Mollen is een sport voor
Nootdorper Van der Helm
Landbouw of industrie:
nog onopgeloste vraag ER 80 PER DAG"
Niet industrie, maar het
verkeer oorzaak van smog
SOMS VANG IK
Problemen in Hoeksche Waard
ugd aan het
l^oorcl bij
rinselijk
bezoek
CONCLUSIE VAN TNO
Regio Breda
gaat milieu
aanpakken
5
DONDERDAG 7 OKTOBER 1971
ken
NOOTDORP De boeren willen hem graag hebben.
Als mollen in de weilanden hun privé-metrootjes graven
en er steeds meer hoopjes grond in het gras omhoog ko
men, hoeven ze maar een kik te geven en hij komt, de
heer P. A. van der Helm, wonende aan de Veenweg 89 in
Nootdorp. Hij kómt niet alleen, hij vangt de mollen ook.
Gegarandeerd. Daar staat een ervaring van vijftig jaar borg
voor. In die tijd is het mollenvangen of 't „mollen" een
levensbehoefte voor hem geworden. Het is niet alleen een
sport voor hem, maar, tot voor hij gepensioneerd werd,
verdiende hij er zelfs een gedeelte van zijn brood mee
Hij heeft ze niet allemaal geteld, maar een rekensommetje
leert, dat het er in die vijftig jaar meer dan tweehonderd
duizend moeten zijn geweest. Het kunnen er ook best een
duizend of wat méér zijn. Ruim tweehonderdduizend mol
len: als je ze achter elkaar legt, krijg je een rij van bijna
dertig, kilometer
t handen van Pleun Stehouwer ontving prinses Beatrix een mand me/ éuikerprodukten. Op de achter
grond leerlingen van de tuinbouw school in Klaaswaal.
j
pf
JIJNSHEERENLAND
R0t eders met kleine kinderen op
itoa arm, zwaaiend met vlag
de jes, oudere mensen die hoop-
een glimp van het konink-
bijf
paar op te vangen, een bak-
die haastig zijn schort had
1 igooid, juichende schoolkin-
in, herkauwende koeien en
vlaggen versierde tractors,
>it is het beeld dat prinses
Fatrix en prins Claus op hun
telög door de Hoekse Waard"
rpral tegenkwamen,
Neqcrate „pleisterplaats" woensdag
het streekcentrum De Beukenhof
Mijnsheerenland, waar prinses
trix, gekleed in een lichtblauw
itelpakje, bloemen kreeg van de
leren van de algemeen leider van
streekcentrum, de heer C. van
«wegen.
id'!
et thema van deze
rinlihoeting met jongeren in het on-
W wijs, het bedrijf en de vrije tijd
n; Spn de achtergrond van een toe-
en ïstige ontwikkeling van de Hoekse
:h gard in Zuid-West-Nederland. Er
W en nogal wat problemen. Veront-
JaTi zijn zeker de jongeren over de
elijkheden in de agrarische sec-
En dat uitgerekend in een streek
VI, i van oudsher agrarisch is.
i Vi i vogelvlucht nam de heer Van
I M nwegen en de prinses en prins
door de historie van de Hoekse
'er rd. Vervolgens tekende hij duide-
onzekerheid waarin de Hoekse
verkeert, op alle fronten. Vra-
roe zijn er legio, oplossingen kunnen
fel niet geboden worden de eer-
To aren, omdat nog steeds niet vast
wat nu eigenlijk de toekomst
de Hoekse Waard zal worden,
lijft het een agrarisch gebied of
it het boerenbedrijf verdrongen
de industrie. „Het wordt tijd dat
°u\ dt. vas gesteld wat de bestemming
irga de Hoekse Waard wordt", zo
pe de heer Van Alderwegen.
\l ELPUNTEN
teb
was de
het boerenbedrijf met de investerin
gen. Zoals de zaken nu gaan, is vrij
wel onverantwoord nog grote investe
ringen te doen.
