EEN PIL DIE U NIET ZOMAAR SLIKT Doffe en kleurrijke ellende DEZE WEEK Duitsers haalden al vroeg hun wijsheid uit de Nederlanden Afluisterapparatuur in uw huis- of slaapkamer Labanotcatie: „notenschrift" voor dansers ZATERDAG 5 DECEMBER 1970 Wij hebben allemaal wel eens behoefte de voordeur te sluiten, onze voeten op tafel te iggen en te grommen: „En laat nu de rest van de wereld maar naar de maan lopen!" le moeilijkheid is echter, dat dit in onze moderne eeuw van wetenschappelijke en techno- igische wonderen niet erg efficiënt werkt. Voor de nieuwsgierigheid van de buitenwereld ty: we kwetsbaarder dan ooit tevoren in de geschiedenis. Het is zelfs zo, dat vrijwel nie- land de zekerheid heeft nog werkelijk veilig of beschermd te zijn, waar hij zich ook bevindt e wat hij ook doet. Er wordt dagelijks in toenemende mate inbreuk gemaakt op jnze „privacy". Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat allen de vrijheid liefhebben en zich voorstanders van de rechten an de mens noemen, zich hier ernstig zorgen over maken. Dit fcrmde het belangrijkste onderwerp van gesprek tijdens een >ciale bijeenkomst van de uit vele naties samengestelde Raad bn Europa die dezer dagen in Brussel werd gehouden. ZOU de goede Sint wel ko- len, nu de post 't zo vreselijk Indt? Zonder overwerk, geen tromen pakjes naar het Amster- amse kind Het is moeilijk op een dag als sze, ons te ontrukken aan de wang van metrum en rijm. Er ijn wel een paar mensen in en uiten ons lieve vaderland voor lie we een surprise zouden we an te bedenken. En ook wel een aar gedichten waarin volkstelling ijmt op kwelling, loon op hoon, (amer-nacht op miljoenen-jacht, Vitteveen op steen-en-been. Maar aten we ons talent voor thuis be- laren, en u verder ons gerijm esparen. De werkgevers blijken het eens met de regering over een beper king van de reële loonstijging volgend jaar tot O 2 procent. De vakbeweging wil ook wel ma tiging, maar legt zich niet op een percentage vast Van het kabinet werd eind deze week nog geen fasffssirig verwacht De Kamer aanvaardt alle be slissingen en vindt met de rege ring alweer een oplossing voor het gat van 45 miljoen, dat vorige week gevallen was. Uit het debat over verkeer en waterstaat note ren we dat de Kamer weinig en thousiast is voor een vijfde start baan op Schiphol en dat het hui dige kabinet geen beslissing meer neemt Minister Polak voelt niet voor levenslange gevangenisstraf voor kapers. Staatssecretaris Kruisinga jelooft een onderzoek naar de oorzaak van geesteszieken. De Eerste Kamer zal in meerderheid Veringa's hervorming van het uni versiteitsbestuur steunen. Volgend jaar kunnen de klassen van kleu ter- en basisscholen kleiner wor- Het gezamenlijk urgentiepro gram van de grote christelijke par tijen zet woningbouw en krotop ruiming bovenaan het lijstje. De regering gaat de kleine en de grote koopvaardij steunen o.m. met kredietgaranties. Vervoerson dernemingen vrezen een noodsi tuatie. De trein wordt duurder. Uitgerekend wordt dat van f 400 extra dit jaar 230 reëel over blijft en volgend jaar bij verwer king in de cao's nog 123. Meer dan acht weken heeft de Britse diplomaat James Cross vastgezeten. Canada heeft hem eindelijk vrijgekregen. Zijn extre mistische ontvoerders hebben de wijk mogen nemen naar Cuba, waar ze liefderijk zijn opgenomen. Intussen is een Westduitse consul in Spanje ontvoerd, als gijzelaar van Basken, die protes teren ook door middel van sta kingen tegen een proces van burgers voor een militair tribu naal. In Griekenland worden weer vele politieke arrestaties verricht. De topconferentie van landen van het Warschaupact in Oost-Berlijn gaat over de vraag, hoe men het westen kan bewegen deel te ne men aan een Europese veilig heidsconferentie. Als men vermoeid is, is het beter geen beslissingen te moe ten nemen over moeilijke proble men. Als je de hele dag bezig bent geweest, zie je het niet meer zo. (Premier De