De klok is een persoonlijkheid Duizenden op zoek naar genezing in Roemeense modder KIJKEN NAAR KUITERT Dagelijks zichtbare .wonderen' ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1971 Laatst fietste ik tegen kerktijd langs het kleine kerkgebouw van de gereformeerde gemeente aan de Looiersgracht in Amsterdam. Even verder stopte in een zij straat een auto: man, vrouw, drie meisjes en een jongen stapten uit. De moeder zette de beide oudste dochters een hoedje op, drukte de jongste een muts op de bol en daarna ging de familie kerkwaarts. Bij de gereformeerde gemeenten komen namelijk de vrouwen, van welke leeftijd ook, niet met ongedekten hoofde in de kerk. Ik moest opeens aan mijn lage re schooltijd denken. Elke maan dag gingen de kinderen die tot de gereformeerde gemeenten hoorden, 's middags iets eerder weg omdat ze naar catechisatie moesten. De meisjes hadden die dag behalve een broodtrommeltje een muts of hoedje bij zich en bij 't weggaan uit school zetten ze die ten gerieve van het catechi satie-uur op. Ook die auto in een zijstraat herinnerde mij aan die tijd. In het dorp waar ik opgroeide zetten veel mensen die per fiets naar de „grote" of „kleine" kerk gingen, hun fiets bij een kennis in de buurt van de kerk neer en ze liepen dan het laatste stukje: on gehaast, een beetje plechtig. Dat is stijl, die hoedjes en dat lopen. Het is misschien niet onze stijl, maar die is... weet ik waar. Intussen leven de mensen van de gereformeerde gemeenten en wie er verder volgen aan de ui terst rechtse kant van calvinis tisch Nederland erg geïsoleerd. Anne van der Meiden deed in zijn sympathiek boek over de iwarte-kousen kerken een sugges tie om dit isolement te doorbre ken, maar hij kreeg weinig res pons. In de kringen waarover hij schreef is zuinigjes op zijn boek gereageerd en de niet-„zwaren" legden ook niet bar veel begeer te aan de dag om vaker bij de ander over de vloer te komen. Nu is dit wel te begrijpen, de werelden liggen zó ver uit elkaar. Verhalen over bruiden die vanwe ge een boeket bloemen de eigen trouwdienst niet kunnen mee-ma- ken of over een dominee die l.v. vertaalt met: tot verdoemenis, zulke verhalen komen niet uit de lucht vallen, maar stammen uit een klimaat waar het pastoraat tegen het bezit van een radio vermanend en tegen dat van een t.v.-toestel handelend optreedt (<k noem maar iets) en waar Bon- hoeffer niets en de zgn. oud-va- ders. theologen uit de zeventien de en achttiende eeuw, alles te zeggen hebben. door A. J. KLEI Er zijn genoeg mensen die dit alles in hoge mate belachelijk vinden en met name actieve „ge wone" gereformeerden zien neer op wat zij doperse wereldmijding noemen. Zij zijn er dan ook altijd als de kippen bij om te verklaren dat zij het niet zijn, als in neutra le bladen in verband met tegen stand tegen inenting over „gere formeerden" wordt geschreven, PROF. KUITERT en op een gegeven vond een kerkelijke instantie het nodig zich officieel te distantiëren van mensen die toch rechtstreeks tot de gereformeerde familie be horen. Maar ik zou als gereformeerde maar niet zo hoog van de toren blazen, want er gebeuren in de gereformeerde kerken ook dingen die voor de buitenwacht minstens zo vreemd zijn als verzet tegen bloemen in de kerk en tegen t.v. thuis. Ik denk hier aan wat een nieuw soort gereformeerd gezel schapsspel lijkt te worden: kij- ken-naar-Kuitert. Dat wil zeggen: elk woord dat deze Amsterdam se theoloog laat vallen, wordt van alle kanten bekeken en be tast, en wie 't eerst in de ga ten heeft dat er (weer) een steek je aan los zit, krijgt de pot. Eind juni had Godfried Bomans een t.v.