Poffertjes stonden op het program
ma in Goudswaard, met veel zorg ge
bakken in het Dorpshuis; waar plat
telandsjongeren lieten zien hoe zij
hun vrije tijd doorbrachten. Veel
creatieve werkstukken hebben prin
ses Beatrix en prins Claus bewon
derd, voordat zij hun weg voortzetten
naar Oud-Beijerland.
EERSTE KEER
Daar hebben zij een gesprek ge
volgd met jonge werknemers van de
NV Koni (schokbrekers). Jammer al
leen, dat duidelijk uitkwam dat de
jongeren onderling nog nooit contact
hadden gehad. Dit was de eerste keer,
dank zij het koninklijke bezoek.
Ook hier problemen, hoe kan het
anders in een tijd waarin inspraak en
medezeggenschap hoogtij vieren. On
geveer tweehonderd van duizend
werknemers zijn jongeren. In de ver
gadering van de ondernemingsraad
komen zij nauwelijks.
Ten eerste hun eigen schuld, zoals
,zij ruiterlijk toegaven, omdat zij 's
avonds geen zin meer hebben. In de
tweede plaats omdat zij zich weinig
op hun gemak voelen tussen de oude
ren. „Waarom geen offieuze jonge
ren-ondernemingsraad", stelde prins
Claus voor, wat dankbaar in overwe
ging werd genomen.
Het jeugdsalaris bleek ook een
moeilijk verteerbare zaak. Waarom,
zo vroegen zij zich af, verdient een
jongen van 18 jaar, die hetzelfde rou
tinewerk doet als een man van 50
jaar, honderd gulden meer?
STREEKMUSEUM
De stralende oranjezon die de hele
dag had gesdienen, liet ook gister
middag geen verstek gaan bij de aan
komst van het prinselijk paar te Hei-
nenoord. Onder luide toejuichingen
reed de stoet van hofauto's over de
dijkjes naar het Streekmuseum, voor
malig buiten van de jonkheren Van
Assendelft. Talloze antieke gebruiks
voorwerpen gaven dit oude buiten
een sfeer uit vroeger jaren. De in
oorspronkelijke kledij gestoken da
mes, die prinses Beatrix en prins
Claus van thee voorzagen, vormden
een decor waarvan het hoge bezoek
genoot.
Bijzondere attractie was wel een
tentoonstelling van in oorspronkelijke
klederdracht gestoken poppen, die al
lerlei oude ambachten uitbeelden.
Verrassend was dat plotseling een
aantal van deze „wassen" beelden tot
leven kwamen. Verschillende jongelui
uit de gemeenten lieten daarop het
prinselijk paar enkele orginele oude
ambachten zien, die lange tijd in de
Hoekse Waard in zwang waren.
Na de theepauze begaf het gezel
schap zich op weg naar het volgende
reisdoel: Strijen. Bloemen strooiende
meisjes en jongens deden de auto's
over „rozen" gaan. In Strijen was de
Snikkers Handelsmaatschappij het
doel, waar gedineerd werd in gezel
schap van leden van de Streekjeugd-
raad en ouderen uit de regio. Tot
slot van deze dag, die steeds in het
teken had gestaan van de ontmoeting
met de jeugd, was het prinselijk paar
de gast van de stichting Jeugd- en
Jongerenwerk Numansdorp, die de
prins en de prinses in de jongerenso-
ciëteit ontving. Een gezellige avond
betekende de afsluiting van het be
zoek aan de Hoekse Waard.
Prinses Beatrix en prins Claus
brachten ook een bezoek aan het
streekmuseumin Heinenoord.
Het is eigenlijk allemaal vanzelf
begonnen, toen de nu 68-jarige heer
Van der Helm als schoolgaande jon
gen op een boerderij hielp waar wel
eens op mollen gejaagd moest wor
den. Hij herinnert zich nog goed hoe
in zijn „beginperiode" in een weiland
op drie plaatsen om hem heen mollen
wroetten. Hij wist niet waar hij
moest beginnen en ving er uiteinde
lijk maar één. „Dat zou me nu niet
gebeuren." Een belangrijk punt in de
jacht is het dichttrappen van de gan
gen of „ritten", waardoor de mollen
niet meer weg kunnen. „De mensen
denken dat je zachtjes moet lopen,
maar ze horen het toch wel. Als er
onraad is, blijven ze stilzitten." Je
moet dan ook minutenlang stil kun
nen staan totdat de mol weer verder
gaat wroeten. En duizenden keren
was de schop van Van der Helm dan
raak. Hij had toen overigens een
hond, die de mollen opspoorde en
bleef wachten tot de baas kwam, zon
der al te gaan wroeten. Nu heeft hij
ook een hond, „maar die leert het
nooit".
