ioolbouwer
eeuw
Den Haag
erkzaam
Eerste fase in bouw
tunnel Oude Maas
Het is harde noodzaak
dat Rotterdam een
levendige stad blijft
Vijf maanden
lang reeks
evenementen
in binnenstad
Rijkswaterstaat start werkzaamheden
Ingrijpende maatregelen:
Zwijndrecht verliest
400 woningen
Dordrecht 80 huizen
en aantal bedrijven
7
WQBNSjDAG 7 APRIL 1971
Vriendelijk verzoek
om niet zelf het
abonnementsgeld
te gireren maar de
ACCEPT-GIROKAART
af te wachten en uitsluitend daarmee te
betalen.
Anton Fibbe (C'70> blijft „vechten"
ROTTERDAM „Iemand moet bevoegdheden krijgen om de
zaken te coördineren. Voor mij is het mooi geweest. Mijn opdracht
was C-70 voor vijf maanden te organiseren. Dat heb ik gedaan.
Daarmee heb ik in feite aan mijn opdracht voldaan. De eindfase is
het herstructureren van de paviljoens, maar dat valt niet onder de
oorspronkelijke opdracht. Als bestuurslid van C-70 had ik ook een
uitvoerende taak. Dat rtioet nu een ander gaan doen. „Uit deze
zakelijke tirade van Anton J. Fibbe (54) zou men niet afleiden, dat
de initiatiefnemer van C-70 het op het ogenblik een beetje moeilijk
heeft
Verlies
De „Drechttunnel" vereist ingrij
pende aansluitingen op de rijksweg,
Zwijndrecht „verliest" ongeveer vier
honderd woningen, een school en het
bekende Hervormd Centrum Meer-
dervoort. De meeste bewoners van de
te amoveren woningen hebben intus
sen al woonruimte aangeboden gekre
gen in nieuwbouwwijken.
DEN HAAG Omstreeks 1900 leefde er te Amsterdam een
skere Karei van der Meer. Op 21 januari 1862 te 's-Gravenhage
jeboren was hij al betrekkelijk vroeg naar de hoofdstad vertrok-
ten, waar hij erin slaagde een vioolwerkplaats te stichten, die heel
nel Europese vermaardheid kreeg. Hoewel zelf geen vioolbouwer
van professie als restaurateur van strijkstokken is hij primair
bekend geworden slaagde hij erin uiterst bekwame mensen aan
te trekken en aan zich te verbinden: waarmede een periode van
wederopbloei van de Nederlandse „lutherie" werd ingeluid.
zaken wel ernstig bemoeilijken." De
enkeling blijkt niet de overheid te
zijn. Volgens de heer Fibbe zijn het
•particulieren en het bedrijfsleven, die
het niet aöemaal eens zijn met zijn
opvattingen over het verlevendigen
van de binnenstad door paviljoens op
het Stadhuisplein, De Coolsingel en
andere plaatsen in het centrum.
Lof
Over de gemeente heeft hij niets
dan lof, waarbij hij de politie niet
vergeet. „Ik", aldus de heer Fibbe,
„vind het een harde noodzaak dat we
de stad levendig houden. B. en W.
hebben dezelfde mening als ik dat
het wenselijk is dat dat gebeurtHij
vertrouwt toe dat hij als initiatiefne
mer van C'70 vorig jaar "iedereen
rijp moest praten" om mee te wer
ken. Het lijkt alsof hij daar toen goed
in geslaagd is. Volgens de heer Fibbe
willen velen dat C-70 terugkomt,
maar hij is van mening dat dat niet
meer kan. Aan de andere kant meent
hij dat in feite alles terugkomt. Al
leen de paviljoens moeten verplaatst
worden. Met zestien partijen zegt de
C-70 initiatiefnemer overeenstem
ming bereikt te hebben. Op 15 april
worden de onderhandelingen over de
paviljoens afgesloten „Na de vijf
tiende gaan we bouwen"
Evenementen
Wat de activiteiten van C-70 be
treft gelooft hij dat deze opnieuw te
realiseren zijn. „Vele mensen die vo
rig jaar hebben meegewerkt zijn naar
me toegekomen om wat te doen." In
de gedachtengang van de heer Fibbe
zou er elk jaar vijf maanden lang een
reeks evenementen in de binnenstad
moeten plaats vinden. Dat kunnen
gevarieerde activiteiten zijn.
