PREKEN OP VREDESZONDAG
ft
Want Winnetou was
ii
door A. J. Klei
m
i
ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1971
I Mevrouw Maria Van
Kints: Vroeger werden
adelaarsveren gebruikt
I *oor de hoofdtooi, nu kal-
koeneveren. Elke veer be
tekent een soort medaille.
Morgen is het vredeszondag, de eerste dag van de vredesweek. De afgelopen dagen hebben veel
dominees, zo stel ik me voor, zich in hun studeerkamer zuchtend afgevraagd, wanneer ze in hun
preek nu met fatsoen konden overstappen op de vrede-die-alle-verstand-teboven-gaat, want op dat
terrein zit je veilig. Voor de rest doe je het natuurlijk nooit goed: als ze hier tevreden vaststellen dat je
het evangelie handen en voeten geeft, klagen ze ginds dat je altijd over Vietnam preekt en nooit over
het verzoenend bloed. Of, omgekeerd, als de ene helft van je gemeente blij is dat je drukker doende
bent met de zonde in ons eigen hart dan met die der Portugezen in Angola, roept de andere helft dat
je een conservatieveling bent met een aangepast christendom.
rr*
Och, van zo'n vredeszondag is
allicht wel wat te maken. Je kunt
de lui van het Angola-comité en
van Clasc, of hoe al die clubs ook
mogen heten, best een beetje ruim
te geven... een stencil bij de uit
gang, mensen, laten we er niet
over vallen:., en je kunt er eens de
nadruk op leggen hoe mooi het
eigenlijk is dat zoveel jongeren
zich druk maken om de vrede en
om de minder bedeelden en zo,
maar anderzijds moeten we zeker
niet vergeten..., nou ja, zo kom je
wel een eind. Als we maar oppas
sen voor eenzijdigheden, nietwaar?
In de Jozefkerk te Beverwijk
werd op 10 januari van dit jaar een
verklaring voorgelezen, waarin
stond:
„Als voorgangers en medewerkers
van en aan onze samenkomsten
zijn wij de overtuiging toegedaan,
dat evangelie en politiek, geloofs
beleving en maatschappelijke,
daadwerkelijke interesse diepgaand
met elkaar verbonden zijn".
Ik citeer uit een pas verschenen
boekje dat „Welkom en onge
wenst" heet (ondertitel: Vijf jaar
zoeken In Beverwijk) en waarin
verteld wordt hoe uit de beatmis
sen van kapelaan Jan Ruijter van
de St Jozefparochie In Beverwijk
de themadiensten gegroeid zijn, die
op hun beurt weer de kritische ge
meente IJ-mond opleverden. Deze
gemeente is onlangs door bisschop
Zwartkruis van Haarlem erkend als
„een kerkelijke vereniging met
eigen bestuur", wat er op neer
komt dat Jan Ruijter en de zijnen
hun begeerde „vrije opstelling"
hebben gekregen. De complete
verklaring van het bisdom staat
achter in dit bij uitgeverij Gooi en
Sticht in Hilversum uitgekomen
boekje (prijs f 7,50).
Je krijgt de indruk dat Jan Ruijter
en mijn collega Richard Auwerda
van De Volkskrant dit boekje wat
haastig in elkaar geflanst hebben:
flarden van diensten, brokken uit
)e vrouwen in het midden, getooid met grote shawls, dansend met kleine
]es in hel rond; daaromheen de mannen in verentooien en versierselen
hun prachtige bronzen lichamenmet rinkelende belletjes om de enkels.
