaa
repese staten en erkenning
sinas 1945 bestaande grenzen?
neer uw ZUIVERE belijdenis
naar het getuigenis van de
Schrift voor ons gekruisigde erfDc
stane Jezus Christus DIT mi
meebrengt en uitspreekt, dan
een GOEDE, kostbare en vrut
belijdenis. Wanneer het dit ni
rich meebrengt en uitspreekt,
het met al zijn zuiverheid
GOEDE, maar een dode, soek--,-
muggenziftende en kamelen-vi
gende en dus farizese belijden 3$
'is wat ik te zeggen heb van 1 :mi
ér op de 6e maart in de West{ ,ze|
hallen in Dortmund is gebeur
ee vriendelijke groet, uw
Barih."
Wij hebben aan de brief va s le
Barth niet meer toe te voege tn
dat wij u willen verzoeken
aantal gevallen Nederland in Jie 1
len, waar West-Duitsland staa rat
wijl de actualiteit van de laat >ntu
ren ons noopt u te vragen of u
ontrusting ook betrekking he
de opslag van kernwapens o
derlandse bodem; de recente
ging van de defensie-begrotii 6er
onduidelijke houding van de
landse regering ten opzichte va
delijk Afrika, o.a. ten aanzien Bh<
NAVO-partner Portugal teg 5 e
Angola en Mozambique; de po d|cn
en economische afhankelijkheids
Suriname; de positie van buite:hllJ
se werknemers in Nederlanrlic
EEG-politiek ten aanzien van c ncil
de wereld. c
Over deze punten, alsmede o e
vragen die door uw getuigeni len
den opgeroepen, zouden ond(
kenden gaarne een gesprek i
willen hebben. Met vriendelijk
ten,... enz." EN
De ondertekenaars zijn: dr. arig
van Andel (Amsterdam); dr. E, lg
ker; dr. M. H. Bolkestein; iorc
Bouhuijs; dr. J. J. Buskes, ds traj
Bijl; dr. K. A. Deurloo; dr. F 1(.t
Gennep: drs. A. Hennephof; do<
Th. van Leeuwen; ds J. Lugt vo
ds. R. Pomp; dr. W. A. de Pree:10m
van Oosterzee; prof. dr. A. J. la
Prof. dr. K. H. Miskotte; ds m_
Ruis; ds B. E. Th. Rutgers; p 'e 5
J. Sperna Weiland; dr. G. ee
Schegget; prof. dr. K. Strijd; dl bj
van Veen; ds. J. Vuijst; dr. K
Opnenheimer: ds J. A. Eekhof
A. J. Lamping.
HILVERSUM De her
predikant H. Noordermeer
Naardense Diaconnessenhuis, d
tevens voorzitter is van de
neelsraad, zal met ingang vai
vember dit ziekenhuis veria
zich geheel te wijden aan ra<
voor het IKOR, waarin hij re
ruime tijd opgenomen is. Hij
naast de radiocatechese ook
rubrieken gaan verzorgen. Ds
dermeer is 7 jaar part-timer
in het Diaconessenhuis, watf^et
hem node ziet vertrekken.
HILVERSUM De Evan oen
Omroep, die thans tegen de 'et.
leden telt en op 1 november c e
hoopt rond te hebben, gaat b el
voudige programmablad Visie een
tot 40 pagina's uitbreiden. D Det
lijkheid is, dat veel E.O.-lediton
lid-abonnee zijn, maar begt
en dus zgn „vijf gulden"-lec i eei
remt de exploitatie van het b inz
weliswaar veel kleiner is dan oi
andere omroepen, maar toch 'ei
„Wij kunnen nog geen bokkes Pei
maken", aldus het hoofdgrtike jj*n
nummer voor de komende
„maar wij kunnen toch ie!
gaan geven dan nu. Onze hooi
de begunstigers abonnees zul'
den."