Moeilijkheden in bestuur Zeeland Groepswerk belangrijk in jeugd-huis van bewaring Portugese korporaal vlucht naar Nederland Boodschap aan allen van goede wil Gedeputeerde Kaland in opspraak en ntsnappingen meestal bravourestukjes WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1971 ml :nti jeefti >CHEVENINGEN Talrijke ontsnappingen hebben de laatste ik om lijkt te maken. Grootscheepse speuracties worden in de este gevallen niet gehouden. ;erd.S 1 het complex strafinrichtingen in Scheveningen in het nieuws jkebc ,rac^lt* ^et aantal geslaagde uitbreekpogingen, 33 dit jaar, l van enit zó snel toe dat de Haagse politie zich er nauwelijks nog ïdt, loginj ioldij p in i it een onderdeel van het complex, jeugdhuis van bewaring .,De er lSÉang" (in de Haagse telefoongids t nu 1 «sselijk „De Sprong" genoemd) asis v napten tot nu toe veertien inbe- ruii inggestelden. Alleen of in a, rt groepje wisten zij over de muur 70 fkomen. Naar aanleiding hiervan iet vejden wij een gesprek met de direc- van De Sprang, de heer W. ssens. plichten deel te groepsactiviteiten", Janssens. aan de de heer dat, ge on ng vi De eigen ingang van De Sprang is, ,erband met personeelsgebrek bui- gebruik", meldde de heer Jans ons al telefonisch. We vervoeg- ons daarom bij het belendende van bewaring. Een kleine poort toegang tot de, door een vier hoge muur omgeven ruimte. geasfalteerde weg voert langs mande wachttorens, barakachti- betraliede gebouwen en haast lische bloemenperken naar De afgesloten door een soort -an twee ijzeren deuren die van ienuit worden geopend. iel spolib irokki illegt Nieuwe opvang ïetze et jeugdhuis van bewaring De h ang omvat vijf cellenvleugels, een hoin^-wijkgebouw, groepsvertrekken, sporthal en een badafdeling, ir gemiddeld 80 tot 100 jongens 18 tot 23 jaar enkele maanden in rarrest zitten of een korte straf OT itten. De opening van De Sprang ij ||24 september 1970 door de toen- ige staatssecretaris van justitie, rsma, kreeg veel aandacht omdat Sprang het eerste huis van bewa- j was, en nog steeds is. waarvan accommodatie een nieuwe opvang gelijk maakt, hebb latuiAlle huizen van bewaring zijn", sn Sprang-directeur Janssens, „ge- aandi wd in een periode dat men nog lis v^ing /van (je cellulaire opsluiting. 1953 stapte men af van dit princi- op grond van de gedachte dat een is een sociaal wezen is dat niet te van de maatschappij geïsoleerd blijven. Wettelijk werd het prin- ra van bePerkte of algehele ge- mschap ingevoerd, hetgeen ge- inschappelijke arbeid, onderwijs, sdienst, sport, recreatie en derge- e inhoudt. Na, de oorlog zijn er n nieuwe tehuizen meer gebouwd dat betekent dat de oude inrich- (en op provisorische manier moe- proberen hun accommodatie aan nieuwe beleid aan te passen. Het ri ondere van De Sprang is, dat hier op ruime schaal ge- en verbouwd worden voor rond 4,5 miljoen, dat dit Complex leeg stond. In een observatieperiode van veer tien dagen wordt bekeken welke ma te van groepscontact het meest ge schikt is. Daarna wordt de delinquent op een van de cellenvleugels ge plaatst waar dit contact, verschillend naar afdeling, in meer of mindere mate in praktijk wordt gebracht. De gradaties van groepsleven lopen uit een van alles behalve slapen groeps gewijs doen tot een strikte isolatie, de hele dag in de cel. De man zelf kan hierbij zijn wensen naar voren bren gen, hij kan bijvoorbeeld kiezen voor een strikte isolering. In de B-vleugel, waar de groepsge- dachte het meest optimaal wordt ge concretiseerd, hebben de in bewaring gestelden inspraak in hun weekpro- gramma dat behalve een aantal uren verplichte arbeid (sjoelbakken en grammofoonkoffers) vermeldt: re creatie, sport, eten, onderwijs gods dienst, en groepsgesprekken