Klemmen
Van der Helm (hij is loswerkman
van beroep en baggert en graaft slo
ten voor boeren en stak, zelfs tot
1950, turf) gebruikt nu meestal klem
men. De gangbare grote mollenklem-
men neemt hij niet meer mee, ze zijn
te zwaar. Hij plaatst nu hele simpele,
lichte dingetjes, ogenschijnlijk van
dik ijzerdraad gemaakt. Hoewel het
vangen met de schop meer arbeidsu
ren vroeg dan het plaatsen van klem
men, is dat laatste toch ook een vak
apart. „Jongen, ik vind het een
prachtsport, dat zetten en lichten van
klemmen. Ja, dat zétten is een kunst,
hoor." Als hij klemmen heeft staan,
gaat 'hij ze een paar keer per dag
controleren. „Je moet ze er snel uit
halen, want ik wil per se goeie waar
hebben!"
De mollen zijn onderhand wel be
kenden van Van der Helm. Hij ver
telt dat de eerste jongen in april ge
boren worden en dat er wel drie of
vier keer gezinsuitbreiding per jaar
kan komen. Het aantal jongen va
rieert van twee tot acht. In de herfst
vervellen de mollen. Ze zijn insektcn-
eters en eten ook wormen. Om te
drinken hoeven ze slechts naar het
grondwater te graven. Behalve de
Nootdorpse weilanden houdt Van der
Helm ook het vliegveld Ypenburg
molvrij. Eens heeft hij de gemeente
Schiedam verlost van een plaag in
een park. De oogst was 442 mollen.
„Soms heb ik er wel tien uit één rit
gehaald." Hoe oud ze worden, weet
hij niet. Het is duidelijk, dat in Noot
dorp en omgeving het gemiddelde erg
laag ligt.
Paar centen
In zijn gloriedagen presteerde P,
van der Helm het om zeventig, zelfs
tachtig mollen op één dag te vangen!
„Ik werd het wel eens zat. maar ja.
het moest gebeuren..." In die tijd
bracht dat nog wel een paar centen
op. Voor een paar gulden nam hij
van boeren een of meer weilanden
aan om die molvrij te houden En de
huidjes verkocht hij dan naar gelang
de vraag voor tien of vijfentwintig
cent. „Ze maakten er vroeger mantels
van. Ik heb me laten vertellen, dat er
voor een korte jas 300 nodig waren
en voor een lange 500." Hij heeft nog
twee adresjes waar de vellen heen
gaan. Wat er verder mee gebeurt,
weet hij niet.
Na een poosje praten in de huiska
mer, komt het hoogtepunt: „Ga je
even mee? Dan zal ik er eens een
villen. Dan kun je zien hoe het gaat."
Nou, vooruit dan maar. Sterk zijn.
Hij zet zijn pet op en gaat voor naar
een duister schuurtje waar je moet
oppassen je hoofd niet te stoten tegen
de zolderbalken en niet tegen de
spinneraggen te lopen. Boven een
werkbankje brandt een peertje. „Nou,
daar. gaat-ieDe heer Van der Helm
pakt' een fluwelen molletje, dat hij
vandaag levenloos uit een klem haal
de. Met een krakend geluid worden
eerst de vier pootjes erafgedraaid.
Het is voor hem dagelijks werk, maar
als je dat voor het eerst meemaakt,
klem je wel even de tanden op el
kaar, terwijl er onwillekeurig een
kippevelletje over je rug loopt.