De heer Fibbe vindt dat de bevol
king de ideeën daarvoor moet inbren
gen.
Harde noodzaak
De heer Fibbe: „Als we elk jaar
honderdduizend gulden voor stadsac-
tiviteiten hebben, hebben we ieder
jaar een stad vol mensen, vooropge
steld dat intact blijft wat we nu heb
ben- Als de terrasjes weg zijn is het
afgelopen. Het dreigement van de nv
Stadhuisplein een kort geding tegen
de heer Fibbe te zullen aanspannen is
verdwenen. „Dat kort geding komt er
niet", zegt hij. „Juridisch weet ik dat
ik het verlies. Dus doe ik het via
overleg." In de praktijk blijkt het
overleg minder goed le hebben ge
werkt dan de heer Fibbe wellicht had
verwacht. Hij gaat verder: „Ondanks
mijn soeplesse komen ze telkens met
andere bezwaren. Ik heb aan alle
De onderdelen van de kabelbaan
liggen klaar om weer in elkaar gezet
te worden.
A. J. Fibbe
wensen voldaan, ook op het Stadhuis
plein, behalve weghalen. Als ze niet
terugkomen op hun eisen heb ik de
indruk dat het met de paviljoens op
het Stadhuisplein wel afgelopen is. Ze
vergeten dat het Stadhuisplein
daardoor voor vele jaren grote schade
oploopt. Dat vind ik verdrietig. Er
zijn kwade tongen die beweren dat
C-70 er belang bij heeft. Dat is niet
waar.
Kabelbaan
Een gesprek met de heer Fibbe is
nauwelijks mogelijk zonder het on
derwerp kabelbaan, een van de grote
attracties van C-70, aan te roeren.
Allereerst wijst hij cr op dat er vorig
jaar zeshonderdduizend mensen een
tochtje mee gemaakt hebben. Hij ziet
de kabelbaan als een element in de
stad om mensen te trekken en men
sen in de stad te houden. In de stad
blijft de baan niet. Alle onderdelen
van de baan liggen stil rondom de
Euromast te wachten op wederop
bouw. Over de plaast waar de baan
komt is de heer Fibbe positief. Hij
hoopt hem te krijgen aan de Park
kade en Parkhaven.
Hij is echter afhankelijk van de
deskundigen, die moeten beslissen of
het kan, omdat de kademuren zestig
tot zeventig jaar oud zijn. Hij ver
wacht dat hij over veertien dagen
een officieel verzoek om plaatsing bij
de gemeente kan indienen. Op dat
verzoek zal de gemeente niet alleen
met ja kunnen reageren. Er moeten
honderd heipalen de grond in en hon
derdtien betonpalen. Het heien, het
plaatsen van de kabelbaan en andere
voorzieningen begroot de heer Fibbe
op een kwart miljoen gulden, hetzelf
de bedrag, dat het vorig jaar in de
binnenstad heeft gekost. De lengte
van de baan blijft ongeveer achttien
honderd meter. De gemeenteraad zal
dus ook nog moeten beslissen over
het fourneren van tweehonderdvijf
tigduizend gulden, een bedrag, dat de
heer Fibbe „zakelijk gezien een fluit
je voor een cent" noemt. Als hij de
toestemming en het geld heeft zijn er
nog vijf tot zes weken nodig om de
baan op te stellen. „In juni moet-ie
draaien anders verliezen we een hoop
geld. Het seizoen is dan al half om."
Wat de plaats betreft had de heer
Fibbe de baan liever in de stad ge
houden „niet als een standbeeld van
schoonheid maar als een trekker voor
de stad."
Hij gelooft dat er mensen zijn
die liever een mooie stad zien
waar geen mensen komen dan
een minder mooie stad waar veel
mensen komen. Ten slotte een
hartewens van de heer Fibbe:
„Dat door C-70 een keerpunt is
gekomen in de stadsontwikke
ling, waarvoor de hulp van de
overheid en het bedrijfsleven
nodig zijn. Ik heb het gevoel dat
de Stichting C-70 de komende ja
ren wel eens het centrale punt
zou blijken te zijn."
Kamersecretaris Van
Nass legt functie neer
ROTTERDAM De Algemeen-
Secretaris van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rotterdam,
de heer J. G. M. van Nass, heeft om
persoonlijke redenen de wens te ken
nen gegeven per 1 juli zijn functie
neer te leggen.
