Gereformeerde kerken gaan op weg naar nieuw belijden In verband met vragen van deze tijd Hervormde theologen willen met auteurs Getuigenis gesprek BE- OPENDi" Hervormden betrekken bij theologie aan VU BEROEPINGSWERK Niet ten koste van oude formulieren p— COMMENTAREN Moedeloos Zweverig Studiekosten Een woord voor vandaag femina Ds.H.Noordern naar IKOR-ra NED. HERV. KERK Beroepen: te Aardenburg: mej. H. Valk, vic. te Halsteren; te Hasselt: Iz. Kok, te Baarn te Biezelinge, E. Durksra, zendingspred. te Timor, te Almelo, thans wonende te Holten, te Rouveen kancL C. Kik te Rotterdam; te St. Annaland: K. Exalto te Noor deloos, te Lochem: H. Onste, Amster dam. Beroepbaar: J. F. Hoekstra, laatste lijk pred. Reformed Church te Mon treal (Can.), thans wonende Nieuwe Haven 39 te Zierikzee. GEREF. KERKEN Beroepen: te Surtiuisterveen: H. Dijkstra te IJlst. Bdankt: voor Drachten: B. Berends te Enschede. Benoemd: tot hulppred. te Ooster- beek-Doorwerth J. C. Jonkers, em. pred. te Renswoude. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen: te Deventer: J. Stuij te Wieringermeer. r GEREF. GEMEENTEN Beroepen: te Hoogvliet: L. Blok te Beekbergen: te Oostkapele: N. W. Schreuder te Goes. VRIJE EVANG. GEM. Bedankt: voor Zeist: J. A. Hamers te Wormerveer. NED. HERV. KERK Intrede: te Uithuizermeeden: W. F. Kuil uit Harlingen. GEREF. KERKEN Afscheid: van Sliedrecfvt: C. M. van der Loo wegens emigratie. Intrede: te Warffum: H. Hoekzema uit Koog a-d. Zaan, te Almelo; J. van der Zanden uit Groningen N.O., te Den Haag-Escamp als pred. met bijz. opdracht (scholengemeenschap Over- voorde): A. Bolwijn uit Hollandsche- veld; te Sellingen; kand. G. Doornik te Amsterdam; te Campen (Dtsl). Evang. Altreformierte Kirche: kand. W. Vennegeert uit Baarn. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Intrede: te Breukelen (buiten verb.) dr. M. J. Arntzen, voorheen pred. van de kerk te 's-Gravcndeel. Van een onzer verslaggevers LUNTEREN De gereformeerde kerken hebben gisteren de eerste stap gezet op de weg, die misschien naar een nieuwe belijdenis zal leiden. Gisteren deed de synode na een lange en enerverende discussie de uitspraak: „Het is van groot belang, te trachten tot een eenparig geloofsgetuigenis te komen in een duidelijke taal en in verband met de vragen van deze tijd, als een mogelijke weg tot een nieuwe belijden in gemeenschap des geloofs met bet belijden der vaderen." Met de laatste woorden sprak de synode uit, dat dit eventuele nieuwe belijden in geen geval in mindering zal komen op de drie formulieren van enigheid. Het is de bedoeling, dat een in te stellen depntaatschap aan de volgende synode, in 1973, een concept zal aanbieden. De uit spraak werd gedaan met 38 tegen 22 stemmen. De tegenstand kwam van twee kanten, van rechts en van links. Ds. P. van Til uit Middelburg werd ijve rig gesecondeerd door prof. dr. C. Augustijn uit Amsterdam, een mon sterverbond, zoals prof. Augustijn zei. Ds. Van Til wilde geen nieuwe belij denis. omdat hij daar de noodzaak niet van inzag en bang was, dat zo'n nieuwe belijdenis de klassieke belij denisgeschriften in de praktijk zou gaan verdringen. Prof. Augustijn zei, dat de geloofsverschillen in de gere formeerde kerken zo groot zijn. dat een gemeenschappelijke belijdenis gewoon niet meer mogelijk is. Daar was hij overigens heel gelukkig mee. Daartussenin stond de synodemeer derheid, die vond, om het in de be woordingen van het oorspronkelijke commissievoorstel te zeggen, dat „de poging om tot een geloofsgetuigenis voor deze tijd te komen, in het geloof moet worden gewaagd." Dezen waren Het begrotingsdebat van deze week in de Tweede Kamer was oversluierd door een stemming van matheid en moedeloosheid. De regeringsge zinde fracties en de serieus te nemen oppositie waren het erover eens dat de overheid op ee* soort bestaansminimum is terecht gekomen en