niet de buitenwereld (studenten uit Leiden). Alles samen. Alen hoeft dus niet aan het groepsleven mee te doen, maar als men er voor kiest en geschikt bevon den wordt, is deelname aan alle acti viteiten verplicht. Positief Niet verplicht et regime in De Sprang steunt be- tpans vre op dat nieuwe sociale beleid op insda wetsartikel dat bepaalt dat de in Japa faring gestelden niet rtieer beper- imen gen mogen worden opgelegd dan er <i kt noodzakelijk om hen binnen de in d ren te houden en de tucht en de e te handhaven. Dit houdt in dat in principe niemand kunnen ver- De voornaamste oorzaak waardoor zoveel vluchtpogingen slagen is ech ter het personeelstekort. Als gevolg daarvan wordt het bouwterrein 's nachts niet bewaakt, zijn de wachtto rens onbemand en is, zoals gemeld, de éigen ingang buiten gebruik", aldus de directeur. Van de organieke sterkte van 69 man bewakingspersoneel en groeps leiders, de staf niet meegerekend, heeft De Sprang er momenteel slechts 47. Er is een personeelsstop, waardoor geen nieuwe mensen kunnen worden aangetrokken. Buiten dat is het bij zonder moeilijk personeel te krijgen (dat geldt voor het hele westen van het land). De heer Janssens: „Het zijn niet alleen de weinig geliefde weekeind- diensten maar ook en vooral de huis- .vestingsproblemen die hierbij een rol spelen. De tekorten worden proviso risch opgevangen door detachering vanuit andere delen van het land. De situatie is echter al zo nijpend dat twee inrichtingen, het huis van be waring in Dordrecht en de gevange nis in Alkmaar deze zomer tijdelijk werden gesloten om het personeel de gelegenheid te geven met vakantie te gaan. De ontsnappingen en het perso neelstekort hebben ook een negatieve invloed op het werk zelf. Door een gebrek aan voldoende (en met name ook goed opgeleide) groepsleiders kan het nieuwe beleid nog onvoldoende inhoud worden gegeven, vooral wat betreft de vulling van de vrije uren. Je kunt wel een groepsdiscussie op touw zetten maar als de groepsleider geen goede gespreksleider is d m heb je daar weinig aan. Verder moet het personeel meer dan ooit rekening houden met de mogelijkheid van ont snappingen en dat betekent dat het werk niet meer zo vrij kan worden gedaan". Ondanks het feit dat er voorlopig nog geen oplossing voor het perso neelstekort in zicht is, verwacht de Sprang-directeur toch dat het aantal ontsnappingen zal verminderen. Dit als gevolg van het principe van col lectieve verantwoordelijkheid dat nu is ingevoerd. Als een jongen of een groepje er vandoorgaat dan weet de omgeving daar veelal van. Het is zelfs mogelijk dat de organisator van de vlucht is achtergebleven. Dat maakt een onderzoek noodzakelijk, in verband waarmee de groep tijdelijk weer afzonderlijk in de cel wordt ge zet. Dezelfde maatregel geldt ook als bij een vlucht bijvoorbeeld een raam is gebroken, waardoor ook weer ande ren weg zouden kunnen komen. Als de ontsnapte terugkomt moet de groep bepalen of zij hem na een korte straftijd weer wil aanvaarden. Reageert de groep negatief dan blijft de vluchte ling in de cel. Nu ze dat ondervonden heb ben zeggen de groepsleden: „Ont snappen is best, maar niet ten koste van ons." Nu al een paar keer ben ik door de jongens van te voren ingelicht over een vluchtpoging. Ik ben geen voor stander van deze „verlinkerij", maar wij hebben voorlopig geen keus", aldus sprangdirecteur Janssens. MIDDELBURG De leden van het Zeeuwse provinciale bestuur waren het nog niet zolang geleden op één punt allemaal eens: Zee land moest geïndustrialiseerd worden. Nu heersteer een ongekende verdeeldheid over dit punt en zijn de provinciale staten het over iets anders eens: milieuhygiëne en natuurbescherming zijn heel be langrijk. Dat lijkt een leuke ontwikkeling in Zéeland Maar zo eenvoudig is het niet. Want om een goed milieubeleid te voeren, moet er ook een standpunt - r.