Het Bestuur heeft de Kamer voor
gesteld dit verzoek in te willigen en
de heer van Nass per 1 juli op de
meest eervolle wijze ontslag te verle
nen, met welk voorstel de Kamer in
haar vergadering van 6 april j.l. heeft
ingestemd.
Hun leerlingen waren allemaal echt
,uit het goede hout gesneden" en zet-
't edele ambt voort. We noemen
lier namen die over de gehele wereld
bekende klank hebben gekregen:
llitz, Bouman, Eberle, Krumhulz,
tunze, Möller, Tomasowsky en Ve-
Iral. En, vooral niet te vergeten, Wil-
lelm Johann Stiiber, die op zondag 4
ipril het feit herdenkt, dat hij zich
roor vijftig jaar in 's-Gravenhage
restigde.
Wie was deze Wilhelm Johann
Stüber?
Een Duitser, die in 1888 te Crails-
ïeim werd geboren. Al heel vroeg
jpenbaarde zich bij hem de belang
stelling voor het koninklijk instru
ment en toen hij achttien was gewor
den ging hij naar Markneukirchen in
Saksen om zich als leerling van de
beroemde Ewald Braun, die zelf het
nobele officium in Sint-Petersburg en
andere muziekcentra had beoefend, in
het vak te bekwamen. Later bracht
ftjn liefde en weetdrift hem nog el-
Iers: te Sanikt-Gallen, te Zürich, te
'I 3erlijn.
Waarom hij, nog jong, in 1914 naqr
Nederland kwam?
We wezen reeds op de bekendheid,
Bie ons land, dank zij het atelier Van
fier Meer zich wederom als viool-
jouwcentrum had verworven. W. J.
fetüber ging naar Amsterdam, ver
guisde naar Rotterdam, tenslotte
wam hij te 's-Gravenhage bij Jo-
keph Vedral terecht.
I Totdat hij zich in het romantische
Jand aan het Noordeinde vestigde,
Laar hij tot op de dag van heden
jaar! werkend leeft en levend
Ieerkt als een weldoener voor zijn
lliënten, die allen zonder enige uit-
jbnderinp, tot zijn reële vrienden be-
§oren.
Stüber is een fijn mens, een bijzon-
Ier fijn mens; van een bescheiden-
leid, dermate groot, dat iemand ja-
enlang met hem zou kunnen om-
[aan, zonder te weten dat hij in de
wereld van de viool een celebriteit is.
Dat hoort hij dan ook van derden; zo
van de bezoekers van het Interna-
B tionaal Concours 1949 voor Vioolbou-
IJ wers in het Gemeentemuseum te 's-
Gravenhage, waar hem niet minder
ian vijf prijzen werden toege-
W tend...." hij kwam toen met een com-
>leet door hem zelf gebouwd strijk
kwartet: dus twee violen, één alt, één
doloncello. Dat strijkkwartet was een
>unt in het gesprek tussen ons bei
den, enige dagen geleden.
nj'
kri:
Of meester Stüber thans ook nog
volledige strijkkwartetten aflevert?
„Die tijd is voorbij. Maar misschien
vindt u het wel leuk te weten dat ik
Iïr, dat is al heel wat jaartjes geleden,
in geleverd heb aan de heer Leyds,
de secretaris van Paul Krüger..." Een
nededeling, die ons verraste. Omdat
e de sfeer bepaalde van de artistieke
ictiviteiten van Johann Stüber.
Vaarmee hij bovendien raakte aan
len periode van zijn leven, die vol
tooid verleden tijd is. De sfeer van de
huiselijke muziekbeoefening en de
ontwikkeling, subs, het verloop daar
van in vijf decennia.
Stübers mening hieromtrent:
„De huiselijke muziekbeoefening ls,
vooral na de tweede wereldoorlog,
geweldig vooruitgegaan, zuiver ama
teuristisch gezien. Denk maar aan de
blokfluiten, denk maar aan de vedels.
Maar het strijkkwartet? De belang
stelling daarvoor heeft hiermee geen
gelijke tred gehouden. Wat je vroeger
had? Ensembles geheel uit medici be
staande, zoals thans nog in Tsjecho-
Slowakije. Maar dat is hier echt wel
voorbij".