als er geen middelen zijn is het zinloos elkaar te be strijden over de besteding ervan. Bovendien vonden beide kampen het deze keer kennelijk niet de moeite waard langdurig en hevig te discussiëren over de wijze waarop op korte termijn in de financiële nood van de overheid moet worden voorzien. Er werden wel verschillen zichtbaar in de tegenbegroting van PvdA en D'66, maar de nietigheid daarvan rechtvaardigde geenszins een scherp debat. De toeschouwers zijn er zodoende wat bekaaid afgekomen. Het ziet er naar uit dat we deze week de stilte voor de storm hebben beleefd, een storm die wel eens zou kunnen opsteken zodra de begroting voor De heren Den Uyl en Van Mierlo hebben zich donderdagavond verongelijkt getoond over de summiere en weinig visionaire wijze waarop de minister-president hun beschouwingen over het bederf van het milieu heeft beantwoord. Zij had den daar interessante, soms zelfs diepgravende zij het niet nieuwe dingen over gezegd en de premier maakte zich er wat al te gemak kelijk vanaf door op zichzelf terecht op te merken dat de vervuiling van de wereld alleen op wereldniveau afdoende kan worden bestreden en dat de nationale overheid maar heel beperkte, maatregelen kan nemen. Dat dergelijke beperkte maatregelen ook inderdaad woVden genomen had de premier kunnen illustreren met o.a. de niet genoeg geprezen beslissing van minister Drees, dat via de Groningse smeerpijp slechts gezuiverd afval mag worden geloosd. Het is intussen jammer dat het tussen de op positie en de regering niet is gekomen tot een voldragen debat over deze kwestie. De heren Den 1973 aan de orde komt. De regering heeft de moeilijkheden voor 1972 met wat tijdelijke lap- en plakmiddelen opgelost, maar daarmee is in feite de zwarigheid naar het volgend jaar verschoven. En deze week is maar al te duidelijk geworden hoezeer de partijen binnen de regeringscoalitie van mening verschillen over de maatregelen die dan nodig zullen zijn. WD en DS'70 willen dat de be zuinigingen een blijvend karakter zullen krijgen en dat er zelfs verdergaande besnoeiingen komen, terwijl de drie confessionele partijen inzien dat blijvende belastingmaatregelen nodig zijn om een terugtocht van de overheid in belangrijke voor zieningen te voorkomen. Dat is een meningsver schil waarover men niet te licht moet denken. Er is misschien wel wat te licht over gedacht toen het akkoord-Steenkamp werd gesloten en het innerlijk verdeelde kabinet-Biesheuvel zijn werk begon. Het zal geen eenvoudige opgave zijn, die tegenstellingen binnen het kabinet en vervolgens tussen de regeringsgezinde fracties met elkaar te verzoenen. Uyl en Van Mierlo droegen bouwstenen aan voor een nieuwe beleidsvisie, de heer Biesheuvel stelde daar een filosofie tegenover die zo verheven en zweverig was dat er in de praktische politiek niet veel mee te doen is. Het is niet geheel ondenkbaar dat de premier niet veel anders heeft kunnen doen. Het was voor ieder zichtbaar dat zijn betoog zeker in eerste termijn verstierf onder de to renhoge stapel van detailvragen waarmee hij door de fractieleiders was opgescheept. Het zou de moeite waard zijn, eens te overwe gen of bij de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer het enige jaarlijkse debat over de hoofdlijnen van het regeringsbeleid die de tailvragen niet achterwege zouden kunnen blijven, om de discussie te beperken tot wat men werke lijk hoofdlijnen mag noemen. Dan zou er tijd zijn, de beleidsvisie van de oppositie tegenover die van de regering te stellen. En als de regering geen beleidsvisie heeft, dan zou dat gauw genoeg blijken. Studenten, schreef prof. Pen een jaar of vijf geleden, vragen een dubbel offer van de gemeen schap. „Eerst willen ze studeren op kosten van een ander; en als ze hun doctoraal examen heb ben gedaan, achten ze het natuurlijk en voor de hand liggend, dat ze meer