Jong). Hoe je het als minister kunt volhouden? Acht uur slapen per dag, en geen werk tot de vol gende dag laten liggen. (Minister Beernink). Het is de grote illusie van onze lijd, te denken dat het hoogste doel in ons leven bestaat in het vechten voor een verkrijgen van economisch, maatschappelijk, tij delijk en uiterlijk welzijn. U bent geschapen voor een hoger goed, voor het hemels koninkrijk (Paus Paulus tot 150.000 bewoners van de krottenwijk Tondo in Manila). Officieel heette deze bijeen komst het Derde Internationale Colloquium over de Europese Conventie inzake de Rechten van de Mens; in feite is het on derwerp der besprekingen het potentiële gevaar van de geraf fineerde moderne electronische apparaten, die de spion uit vroeger tijden even verouderd doen lijken als de pijl en boog. Artikel 8 van de Conventie verklaart categorisch: „Ieder mens heeft recht op eerbied voor zijn privé- en gezinsleven, zijn huis en zijn corresponden tie." Dit essentiële menselijke recht wordt echter hoe langer hoe meer met voeten getreden en de noodzaak van nog drastischer beschermende maat regelen doet zich meer en meer voelen. Natuurlijk staat het U nog steeds vrij uw voordeur te sluiten (letterlijk en figuurlijk) en te eisen dat men U met rust laat. Het is echter mogelijk, dat de één of andere pottenkijker een laserstraal op uw gesloten venster gericht houdt, mis schien wel een kilometer of meer van U vandaan die in staat is zelfs door het glas heen ieder woord dat in uw kamer wordt gezegd op te vangen. Of anders kan misschien een slimme detective stiekem een 'radiozender'-pil ter grootte van de gemiddelde capsule met antibioticum in uw zak stop pen en op die manier verschei dene dagen lang al uw bewe gingen nagaan. Er bestaan zelfs miniatuur televisiecamera's van het ty pe dat ook in het donker opna men kan maken die alle be wegingen naar een "inkijker" buiten het huis doorzendt. Dit zijn geenszins fantasieën ontsproten aan het brein van een Orwell of een Jules Veme. Alle drie hierboven beschreven spionageapparaten en nog vele andere die erop lijken zijn ofwel al in gebruik of in het laatste stadium van ontwik keling, aldus het rapport „Pri vacy and the Law", dat dit jaar -ff- Zelfs op een fik9e afstand van het doel verwijderd, is het met een geweermicrofoon mogelijk uit een pratende groep de stem van één per soon te "vissen" werd gepubliceerd door Justice, de Britse afdeling van de Inter nationale Commissie van Juris ten. Misschien kan het U, hoe vreemd het ook lijkt, niet sche len of U afgeluisterd of bespio neerd wordt. U heeft immers niets tè verbergen! Weet U dat wel helemaal zeker? De aantas ting van onze privacy houdt daar echter niet op. Er komt geen eind aan de manieren waarop men U in verlegenheid kan brengen of voor gek zetten. Uw vrouw zit bij voorbeeld te zonnen binnen de beschermende omheining van haar achtertuin waarbij ze haar remmingen en de meeste van haar keldingstukken aflegt en de een of andere foto graaf, toegerust met de laatste fotografische apparatuur, kan elk detail van ver opnemen en de foto's later voor zijn eigen doeleinden gebruiken. Uw bankrekening en uw re putatie mogen er misschien uit stekend voorstaan maar op een dag kan men U crediet wei geren, louter en alleen omdat de computer iets verkeerd heeft gedaan en U geen middel heeft om de onjuistheid van de bere kening te bewijzen. Gevallen als deze doen zich met steeds onrustbarender veel vuldigheid voor. Ieder facet van iemands leven, van de wieg tot door S. de Bruin het graf, kan in een computer worden opgeborgen en dit wordt ook steeds meer gedaan. Hebben we werkelijk de zeker heid dat deze informatie niet in verkeerde handen kan vallen? De grote bedrijven verliezen natuurlijk altijd al tientallen miljoenen guldens per jaar aan industriële spionage. Maar door psychische kwellingen kan de individuele mens evenzo en in even grote mate te lijden heb ben. Vergis