„Mijnheer Stüb'er, u staat ervoor
bekend, ik ben bovendien zo gelukkig
dit uit persoonlijke ondervinding te
weten, dat u een expert in het bou
wen van altviolen bent. Waarom deze
liefde, komt ze voort uit de omstan
digheid, dat het aantal waarlijk goe
de instumenten op dit gebied zo be
perkt is?"
„Dat laatste is wel waar, maar dat
heeft'zijn goede reden. Denk eens aan
de taak van het instrument in de
klassieke strijkkwartetten,. neem
Haydn maar. Dat is allemaal heel
eenvoudig, zo van pom-pom, pom
pom-pom! Maar hoe is het verder
gegaan? In latere tijden bij latere
componisten kreeg de alt een functie,
gelijkwaardig aan die van de eerste
viool; van begeleidingsinstrument
zonder veel betekenis kreeg hij in 't
ensemble importante plaats. Waarmèe
meester Stüber zijn liefde en kunde
niet geheel en al kon verontschuldi
gen. Doch we gingen daar verder
maar niet op in. Lieten hem echter
nog even vertellen, dat hij er „bij
benadering" twaalf gebouwd heeft,
waarvan hij ons er één toonde: „spe
lend als een viool".
Want hoe was het?
We mochten in geen enkel opzicht
zijn lof verkondigen. Waaraan we ens
houden, eindigend met een citaat uit
het werk .van Lüttgendorf: „Die Gei-
gen- und Lautenmacher vom Mittel-
alter bis zur Gegenwart". Die „Gegen-
wart" loopt daar tot 1922 en achter de
naam Stüber vinden we: „Hij is een
ijverig, hard werkend, ontwikkeld en
zeer begaafd vioolbouwer van wie
men nog veel schoons kan verwach
ten". We zijn thans bijna een halve
eeuw verder en mogen constateren
dat de hier gestelde prognose juist is
geweest.
Vioolbouwer Hüber aan het werk
Zijn plannen voor het handhaven
van de paviljoens in de binnenstad
dreigen schipbreuk te lijden. De
plannen liggen tot 15 april op het
stadhuis ter inzage. Tot de 15e april
kunnen bezwaren tegen Fibbe's plan
nen worden ingebracht. Van de kant
van een aantal winkeliers zijn inder
daad bezwaren aangevoerd tegen
plaats en wijze van opstelling van de
paviljoens en tegen het neerzetten
van de paviljoens zelf. Dat er veel
bezwaren zijn ontkent de heer Fibbe.
„Men wil graag vertellen dat er veel
verzet is. Maar slechts een enkeling
pleegt verzet. Die enkeling kan in de
structuur van onze samenleving de
Onafgebroken raast een stroom
van auto's over de Zwyndrechtse
brug.
DORDRECHT/ZWIJNDRECHT Deze maand is Rijkswater
staat begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor de
bouw van de tunnel onder de Oude Maas, tussen Zwijndrecht en
Dordrecht in Rijksweg 16. Sedert enkele jaren is de brug over de
Oude Maas niet meer in staat de sterk toenemende verkeersstroom
te verwerken. Vooral het openen van de brug ten behoeve van het
eveneens drukker wordende scheepvaartverkeer heeft voor het
wegverkeer bijzonder grote vertragingen tot gevolg. In de afgelo
pen maanden zijn zowel aan de Zwijndrechtse als aan de Dordtse
zijde van de brug bij file-vormingen bijzonder ernstige aanrijdin
gen voorgekomen.
Aan Dordtse zijde zullen circa
tachtig woningen, een aantal bedrij
ven (b.v. Zwartkop), scholen en de
sportveldcomplexen Sportlaan en Hu-
go de Grootlaan geheel of gedeeltelijk
moeten verdwijnen. Omdat de tunnel
de waterkering van het Eiland van
Dordt zal doorbreken, zal de rijksweg
tot een hoogte van omstreeks 4,5 me
ter plus NAP moeten stijgen. Deze
hoogte wordt al snel na de uitgang,
ter hoogte van de Diepenbrockweg,
bereikt. De flats, die hier staan zullen
en daar lijkt weinig aan te doen
tegen een hoge muur, op enkele me
ters afstand van de voordeur aan kij
ken.