-.'sche en planologische ontwikkeling bepaald worden. Dat zijn niet van elkaar te scheiden za ken. Die eensgezindheid op het ene punt en die verdeeldheid op het andere punt, dat er niet van los te maken is, leidt in Zeeland tot de vreemdste re sultaten. De overgrote meerderheid van de Zeeuwse provinciale staten stemde vorige week voor een motie, waarin werd vastgesteld dat in het tractaat met België over het Baal- hoekkanaal een internationale milieu raad verplicht moet worden gesteld. Ook moet er een arbitrage-clausule komen voor het oplossen van geschil len. Verder moeten er waarborgen komen voor milieugygiëne en schade loosstellingen. Het Baalhoekkanaal moet de lin- kerschelde-oever bij Antwerpen gaan verbinden met de Westerschelde. De Nederlandse regering heeft enkele ja ren geleden België toegezegd mee te zullen werken aan de totstandkoming van dit kanaal. Het is de bedoeling wanneer het kanaal gereed is, er een enorme industriële ontwikkeling in België, vlak bij de Nederlandse grens, op gang komt. Geen gekke zaak dus van de Zeeuwse staten om een goed milieubeheer in dit grensge bied gegarandeerd te willen hebben. üi Maar er is nog een ander punt. Welk tracé moet het kanaal gaan vol gen? Hierop wisten de Zeeuwse sta ten geen antwoord. Een kleine meer derheid vindt dat het kanaal door het volgens de natuurbescherming unieke schorrengebied van het Verdronken Land van Saeftinge moet komen. Een kleiner deel vindt dat het knaal beter landbouwgrond kan opslokken. Een nog kleiner deel vindt niets, omdat het eerst wel eens wil praten over de vraag of dat Baalhoekkanaal eigen lijk aangelegd moet worden. Daarmee hebben de Zeeuwse pro vinciale staten een niet onbelangrijke boot gemist. De minister van verkeer en waterstaat moet uiteindelijk voor 03,3.1 kiezen. In feite hebben de Zeeuwse staten, door geen duidelijk standpunt kenbaar te maken, tegen de minister gezegd: doe het maar, wij zullen wel zien wat er uit de bus komt. En dat is een vreemde zaak voor een provinciaal bestuur dat zich juist zo druk zit te maken over milieuhygiëne en natuur bescherming. Ontivikkelingsschets Binnen de Zeeuwse gedeputeerde staten is de onenigheid' over de toe komstige ontwikkeling van de pro vincie het grootst tussen de gedepu teerden Boersma (PvdA) en Kaland (CHU). Dat leidt keer op keer tot meerderheids- en minderheidsstand punten van GS. Met nieuwsgierigheid kijken de Zeeuwen dan ook uit naar een door GS aangekondigde „ontwik- kelingsschets van Zeeland", die voor het eind van dit jaar moet verschij nen. Lukt het GS om de zaken zo te formuleren, dat iedereen het ermee eens kan zijn? José Aligusto Gomes Pinhal Volgens de heer Janssens (en getui ge het grote aantal brieven van ex- Sprangbewoners, die hij ons laat zien), staan de jongeren zeer positief tegenover deze opzet, „ondanks dat deze ook aan hen hogere eisen stelt dan de cellulaire opsluiting". Het grote aantal ontsnappingen zou echter het tegendeel kunnen doen veronderstellen, namelijk dat dc Sprangbewoners zo genoeg hebben van het regime, dat ze er vandoor gaan als dat maar even mogelijk is. Volgens de directeur is dit echter pertinent onjuist: „Voor de meesten is een ontsnapping een stukje bra- voiurewerk, waarvan ze doorgaans al gauw spijt hebben. Het gebeurt wel dat er iemand is die per se weg wil; die trekt dan zo'n groepje avontuur- zoekers met zich mee. Moeilijkheden met het gezin, verloofde of meisje zijn soms de aanleiding voor een ont snapping. Daar heb ik wel begrip voor, het is eens gebeurd dat de offi cier van justitie in