verdienen dan die an der". Prof. Pen generaliseerde natuurlijk, zoals een laagbetaalde academicus inmiddels al zal hebben vastgesteld. Maar er schuilt toch ruim voldoende waarheid in zijn uitlating om er de veronderstel ling aan te verbinden, dat de doorsnee-academi cus in vergelijking met, laten we zeggen, de ge middelde eigenaar van een hotel, kapsalon of ko lenhandel, onevenredig sterk profiteert van de be taalmiddelen der gemeenschap. Is dat erg? Vermoedelijk niet, zolang de finan ciering van het universitaire onderwijs niet als een drukkende collectieve last wordt ervaren. Maar helaas stelt ook deze last de overheid tegenwoordig voor ernstig% problemen dié er met de jaren niet gemakkelijker op worden; er is al eens uitge rekend, dat als de overheidsuitgaven voor het we tenschappelijk onderwijs in het tempo van de af gelopen 15 jaar doorgroeien, ze in 2005 heel het nationale inkomen zullen opslokken. Tegen deze achtergrond kan het moeilijk on- billijk worden genoemd, als van academici wordt gevraagd, een substantieel deel van hun studiekos ten zelf te betalen. Dat is ook het standpunt van de meerderheid der commissie-Andriessen, die aan minister De Brauw een rapport heeft uitgebracht over de studiefinanciering van het wetenschappe lijk onderwijs. Die meerderheid is van oordeel, dat de universitaire studie ten dele moet worden bekostigd met een lening, te sluiten door de stu dent, die pas na het verlaten van de universiteit, zodra zijn inkomeri een zekere grens overschrijdt, met het aflossen ervan hoeft te beginnen. Van de commissieleden die dit standpunt in nemen, meent echter de helft, dat zo'n lening be perkt moet blijven tot de kosten van levensonder houd tijdens de studie. Dan zouden echter de eigenlijke onderwijskosten nog steeds voor reke ning van de overheid komen, en die zou nu juist een beetje ontlast moeten worden. Daarom ver dient het aanbeveling, ook een stuk van die kos ten (Drees jr. heeft in een vroegere functie eens een percentage van 20 genoemd) in de leningen op te nemen. De uitwerking van zo'n leningstelsel vergt zonder twijfel Salomonskwaliteiten. Ze roept in elk ge val meer vragen op dan er ooit tot genoegen van alle betrokkenen beantwoord kunnen worden. In hoeverre moet de terugbetaling worden afgestemd op de hoogte van het na de studie verdiende in komen? Moet de bijdrage in de eigenlijke onder wijskosten hoger zijn, naarmate het onderwijs in kwestie duurder is (een student in de geschiede nis kost de gemeenschap heel wat minder dan een a.s. medicus)? Wat te doen met de leningschuld van wie niet afstudeert? Hoe zwaar moet worden getild aan de bedenking, dat gegradueerde jonge vrouwen worden opgescheept met een 'negatieve bruidsschat'? En vooral: hoe kan worden voor komen, dat het systeem potentiële studenten uit minder welgestelde milieus extra afschrikt en een funeste invloed oefent op de belangstelling voor sommige studierichtingen (medicijnen, tandheel kunde, die van de afgestudeerde toch al flinke in vesteringen vragen)? Het valt te hopen, dat de regering zich door de ze en andere problemen er niet van laat weerhou den, het beginsel tot gelding te brengen, dat de hoge kosten van een universitaire studie best wat meer mogen worden afgewenteld op degenen die er het meest profijt van trekken. onderling eigenlijk alleen verdeeld over de vraag, of men nü meteen moet beginnen met de uitgesproken bedoeling „nu gaan we een nieuwe belijdenis maken", of dat men gaat werken aan een stuk, dat zich in de praktijk eventueel waar zou kunnen maken als een nieuwe belijdenis. In het laatste geval kan men, zoals prof. dr. J. T. Bakker uit Kampen zei, veel meer ontspannen werken. In de for mulering van het besluit, zoals het uiteindelijk tot stand is gekomen, wordt tussen deze twee visies het midden gehouden. De discussie werd donderdagavond ingeleid door