EEN PIL DIE U NIET ZOMAAR SLIKT
Doffe en kleurrijke ellende
DEZE
WEEK
Duitsers haalden al
vroeg hun wijsheid
uit de Nederlanden
Afluisterapparatuur in
uw huis- of slaapkamer
Labanotcatie: „notenschrift" voor dansers
ZATERDAG 5 DECEMBER 1970
Wij hebben allemaal wel eens behoefte de voordeur te sluiten, onze voeten op tafel te
iggen en te grommen: „En laat nu de rest van de wereld maar naar de maan lopen!"
le moeilijkheid is echter, dat dit in onze moderne eeuw van wetenschappelijke en techno-
igische wonderen niet erg efficiënt werkt. Voor de nieuwsgierigheid van de buitenwereld
ty: we kwetsbaarder dan ooit tevoren in de geschiedenis. Het is zelfs zo, dat vrijwel nie-
land de zekerheid heeft nog werkelijk veilig of beschermd te zijn, waar hij zich ook bevindt
e wat hij ook doet.
Er wordt dagelijks in toenemende mate inbreuk gemaakt op
jnze „privacy". Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat allen
de vrijheid liefhebben en zich voorstanders van de rechten
an de mens noemen, zich hier ernstig zorgen over maken. Dit
fcrmde het belangrijkste onderwerp van gesprek tijdens een
>ciale bijeenkomst van de uit vele naties samengestelde Raad
bn Europa die dezer dagen in Brussel werd gehouden.
ZOU de goede Sint wel ko-
len, nu de post 't zo vreselijk
Indt? Zonder overwerk, geen
tromen pakjes naar het Amster-
amse kind
Het is moeilijk op een dag als
sze, ons te ontrukken aan de
wang van metrum en rijm. Er
ijn wel een paar mensen in en
uiten ons lieve vaderland voor
lie we een surprise zouden we
an te bedenken. En ook wel een
aar gedichten waarin volkstelling
ijmt op kwelling, loon op hoon,
(amer-nacht op miljoenen-jacht,
Vitteveen op steen-en-been. Maar
aten we ons talent voor thuis be-
laren, en u verder ons gerijm
esparen.
De werkgevers blijken het eens
met de regering over een beper
king van de reële loonstijging
volgend jaar tot O 2 procent.
De vakbeweging wil ook wel ma
tiging, maar legt zich niet op een
percentage vast Van het kabinet
werd eind deze week nog geen
fasffssirig verwacht
De Kamer aanvaardt alle be
slissingen en vindt met de rege
ring alweer een oplossing voor het
gat van 45 miljoen, dat vorige
week gevallen was. Uit het debat
over verkeer en waterstaat note
ren we dat de Kamer weinig en
thousiast is voor een vijfde start
baan op Schiphol en dat het hui
dige kabinet geen beslissing
meer neemt
Minister Polak voelt niet voor
levenslange gevangenisstraf voor
kapers. Staatssecretaris Kruisinga
jelooft een onderzoek naar de
oorzaak van geesteszieken. De
Eerste Kamer zal in meerderheid
Veringa's hervorming van het uni
versiteitsbestuur steunen. Volgend
jaar kunnen de klassen van kleu
ter- en basisscholen kleiner wor-
Het gezamenlijk urgentiepro
gram van de grote christelijke par
tijen zet woningbouw en krotop
ruiming bovenaan het lijstje. De
regering gaat de kleine en de
grote koopvaardij steunen o.m.
met kredietgaranties. Vervoerson
dernemingen vrezen een noodsi
tuatie. De trein wordt duurder.
Uitgerekend wordt dat van f 400
extra dit jaar 230 reëel over
blijft en volgend jaar bij verwer
king in de cao's nog 123.
Meer dan acht weken heeft de
Britse diplomaat James Cross
vastgezeten. Canada heeft hem
eindelijk vrijgekregen. Zijn extre
mistische ontvoerders hebben de
wijk mogen nemen naar Cuba,
waar ze liefderijk zijn opgenomen.