zo'n geval de vlucht achteraf legaliseerde. Dat het voor de meeste ontsnappers geen ernst is, blijkt wel uit het feit dat zeven van de veertien ontsnapten zich vrijwillig de volgende dag of kort daarop weer meldden". De bouwactiviteiten in het complex strafinrichtingen blijken de vluchtpo gingen wel te vergemakkelijken. Vroeger had het weinig zin bij ons over de muur te klimmen, omdat je dan op het bewaakte terrein van de gevangenis naast ons terecht kwam. Nu wordt daar gebouwd, de hele dag staat de poort open voor de aanvoer van bouwmaterialen. ROTTERDAM José Augusto Gomes Pinhal, 19 jaar, is gebo ren in Villa Nova Gaia bij Opor to in Portugal. Hy zit, na een jaar van voor onze begrippen on gelooflijke avonturen, tegenover ons om van die avonturen te vertellen. Dat gaat vlot, hij spreekt uitstekend Frans. Als gevolg van deze avonturen zal hij vermoedelijk nooit meer een voet op Portugese bodem kunnen zetten. Hij heeft een boodschap, zegt hij: alle mensen van goede wil te vertellen wat er in Portugal gaande is. José Gomes Pinhal ging, toen hij twaalf jaar oud was, met zijn ouders en alle elf broers en zusters naar No va Lisboa in Angola. Daar beëindigde hij zijn schoolopleiding en daar begon hij zijn werkkring als monteur \van textielmactiinerieën. Zijn avonturen begonnen, zoals hij ons vertelde, in 1969. toen hij met de Santa Maria voor een vakantie naar zijn Portugese geboortegrond ging en al de eerste dag aan land in moeilijk heden geraakte. Gevangenis In een café in Lissabon had hij een gesprek met de caféhouder, die hem vroeg waarom zijn ouders en hijzelf indertijd naar Angola waren gegaan. Twee in burger geklede mannen regenjas, slappe deukhoed tikten hem op de schouder, namen hem mee in een auto en leverden hem af in een gevangenis in Oporto. José Gomes Pinhal vertelde, dat hij aan handen en voeten werd gebon den. dat hij werd afgeranseld en dat hij ten slotte een blanco papier onder z'n neus geduwd kreeg, dat hij moest ondertekenen. Er volgden enkele maanden opslui ting, de jonge José hield zich ziek en toen een politieman hem kwam halen voor een onderzoek bij de dokter volgde een gevecht, dat ermee eindig de dat José werd neergeknuppeld. Jo sé Gomes Pinhal werd overgebracht naar een fort in Lissabon en in ja nuari 1970 werd hij in een militair uniform gestoken. Niet het normale uniform, maar een speciaal soldaten pak, waarin hij als „misdadiger" ken baar Weef. Hij kreeg wel een militaire trai ning, maar werd niet bewapend. In augustus 1970 werd hij geboejd overgebracht naar dezelfde Santa Maria, waarmee hij indertijd zijn zo ongelukkig geëindigde vakantiereis had gemaakt. Het schip ging naar Guinee, José Goines Pinhal kreeg ccn normaal uniform en werd bewapend met een FN-pistoolmitrailleur. Terreur In Guinee wachtte hem eerst een plezierige verrassing De kolonel was een vriend van zijn vader en gaf hem al dadelijk de korporaalsrang met een bevel over een sectie van twintig soldaten. Korporaal Gomes Pinhal moest met zijn sectie meteen aan het werk. Per jeep en vrachtwagen ging het naar de dorpen. Wat men daar aan inwoners vond werd op de wagens geladen, wie niet mee wilde of niet mee kon werd doodgeschoten. Wie wel meeging ver dween in de stad achter prikkel draad. José Gomes Pinhal vertelt, dat hij toen al verzet in zich voelde: hij meende niet het recht te hebben, de mensen bij honderden zomaar af te maken en hij meende ook, dat men niet het recht had, mensen zonder vorm van proces uit hun dorpen weg te halen en op te sluiten. Hij vertelt verder, dat deze pa trouilles niet ongehinderd waren: er waren regelmatig hevige gevechten met guerrilla's. In juni 1970 vertelde een van de op deze manier gevangen dorpelingen