-gesprek met prof. Kuitert en op grond van verhalen in kerkbladen, bezwaarschriften naar de synode, telefonades en brieven durf ik veilig aannemen dat toen een niet onaanzienlijk aantal gereformeerden het kijken- naar-Kuitert weer druk beoefend heeft. Vooral met wat prof. Kui tert over het hiernamaals zei, kon men flink uit de voeten; men kan het trouwens maanden na dato nog. Daar deugde blijkbaar niets van. Ik dacht dat de heer Kuitert zoiets zei als: ik ga terug van waar ik gekomen ben, naar God Ik. kan er concreet niet veel van vertellen, maar ik geloof er het beste van. Ja, zo ongeveer was het. En dat lijkt me een com pleet christelijk getuigenis, zo maar weggegeven, midden in een gesprek met iemand die zichzelf erg graag hoorde. Ik vind dat nogal wat! Of hadden de heren soms een soort van opvoering van zondag 22 van de cathechis- mus moet brengen? Ik schrijf dit niet om een stukje pro Kuitert in de krant te hebbc-n. Wel om van deze bedrijvigheid in de gereformeerde kerken te zeg gen dat ze me minstens zo won derlijk voorkomt als hoedjes op de bol van kerkgaande meisjes. Ik ontdek iets van stijl in de hou ding van iemand die. hoe star en strak ook, de Lv. buiten de deur houdt; ik ontdek dit vooral niet bij iemand die het toestel aanzet om de woorden uiteen te rafelen van iemand die probeert iets te zeggen van de hoop die in hem is en daarbij zich niet gemakke lijk wil verstoppen achter de schittering van klassieke formule ringen. gen vele Benedictijner monni ken zich met het maken van bellen en klokken bezighouden. Het gieten ging heel primitief, hetgeen bleek toen de klok van Urk (1446) scheurde en voor de smeltkroes werd stukgeslagen. Tussen de uiterst dunne bin nen- en buitenwand bevond zieh een dikke laag gruis, die aan sintels deed denken, Waar schijnlijk is bij het gieten de brandstof in de klokspijs geko- nien en mee verhard. In de Middeleeuwen gingen kken het klokkengleten als am bacht beoefenen. De klokken kregen naast religieuze ook we reldlijke doeleinden. Er werden Juidklokken voor brandmelding, belastingklokken en boeven- klokken gemaakt. Als nomaden trokken de gie- 'ers, gewapend met meetstok, enkele modellen, lettervormen en de klokspijs, naar de plaats waar de klok gewenst werd. De gieters installeerden zich y°or de kerk, op de markt of op het kerkhof en onder veel be langstelling van de bevolking deden ze hun werk. Dikwijls boegen de inwoners metalen voorwerpen en geldstukken v°or „hun" klok naar de smelt- kroes prof. Van Giffen zijn rond de kerk opgravingen gedaan, waarbij o.a. een originele giet- kuil is gevonden waarin de Ma- riaklok, die in de toren hangt, is gegoten. In de loop van de zeventiende en achttiende eeuw kozen de gieters zich een vaste woon plaats. Enige van deze giete rijen werken nog steeds b.v. Pe tit en Fritzen te Aarle-Rixtel, Eysbouts te Asten en de gebr. Van Bergen te Heiligerlee, Door politieke onrust verdre ven, vestigden zich in 1642 te Zutfen, later in Amsterdam de gebroeders Frangois en Pierre Hemony. Ze hebben onze steden met veel goede carillons ver rijkt. Toen Pierre Hemony, als laatste van de twee broers in 1680 stierf, had hij. veel van zijn ervaring aan zijn neven Claude en Mammes Fremy doorgege ven. Claude Fremy werkte wel sa-, men met Andreas van Bergen en men zegt nog vaak dal^de klokken uit Heiligerlee een He- mony-timbre hebben. Doch al lang voordat deze beroemde mannen hun klokken goten, be zaten de rijkere Hollandse ste den al een bescheiden beiaard Dc bekende abdij van Egmond had reeds in de veertiende eeuw een (simpel) klokkenspel. Middelburg in 1492 één van zes klokken, Deventer in 1646 één van 25 klokken, op verschillen de toonhoogte gestemd. Na 1945 is in Nederland een grote opleving in de klokken gieterij gekomen. De barbaarse beroving" van véle torens gedu rende de oorlog, had tot gevolg dat er een grote vraag naar klokken en carillons was. Het oeroude ambacht bloeide op. Toch zijn er maar weinig men sen die goede klokken kunnen gieten. Om de juiste toonhoogte te krijgen, gaat aan het gieten veel rekenwerk vooraf. Eén van d'e beroemde gieters vertelde Wanneer de eerste