Dan komt er een scherp mesje aan
te pas. Het vel wordt op de buik
opengesneden en daarna wordt het
huidje met de nodige kracht van het
lijfje gestroopt. Wat er overblijft is 'n
bloedrood rompje van vlees. „Dat
gooi ik weg. Vroeger gaf ik het wel
gekookt aan de varkens. In de oorlog
kwam iemand ze bij me halen. Die at
het echt zo op, gebakken in boter. Op
een gegeven moment kwam hij niet
meer omdat hij geen boter meer
had..."
Scannen
Het velletje is na het „pellen" aan
de binnenkant mooi schoon. Met vijf
de loop van de dag spraken
ses Beatrix en prins Claus met
iren uit de Hoekse Waard, die
vertelden waar de knelpunten
gen in dit gebied. Juist het niet
en wat er gaat gebeuren, maakt
al een beroepskeuze voor de 16
tebi 18-jarige bijzonder moeilijk. Moe-
fij een opleiding volgen in de a-
'sche sector of moeten zij uifckij-
gv. naar een ander beroep, bijvoor-
fa& d in de industrie,
elii dit verband zijn voorzieningen
voi et onderwijs nodig. Op het ogen-
'tgi maakt men „passen op de
lii is", maar wat zijn hiervan de
frequenties? Hoe groot de zorgen
de jongeren zijn, kwam duide-
naar voren in Klaaswaal, waar
■.„-koninklijk paar een les in maat-
PPijleer bijwoonde in de derde
■e van de Tuinbouwschool.
rÜet boerenbedrijf biedt geen en-
ei toekomst", zo stelde een van de
'ingen- "Voor eon kilo aardappels
Ben we tien cent. Het dubbele zou
'ste m°°ie P"js z'Jn- Voorlopig ren-
jjj het niet." De tegenslag van al
moeilijkheden ondervindt de
louwschool nu al. In de eerste
zitten vrijwel geen leerlingen
ei r- Het grootste deel van de jonge-
Wordt door de Mavo opgeslokt,
di -ou samenwerking tussen de boe
geen oplossing zijn", zo vroeg
8 Claus zich af. Dit werd door de
ïrIj lelui heftig bestreden. Het neemt
deel van de vrijheid van de boe-
wog- ..Je bent geen baas in eigen
meer."
a* positiever stond een leerling er
nover wiens vader samenwerkte
drie collega's. Ieder van hen is
°P eigen bedrijf, de machines
ffcn zij samen in gebruik. In dit
ind liggen ook de problemen in
o!
oot r
Van onze redacteur
wetenschappen
DELFT Niet de industrie
maar het verkeer veroorzaakt de
smog waarvan westelijk Neder
land de laatste weken veel last
heeft. Deze conclusie heeft het
Instituut voor gezondheidstech
niek TNO getrokken uit metin
gen die van 17 tot 23 september
op verscheidene plaatsen werden
verricht.
Op alle plaatsen vonden wij ver
hoogde concentraties van ozon, en
daaruit kunnen we alleen maar aflei
den dat de bron van de verontreini
gende gassen niet op een of enkele
plaatsen geconcentreerd was, ver
klaarde directeur ir. D. van Zuilen
van het instituut ons gisteravond. Het
moet dus het autoverkeer zijn ge
weest. Typerend vond hij dat klach
ten buiten het Rijnmondgebied optra
den in Delft (aan de drukke rijksweg
13) en in de Utrechtse wijk Kanalen
eiland (omgeven door drie rijkswe
gen).
Hoofdschuldige
Ook het opmerkelijk geringe resul
taat van de industriële beperking van
verontreinigende activiteiten schreef
ir. Van Zuilen toe aan het feit dat het
verkeer de hoofdschuldige was. Wel
gaf hij toe dat de klachten in het
Rijnmondgebied mogelijk waren ver
oorzaakt door andere verontreinigin
gen dan die welke onder het techni
sche begrip smog vallen.
Volgens de ozon-metingen in sep
tember werden niet alleen in De Bilt,
maar ook in Twente en Eindhoven
hogere concentraties vastgesteld dan
in Vlaardingen, waar de klachten van
de bevolking zich concentreerden. Dit
blijkt uit een rapport over dezelfde
metingen dat eind vorige week door
de commissie „Bodem, water en
lucht" van Rotterdam werd gepubli
ceerd. In Twente en Eindhoven wer
den geen klachten van de bevolking
vernomen.