Intussen is een Westduitse
consul in Spanje ontvoerd, als
gijzelaar van Basken, die protes
teren ook door middel van sta
kingen tegen een proces van
burgers voor een militair tribu
naal. In Griekenland worden weer
vele politieke arrestaties verricht.
De topconferentie van landen van
het Warschaupact in Oost-Berlijn
gaat over de vraag, hoe men het
westen kan bewegen deel te ne
men aan een Europese veilig
heidsconferentie.
Als men vermoeid is, is het
beter geen beslissingen te moe
ten nemen over moeilijke proble
men. Als je de hele dag bezig bent
geweest, zie je het niet meer zo.
(Premier De Jong).
Hoe je het als minister kunt
volhouden? Acht uur slapen per
dag, en geen werk tot de vol
gende dag laten liggen. (Minister
Beernink).
Het is de grote illusie van onze
lijd, te denken dat het hoogste
doel in ons leven bestaat in het
vechten voor een verkrijgen van
economisch, maatschappelijk, tij
delijk en uiterlijk welzijn. U bent
geschapen voor een hoger goed,
voor het hemels koninkrijk (Paus
Paulus tot 150.000 bewoners van
de krottenwijk Tondo in Manila).
Officieel heette deze bijeen
komst het Derde Internationale
Colloquium over de Europese
Conventie inzake de Rechten
van de Mens; in feite is het on
derwerp der besprekingen het
potentiële gevaar van de geraf
fineerde moderne electronische
apparaten, die de spion uit
vroeger tijden even verouderd
doen lijken als de pijl en boog.
Artikel 8 van de Conventie
verklaart categorisch: „Ieder
mens heeft recht op eerbied
voor zijn privé- en gezinsleven,
zijn huis en zijn corresponden
tie."
Dit essentiële menselijke
recht wordt echter hoe langer
hoe meer met voeten getreden
en de noodzaak van nog
drastischer beschermende maat
regelen doet zich meer en meer
voelen. Natuurlijk staat het U
nog steeds vrij uw voordeur te
sluiten (letterlijk en figuurlijk)
en te eisen dat men U met rust
laat. Het is echter mogelijk, dat
de één of andere pottenkijker
een laserstraal op uw gesloten
venster gericht houdt, mis
schien wel een kilometer of
meer van U vandaan die in
staat is zelfs door het glas heen
ieder woord dat in uw kamer
wordt gezegd op te vangen.
Of anders kan misschien een
slimme detective stiekem een
'radiozender'-pil ter grootte
van de gemiddelde capsule met
antibioticum in uw zak stop
pen en op die manier verschei
dene dagen lang al uw bewe
gingen nagaan.
Er bestaan zelfs miniatuur
televisiecamera's van het ty
pe dat ook in het donker opna
men kan maken die alle be
wegingen naar een "inkijker"
buiten het huis doorzendt.
Dit zijn geenszins fantasieën
ontsproten aan het brein van
een Orwell of een Jules Veme.
Alle drie hierboven beschreven
spionageapparaten en nog
vele andere die erop lijken
zijn ofwel al in gebruik of in
het laatste stadium van ontwik
keling, aldus het rapport „Pri
vacy and the Law", dat dit jaar
-ff- Zelfs op een fik9e afstand van het doel verwijderd, is het met een
geweermicrofoon mogelijk uit een pratende groep de stem van één per
soon te "vissen"
werd gepubliceerd door Justice,
de Britse afdeling van de Inter
nationale Commissie van Juris
ten.
Misschien kan het U, hoe
vreemd het ook lijkt, niet sche
len of U afgeluisterd of bespio
neerd wordt. U heeft immers
niets tè verbergen! Weet U dat
wel helemaal zeker? De aantas
ting van onze privacy houdt
daar echter niet op.
Er komt geen eind aan de
manieren waarop men U in
verlegenheid kan brengen of
voor gek zetten. Uw vrouw zit
bij voorbeeld te zonnen binnen
de beschermende omheining
van haar achtertuin waarbij
ze haar remmingen en de meeste
van haar keldingstukken aflegt
en de een of andere foto
graaf, toegerust met de laatste
fotografische apparatuur, kan
elk detail van ver opnemen en
de foto's later voor zijn eigen
doeleinden gebruiken.
