Jan Bols: Iedere 500 meter is weer anders Kees Verkerk: Ik heb heel wat moeten wegslikken Roeper: Thialf in toekomst noordelijk schaatscentrum SCHAATSEN GOTEBORG VRIJDAG 22 JANUARI 197» HEERENVEEN Dit weekeinde moet het masker vallen. Het masker dat Kees Verkerk zich dit seizoen vrijwillig heeft voorgedaan. Achter dat masker gaapt voor de nog altijd mateloos populaire Kees Verkerk de onzekerheid. De uiterst gevoelige ba lans tussen zelfvertrouwen en ver twijfeling zal de komende dagen be slissen over glorie of vernedering voor de Puttershoeker. Het verstop pertje spelen dat hij de wedstrij den in Davos buiten beschouwing ge laten sedert de IJssel Cup heeft volgehouden, heeft nu geen zin meer. Zaterdag en zondag in Heerenveen en over drie weken in Gothenburg moet hij bewijzen nog altijd tot de abso lute top te behoren. Dal verstoppertje spelen heeft van Kees Verkerk een geweldige zelfbe heersing gevraagd. Verkerk: „Bij de wedstrijden om de IJssel Cup moest ik weten hoe ik ervoor stond. Eigen lijk schrok ik toen een beetje van mijn tijden. Toen ben ik gaan twijfe len'of ik wel zo hard door moest blij ven trainen. Vorig seizoen wilde ik vróêg fh vorm zijn. Ik stond al heel vroeg in het seizoen op scherp. Maar als je op scherp staat, ben je ook bevattelijk voor ziekte. Dat heb ik vorig jaar ondervonden Ik ben be wust gaan afremmen. Als je de vorm eenmaal hebt. is er geen doel om naar toe te werken. Dan moet je die vorm zien vast te houden tot de grote toernooien. De kunst is om precies op het juiste moment in vorm te zijn. Een te vroege vorm veroorzaakt twij fel. Je weet niet precies meer wat je doet. Je gaat piekeren en vanaf dat moment zit je verkeerd. Dat heb ik dit seizoen met alle geweld willen vermijden. Ik ben later dan ooit. Mis schien wel te laat voor dit Europees kampioenschap. Maar beter laat dan nooit." ■fe Gloriejaar 1968 Na het gloriejaar 1968 heeft Kees Verkerk geen titel meer behaald. Voor de rijder, wiens techniek de perfectie benadert, een bittere erva ring. Hij. die deze balanssport als geen ander beheerst, heeft twee ver loren seizoenen achter zich. Kees Verkerk: „Ik heb heel wat moeten wegslikken. Ik heb problemen gehad en ik heb er nog enkele als De positie van Thialf lijkt onaantast baar. Zekerder in ieder geval, dan die nooit tevoren. Vorig jaar in Inns bruck voelde ik mij ijzersterk. Ik ging verschrikkelijk hard. Maar schaatsen is niet alleen een kwestie van hard gaan. Je hersens laten wer ken hoort er net zo goed bij. Je moet niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal in staat zijn om een toppres tatie te leveren." Verkerk kropte zijn problemen op. Lang liep hij er zelf mee rond. Totdat hij ze aan een vertrouwensman „wie dat is vertel ik niet" mee deelde „Ik kon er niet mee naar Leen Pfrommer. Ik waardeer hem als trainer, maar hij is niet alleen mijn trainer, maar ook die van Ard en van Jan. En dat zijn behalve mijn vrien den ook mijn concurrenten. En ik kan toch niet met mijn problemen naar de trainer van mijn concurren ten gaan? Ik heb die problemen zelfs niet aan mijn vader verteld. Eén keer ben ik helemaal open en eerlijk ge weest, heb ik mijzelf helemaal geëta leerd. In het boek „Heya Keesste". Later realiseer je je, dat er in zo'n boek misschien dingen worden ver teld, waarmee een ander zijn voor deel kan doen. Ik wil natuurlijk niet zeggen, dat een ander daardoor we reldkampioen is géworden." Kees Verkerk speelde veertien da gen geleden een ondergeschikte rol in de nationale titelstrijd. Na zijn Spie lerei met Dag Fornaess in de Nieuw