I ik maar meedoen. Uren achter elkaar. Daar wordt je niet moe van,
raakt in de ban van de monotone dreun en de falsetstemmen van de
nen. Daar heb ik gewoon soms heimtvee naar, wil je dat wel geloven?"
schitterende ogen vertelt dit mevrouw Maria van Kints-Kooke
sief ij} moeder van zeven kinderen, die haar gezin al tiveemaal achter liet om
Indianenreservaten te bezoekenWant Winnetou was haar eerste
notulen, een complete (paas)preek,
verklaringen... ze worden je onin-
gepakt aangereikt. Méar: juist dit
maakt „Welkom en ongewenst" tot
zo'n waardevolle uitgave, de zaken
die aan de orde komen zijn nu véél
meer herkenbaar dan wanneer ze
allemaal zorgvuldig „geplaatst"
zouden zijn. We raden dan ook
ieder aan die tegen de vragen van
het gemeente-zijn-in-deze-tijd (of
hoe je dat omschrijven wil) aan
loopt. dit boekje te kopen. We zijn
allemaal met hetzelfde bezig en
bisschop Zwartkruis zegt nét als
elk ordentelijk moderamenlid van
een protestantse synode, dat de
koplopers soms maar eens wat
moeten inhouden ten gerieve van
hen ,',die u conservatief noemt"
(pag. 15 en 16).
Terug naar de verklaring van de
10e januari. Die kwam niet uit de
lucht vallen, maar was gevolg van
het feit dat zondag 13 december
van verleden jaar in de thema-
dienst opgeroepen was tot steun
aan de anti-NAVO-demonstratie in
Brussel. Deze oproep veroorzaak
te veel deining en pastoor B. A.
Pronk zei:
„Ik ben er tegen, dat een eucha
ristieviering gebruikt wordt voor
het voeren van een politieke ac
tief...) Als iemand protesteert tegen
iets of iemand moet men proberen
alle vormen van subjectiviteit te
vermijden. Dikwijls blijkt na betere
kennismaking, dat men niet zozeer
gekant is tegen de ander, maar
tegen het verkeerde idee, dat men
over de ander heeft opgebouwd(...)
De politieke verkondiging heeft de
schriftlezingen geheel van hun
plaats verdreven. De mensenter
men overheersen te sterk het
woord van God".
We gaan hier niet verder op de
zaak in, het staat allemaal in „Wel
kom en ongewenst" (vooral de no
tulen van gesprekken zijn boeiend),
maar ik wil wel even signaleren
dat in pastoor Pronks kritiek op
„vormen van subjectiviteit" iets zit
van wat veel mensen hardop zeg
gen ze zitten altijd in de linkse
hoek, waarbij met „ze" de mensen,
predikers en gemeenteleden, be
doeld worden die zich kritisch op
stellen. Je hoort ze nooit over wat
in Oost-Europa gebeurt, is de
klacht. (Antwoord: we moeten
eerst naar onze eigen wereld kij
ken
Ik dacht dat het zo grif opge
plakte etiket „links" veel verwar
ring in de discussie brengt. De cri
tici zijn er niet op uit om „links" te
zijn, ze vertikken het alleen dinqen
die niet deugen, gewoon te vinden,
of liever: ze wensen zich er niet bij
aan te passen O ja. er zal best
modieus gedoe bij komen, maar
het is een kwestie van je opstellen.
Zeg je: laten we er maar van ma
ken wat er van te maken is, er is
overal wel wat? Je moet tenslotte
de mogelijkheden die God ons nog
aeeft. aanpakken en volmaakt krii-
oen we het hier nooit. Of blijf Je
verontrust doordrammen: mensen,
dat kan allemaal echt niet, zoiets
als bondgenoot zijn van een land
dat andere volken onderdrukt.
Nog eens. je mag best oppassen
om het niet te ideaal voor te stel
len, het werk van actiegroepen,
van kritische gemeenten, ook daar
komt „vlees en wereld" bij stel
je voor van niet! En als ik nu een
paragraaf uit een artikel van prof.
dr. F. Haarsma in De Tijd van 10
juli J.I. citeer (alweer: via „Welkom
en ongewenst"), dan zeg ik er ten
overvloede bij dat prof. Haarsma
aan het slot van zijn verhaal het
heeft over verscheidenheid van
gaven en Paulus aanhaalt: een li
chaam bestaat nu eenmaal niet uit
één lid, maar uit vele leden. Maar
prof. Haarsma heeft m.i. duidelijk
omschreven wat deze groepen, wat
vredeweek-mensen, beweegt:
„Niet alle, maar toch wel vele
van deze groepen, kenmerken zich
door een profetisch-kritische op
stelling tegen de status quo in kerk
en maatschappij. Soms komt dit tot
uitdrukking in openlijke protesten
en demonstraties, soms beperkt
men zich tot bewustmaking in
eigen kring van het onrecht, de
onderdrukking, de discriminatie en
het lijden, die al te gemakkelijk als
vanzelfsprekend aanvaard worden.