Ds. Van Til. Hij stelde, dat men wanneer men gaat spreken over een nieuwe belijdenis, daarmee impliciet toch iets zegt over de oude. Hij vreesde, dat het zou leiden tot een repressieve tolerantie van de oude belijdenis. Hij wilde positie kie zen tegen de afbraak van de drie for mulieren van enigheid. Hij protes teerde tegen het praten over de „eigentijdse denkwereld". iHoor ik daar niet bij? Zijn het alleen de theologen van het soort, dat de laat ste vijf, zes jaar in de gereformeerde kerken is, die voor zich de term „eigentijds" mogen claimen? Ds. Van Til vond ook niet, dat de tijd werke lijk om eèn nieuwe belijdenis roept. „Een belijdenis knutselen is gewoon een soort ontspanning geworden. Zie maar naar de verzameling Credo's onderweg van Eimert Pruim. Vragen open Daarom had ds. Van Til een tegen voorstel ingediend, om geen opdracht te geven tot het opstellen van een nieuwe belijdenis. Hij formuleerde daarbij drie argumenten: de nood zaak van een nieuwe 'belijdenis is niet aangetoond; er blijven te veel vragen open, om nu reeds tot het op stellen van een nieuwe belijdenis te komen; de eenstemmighejtf ten aan zien van de wenselijkheid van een nieuwe belijdenis is niet genoeg éah- wezig. Wel stelde ds. Van Til tevens in zijn voorstel, dat de kerk de vrij heid heeft, om in bepaalde omstan-- digheden over duidelijk aangewezen zaken uitsnraken te doen met een be lijdeniskarakter. Maar dan zal de noodzaak daarvan moeten worden in gezien en de kerk in staat moeten zijn om duidelijk te snreken. Dr. B. Rietveld uit. Den Haag, de rapporteur van de commissie, hield een bewogen pleidooi. Wij leven in de twintigste eeuw met haar apokalypti- sche problemen. De kerk is bezig haar greep op de massa te verliezen. Er zijn ook diep verdrietige' contro versen in eigen kring. Zijn dat nog geen redenen genoeg om ons te bezin nen? Waarom ziin wij zo benauwd? Waar is het blijde getuigenis, zodat de kerk weer een vlam op de kande laar wordt? Laten we het proberen en bidden, dat God ons verlost uit de huidige crisis. Deputaat dr. B. Wentsel uit Bever wijk zei, de vrees van ds. Van Til aan te voelen. Met grote nadruk zei hij, dat de vraag naar een nieuw, be lijden bij deputaten beslist niet voortkomt uit de nieuwe theologie. ..Wij staan volkomen achter de drie formulieren van enigheid, maar zij steken in een harnas van de zestiende eeuw. Wij willen een geloofsgetuige nis, dat weer gaat functioneren in de prediking." Ds. I. de Jong uit Den Bosch sloot zich aan bij ds. Van Til, wiens voor stel, zo zei hij, dé vrijheid respecteer de. Het streven naar een synodaal ge loofsgetuigenis honoreert volgens ds. De Jong de mondigheid van de ge meente niet. Ouderling E. Reitsma uit Sneek vond het psychologisch niet de juiste tijd, nu de synode net tot nieu we ondertekeningsformuleren had besloten, om weer met wat nieuws de gemeenten te verontrusten. Daarente gen waardeerde drs. J. D. B. van der Meulen het commissievoorstel juist als een bestrijden van de onrust en een juist weer zoeken van elkaar in het ene levende Woord van de Heer, zodat de mensen weer gaan snappen, waarom het wezenlijk gaat. Rijkdom Prof. Augustijn geloofde, dat veel synodeleden de situatie in de kerk volkomen miskennen. Er zijn thans heel verschillende vormen van ge loofsbeleving. zodat de een de ander soms niet meer herkent in de ver woording van zijn geloof. Is dat zo erg? Kunnen wij niet eens royaal zeggen: dat is onze rijkdom? Dat we in de rijkdom van het ene geloof zo verschillend van elkaar zijn en elkaar toch herkennen als broeders in Chris tus? Praeses dr. A. Kruijswijk uit En schede vond, dat dat toch geen reden mag zijn, om het niet in het geloof te wagen. Een kerk, die niet meer in staat is, haar geloof te verwoorden, heeft reden om zich zorgen te maken over haar band met de Heer. Dr. Rietveld stelde, dat hij de visie van