jaarswedstrijden op de 10.000 meter verwachtten zijn fans een knaller. Verkerk liet zich niet zien. Vooral op de lange afstanden bleef hij beneden zijn stand. „Je kunt niet verwachten dat ik na zoVi periode van verstop pertje spelen ineens alles kan. Dat moet langzaam groeien. De tijd tus sen het Nederlands kampioenschap en Heerenveen heb ik gebruikt om die kloof te overbruggen. In hoeverre ik daarin geslaagd ben, moet dit weekeinde blijken. Ik heb al mijn troeven op Heerenveen en Gothen burg gezet. Het hele seizoen is daarop afgestemd. En dat is af en toe kei hard geweest voor mij. Als je in Noorwegen zit en je hebt je in een wedstrijd op de achtergrond gehou den, verdien je niets. Het is dan een WK^f<v 13 en 14 februari 1971 per vliegtuig.troin.busoJ boot vanaf f198.- (all in) vraag brochure nv reisbureau BBK Meerstraat 22,Emmen Telefoon 05910-12236 hard gelag anderen in de kleedkamer met de prijzen te zien gooien." Een tipje van de sluier lichtte Ver kerk het afgelopen weekeinde op in Davos. Op het olie-ijs gleed hij naar een voortreffelijke 39.9 seconde op de 500 meter.en naar een nog fameuzer 1.58.9 op de 1500 meter. Niet fameus genoeg echter om Schenk, de reus, die zich definitief uit de schaduw van Keessie heeft geworsteld, te verslaan. Wel genoeg om te tonen dat Kees Verkerk met alle gretigheid die er in hem is solliciteert naar die toppositie van weleer. .Kleine zaken' Verkerk is dit seizoen consciëntieuzer te werk gegaan dan de laatste twee jaar. „Toen ik begon met schaatsen lette ik op allerlei kleine zaken, subtiele zaken. De laat ste twee jaar gebeurde dat niet meer. Ik voelde mij de sterkste. En mis*- schien was ik dat fysiek ook wel, maar mentaal niet. En dat hoort ook bij het schaatsenrijden. Daarom ben ik nu teruggekeerd tot mijn oor spronkelijke methode." De Puttershoeker ziet in Ard Schenk en in Jan Bols de grote troe ven voor het Europees kampioen schap. „Wij hoeven niet zo bang te zijn voor de Zweden. Claesson kan verschrikkelijk hard gaan, maar dik wijls op de verkeerde momenten. De Noren, op een uitzondering na. zie ik ook niet komen. Er is er maar één die het de Nederlanders werkelijk moei lijk kan maken: Dag Fornaess. Let op hem. Hij is de eniee Noor, d'e het dit seizoen gaat maken. Hij heeft zich niet uitgeput in de wedstrijden voor de grote toernooien. Hij en Tenmann hebben samen heel ge'eïdelijk naar die strijd toegewerkt. Hij is gevaar lijk." Verkerk cijfert zichzelf weg. Meer dan ooit echter hunkert hij naar de glorie, naar de topplaats uit het nog recente verleden. Het ontbreken van toejuichingen, de ijzige stilte, die neerstreek op de tribunes langs de Jaap Edenbaan. na zijn zeer matige 5000 meter tijdens het Nederlands kampioenschap, moet voor de zo po pulaire Verkerk als een ontgoocheling zijn aangekomen. Op dat moment was het publiek verbijsterd dat het idool in hun ogen faalde. Het geloof in Keessie heeft- in Amsterdam een knauw gekregen. Het publiek is maar al te snel bereid om te vergaten. Er is er maar één die het publiek het ge loof in Keessie weer volledig kan te ruggeven. Zijn naam is Verkerk. hadden we evenveel schaatsers als in de gehele kerstvakantie van 1969. De weersomstandigheden zijn, het be langrijkste als het op de animo van de recreatieve schaatsers aankomt." van andere sportieve pistes in ons land. Thialf heeft namelijk een unie ke klandizie: de Friezen, die zegt men eerder kunnen schaatsen dan lopen en liever naar het ijs dan naar het voetbalveld gaan. Daarom ziet de héér Roeper juist voor zijn baan uit gebreide mogelijkheden. „We