Zich beroepend op de belofte van
het komend Rijk Gods met zijn vrij
heid, gelijkheid, gerechtigheid en
vrede, verzetten zij zich tegen alles
wat daarmee in strijd is. Zij zijn
ervan overtuigd dat juist de chris
telijke gemeente zich daarbij niet
mag neerleggen. Tegelijk krijgen zij
een scherper oog voor èn het on
recht èn het kwaad, dat achter de
schone schijn en de overgeleverde
structuren van kerk en maatschap
pij verborgen ligt.
Op deze wijze wordt in deze
groepen, meer dan in de officiële
kerken, ernst gemaakt met de
eschatologische dimensie die zo
karakteristiek was voor de eerste
christengemeenten, welke immers
beheerst werden door het uitzien
naar de definitieve komst van
Christus en het Godsrijk. Paulus
getuigt daarvan als hij tot de kerk
van Korinthe zegt: „De tijd is kort
geworden. Laten daarom zij die
een vrouw hebben, zijn als hadden
zij ze niet; zij die zich verheugen,
als waren zij niet verheugd; zij die
kopen, als werden zij geen eige
naar. Kortom, zij die met het aard
se omgaan, moeten er niet in op
gaan; want de wereld die wij zien,
gaat voorbij" (1 Kor. 7, 29-31).
Het lijkt of zij weer waar willen
maken wat in het woord „paro
chie" naar zijn oorspronkelijke be
tekenis wordt uitgedrukt: dat de le
den van de christelijke gemeente
vreemdelingen zijn in deze wereld
en pelgrims op weg naar het Be
loofde Land (vgl. 1 Ptr. 1,1;2,11)."
Er zal best. modieus gedoe bij
komen, zei ik zonet. We moeten
dat overigens niet te gemakkelijk
vaststellen. De zaken die vandaag
en morgen op vredeszondag
aan de orde zijn en daama aan de
ordg blijven, zijn niet van gisteren,
net zo min als de vragen daarom
heen. Onlangs zocht ik iets na in
de verzamelde werken van Roes-
singh en toen las ik in een referaat
dat hij in 1923 voor moderne theo
logen hield en waarin het oorlogs-
vraagstuk aan de orde kwam, dit:
„Een christendom, dat niet meer
veroordeelt, dat niet meer ver
werpt, dat geen distantiebesef
meer heeft, dat niet meer en gij
verstaat deze uitdrukking nu wel
door en door aristocratisch is,
dat niet weigert zich te encanaille
ren met de morele middelmaat van
de wereld, is geen chritendom
meer".
Prof. Roessingh zei ook, best te
weten dat we om wat te bereiken,
moeten geven en nemen. Maar, zo
vervolgde hij, je bereikt alleen wat
'als er de religieuze spanning ach
ter zit van het: „In naam van God,
wii eischen iets anders".
Een van de mensen die bezig Is
geweest met zijn preek voor vre
deszondag, Is de Enkhuizense her
vormde ds. G. Boogaard. HIJ pleegt
in het kerkblad voor hervormd
Noord-Holland brieven te schrijven
aan zijn jongere collega Jan Lugtig-
heid in Hem/Venhuizen. Ik geef tot
slot nu een flink stuk door van de
laatst geschreven brief van ds.