prof. Augustijn niet reëel vond. Het feit, dat er veertig bezwaarschriften op de synodetafel liggen, bewijst, dat niet ieder zo geniet van die verschei denheid als prof. Augustijn. Prof. Bakker vond in het verzet angst: angst voor vrijheid (Van Til) en angst voor bevoogding (De Jong en Augustijn). Deputaat drs. H. A. L. van der Linden uit Utrecht zei, dat de kerk, als zij midden in de wereld wil staan, aan de wereld duidelijk zal moeten maken, wat haar geloof is. Maar dat kan alleen met al de heili gen. Daarom stelde hij voor een op roep te richten aan alle kerken, >om mee te doen. Deputaat ds. D. J. Roos uit Over- veen zei, dat de drie formulieren van enigheid toch al geen gouden stan daard meer zijn, sinds de vorige sy node er het breekijzer in heeft gezet. Deputaat dr. IH. B. Weijland uit Arn hem was erg verdrietig over de hou ding van ds. Van Til: „De lofzang op de oude belijdenis is ook ons uit het hart gegrepen. Wij hebben gepro beerd optimaal confessioneel uit de bus te komen. Dat prof. Augustijn u steunt, zou u toch wakker moeten maken!" Uiteengespat Bij de hervatting van de discussie, vrijdagmorgen, voegde ds. Van Til een derde element aan zijn voorstel toe, als poging om de tegenstelling te overbruggen: uit te spreken, „dat er behoefte is aan een leidinggevend woord van de synode, dat gemeenten en ambtsdragers kan helpen de in houd van hun geloof op een door de noden en vragen van deze tijd afge stemde wijze te verstaan en door te geven." Als we eerst maar vaststel len, dat er geen nieuwe belijdenis moet komen, heb ik geen enkel be zwaar tegen zo'n leidinggevend woord, zei ds. Van Til. Onmiddellijk reageerde prof. Augustijn daarop, dat „het monsterverbond uiteengespat was" en dat ds. Van Til zijn voorstel nu voor hem verknoeid had. Toen het uiteindelijk tot stemming kwam, werd eerst het commissievoor stel (dat de uitdrukkelijke spits naar een nieuwe belijdenis miste en alleen .maar van een geloofsgetuigenis sprak) verworpen met 30 stemmen voor en 32 tegen. Daarna werd het voorstel-ds. A. C. van Nood, waarin wel, zij het voorzichtig, van een „mo gelijke weg tot een nieuw belijden" gesproken wordt, aangenomen met 38 tegen 22 stemmen. Het voorstel-Van Til kwam daardoor niet meer in stemming. Een amendement van ds. G. van Halsema uit Bolsward, om ook andere reformatorische kerken uit te nodigen om mee te werken, werd verworpen met slechts zeven stem men voor. KWARTET B TROUW De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Trouw Commissie van hoofdredactie; J. de Berg (voorzitter), H. P. Ester, G. J. Brinkman, J. van Hofwegen. Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; kloj en u zal opengedaan worden," Dit is een van de mooiste uitspn ken uit de Bergrede. Deze woorden werden gesproken in het kader van een lange rei Ze komen maar niet zo uit de lucht vallen. We doen soms n de bijbel als mijn vrouw met haar knopendoos. Ze rommelt net zo lang in tot ze er een vindt die ergens bij past en dan ze hem aan een jas of vest. Maar bijbelteksten zijn geen knopen die je zo maar aan een kunt naaien. En de bijbel zelf is geen knopendoos, vol teksi J.' die nog wel eens te pas komen. Als we dan toch een vergelijk j trekken, dan heeft een tekst meer weg van één zo'n metalen beitje aan een ritssluiting. Alleen als ze allemaal goed op rijtje zitten kan de ritssluiting open. Zo zijn deze woorden Christus alleen waar, "op hun plaats in deze Bergrede. Ze woi gesproken tot mensen, die ernst maken met alles wat de Heit gezegd heeft. De bidder die eerst geluisterd heeft wordt verhoo de zoeker die gegrepen is door Christus' Woord wordt gevondt de klopper die op de goede deur klopt wordt binnengelaten. Welezcn vandaag; Handelingen 2:14-21. We lezen morgen: Mattheus 4:12—17. DRIEBERGEN Een aantal her vormde theologen heeft de schrijvers van het Getuigenis (prof. Van Niftrik