na martelingen onder meer met afge dankte injectienaalden dat hij een ondergrondse bergplaats met wapens wist. Korporaal Gomes Pinhal met zijn mensen en een andere korporaal met diens sectie, in totaal 42 man onder bevel van de andere korporaal, gingen met de dorpeling als gids, naar de bergplaats. Die werd inderdaad gevonden en met rijke buit aan wapens ging de patrouille huiswaarts. Op ongeveer drie kilometer van de kazerne liet de korporaal-patrouille commandant halt houden en hij gaf zijn mannen hel bevel, de gids neer te schieten. Ondercommandant Gomes Pinhal verzette zich daartegen, zeggend, dat de kapitein niet had bevolen de man af te maken. De patrouille keerde met de man terug naar de kazerne, de kapitein heeft hem de volgende ochtend neer laten schieten. José Gomez Pinhal vertelt, dal dit voor hem de deur dicht deed. Hij raakte over z'n toeren, maakte amok in de mess en sloeg in woede alle servieswerk kort en klein. Desertie De militaire politie greep in, korpo raal Gomes Pinhal ging met gebroken neus en allerlei andere verwondingen voor anderhalve maand het militaire hospitaal in. Na die tijd gevoelde hij zich fit genoeg om zelf in te grijpen. Met drie kameraden deserteerde hij naar Sé- négal, vanwaar hij als verstekeling aan boord van een Congolees schip naar Europa reisde, met medeweten en hulp van twee Portugese passa giers. José Gomes Pinhal ging op 13 sep tember 1971 in Antwerpen van boord, de andere drie reisden door naar Zweden. Het einde van zijn avontuur kwam in Breda, waar hij nu verblijft bij de familie Küttschreuter. Dat slot was nog even héél onaan genaam. Hij stelde zich in Amster dam in verbinding met het Angola- Comité, dat hem weer overgaf aan de Stichting Bijstand Buitenlandse Stu derenden in Den Haag. Samen met de cultureel werkster dezer stichting, mejuffrouw E. Ch. C. Geeve, ging hij vrijdagochtend naar de Rotterdamse politie om moeite te doen voor een verblijfsvergunning. Dat pakte heel naar uit. Van de zyde van het stichtingsbestuur werd ons verteld dat de Rotterdamse poli tie. blijkbaar in de mening te doen te hebben met de zoveelste gedroste Portugese schepeling, hem meteen in een cel opsloot, niemand bij hem toe liet en hem snel een-in liet Neder lands gesteld papier ter onderteke ning voorlegde. José Gomes Pinhal weigerde en met reden: later bleek dat papier een akkoordverklaring te zijn met zijn transport naar Portugal! De stichting ging aan het werk via het ministerie van justitie en slaagde er in een aanvrage voor een ver blijfsvergunning in zee te krijgen. Die zal nu waarschijnlijk voor een jaar worden toegekend. José Gomes Pinhal werd maandag vrijgelaten en kon naar het gezin Küttschreuter gaan, dat hem via vrienden was gegeven Hij zoekt nu werk in Rotterdam „Ik wilde, dat ik een kans kreeg, om voor 'de televisie de mensen te laten zien en horen wat voor toestan den er in Portugal en de Portugese koloniën zijn", zegt hij. "a'and is- wel eens de „glamour boy" van de Zeeuwse industrialisatie genoemd. Hij strijd daar nog altijd voor, maar de tijd dat hij de Zeeuwse staten alleen maar kon imponeren door het aankondigen van nieuwe en grotere ontwikkelin gen is voorbij. Gedeputeerde Kaland ziet kans om zich behalve door zijn industrialisatie-mening nog veel meer moeilijkheden op de hals te halen. Want synchroon met de ont wikkeling naar een niet zo grote zelf verzekerdheid van de Zeeuwse staten over de industrialisatie, heeft zich in Zeeland een affaire-Kaland ontwik keld. Die zaak heeft zijn hoogtepunt nog niet bereikt. Het zou wel eens kunnen dat deze affaire tegelijk met de onenigheid in de Zeeuwse staten eindigt. Maar dat einde kan nog wel even op zich laten wachten, want „Kaland