streven bewust naar een noordelijk schaats- centrum, een plaats waar wedstrijd rijders worden opgeleid. Dat probe ren we nu al zoveel mogelijk te be reiken. Overal in de provincie zijn trainingsgroepen gevormd, die bijna het gehele jaar actief zijn. Duizend jongelui waarvan 450 zelfs onder de 15 jaar trainen 's winters op onze baan. Onder leiding van via de KNSB gediplomeerde oefenmeesters en tijdens speciaal voor hen gereser veerde uren. Het enthousiasme is in drukwekkend. We organiseren dan ook veel wedstrijden. Zo'n veertig per jaar. Wedstrijden zijn nu eenmaal het doel van de jongeren in de sport. Zij willen zich met elkaar meten. En als je hun die gelegenheid daartoe geeft, dan houd je ze onherroepelijk. Ster ker zelfs: het stimuleert, iedereen wil op een gegeven moment meedoen. Wij willen verder werken in dezelfde geest als het schoolzwemmen, met di ploma's, reductiekaarten en speciale schooluren. Iemand die tijdens zijn jeugdjaren in de sport iets bereikt heeft, blijft die sport vaak trouw De 'opleiding' van Heerenveen heeft na drie jaren al rendement op geleverd. De vier nationale kampioe nen bij de junioren waren In het af gelopen weekend allen 'produkten' van de Heerenveense kunstijsbaan. MARIUS ROEPER 4 Vedetten als Atje Keulen-Deelstra en de andere trots van Friesland, Jappie van Dijk, hebben zich op de 400 m van Heerenveen van pure korte baan racers tof klassementsrijders van al lure gevormd. Thialf wil kampioenen afleveren Daarom ook wil Marius Roeper zijn 'zaak' uitbreiden met een gebouw, waar trainingsgroepen kun nen logeren en waar ruimte is voor net geven van cursussen ..Wij heb ben niet alleen met hardrijders te maken. Ook het kunstrijden en het ijshockey floreert Jiier geweldig. Ook die onderdelen van de schaatssport hebben behoefte aan een soort inter naat.' Marius Roeper bouwt aan een type Fries, wat heet een Nederlands Bis- let. De man die drie jaar geleden van de Heerenveense zuivelfabriek naar de kunstijsbaan overstapte, is er ambitieus genoeg voor. De Europese titelstrijd van dit weekeinde moet zijn streven via een perfekte organi satie nogmaals onderstrepen. „Ik zal graag willen, dat de mensen hier straks met de mooiste herinneringen vertrekken." ■5^ Onderbetaald Friesland laat met zich sollen, vooral niet als de rage van gemeentelijk Neder- het aanleggen van een kunstijs- in het geding komt. Zelfs toen bloedeigen pronkstuk Thialf, op niet eens een halve Elfsteden- door de geboorte van 400 in Groningen eu Assen con- werd aangedaan, reageer- nauwelijks. Niemand in gelooft dan ook in een van de reputatie, die de in Heerenveen in drie heeft opgebouwd. Dwingender Marius Roeper (48), energiek di van het fraaie ijsstadion wil afzienbare tijd op 'zijn' ter- een uniek noordelijk schaatscen- creëren. die zichzelf respecte- worden langzamerhand besmet een ziekte, die pas na miljoenen en de opening van een kunst- genezen lijkt. Want naast voetbalvelden, sporthallen, gvm- en de zwembaden ^>rt" een ijsbaan, waario zonder de vraag beantwoord wordt hoe n zware last dat jaarlijks zal bete- jrfien kapitalen geïnvesteerd wor- |i. Jsbanen die gebouwd zijn of nog stapel staan, worstelen vanbf het prille begin met gigantische financiële problemen, met vaak uit zichtloze tekorten. De gigantische op zet van de projecten neemt vaak ver bijsterende vormen aan. Roeper: „De banen vergapen zich vaak aan het feit, dat zij grote wedstrijden binnen hun omheining kunnen halen. Maar ontmoetingen van internationale allu re krijg je niet zomaar. Niet meer in ieder geval dan één keer in de