Kennelijk is dus de „smog" die
Rijnmond en nabijgelegen gebieden
plaagt iets anders dan de simpele
smog waarvan ernst en omvang met
ozon-metingen kunnen worden vast
gesteld. Dat wijst in de richting van
de industrie, want uit de uitlaatpijp
van een auto komen weinig verras
sende dingen die het beeld van de
verontreiniging ingewikkelder kun
nen maken.
Overigens /kan worden uitgerekend
dat de produktie van stoffen die de
„simpele smog" veroorzaken in het
Rijnmondgebied door industrie en
auto's ongeveer gelijk op gaat.
Dat de zelfbeperking van de Rijn-
mondse industrieën geen zoden aan
de dijk zette kan verder heel goed
liggen aan een geringe omvang van
die beperking. Ieder bedrijf neemt op
basis van vrijwilligheid en zonder
controle de maatregelen die het na
onderzoek van het eigen geweten no
dig acht. Ondanks het gebrek aan
controle (en dus harde feiten) is wel
duidelijk geworden dat de reacties
van de bedrijven op „fase drie" nogal
uiteenliepen.
roestige spijkers wordt het dan strak
gespannen op een plank genageld. Er
liggen nog wat gestroopte velletjes,
die hij er meteen maar bijspijkert.
Als de plank vol is, zet hij die in een
hoek. Na een paar dagen is de bin
nenkant van de velletjes dan uitge
droogd. De werkbank ligt er vol mee:
stijve, rechthoekige huidjes van onge
veer tien bij dertien centimeter, met
een klein staartje eraan. In een grote
doos zitten er nog een paar honderd.
„Ik moet ze nodig weer eens weg
brengen."
De heer Van der Helm heeft een
week of drie geleden een bijzondere
vondst gedaan. Na 200.000 normale
zwarte mollen en zeven witte heeft
hij voor het eerst een mol in zijn
klemmen gevonden, die gevlekt was
met diverse kleuren, een soort lapjes-
mol dus. „Ik heb hern niet hier, want
hij wordt momenteel opgezet. Maar
het is wel een bijzonderheid, hoor.
Voor 25 gulden zou ik hem niet kwijt
willen." Een kans van één op de
tweehonderdduizend.
BREDA Uit de regio Breda, die
zestien gemeenten omvat, zal het
vraagstuk van de milieuhygiëne in de
Dongemond- en de Zekluzagemeenten
door een gemeenschappelijk optreden
worden behandeld. Het waterschap
West-Brabant zal bij de oplossing
van de problemen op dit terrein een
grote verantwoordelijkheid dragen,
speciaal wat de technische aspecten
betreft.
Dit zijn de conclusies waar het
overleg toe heeft geleid, dat is ge
voerd tussen vertegenwoordigers van
de Dongemondgemeenten (Geertrui-
denberg, Raamsdonk en Made-Drim-
melen), de Zekluzagemeenten (Zeven
bergen. Klundert en Hoge en Lage
Zwaluwe) en de voorzitter van het
regionaal overleg Breda.
Onderwerp van gesprek was de
ernstige watervervuiling van de
Westbrabantse rivieren Donge en Ro
de Vaart. Ook de gemeenten Dongen
en Oosterhout, die niet tot de regio
Breda behoren maar wel belang heb
ben bij de problematiek rond de bei
de rivieren, zijn 'bij het overleg be
trokken.
Men besloot op korte termijn con
tact op te nemen met de ministers
van milieuhygiëne en van verkeer en
waterstaat met de bedoeling financië
le steun te krijgen voor het treffen
van voorzieningen op korte en lange
re termijn. De bij het overleg betrok
ken gemeenten willen dan tevens
aandrineen op een bezoek van beide
bewindslieden aan het gebied.
Uit de regio Breda is een commissie
ad hoc in voorbereiding, die in staat
zal moeten ziln de ontwikkelingen op
de voet te volgen.