u niet, „Grote Broer" is al gearriveerd, lang voor 1984. En hij moet getemd worden alvorens hij de levens van miljoenen mensen ruïneert. Vele landen geven wel enige bescherming tegen inbreuk op de privacy van de mens, maar de,ze gaat zelden ver genoeg. Overal is een strengere natio nale wetgeving nodig ge steund door strengere interna tionale overeenkomsten. In een kortgeleden versche nen rapport drong de Neder landse minister van Justitie erop aan, dat de Raad van Europa zich actief zou inzetten teneinde deze twee doeleinden te bereiken. De volledige tekst van zijn twee conclusies luidt: „De nationale wetgeving dient te voorzien in de bescherming van het recht op privacy tegen de moderne technische appara tuur. Deze bescherming dient privaatrechtelijk zowel als strafrechtelijk gewaarborgd te worden. Inbreuk van het recht op privacy door openbare auto riteiten dient tot het uiterste minimum te worden beperkt. Aangezien de nationale wet geving op zichzelf ontoereikend is om voldoende bescherming te bieden tegen de nieuwe priva- cy-verstorende technieken, is internationale samenwerking nodig om de nationale wetge ving aan te vullen en te steu nen." Laten we hopen, voor ons al ler heil, dat deze aanbevelingen spoedig verwezenlijkt mogen worden. De culturele betrekkingen tussen Ne derland en Duitsland hebben natuurlijk al sedert eeuwen bestaan. In de meest glorierijke tijd van de Nederlanden, die vaak als de „Gouden Eeuw" wordt be stempeld, hebben ontelbaar veel Duit sers hun wijsheid aan Nederlandse uni versiteiten gehaald. Dr. Heinz Schneppen, die enige jaren achtereen persattaché aan de Duitse ambas sade in Den Haag is geweest, (totdat hij naar het ministerie van buitenlandse zaken in Bonn werd teruggehaald) vertelt in een door de cultuurafdeling van de Nederlandse am bassade in Bonn uitgegeven geschrift, dat men in die tijd alleen al aan de universiteit van Leiden bijna 11.000 Duitse studenten heeft geteld en dat toen ook nog duizenden jonge Duitsers aan andere universiteiten en hogescholen in Nederland hebben gestu deerd. Ook hebben meer dan 300 Duitse professoren in Nederland gedoceerd. In die tijd is de invloed van de Neder landse letterkunde in Duitsland zeer groot geweest. Gedurende de vorige eeuw weer hebben het Duitse denken, de Duitse weten schap en de Duitse techniek een bijzonder belangrijke rol in Nederland gespeeld. In Duitsland is men niet vergeten en zal men ook nooit kunnen vergeten dat men in Nederland in feite in de jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog het voortbe staan van de Duitse literatuur heeft gered, omdat er toen haast geen enkele Duitse schrijver van enige betekenis is geweest, wiens werken niet door een Nederlandse uit gever zijn gepubliceerd. De bekende Duitse auteur Hermann Res ten, die in die tijd als emigrant in Neder land heeft gewoond en die er veel vrienden heeft verworven, vestigt daar nog eens de aandacht op in zijn eveneens door de Ne derlandse ambassade in Bonn uitgegeven geschrift „Hymne für Holland". In dat ver band noemt hij de Nederlandse uitgeverijen Allert de Lange en Querido. Van de in Ne derland gedrukte Duitse schrijvers zouden we, om maar een heel kleine greep te doen, Thomas en Heinrich Mann, Albert Einstein. Erich Maria Remarque, Stefan en Arnold Zweig, Robert Neumann, Franz Werf el, Jo seph Roth en Emil Ludwig kunnen noemen. Al vrij spoedig na het einde van de Tweede Wereldoorlog is een van overheidswege ge stimuleerde bevordering van de culturele uitwisseling tussen de twee landen ontstaan. Door het Nederlands-Duitse culturele ver drag van 1962 is een formele basis voor die uitwisseling geschapen. Maar zo iets blijft, aldus zegt het hoofd van de pers- en cultuurafdeling van de Ne derlandse ambassade in Bonn, de dichter Maarten Mourik, een huls zonder inhoud, wanneer er niet door de diplomatieke ver tegenwoordigingen leven wordt in geblazen. Naast de van