zoveel jaar. Daarom zal de KNSB moeten kiezen voor één of twee banen in' Ne derland, die verzekerd kunnen zijn van belangrijke evenementen. De wedstrijdsport moet meer geconcen treerd worden. Nu hebben sommige stichtingen investeringen gedaan, al leen al met de gedachte, dat zij eens een wedstrijd van formaat zullen krijgen." De heer Roeper maakt zich dan ook vooral zorgen over de Onverant woorde opzet van de sportieve are na's. „Voor een eenvoudige 400 m- baan, zonder noemenswaardige ac commodatie voor grote aantallen toe schouwers. is in ons land voldoende plaats. De belangstelling voor de schaatssport neemt sterk toe. Daarom vind ik het niet zo vreemd, dat de drie noordelijke provincies ieder een baan hebben. Maar de limiet is hier mee wel bereikt. In de Randstad daar entegen zijn er grotere mogelijkhe den. Rotterdam krijgt zijn baan en Den Haag zal daarna vermoedelijk niet lang wachten. Alleen: het kan allemaal veel goedkoper. Er wordten nu overal met een enorm enthousias me plannen gemaakt, zonder dat naar de toekomst wordt gekeken." Het is in Friesland allemaal acht jaar geleden begonnen met de oprich ting van de Stichting Noordneder landse Kunstijsbaan. Nu de buurpro vincies ook een eigen accommodatie hebben, denkt het bestuur van de stichting er hard over de naam in Friese Kunstijsbaan te veranderen Zo is het toevallig ook nog 's keer daar. Thialf is één van de duurste banen in Nederland: de totale bouwkosten vergden een bedrag van bijna 5 miljoen. Geld dat voor een groot deel (meer dan 2 miljoen) geleend werd. De rest kwam, in de vorm van rente loze voorschotten, van de provincie Friesland en de Friese gemeenten en van de Nederlandse Sport Federatie, die het project met drie ton subsi dieerde. Aanvankelijk (twee jaar lang) gaven de provincies Groningen en Drente samen een bijdrage van ƒ50.000 per jaar. De hulp is stopgezet, omdat zij een eigen 'zorgenkind' bin nen hun grenzen hebben gekregen. Het is in het noorden (schaatsmin- nend Emmen heeft ook plannen) alle maal een beetje uit de hand gelopen. De heer G. A. Kuperus, van 1946 tot 1963 burgemeester van Heerenveen, en nog steeds voorzitter van de Stich ting Noordnederlandse Kunstijsbaan, beaamt dit vlol Hij zegt: „Drie dure banen is eigenlijk een beetje te veel van het goede. De betrokken stichtin gen krijgen hierdoor een nog forser nadelig saldo. We rekenen er echter op, dat ons verlies van drie ton door afschrijvingen en dergelijke na ver loop van tijd kleiner zal worden." De 73-jarige ex-burgervader is ge wend met tekorten te werken. „In de tijd dat ik nog burgemeester was, heb ik ook altijd gezegd, dat de overheid voor een verantwoorde vrijetijdsbe steding moest zorgen. Dat is haar namelijk. En dat mag best geld kos ten. Bijna geen enkele vereniging in het betaalde voetbal kan zich finan cieel .redden. Het is semi-overheids- voetbal geworden. Helemaal niet erg, want je doet er talloze mensen een groot plezier mee en stimuleert daar mee de passieve recreatie Het ijsstadion Thialf heeft vorig jaar tweehonderdduizend bezoekers naar zich toe gehaald. Een record, on danks 'Assen en Groningen'. Direc teur Roeper: „Tijdens de kerstdagen rol heeft gespeeld in de keuze tussen schaatsen en wielrennen. De sfeer is bij het schaatsen heel anders. Als je als wielrenner gaat trainen, rijd je nu eens met die, dan weer met een an der. Schaatsers trekken maanden lang mét elkaar op. Zij vormen een vriendenclub en naast die serieuze training is er tijd voor veel plezier". ■fe Verwend 's Werelds beste stayer heeft volko men terecht geprofiteerd