Boogaard (de discussie rondom
Kosmokomplot speelt op de ach
tergrond, naar men merkt):
„In de vredesweek zal het ook
mijn roeping zijn in de prediking
bezig te zijn met wat de bijbel zegt
over oorlog en vrede. Ik heb tij
dens mijn vakantie een commen
taar doorgewerkt op de Johannes^
brieven en een serie preken in
schema gezet. Op de vredeszon
dag is aan de beurt het woord uit
1 Johannes 1 8: Indien wij zeggen
dat wij geen zonde hebben, mislei
den (bedriegen) wij onszelf en de
waarheid is in ons niet Sterker
nog is het tiende vers: Indien wij
zeggen dat wij niet gezondigd heb
ben, maken wij Hem tot een leuge
naar en zijn woord is in ons niet.
We hebben altijd gezegd dat we
zondaren waren. We hebben niet
altijd gezegd dat we gezondigd
hadden. Hebben we eigenlijk wel
ooit gezegd dat ons volk gezon
digd heeft, onrecht heeft gedaan,
bloed heeft vergoten, armen heeft
vernederd en vergeten, rassen
heeft gediscrimineerd?
Dat hadden we toch moeten zeg
gen, Jan, Dat moet ik toch zeggen
op die vredeszondag. Gevaarlijk,
zeg je? Moeten we dan ongevaar
lijk zijn? Welk gevaar zie je dan?
Dat de mensen zullen zeggen: die
man is vast en zeker een pacifist?
Dat gevaar is er. ik weet het En
als de mensen dat zeggen, zijn ze
ziende blind geworden en horende
doof, zoals Jezus ergens zegt.
Maar er moet tóch gesproken
worden, Jan. Je weet waarschijnlijk
wat het woord Telegraaf betekent.
Letterlijk betekent 't vèrschrijven
Berichten worden van verre over
gebracht in teken-schrift. Je weet
dat wij ook van berichten leren,
overgebracht in teken-schrift. In
dat schrift, dat voor ons betekent
dat God deze oude wereld oordeelt
en een nieuwe wereld zal doen ko
men. Zijn rijk. Het vrederijk. Omdat
dat rijk komt, Jan, zijn we tot vrede
geroepen.
Het zal je misschien grotelijks
verwonderen, maar ik heb in een
gesprekskring eens bedenkelijke
gezichten gezien toen ik vroeg wat
men er van dacht als ik in de
kerstnacht zou spreken over het
woord: Vrede op aarde. Men had
het liever niet. De mensen zouden
teleurgesteld zijn. Begon de vrede
niet in ons hart? Ik heb nagekeken
wat het woord „vrede op aarde"
betekent Vrede op aarde is het
toekomende heil op aarde.
Als de Messias geboren Is, zien
de engelen de aarde reeds als
overstroomd met die toestand van
goede verhoudingen, welzijn en ge
luk, die sinds het paradijs niet ge
kend zijn. We weten dus waar het
heengaat en hoe het messiaanse
rijk zijn zal. Door die toekomst
wordt ons leven bepaald".
-H. De bij dit artikel afgedrukte cartoons
zijn uit. „Aroma'', cartoons van Cork,
ultg. Do Forel; en: „Sana paroles" par
André, ultg. Dupuls.
■VI aar huiskamer in Ommoord is een klein
R? anenmuseum, één muur is in beslag ge-
en met de kaart van Amerika met daar-
11e reservaten; haar reizen staan er uit-
ard op aangegeven. Vredespijpen, bijlen,
enversierselen, moccasins van herteleer
kleine kraaltjes geborduurd, een prach-
entooi, foto's, films, dia's en plakboe-
ijn de bewijzen van een merkwaardige
„(JvrouweYi-hobby.
s kind was ze verzot op de boeken van
May. „Ik wist niet eens dat er echte
tnen bestonden. Later kwam ik in aan-
"jng met een antiquarisch boekhandelaar
i lillegersberg, een echte Indianenliefheb-
i 1 en toen kreeg ik het gevoel: ik moet er
eens naar toe.
len ik uit de kleine kinderen was heb
r een speciale studie van gemaakt en
irtfe dr. Brasser kennen, die destijds con-
'ator was aan het Leids Volkenkundig
in eum. Ik werd lid van de KIVA, de Indi-
chefi- en Karl May-vrienden in Nederland,
as al het oorspronkelijk Indianenblad
ajo-Times. Mijn man werkte over om
reis te bekostigen. De advertentie die
"plaatste om een reispartner (want van
man mocht ik niet alleen gaan) werd
de ANWB-Kampioen geweigerd! Enfin,
ïispartner werd gevonden."