klokken gegoten zijn, valt niet met zeker heid te zeggen. Het moet al heel lang geleden zijn. Zelfs wordt beweerd dat Noach reeds klokken gebruikte om de werklieden, die de ark bouwden, naar het werk te roepen. Assyriërs en Baby- loniërs kenden reeds klokken. De oude Chinezen klonken platen blik met koperen nagels aan elkaar. De vorm van deze klokken doet denken aan de Zwitserse koebellen. In Peking is een klok van 53.000 kg gevonden, die niet geluid maar geslagen werd. Zij dateert uit het begin van onze jaartelling. door Nell de BockLuiting Vrij algemeen wordt aange nomen dat bisschop Paulinus van Nola in Campanië de eerste klokkengieter in het Westen was. Hij stierf in 431. Later gin- Wanneer wij het dorp Vries in Drenthe naderen, zien we als een baken boven het geboomte de toren van de kerk die uit 1100 dateert. Onder leiding van Van boven naar onder: Bronzen stemmen klinken boven Nederland. Bloemenrankversiering op een Heiligerleeklok. Zuiver stemmen is vakwerk. de handelingen en het gebruik van modem gereedschap, gaat het gieten nog op dezelfde be proefde manier als ten tijde van de Hemony's. Als wij toch nog even het idee van een „maakge- heim" willen vasthouden, dan denken wij allereerst aan de kunst een juist profiel te maken en het zuiver stemmen. Maar ook daarmede heeft men al zo veel ervaring gekregen dat er geen grote zorgen zijn. Het spreekt vanzelf dat de keuring voor beiaardklokken strenger is dan voor lujdklokken. In het eerste geval moeten de klokken de hoogste zuiverheid bezitten om in onderling verband afge stemd, fraaie melodieën moge lijk te maken. De gieters van deze klokkespelen moeten half musicus, half natuurkundige zijn. De grootte van beiaards is heel verschillend. Er zijn er van 48, 32, 25 en 18 klokken. Zelfs een klein carillon van b.v. 13 klokken kan al veel vreugde geven. Er is verder een grote keuze in stemmingen, maten en gewichten. Er zijn klokken van 10 tot 238 cm diameter en ge wichten van 10 tot 7575 kg. Op het Rode Plein in Moskou staat de zwaarste klok, die ooit is gegoten (190.000 kg, gegoten in 1522).. Een prachtig werkstuk maar kenners betwijfelen of de klank wel goed is geweest. Zij beweren dat een klok nooit zwaarder dan 10.000 kg mag zijn om een goede klank te heb ben. Napoleon heeft in 1815 gepro beerd de Moskouse klok naar Parijs te krijgen. Dat is niet ge lukt. De klok is gevallen, er brak een stuk van een meter af en daarom staat zij nu nog steeds op het Plein opgesteld. Versieringen worden met be hulp van bijenwas met hars ge maakt en worden met terpen tijn op de vette buitenmantel geplakt. Het zijn veelal bloe- menranken of spreuken. Ook wel wapens, beeldjes, psalm woorden of opdrachten. De woorden „Me fecit", hetgeen be tekent „mij maakte", met de naam van de gieter en het jaar tal, zijn vaak te lezen. Hieruit blijkt dat men de klok personi fieerde. Duidelijk spreekt dit bij de luidklok van de St. Jan in Gouda: „Och mocht ick eens met min geschal; Verkondigen een oprechte frede overal". dat de kunst van het gieten geen geheim is. Het is een ty pisch ervaringsproces. Een werk dat van vader op zoon wordt overgenomen en waarmede het personeel zich zo verbonden voelt dat het in zijn bedrijf éénmaal is voorgekomen dat een gepensioneerde vroeg steeds aanwezig te mogen zijn bij het gieten van een grote klok. Zelfs de samenstelling van de klokspijs is geen geheim. Al eeuwen is er gegoten met een samenstelling van 78 pet. koper en 22 pet. tin. In deze cijfers mag enige speling zitten, mits het percentage tin maar tussen 20 en 25 blijft. Een teveel aan tin maakt het brons te hard met kans op scheuren. Minder dan 20 pet. tin ontneemt de klok haar welluidendheid- In het buitenland is gepro beerd in het bijzonder staal toe te passen. Voldoening heeft dat niet gegeven. De klank was te koel, strak en kort. Uitgezonderd enkele verbeter- Lang