officiële zijde in het leven ge roepen en in de hand gewerkte contacten heeft men ook veel verbindingen op een commerciële basis en contacten tussen uni versiteiten aan beide zijden van de grens. Velen hebben ontegenzeggelijk hun be staan te danken aan de onvermoeibare werk zaamheden van de Nederlandse ambassade in Bonn, met instemming van het ministerie van buitenlandse zaken en dat van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk in Den Haag. Deze heeft een bijna onoverzichtelijk geworden reeks van grote en van kleine mar nifestaties op touw gezet. Men is de laatste tijd afgestapt van het idee geconcentreerde Nederlandse manifesta ties in de bondsrepubliek te organiseren, om dat men ontdekt heeft, dat de veelheid en de verscheidenheid van wat men geboden had voor veel mensen te moeilijk te verteren was. En daarom heeft men diverse mani festaties over een langere periode, van bijv. een paar maanden, „uitgesmeerd". Men heeft ze bovendien aangepast by de locale be hoeften, die in de ene en de andere streek van uiteenlopende aard zijn. Het grote publiek wordt daardoor veel langer en veel ongedwongener met de cultuur van het an dere land geconfronteerd, en het resultaat daarvan is een veel grotere dieptewerking, waarom het toch feitelijk te doen i4. Maarten Mourik is erin geslaagd een zeer intensieve samenwerking tussen de Neder landse ambassade in Bonn en het Rheinlan- dische Museum in deze stad tot stand te brengen. Dat museum behoort tot de belang rijkste musea in de bondsrepubliek. Daar worden nu al sedert enkele jaren haast aan de lopende band Nederlandse tentoonstel lingen, lezingen en concerten gehouden. En ook met de culturele organisatie Jnter Na- tiones" in Bonn werk de Nederlandse am bassade tegenwoordig veel samen. Er zijn twee Nederlandse leerstoelen aan Duitse universiteiten in Keulen en in Mun ster, en bovendien heeft men hier circa twin tig Nederlandse lectoren over heel de bonds republiek verspreid. Men hoopt, dat het aantal leerstoelen nog zal kunnen worden uitgebreid. Met het uitwisselen van jongeren, die la ter belangrijke functies in beide landen kun nen vervullen zoals jonge politici, juris ten, economen, journalisten, kunstenaars en toekomstige jeugdleiders heeft men al we derzijds uitstekende resultaten bereikt. Ook tussen de PEN-clubs in de twee landen is meer samenwerking tot stand gekomen. Ne derlandse en Duitse schrijvers ontmoeten el kaar van tijd tot tijd. Het begrip voor de Nederlandse taal heeft in Duitsland vaak nog onder misverstanden en een onderschatting van het Nederlands te lijden. Dat is niet toe te schrijven aan gebrek aan belangstelling. Want deze is juist tot uiting gekomen door het grote succes van de Nederlandse radio-taalcursussen van de WDR in Keulen, die Radio Bremen ook al heeft willen overnemen. -X- Clandestien afluisterapparaat voor lange afstand ter grootte van een pakje sigaretten. Het wordt direct op de telefoonleiding van het „slachtoffer" aangesloten, zodat diens telefoon in een micro-spion verandert. Men kan aldus alles wat zich in het vertrek afspeelt vanuit elke willekeurige telefoonaansluiting van het automatische te lefoonnet afluisteren, zelfs van het ene eind van Europa naar het andere. Degenen, die mei ballet en dans kunst hebben te maken, zullen met vreugde de herziene en uitgebreide tweede editie van Ann Hutchinson's Labanotation ontvangen. Die is ver schenen bij Theatre Arts Books in New York, telt 528 blz. en kost in de Verenigde Staten 4$5 dollars. Dat is ongeveer vier maal zoveel Nederlandse guldens, voor een pa perback geen klein bedrag. Maar in deze paperback ligt een enorme hoeveelheid pionierstcerk opgeslagen, verduidelijkt met teke ningen en notities in labanotatie. In het woord labanotatie leeft de naam voort van de Oostenrijker Ru- dolf Laban von Varalya, dans peda goog en choreograaf, een van de grote pioniers van de moderne dans stijl. Laban, die in 