De huidige aansluiting in Dordrecht
met de rijksweg, ter hoogte van de
Hugo de Grootlaan, zal moeten ver
dwijnen. De op- en afritten worden
verplaatst naar de ruimte, die op de
plaats van de huidige sportvelden
aanwezig is, het zogenaamde „Sport-
plein" In Zwijndrecht komt de thans
bestaande halve aansluiting met de
burg ongeveer ter hoogte van de
Karei Doormanstraat geheel te
vervallen. Van de aansluiting bij de
Pieter Zeemanstraat wordt die van de
oostelijke rijbaan gehandhaafd. De
aansluiting van de westelijke rijbaan
wordt ongeveer 250 meter naar het
noorden verplaatst.
De Zwijndrechtse brug zal na
openstelling van de tunnel (volgens
de huidige tijdsplanning omstreeks
januari 1976). dienst blijven doen als
lokale verbinding Dordrecht - Zwijn
drecht en als onderdeel van de route
voor het vervoer van „gevaarlijke
stoffen", wat geen gebruik van de
tunnel mag maken.
Het is er de gemeente Dordrecht
bijzonder veel aan gelegen de proble
men rond de amovering van de hui
zen, en daaruit voortkomende verhui
zing van de gezinnen, in een goede
verstandhouding met de bevolking op
te lossen. Gisteravond werd er na af
loop van de raadsvergadering infor
matie over de tunnclplannen ver
strekt aan raadsleden en deskundi
gen.
Maandag 19 april belegt de ge
meente een bijeenkomst in de kantine
van het stadskantoor voor de betrok
kenen. De gemeente Zwijndrecht is,
omdat daar al reeds met de amove
ring van een aantal panden is begon
nen, dit stadium al gepasseerd. Hele
maal gelukkig is men daar trouwens
niet met de tunnel. Men vreest voor
grote aantallen wagens met „gevaar
lijke stoffen", die, omdat zij niet door
tunnel mogen, de route dwars door de
gemeente zullen gaan nemen, om zo
weer op de brug terecht te komen
motorvoertuigen per dag een binding
hebben met de Drechtsteden, en der
halve van een centraal gelegen
oeververbinding gebruik willen ma
ken.
Uit de prognosegegevens bleek ver
der dat het noodzakelijk was een
achtbaanstunnel te maken. De
„Drechttunnel" krijgt vier kokers,
voor elke richting twee. Iedere koker
zal twee rijstroken hebben. Met dit
profiel acht Rijkswaterstaat het mo
gelijk tot globaal 1985/90 het verkeer
naar behoren af te wikkelen. Bij het
ontwerp van de aansluitingen is er
van uit gegaan dat in beide tunnelko
kers voor verkeer in zuidelijke rich
ting, voertuigen rijden met bestem
ming Dordrecht. Beide kokers krijgen
dus een afslagmogelijkheid naar de
stad.
De lengte van de Drechttunnel zal,
inclusief afritten, achthonderd meter
gaan bedragen. Het gesloten deel
wordt 520 meter. Hiervan wordt 450
meter „afgezonken" in vier moten
van elk 112.50 meter lang. Deze tun
nelmoten zullen vervaardigd worden
in herzelfde dok, waar ook de moten
van de Heinenoordtunnel werden ge
stort. De totale breedte van de tunnel
wordt 49 meter Daarmee wordt het
de breedste gezonken tunnel in ons
land. Tussen de twee middelste tun
nelkokers wordt een kabelkoker ge
bouwd met een breedte van 1,25 me
ter. Het diepste punt van het wegdek
komt op 14,50 meter - NAP.
Rijkswaterstaat kon voor een mieu-
we oeververbinding uit twee tracé's
kiezen. Een verbinding met het
Eiland met Dordt (dus volgens de
huidige rijksweg) of een alternatief
tracé door de Hoeksche Waard, het
zogenaamde „Munnikensteeg-tracé".
Men heeft voor de eerste oplossing
gekozen omdat iets meer dan de helft
van het verkeer, dat thans van de
brug gebruik maakt, betrekking heeft
op Dordrecht.
Het tracé door de Hoeksche Waard
zou voor de minderheid van de weg
gebruikers een oplossing vormen,
maar de meerderheid zou al na enke
le jaren weer met een overbelaste
brug te maken krijgen. Uit een daar
toe opgestelde prognose 'blijkt dat in
1980 het rivierkruisende verkeer zal
zijn toegenomen tot ongeveer 90.000
motorvoertuigen per dag. Globaal ge
sproken zullen dan ongeveer 72.000