geleden liet een oude Turk zich op de rug van zijn ezeltje in het zwarte water van het meer van Techirghiol glijden om naar de andere oever te kunnen komen. De man was, behalve oud, ook nog zwaar ziek, zodat het hem allerminst zinde dat zijn ezel midden in het meer stokstijf bleef staan en weigerde verder ook maar één poot te verzetten. Er zat voor de oude man niets anders op dan zieh tot borsthoogte in het troebele water te laten zakken en op z'n eigen stramme benen door het meer naar de overkant te ploeteren. Uitgeput liet hij zich op de oever vallen en sliep in. En ziedaarde volgende ochtend voelde hij zich niet alleen een ander mens, hij was het ook: sterk verjongd en gezonder dan ooit tevoren. deel van de patiënten een injectie met een extract uit het moddermid- del de behandeling voor die dag af. Veel ouderen combineren de kuur met het door dr. Ana Asian uitge vonden pepmiddel „Gerovital", dat als verjongingsmiddel ook daar bestaan speciale klinieken voor wordt toegepast. Het middel schijnt verbluffende resultaten op te leve ren, getuige het feit dat Marlène Dietrich zich met Gerovital heeft ia- ten behandelen. Zoals gezegd: een wondermiddel is deze modder niet, maar na een kuur in combinatie met de gebruikelijke (zij het hier zeer intensief toegepaste) revalidatiemethoden als massage en heilgymnastiek, zijn er wel degelijk wonderen waar te nemen in deze kli niek. Een vrouw uit Frankfurt, zeven jaar lang volkomen verlamd aan bei- Deze legende wordt de toeristen, ie tijdens hun Roemeense vakantie en tripje langs het beroemde meer an Techirghiol maken, met een limlach verteld. Geen geschied- ichrijver zal voor de waarheid van iet verhaal instaan, maar voor de kwaliteiten van de geneeskrachtige modder uit datzelfde meer eens een deel van de Zwarte Zee, waar het maar een paar kilometer van daan ligt steken gerenommeerde, en niet alleen Roemeense, artsen hun hand in het vuur. Een kilometer of twee. drie van het meer verwijderd, in Eforie-Noord aan de Zwarte Zeekust, staat de po likliniek Grand, waar dagelijks vele honderden mensen zich met deze modder laten behandelen. Elke dag krioelt het er van patiënten. Een ge middeld aantal is moeilijk vast te stellen, maar jaarlijks zijn het er op het ogenblik tegen de vijftiendui zend. Van volgend jaar af, als het nieuwe sanatorium vlak achter het oude gebouw klaar zal zijn. worden dat er nog veel meer; het bijbeho rende hotel telt 1400 bedden, waar door patiënten in rolstoelen intern kunnen kuren. Waar komen al deze mensen van daan? Medisch directeur dr. Con- stantin Ene, zelf reumatoloog, doet allerminst geheimzinnig over zijn jnodderbedrijf'. Boeken en registers worden tevoorschijn gehaald en daaruit blijkt dat de patiënten af komstig zijn uit 42 landen, velen uit Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland, Duitsland, Engeland, Italië, Frankrijk, België en Luxemburg. Die uit Nederland zijn op de vingers van één hand te tellen en dan nog is de optelsom het totaalaantal over alle jaren. De patiënten worden veelal vanuit fen kliniek of door specialisten uit eigen land naar Eforie gestuurd. Dat is een simpele procedure, omdat daar in tegenstelling tot ons land of- ticièie overeenkomsten zijn afgeslo- tussen gezondheidsorganisaties in 'ze landen en die van Roemenië. De registers tonen namen van mensen 'it allerlei beroepen, ook parle Dr. Consfantin Ene mentsleden ên regeringsfunctionaris sen. Artsen, die zich in Eforie-Noord laten behandelen, vormen geen hoge uitzondering. De ochtenden zijn ge reserveerd voor buitenlanders, 's middags komen evenzoveel Roeme nen aan bod. „Wij", zegt dr. Ene en „wij" zijn de dertig specialisten en een veel voud aan masseurs en ander gekwa lificeerd personeel „krijgen hier patiënten met diverse chronische kwalen. Het merendeel lijdt aan reu ma, zeer velen ook hebben verlam mingen, hernia's, moeilijkheden