1879 werd geboren, heeft iets heel bijzonders nagela ten: een schrift, waarin dansbewe ging en choreografie konden wor den opgetekend, te vergelijken met het notenschrift in de muziek. Na tuurlijk kan men ook met film bal letten vastleggen. De moeilijkheid is echter, dat het perspectief verlo ren gaat. Een ,/lansschrift" is daar naast onontbeerlijk om precies aan te geven, wat een choreograaf be doelde, hóe een bepaalde beweging dient te worden uitgevoerd. Ann Hutchinson heeft de labanotatie ver der uitgewerkt en thans is dit dans- schrift algemeen in gebruik. Met labanotatie is een eind ge komen aan de moeilijke situatie met betrekking tot de oude klassieke balletten. Er is heel wat speurwerk men kan zelfs zeggen wetenschappelijk speunverk! nodig om precies te weten, hoe Filippo Taglioni zijn „La Sylphide" uitvoerde, of hoe Di- delot in 1923 zijn ,£e Prisonnier du Caucase" in Moskou voor het voetlicht bracht. Met de werken, die nu verschijnen, is dergelijk speur werk niet meer nodig. Er bestaat een internationaal con tact tussen de labanoteurs; de laba notatie ontwikkelt zich steeds ver der volgens vaste afspraken. In 1959 was er zelfs een internationale la- banotatieconferentie, waarop al die ontwikkelingen terdege werden vastgelegd. Vanzelfsprekend hebben alle bal letensembles op de gehele wereld behoefte aan labanoteurs, die dit dansschrift beheersen. Er is in Ne derland een speciale opleiding in labanotatie bij Studio Creater aan de Willem de Zwartslraat in Woer den. Deze cursus staat onder leiding van Els Molenaar en Conrad van de Wetering, indertijd bekend als danser bij het Nationale Ballet, HANSW. LEDEBOER -X- Voorbeeld van labanotatie, voor de danskunst wat het noten schrift is voor de muziek. Met doffe ellende maakt de le zer kennis in het boek van Neel Doff: Dagen van honger en ellende, een uitgave van Meulenhoff, Am sterdam (153 blz., 8.90). De kleur rijke ellende komt je tegen uit de verhalenbundel Onder de hete Ca- raïbische zon van Johan Fabricius, een uitgave van Leopold, Den Haag (179 blz., 16.90). Neel Doff was. honderd jaar geleden een Amsterdams kind uit wat men plech tig noemt de heffe des volks. Door vol slagen armoede tot prostitutie gedoemd, is zij in Frankrijk door een rijke notaris zoon uit die slavernij verlost; hij Is met haar getrouwd en toen hij op 35-Jarige leeftijd stierf, had hij haar Frans en be schaving bijgebracht. Neel Doff ging reizen, hertrouwde later en begon op vijftigjarige leeftijd de herin neringen aan haar ellendige jeugd op te tekenen. Met haar aangeboren talent en intelligentie schiep ze in de aangeleerde taal een meesterwerkje, dat in Frankrijk grote opgang maakte. Ze schreef later ook novellen en een roman, maar dat andere werk miste toch de niet te omschrijven literaire kwaliteit van haar jeugdherinneringen. Wim Zaal heeft voor een (nieuwe) Nederlandse ver taling gezorgd en het boek van een na woord voorzien, waarin hij over schrijfster en werk nadere informatie ver schaft. Een natuurtalent, deels onbedreven, deels trefzeker, schiep zonder plan en min of meer chaotisch een beeld van een miserabele jeugd in een groot gezin, met een afgebeulde almaar kinderen barende moeder en een trotse maar tevens slappe vader, die de ellende thuis soms letterlijk, geografisch en vaker nog figuurlijk in de drank ontvluchtte. Het waren mooie men sen, maar ondervoed en verpieterd, aan gewezen op de officiële liefdadigheid, waarbij men denken moet aan de tekst: „De barmhartigheden der goddelozen zijn wreed". Ik kom op enkele aspecten van dit boeiende boekje verderop in dit arti kel terug. Johan Fabricius is op het gebied van boeken schrijven een routinier. Hij be heerst het vak van de vertelkunst met gemak. Bereisd als hij is. laat hij zijn verhalen In verscheidene delen van de aardbol spelen en wat zijn visie aan diep te ontbeert, compenseert hij door de gro te verscheidenheid van milieus. De