'men met een dame reisde zij in 1966
1 Amerika, met de Greynhoundbussen
ken ze het land door. „De Indianenreser-
n liggen allemaal op slechte grond; met
jus kon je er niet bijkomen. De eerste
1 was ik voor mijn contacten afhanke-
van Indian Affairs. De Indianen toonden
erg voorzichtig en wantrouwend tegen-
blanken."
5 was acht weken ift een totaal andere
ld, ik dacht en voelde anders, leefde
ers. M'n hele leven heb ik migraine ge-
Offf daèr had ik het nooit, het is absoluut
een deur achter je dichtgaat en je in
andere wereld bent. Als er re-incarnatie
teat, ben ik vroeger een Indiaan geweest,
undeloos lijkende prairie en de hete woes
-lfijvan Arizona doorstond ik, ik bezocht de
-Wow's van Flagstaff en Oklahoma. Zo'n
i-wow is een bijeenkomst van een weck
die jaarlijks gehouden wordt. Stamleden uit
het hele land zien elkaar weer, vriendschap
pen worden bevestigd en jongelui ontmoe
ten elkaar. Ze voeren de oude dansen uit,
houden rodeo's en wedstrijden".
Eenmaal thuis liet het mevrouw Van Kints
niet meer los. Ze spaarde elke cent die ze
over kon houden voor de tweede reis. Met
haar zoon Leo reisde zij in 1968 in een auto
-X- Mflt de kleinzoon van Red Cloud i
Pine Ridge-reservaat.
beplakt met tulpen en boerinnetjes en voor
zien van de Nederlandse vlag. Ze woonden
in een travel-sleeper en konden op die ma
nier makkelijker bij de reservaten komen.
De „moccasin-telegraaf' had haar komst
aan de reservaten al gemeld. Als een vrien
din, die echt uit belangstelling komt, weM
ze nu ontvangen. Ze kreeg een speciaal vrij
geleide van Enos Poorbear. president van de
Oglala Sioux Indianen, hernieuwde de ken
nismaking met de Navajo- en Hopi Indianen,
de Supai, Sioux-, Crow- en Cheyenne-In-
dianen.
Indianen .zijn noch bloeddorstig, noch ro
mantisch. Ze zijn vroeger door de Amerika
nen gedwongen om zich terug te trekken in
reservaten, armelijke stukken grond. Werd
er bijvoorbeeld goud gevonden op Black
Hills dan werden de Indianen er verjaagd.
Daardoor raakten ze aan lager wal; jacht,
religie en opvoeding werden geremd.
De Amerikaanse regering wil de proble
men van deze minderheidsgroep, bestaande
uit een half miljoen zielen, oplossen door
assimilatie. De Indianen kunnen naar de gro
te steden gaan om er te wonen en te werken
de kinderen moesten naar blanke kostscho
len en als ze niet wilden werden er razzia's
op ze gehouden.
De jongere generatie is zelfbewust en gaat
van zich af bijten. De jeugd wil naast de
blanke leven als volwaardige partner. Niet
langer onder de „blanke vader" van Wash
ington, maar als gelijke. Jongeren keren te
rug naar de traditie van de voorouders. In
dianen hadden al vroeg een soort democratie,
het opperhoofd werd vrij gekozen, bij de
Navojo's om de vier jaar, bij de Sioux om de
twee jaar. In het Navajo-reservaat wordt olie
en uranium in de grond gevonden, die wil
len ze zelf beheren. Ze eisen eigen scholen
met Indiaanse leraren.