in het centrale zenuwstelsel, spier-, ge- wrichts- of orthopedische aandoenin gen. Daarnaast hebben we patiënten met chronische huidziekten bijvoor beeld eczeem, chronische problemen met de stofwisseling, struma en ook weer chronische vrouwenziek ten." Over de reumapatiënten: „We pre tenderen niet een geneesmiddel tegen reuma gevonden te hebben. Dat is onmogelijk, omdat de ziekte eenmaal samenhangt metklimaat;1 werk en voeding, factoren die overal verschil len, die wij niet in de hand hebben. Maar jarenlange ervaring (de kliniek is in 1935 geopend) heeft ons geleerd, dat we met. onze methoden ten min ste het ziekteproces tot staan kunnen brengen. In - cijfers uitgedrukt: bij vijftien procent van onze patiënten wordt de ziekte in elk geval niet er ger, maar tachtig procent bereikt zulke goede resultaten, dat ze hier stukken beter vandaan gaan". Eer lijkheidshalve voegde hij eraan toe, dat zo'n vijf procent niet bij de be handeling gebaat is. Die resultaten worden bereikt door een zeer intensieve behandeling, want een wondermethode is het niet en de patiënt wordt zelf ook stevig aan het werk gezet. Er wordt de ge bruikelijke heilgymnastiek en massa ge gegeven. De afdeling elektrothe rapie staat vol apparatuur, afkomstig uit alle mogelijke landen, voor be straling, behandeling met wissel stroom ultrakorte golven, galvanische stroom en meer van deze voor leken op elektronisch gebied onbegrijpelij ke toestellen. Hier vindt onder ande re elektrische massage plaats. Verder neemt de afdeling hydro-therapie een belangrijke plaats in. Daar wor den wissel-, zout- en galvanische ba den gegeven en douchebehandelingen en onderwatermassage toegepast. Maar de modder, zegt dr. Ene, is het voornaamste bestanddeel van de kuur. Zout- en mineraalgehalte van deze modder, in baden of zgn. ver pakkingen gegeven, zijn vijf tot zes maal ,zo hoog als die van het zeewa ter. Een analyse van de modder heeft aan het licht gebracht, dat er chloor, broom, sulfaat, natrium, kali en magnesium in zit, voorts koolhydra ten. aminozuren, vitamine C, BI, B2 en B12 en andere elementen met the rapeutische eigenschappen. Iedere patiënt wordt individueel behandeld. Voor men aan een kuur beginnen mag, wordt men aan een nauwgezet medisch onderzoek onder worpen en aan de hand daarvan wordt het programma voor de meestal drie, soms ook vijf tot zes we ken durende kuur opgesteld. Te vens wordt vastgesteld, of de patiënt modderbaden dan wel -verpakkin- Een patiënte wordt van boven tot onder volgesmeerd met de vette, zwarte modder uit het meer van Techirghiol. gen nodig heeft, hoe lang hij erin moet blijven en hoe hoog de tempe ratuur van de substantie moet zijn. Oude mensen de oudste patiënt is negentig krijgen een andere be handeling dan jongere, patiënten met bijv. hartinfarcten kunnen er in het geheel niet behandeld worden. Van half december tot half januari gaat de kliniek dicht. Voor het overi ge kan men er om zeven uur 's mor gens, ook 's zaterdags, al terecht om zijn programma af te werken. Alleen de ech'.e dauwtrappers zijn er zo vroeg bij, zodat het om die tijd nog vrij rustig is. Dat is met de zaal voor door Loes Smit heilgymnastiek altijd het geval, om dat daar individueel of in zeer kleine groepjes les wordt gegeven. Hier staan ook de apparaten, waarop men zonodig dagelijks wordt opgerekt. Later op de ochtend wordt het roe zemoezig. Vooral in het hart van het gebouw, waar links en rechts van de „promenade" de cabines voor mod derbaden zijn, is het dringen. Midden in die gang troont mevrouw Fiorica, die de patiënten bij benadering de tijden opgeeft, waarop zij zich bij de diverse afdelingen dienen te melden. Haar dagrooste'rs, die een fors bureau compleet beslaan, zijn haast niet te rug te vinden tussen het gewemel van patiënten in kostuum, jurken, badjassen, dusters, kamerjassen, zwembroeken en -pakken en badla ken?, die