van zijn po pulariteit als sportman om hoger te klimmen op de maatschappelijke lad der. „Ik heb dankzij de sport veel van de wereld gezien. Je raakt ver wend en dan ga je erover denken om je toekomst veilig te stellen. Ik heb altijd al de gedachte gehad om iets anders te gaan doen dan het vak dat ik geleerd heb, dat van machinebank werker. Je merkt het op een toernooi als je goed rijdt: je wordt bejubeld. Maar als je terug komt, kun je de overall weer aantrekken. Dan moet je zien rond te komen als machine bankwerker. En dat lukt wel, want er zijn duizenden, die dat kunnen. Maar al die anderen hebben niet meege maakt. wat ik heb beleefd. Die heb ben niet dat betere, wat de wereld biedt geproefd. Die zijn niet wegge weest in de wintermaanden. Toen ik gedacht: ik wil niet na die winter maanden hoeven te kijken of ik de benzinetank vol kan gooien of dat ik maar voor drie knaken kan tanken om een plezierritje te maken. Door de sport heb ik de studie moeten ver waarlozen. Desondanks heb ik door diezelfde sport toch een positie vèr- worven. Die sportzaak in Hoogeveen had ik zonder het schaatsen niet ge had". Voor Jan Bols is populairteit nu in zakelijk opzicht belangrijk. „Als ik successen boek, willen de mensen graag babbelen. Dat stimuleert de verkoop. Het lijkt mij een normale zaak. Ik vind dat fijn, maar ik heb toch al de betrekkelijkheid van popu lariteit" leren inzien. Bij mijn debuut op de Europese kampioenschappen in 1968 in Oslo was ik een bejubeld man. Het zag na mijn prestaties zwart van de mensen om mij heen, die mij om het hardst op de schou ders sloegen en mij uitbundig felici teerden. Drie weken later, in Gre noble, waar ik door allerlei oorzaken slecht reed, zagen diezelfde mensen mij niet meer staan. Dat is keihard. Maar je leert er wel van. De les, die ik daaruit heb getrokken is, dat ik alleen voor mijzelf moet vechten. Als het goed gaat, heb ik geen supporters nodig, maar als het slecht gaat, dan heb ik behoefte aan steun. Dan zie je die mensen echter niet. t Jan Bols wordt al seizoenen lang '.beschouwd als de derde man achter Kees en Ard. „Ik voel mij in de scha duw "van die twee, maar ik accepteer het omdat Ard cn Kees er gewoon onder blijven. Zij voelen zich niet meer dan de andere leden van de kernploeg. Kees en Ard is nu een maal een begrip. Zelfs wanneer ik harder rijd, is dat duo nog populair der. Ik vind dat niet zo erg". De Drentse schaatscrack vindt niet dat het .schaatsen financieel in de richting van de wielersport moet. „Als je ziet wat wij er allemaal voor doen, worden wij natuurlijk vreselijk onderbetaald. Maar er is ook een an der kant van de zaak Het is sport en uit andere sporten kun je leren dat teveel geld ook niet goed is. Kijk maar naar de wielrennerij. Die gaat aan het teveel kapot. Misschien is er een ander systeem denkbaar. Ik ben beslist geen communist, maar Het systeem dat in de communistische landen wordt toegepast voor dé sport, vind ik op veel punten acceptabel. Daar worden de sportmensen door de staat onderhouden. Je ziet er dan tenminste nog wat voor terug. Bij ons ligt dat heel anders. Neem Ard Schenk maar Die heeft als Europees en als wereldkampioen enorm veel reclame voor Nederland gemaakt. Als hij in zijn studie zou falen, heeft hij niets. Het risico is voor ons wat te groot. Daarom schaats ik ook niet op de eerste plaats voor mijn land, maar voor mijzelf". HEERENVEEN Dc jaarlijkse groei van de schaatsenrijder Jan Bols heeft zich dit seizoen al ge kristalliseerd in een nationale titel. De man,, die bijna per traditie schittert