c.s.) uitgenodigd tot een gesprek. Deze ujtnodiging luidt: „U vraagt ons als belijdende chris tenen adhesie te betuigen met het on langs door u afgegeven getuigenis. Wii menen er goed aan te doen u nog fes ta tie" op touw te zetten en zoeken: tegen het verlangen i Westduitse leger met atoomv toe te rusten; tegen de oorli oorlogsvoering van dé West-Duitsland verbonden Ara een nen in Vietnam; tegen de steedi voorkomende uitbarstingen vai rabiaat (beestachtig, red.) anti ten eens de tekst voor te leggen, welke tisme in West-Duitsland (grafschi gen Karl Barth op 16 maart 1966 toe stuurde aan de organisatoren en deel nemers van de manifestatie te Dort mund: „Geen ander evangelie". In vertaling luidt deze als volgt: „Aan de 25 organisatoren en aan de 25.000 deelnemers van de grote mani festatie „Geen ander evangelie" zou ik deze vraag willen stellen: bent u van plan en bereid een dergelijke „beweging" en een dergelijke „mani- van8t>n 19 oktober. Open van 10 tot 17 uur en van 19 tot 22.30 uur. Zondag van 10 tot 17 uur. Entree f3.50 Kinderen tot 12 jaar 12.- ahoy lij stoi ,EI h dh ren bi Binding aan belijdenis nog knelpunt Van een onzer verslaggevers LUNTEREN Van hervorm de zijde is het voorstel gedaan, om als eerste stap naar een gemeenschappelijke hervormd- gereformeerde predikantenoplei ding aan de Vrije Universiteit te Amsterdam een proef te ne men met een gemeenschappelijk benoemde hoogleraar. Het gereformeerde deputaatschap voor de oefening van het verband met de theologische faculteit van de Vrije Universiteit meent, dat de tijd daarvoor nog niet rfóp is. Eerst dient er meer duidelijkheid te komen ten aanzien van het verschillend inzicht met betrekking, tot het karakter van de binding aan de belijdenis. Krachtens de verband-akte van de VU met de gereformeerde kerken moeten de docenten in de theologi sche faculteit hun instemming betui gen met de belijdenisgeschriften van deze kerken en zich uitdrukkelijk verbinden „in woord of geschrift niets te zullen leren, dat daarmee strijdig is". In de hervormde kerk geldt de regel, dat haar hoogleraars tegenover het moderamen van de sy node een belofte afleggen, dat zij zich scharen achter artikel 10 van de kerkorde. De wijze, waarop gerefor meerden en hervormden elk de bin ding aan de belijdenis beleven, zou een knelpunt voor samenwerking kunnen zijn, zei ds, E. G. van Teylin- gen, voorzitter van het gereformeerde deputaatschap gisteren op de gerefor meerde synode. Dr. H. B. Weijland uit Arnhem zei, dat dit een gevolg is van de grond slagwijziging van de VU, die men on voldoende onder ogen heeft gezien. Met de oude grondslagformulering stond de theologische faculteit op grondslag van de drie formulieren van enigheid. Samenwerking met an dere kerken zou dan veel gemakkelij ker zijn geweest, zo meende hij. Nu wordt alles gelegd in de persoonlijke band van de docenten aan de belijde nis. Die verandering is op zichzelf nog niet zo verkeerd, zei prof. dr. N. H. Ridderbos van de VU. Het „op grondslag van" is geworden tot „in overeenstemming met". Dat is zeker niet zwakker .Wel gaat het uit van een andere wetenschapsconceptie. Delikaat Ds. Van Teykingen vertelde de sy node over de delicate taak van zijn deputaatschap. De tijd dat het een erebaantje was is al lang voorbij. Naast de vele gesprekken met docen ten, wier uitspraken controversen op roepen is er met de faculteit als ge heel een eerste gesprek geweest over de vrijheid van de theologie. Volgen de maand zal er weer een bespreking zijn. Daarbij zal het ook gaan over de verantwoordelijkheid van de hoogle raars als predikanten in algemene dienst, met name bij een promotie. Intussen deelde prof. Ridderbos nog mee. dat ook in kringen van de VU een bezinning op gang gekomen is over de vraag, hoever de verantwoor delijkheid van de VU zich uitstrekt voor de inhoud van de aan haar