flap zegt het met een naïeve openhartigheid „Wanneer Johan Fabricius een reis door een of ander deel van de wereld gemaakt heeft, kan men er zeker van zijn dat er vroeg of laat een boek uit voortkomt.. Hij weet haast altijd intuïtief tot de kern van de dingen door te dringen en zijn lezers een heldere indruk van de beschreven landen en hun bewoners te bezorgen." Men kan deze novellen zien als een reportage in verhaalvorm. Veel kan ge woon aan de werkelijkheid zijn ontleend, zoals passagiers op een schip en logeer gasten in hotels, zoals contacten die de schrijver op zijn reizen heeft gemaakt, kennissen die hij gesproken heeft, verha len die hij in bars heeft aangeboord en zo voort. Men heeft hier te doen met een vermenging van reportage en verhaal kunst, een goed soort journalistiek in de vorm van vertellingen. Men krijgt een wel niet diepgaand, maar toch levendig en door dr. C. Rijnsdorp raak beeld b.v. van het leven der negers en creolen in de West. Johan Fabricius heeft els schrijver iets waarmee Ik sympathiseer; hij heeft begrip voor de verscheidenheid onder de men sen en hij is niet vooringenomen. Zende lingen en andere christenen worden zon der rancune gezien als mensen en niet als caricaturen. Hij neemt ook niet de hou ding aan van een groot schrijver, want hij kent zijn grenzen. De verhalen staan ove rigens niet op hetzelfde peil; zo vind ik het acht9te verhaal: „Fries of Arubaan" van mindere kwaliteit dan b.v. „In de Koenoekoe" of „Danse Macabre". Men merkt dit aan de mindere geinteresseerd- heid bij het lezen. Waarom geeft Neel Doff in haar ver warde autobiografie literatuur en Johan Fabricius in zijn knap verhalend werk niet? Bij lezingen wordt mij vaak ge vraagd het verschil uiteen te zetten tus sen lectuur en literatuur. De ervaren criti cus weet dit verschil, kent het, ziet het. maar kan het nooit helemaal expliciet ma ken. Literatuur heeft een dimensie meer dan lectuur. Beschreven personen, gebeurte nissen. milieus, toestanden krijgen iets wat ik zou willen noemen „verwijzends". Als Faust in het grote gedicht van Goethe In een gevangenis komt, zegt hij; „Der Menschheit ganzer Jammer fasst mich an"; de ellende van de hele mensheid grijpt me aan. Zo rijst uit de fragmenta rische beschrijvingen van Neel Doff voor wie daarvoor gevoelig is de hele negen- tiende-eeuwse samenleving op. Een fragment Is hier niet maar een „pars", maar een „par6 pro toto". Neem eens een zin als deze; „We waren enorm opgelucht, toen wij besloten hadden met elkaar van de honger om te komen" (bl. 65). Of deze beschrijving op bl. 52: „Juffrouw Rendel deed *s morgens de huishouding en verliet 's middags strijk en zet haar huis in een grijze keperjapon met grote crinoline en een zwarte sjaal met lila boordsel, die zij van boven met een grote camée-speld had vastgestoken. Om haar middel hield zij de sjaal onder haar samengevouwen handen bij elkaar en van achteren hing de punt tot op de grond. Zij droeg een luifelhoed van grijs satijn met paarse linten, die onder de kin -X- Curieuze foto van Neeltje Doff waren opgestrikt en dan nog heel diep afhingen; aan weerszijden van de slapen keken peper- en zoutkrullen onder de hoedrand vandaan. Haar te grote schoe nen, met lage hakken, waren van lasting en met veters opzij; zij droeg een grote zwartlakense ta9 over de arm, had hand schoenen met één knoopje aan, die bij de vingertoppen gestopt waren, en droeg een uitgevouwen witte zakdoek in de hand." Men ziet het armoekind met de honge rige donkere ogen, waaraan niets ont gaat, erbij! En wat een geheugen voor details van kleding en Interleursl Inder daad Is Neel Doffe boek, zoals Wim Zaal opmerkt, onaangetast gebleven door mo dieuze Invloeden. Alles wat echt en raak Is, blijft zijn waarde behouden; het mo dieuze raakt In vergetelheid. En alles wat onopgesmukt verteld is, zoals bij Fabri cius, blijft leesbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 13