op de lange afstanden in de internationale toernooien, heeft na afloop van een Europees of wereldkampioenschap echter nog nooit op het erepodium gestaan. Bols: „Populariteit is betrekkelijk" Vorig jaar leverde hij de beste sei zoenprestatie van de hele internatio nale schaatstop. Hij verdiende vele >unten met de verbetering van zijn lersoonlijke records op de 500 en de 1500 meter. Toch miste hij én in nnsbruck én in Oslo het erepodium. Ian Bols demonstreerde zijn vorm uist op die momenten, toen er geen nternationale toernooien werden ver eden. De climax kwam tijdens de ecordwedstrijden in Inzeil, waar hij •ia een furieus- bevochten zege op- tlom tot de tweede plaats op de we- eldranglijst aller tijden. Jan Bols wist zich tijdens Eüropese dl wereldkampioenschappen dikwijls il kansloos voor de titel na de iOO meter. Terwijl hij in Cortina 'Ampezzo, in Davos en in Inzeil we- eldtijden reed op deze afstand, ver oor hij in de grote toernooien juist p de sprint. Jan Bols: „Als er niets ip het spel staat, durf je voluit te aan. Maar in een wereldtoernooi is o'n 500 meter bijna van beslissend elang Iedere sprint is verschillend, let brengt voor mij een bepaald ngstgevoel met zich mee. In het ver- eden heb ik op die afstand wel eens ekke bokkesprongen gemaakt. Ih - renoble ging ik in 1968 onderuit. Het zijn de kleine dingen, die je ang stig maken. En dan denk ik bij mij zelf ik ben toch maar liever vijfde of zesde dan helemaal niets". •fe Beslommeringen De Hoogevener heeft zich in het voorseizoen minder op het schaatsen kunnen concentreren dan in het ver leden. „Ik ben getrouwd en ik heb een sportzaak geopend. Dat bracht voor mij de nodige beslommeringen met zich mee Aanvankelijk had ik het plan om niet op 8 december met de kernploeg mee te gaan naar Noor wegen. Maar later ben ik daarop te ruggekomen. In de selectiewedstrij den bleek dat mij achterstand op de anderen te groot was. In die weken dat ik in Hamar was, heb ik fijn kunnen werken. Ik kon mijn zake lijke beslommeringen vergeten en mij op het schaatsen werpen Misschien wel wat gretiger dan in het verleden, omdat ik het voorseizoen zoveel an dere zaken aan mijn hoofd had". De nationale titel heeft Jan Bols een stukje extra-zèlfvertrouwen ge ven. „Vorig jaar had ik op papier Europees en wereldkampioen moeten worden. Maar dat moet je toch eerst altijd maar waar maken. Het is ver schrikkelijk moeilijk om precies op tijd op je top te zitten. Je bent vanaf 16 mei aan het trainen. En dan moet je je top zien te concentreren tussen 23 januari (de Europese kampioen schappen) en 14 februari (wereldkam pioenschappen). Je moet je dag heb ben en heb je die niet dan kun je er helemaal naast zitten. Je kunt en mag van tevoren niet zeggen dat je Europees of wereldkampioen kunt worden. Wat Fornaess in het verle den deed, is flauwekul. Er zijn zoveel factoren, die meespelen in het feit of je al dan niet kampioen wordt, dat er van tevoren geen peil op te trekken valt. Een verkoudheid en je bent weg. Iedereen heeft dat verleden jaar aan Kees kunnen zien. Het zijn de kleine dingetjes die bepalen, wie er kampioen wordt". Jan Bols heeft in het verleden een keuze moeten maken tussen schaat sen en wielrennen, twee sporten waarin hij beide uitblonk. „Ik heb bewust het schaatsen gekozen. Als wielrenner sprak ik een goed woordje mee, maar ik had geen plannen om beroepsrenner te worden. Je hoort te veel nare verhalen over die sector van de wielersport Ik geloof dat bij mij het sfeerverschil een belangrijke -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 19