Jammer is, dat alle stammen eigen be
langen hebben. Toen generaal Kuster door
de Indianen werd verslagen, gingen de
Crow-indianen als scouts bij Kuster in
dienst. Sindsdien gaan de Cheyenne's niet
naar de feesten van de Crow-indianen. Niet
temin willen ze blijven leven als Indianen,
al moesten de Indianen van Taos Pueblo bij
■X" De Zondans in het Sioux-reservaat (Zuid-Dakota): ernst en overgave tijdens de reinigings
ceremonie. van de medicijnman krijgt iedere danser een pen in de borst; die wordt los gedanst
uit dankbaarheid aan de Grote Geest voor een kind dat genas of gezond terugkwam uit Vietnam.
voorbeeld zestig jaar wachten op teruggave
van een stuk land.de Blue Lake. Nu hebben
stam men vertegenwoordigers gevraagd om
een Indianen-delegatie bij de Verenigde
Naties. Ze zeggen dat ze een groep van sou-
vereine naties vormen, ingesloten en be
grensd door de VS, die hen als zodanig er
kende door middel van verdragen.
Armoede en werkloosheid vormen een
groot probleem voor de reservaten. Men
leeft van schapenteelt, wat kunstnijverheid
en toerisme; er zijn reservaten met een mo
tel en benzinepomp, waar de dagjesmensen
bij bussen vol worden aangevoerd.
„Indianen", zegt mevrouw Van Kints, „zijn
prachtige fiere mensen met mooie brede en
hoge voorhoofden. Hun cultuur hebben ze
ondanks eeuwen van verjaging en onder
drukking weten te handhaven, en daarvoor
vragen ze begrip bij de blanken. Ze hebben,
helaas, een heel verkeerde imago die ze
danken aan film en t.v.: over het algemeen
zie je daarop slechts Indianen die karava
nen overvallen, oehoe roepen, met pijl en
boog schieten."
Een opperhoofd gaf mevrouw Van Kints
de volgende opdrachten mee naar huis:
„Vertel uw volk dat het beeld dat ze van
ons hebben, vals is. Vertel uw volk, dat wij
niet lui zijn en van ondersteuning leven,
maar werken zoals ieder ander."
Mevrouw Van Kfnts: „Dat verkeerd be
grepen worden is een grote grief van dit
edele volk, en een oorzaak van veel ellen
de. Ik heb nog nooit een Indiaan ugh of oef
horen zeggen. Ik heb ze wel leren kennen
als een sympathiek beschaafd en gastvrij
volk. Ze willen kleine industrieën aantrek
ken om werkgelegenheid te scheppen op de
reservaten, ze willen hun eigen zaken be
heren en controleren."
Jarenlang zijn de winsten van de Navajo
wevers verdwenen in de zakken van blanke
handelaren. Nu is er een project van veilin
gen, waardoor de winsten van de geweven
produkten voor 90°/o naar de wevers gaan,
10% is bestemd om de onkosten van de or
ganisatie te dekken. In voorbereiding is een
boek over de Navajo-weefkunst. Ze hebben
hun eigen kranten en coöperaties.
Hét waren jonge Crow-indianen die in de
bergen van Montana een week lang vast
ten voor de vrede in Vietnam. Indianen
hebben zo hun gedachten over de blanken,
die de natuur de rug hebben toegekeerd en
daardoor zichzelf zullen vernietigen, „want
zonder natuur kan de mens niet leven".
Mevrouw Van Kints popelt al om volgend
jaar de voortzetting van de bewustwording
der Indianen met eigen ogen te aanschou
wen. Achttienjarige Fons gaat mee. voordat
de diensplicht een spaak in het wiel steekt.
Hij werk in zijn vrije tijd om de reis bij el
kaar te sparen, zijn moeder werkt twee da
gen voor hetzelfde doel: nü drie maanden
naar de Indianen. Ze is graag bereid tot het
houden van lezingen met films of dia's, ui
teraard tegen betaling, want die reis moét
er van komen, en „ik ben maar een gewo
ne huisvrouw". (Telefoon: 010-209844)
Haar man die rustig haar interessante
verhalen aanhoort, zie je denken: „nou, zó
gewoon is die vrouw van mij nu ook weer
niet".
BIJLAGE VAN
HET KWARTET
De Rotterdammer -
Nieuwe Haagse Courant
Nieumj^LmdseCouwmt
Dordts ïagfifacP'1