allemaal tegelijk geholpen willen worden. In de moddercabines is het rusti ger. Daar zijn hoogstens twee patiën ten tegelijk: één voor de verpakking, één voor het bad. Vijftien kilo mod der, vers aangevoerd, wordt op pre cies de juiste temperatuur maxi maal 48 graden Celsius binnenge bracht en uit de emmers op een bank uitgestort, op een stuk canvas met een lap gummi eronder. De patiënt gaat erop liggen, moet even „door" vanwege de hitte en wordt dan van top tot teen ingesmeerd met het dik ke, zwarte, kleffe en niet fris ruiken de spul. De „verpakking" is effectief: be halve het gummi en het canvas ko men er nog dekens overheen, zodat het stijf als een mummie ingezwach telde slachtoffer niet eens het zweet van zijn gezicht kan wissen. Na twintig minuten onbeweeglijk liggen mag hij van zijn plaats blubberen, ook een kunst waarvan men even slag moet hebben. Twee in de grond verzonken badkuipen, gevuld met warm, groen, zout water, zijn be stemd om weer een schoon mens van je te maken. Rusten, ongeveer een kwartier, is verplicht na deze in spanning. Omdat zeer veel patiënten douche massage voorgeschreven wordt, is het ook bij deze afdeling erg druk. De masseurs werken hard: elke tien minuten een andere patiënt, van ze ven uur af tot vaak half twee, twee uur aan toe. De patiënt wordt plat liggend letterlijk van de tenen tot de nek en armgewrichten toe gemas seerd onder een rij kletterende dou ches; onder water is massage minder pijnlijk dan „droog". Van de elektrische massage kom je weer helemaal bij. Een Frans, Rus sisch, Chinees, of Amerikaans toestel masseert, terwijl de patiënt uitge strekt op een bed uitrust. Na afwer king van het voorgeschreven aantal elektrische apparaten sluit voor een de benen en door haar artsen opge geven, liet zich ten einde raad in Eforie behandelen, kon na de eerste kuur weer staan en met krukken lo pen. Na een aantal herhalingen is ze zo ver. dat ze zelfs kan springen en niet één stok of ander hulpmiddel meer gebruikt. Ze hoeft allang niet meer terug te komen, maar doet het toch uit angst dat haar ziekte zich zal herhalen. Zulke wonderen zijn hier geen uit zonderingen. Een andere Duitse vrouw, tot tweemaal toe aan beide heupen geopereerd, kon desondanks vrijwel niet meer lopen. Na acht da gen behandeld te zijn, kwam ze uit haar rolstoel. Na de eerste kuur had ze nog maar één stok nodig en kon zich lopend voortbewegen. Een Zweedse man vertelt voor de vierde maal in de kliniek te zijn. De eerste keer kwam hij met door polio verlamde benen in een rolstoel. Hij zegt toen zelf tot niets meer in staat geweest te zijn. Nu loopt hij met één stok. Hij is helemaal alleen in zijn auto van Zweden naar de Roemeense kust gereden. Een van de masseurs vertelt in de loop van zijn praktijk herhaaldelijk meegemaakt te hebben, dat mensen die hun verlamde armen niet eens meer konden optillen, na twee weken kuren er weer mee kon den schrijven en eten, dat patiënten in rolstoelen kwamen en zonder ver trokken. Maar één kuur is niet vol doende. Het effect van de behande ling, zegt hij, is pas blijvend als ze driemaal gekuurd hebben. De modder wordt in grote hoeveel heden uit het Techirghiolmeer ge haald om in de kliniek te worden gebruikt. Raakt dat meer op die ma nier nooit leeg? Nee, zegt dr. Ene beslist. De specifieke flora en fauna van het meer houden de kwantiteit constant op peil. En wat meer is: ze zorgen ervoor dat de kwaliteit beter en beter wordt. Modder als genees middel is overigens geen Roemeense vinding. De oude Egyptenaren ge bruikten de modder in de Nijlvallei al voor curatieve doeleinden. Zo zien „verpakte" patiënten eruit: ingekapseld in canvas, lakens en dfekens, waardoor er geen plekje overblijft, dat niet door de hete modder bedekt is. Deze patiënten liggen „opgebaard" in een tienpersoons moddercabine.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 13