ver dedigde dissertaties. De synode ging in comité om depu taten in de gelegenheid te stellen, konkreter informatie te geven over de besprekingen met de faculteit. Hervormd moderamen begint gesprekken Het breed moderamen van de her vormde synode besloot een reeks ge sprekken te gaan voeren met de mo daliteiten binnen de kerk en met groenen die op een of andere wijze verbindingen hebben met de her vormde kerk, zoals bijvoorbeeld Sep tuagint en Sjaloom. iHet breed mode ramen nam die beslissing omdat het verontrust is dat zich binnen de her vormde kerk een voortijdige polarisa tie kan gaan voltrekken. Op maandag 18 oktober a.s. zal het eerste gesprek plaatshebben op het pastoraal centrum Hydepark te Drie bergen. De gehele dag is gereserveerd voor een gesprek tussen het breed moderamen met het hoofdbestuur van de gereformeerde bond en het hoofdbestuur van de confessionele vereniging. gen); en voor het sluiten van tussen West-Duitsland en de Ojnaa repese staten en erkenning sinas 1945 bestaande grenzen? neer uw ZUIVERE belijdenis naar het getuigenis van de Schrift voor ons gekruisigde erfDc stane Jezus Christus DIT mi meebrengt en uitspreekt, dan een GOEDE, kostbare en vrut belijdenis. Wanneer het dit ni rich meebrengt en uitspreekt, het met al zijn zuiverheid GOEDE, maar een dode, soek--,- muggenziftende en kamelen-vi gende en dus farizese belijden 3$ 'is wat ik te zeggen heb van 1 :mi ér op de 6e maart in de West{ ,ze| hallen in Dortmund is gebeur ee vriendelijke groet, uw Barih." Wij hebben aan de brief va s le Barth niet meer toe te voege tn dat wij u willen verzoeken aantal gevallen Nederland in Jie 1 len, waar West-Duitsland staa rat wijl de actualiteit van de laat >ntu ren ons noopt u te vragen of u ontrusting ook betrekking he de opslag van kernwapens o derlandse bodem; de recente ging van de defensie-begrotii 6er onduidelijke houding van de landse regering ten opzichte va delijk Afrika, o.a. ten aanzien Bh< NAVO-partner Portugal teg 5 e Angola en Mozambique; de po d|cn en economische afhankelijkheids Suriname; de positie van buite:hllJ se werknemers in Nederlanrlic EEG-politiek ten aanzien van c ncil de wereld. c Over deze punten, alsmede o e vragen die door uw getuigeni len den opgeroepen, zouden ond( kenden gaarne een gesprek i willen hebben. Met vriendelijk ten,... enz." EN De ondertekenaars zijn: dr. arig van Andel (Amsterdam); dr. E, lg ker; dr. M. H. Bolkestein; iorc Bouhuijs; dr. J. J. Buskes, ds traj Bijl; dr. K. A. Deurloo; dr. F 1(.t Gennep: drs. A. Hennephof; do< Th. van Leeuwen; ds J. Lugt vo ds. R. Pomp; dr. W. A. de Pree:10m van Oosterzee; prof. dr. A. J. la Prof. dr. K. H. Miskotte; ds m_ Ruis; ds B. E. Th. Rutgers; p 'e 5 J. Sperna Weiland; dr. G. ee Schegget; prof. dr. K. Strijd; dl bj van Veen; ds. J. Vuijst; dr. K Opnenheimer: ds J. A. Eekhof A. J. Lamping. HILVERSUM De her predikant H. Noordermeer Naardense Diaconnessenhuis, d tevens voorzitter is van de neelsraad, zal met ingang vai vember dit ziekenhuis veria zich geheel te wijden aan ra< voor het IKOR, waarin hij re ruime tijd opgenomen is. Hij naast de radiocatechese ook rubrieken gaan verzorgen. Ds dermeer is 7 jaar part-timer in het Diaconessenhuis, watf^et hem node ziet vertrekken. HILVERSUM De Evan oen Omroep, die thans tegen de 'et. leden telt en op 1 november c e hoopt rond te hebben, gaat b el voudige programmablad Visie een tot 40 pagina's uitbreiden. D Det lijkheid is, dat veel E.O.-lediton lid-abonnee zijn, maar begt en dus zgn „vijf gulden"-lec i eei remt de exploitatie van het b inz weliswaar veel kleiner is dan oi andere omroepen, maar toch 'ei „Wij kunnen nog geen bokkes Pei maken", aldus het hoofdgrtike jj*n nummer voor de komende „maar wij kunnen toch ie! gaan geven dan nu. Onze hooi de begunstigers abonnees zul' den."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 2