heeft een harde kop", zoals de Zeeuwen zeggen De affaire-Kaland is eigenlijk be gonnen met de zaak-Stikkelorum. Mevrouw Stikkelorum, voorzitster van de Vereniging Milieuhygiëne Zeeland, moest haar functie opgeven of anders zou haar man, die bij de Provinciale Zeeuwse Energie Maat schappij (PZEM). naar een andere functie overgeplaatst worden. Hoewel hij fel gekritiseerd werd. zag Kaland toch kans deze zaak te winnen. Daarna kwam de PZEM-affaire Die is nog lang niet afgelopen. Wat begon als verschrijvingen van direc-, teur ir. T. Bogerd ten behoeve van zijn privé landhuis in Domburg, ein digt in een zaak-Kaland. Gedeputeer de Kaland is ir. Bogerd tot het uiterste de hand boven het hoofd blijven houden. De advocaten van de PZEM-directeur hebben aangekon digd desnoods tot bij de Hoge Raad in beroep te zullen gaan tegen een niet eervol ontslag van ir. Bogerd. Dat kan nog wel eens een tijdje gaan duren en dat kost het provinciale be drijf dan voorlopig 120.000 gulden per jaar, als jaarsalaris voor de niet in functie zijnde directeur T. Bogerd. Er is nog meer. Gedeputeerde Ka land weigerde na het bekend worden van de zaak-Bogerd af te treden als voorzitter van het dagelijks bestuur van de PZEM. De PvdA-gedeputeer- den Van Poelje en Boersma weiger den op hun beurt naast Kaland in het PZEM-bestuur te gaan zitten en al maandenlang is dit dagelijks bestuur niet voltallig. Onderzoek justitie In juli kreeg de justitie bciahgstel- ling voor de verschrijvingen bij dc PZEM. Sindsdien is de rijksrecherche in opdracht van de Middelburgse of ficier van justitie aan het onderzoe ken of er daarbij ook strafbare feiten gepleegd zijn. Dat heeft weer geleid tot een stroom van geruchten in Zee land. Vrienden van ir. Bogerd zouden ook geprofiteerd hebben van diensten van de PZEM. En daarna zoiets kan gewoon niet uitblijven ontstond het ge rucht dat gedeputeerde Kaland ook priv-voordclen van de PZEM had genoten. Tenslotte kwam voor de roddelaars de bevestiging. Gedepu teerde Kaland verklaarde desge vraagd dat het ontwerp voor de ver bouwing van zijn achterkamer bij de PZEM is gemaakt. En sindsdien is de achterkamer van gedeputeerde Ka land in Zeeland een vast onderwerp van gesprek. Volgens de verklaring van Kaland zou ir. Bogerd hem op een avond aangeboden hebben een tekening te maken voor het uitbreken van een muur in de achterkamer en het daar voor in de plaats maken van een kastwand. Kaland zou. denkend dat ir. Bogerd deze tekening zelf op pa pier zou zetten, dit aanbod als een vriendendienst hebben aanvaard. Maar de PZEM-directeur liet het PZEM-personeel de tekening voor de achterkamer van de voorzitter ma ken. Kaland ontkent dat PZEM-per soneel aan de verbouwing zelf heeft gewerkt. Gaslantaarns Volgens een „traditie" kunnen de leden van het dagelijks bestuur van de PZEM van dezelfde faciliteiten ge bruik maken als het personeel van het bedrijf. De heer Kaland maakt gebruik van die korting op de aan schaf van elektrische apparaten en stroom. Gedeputeerde Van Poelje die is afgetreden als lid van het be stuur is zo wijs geweest om deze voordeeltjes altijd van de hand te wijzen. Toen de Zeeuwse Gas Maat schappij met de PZEM fuseerde, bleek deze maatschappij nog een paar oude gaslantaarns te hebben. Eén was interessant genoeg voor het Zeeuws museum, de andere ging als cadeau naar de tuin van gedeputeerde Ka land. Wanneer Zeeland geen PZEM-af faire had gekend, zou niemand over deze zaken praten. Maar nu hebben ze een gewicht gekregen en leveren zij een bescheiden bijdrage tot de af faire-Kaland, die er op zich weer toe bijdraagt dat het provinciale bestuur van Zeeland niet erg soepel functio neert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 5