Uw bankrekening en uw re
putatie mogen er misschien uit
stekend voorstaan maar op
een dag kan men U crediet wei
geren, louter en alleen omdat de
computer iets verkeerd heeft
gedaan en U geen middel heeft
om de onjuistheid van de bere
kening te bewijzen.
Gevallen als deze doen zich
met steeds onrustbarender veel
vuldigheid voor. Ieder facet van
iemands leven, van de wieg tot
door
S. de Bruin
het graf, kan in een computer
worden opgeborgen en dit
wordt ook steeds meer gedaan.
Hebben we werkelijk de zeker
heid dat deze informatie niet in
verkeerde handen kan vallen?
De grote bedrijven verliezen
natuurlijk altijd al tientallen
miljoenen guldens per jaar aan
industriële spionage. Maar door
psychische kwellingen kan de
individuele mens evenzo en in
even grote mate te lijden heb
ben.
Vergis u niet, „Grote
Broer" is al gearriveerd, lang
voor 1984. En hij moet getemd
worden alvorens hij de levens
van miljoenen mensen ruïneert.
Vele landen geven wel enige
bescherming tegen inbreuk op
de privacy van de mens, maar
de,ze gaat zelden ver genoeg.
Overal is een strengere natio
nale wetgeving nodig ge
steund door strengere interna
tionale overeenkomsten.
In een kortgeleden versche
nen rapport drong de Neder
landse minister van Justitie
erop aan, dat de Raad van
Europa zich actief zou inzetten
teneinde deze twee doeleinden
te bereiken.
De volledige tekst van zijn
twee conclusies luidt:
„De nationale wetgeving dient
te voorzien in de bescherming
van het recht op privacy tegen
de moderne technische appara
tuur. Deze bescherming dient
privaatrechtelijk zowel als
strafrechtelijk gewaarborgd te
worden. Inbreuk van het recht
op privacy door openbare auto
riteiten dient tot het uiterste
minimum te worden beperkt.
Aangezien de nationale wet
geving op zichzelf ontoereikend
is om voldoende bescherming te
bieden tegen de nieuwe priva-
cy-verstorende technieken, is
internationale samenwerking
nodig om de nationale wetge
ving aan te vullen en te steu
nen."
Laten we hopen, voor ons al
ler heil, dat deze aanbevelingen
spoedig verwezenlijkt mogen
worden.
De culturele betrekkingen tussen Ne
derland en Duitsland hebben natuurlijk
al sedert eeuwen bestaan. In de meest
glorierijke tijd van de Nederlanden, die
vaak als de „Gouden Eeuw" wordt be
stempeld, hebben ontelbaar veel Duit
sers hun wijsheid aan Nederlandse uni
versiteiten gehaald.
Dr. Heinz Schneppen, die enige jaren
achtereen persattaché aan de Duitse ambas
sade in Den Haag is geweest, (totdat hij naar
het ministerie van buitenlandse zaken in
Bonn werd teruggehaald) vertelt in een door
de cultuurafdeling van de Nederlandse am
bassade in Bonn uitgegeven geschrift, dat
men in die tijd alleen al aan de universiteit
van Leiden bijna 11.000 Duitse studenten
heeft geteld en dat toen ook nog duizenden
jonge Duitsers aan andere universiteiten en
hogescholen in Nederland hebben gestu
deerd. Ook hebben meer dan 300 Duitse
professoren in Nederland gedoceerd.
In die tijd is de invloed van de Neder
landse letterkunde in Duitsland zeer groot
geweest. Gedurende de vorige eeuw weer
hebben het Duitse denken, de Duitse weten
schap en de Duitse techniek een bijzonder
belangrijke rol in Nederland gespeeld.
In Duitsland is men niet vergeten en
zal men ook nooit kunnen vergeten dat
men in Nederland in feite in de jaren vlak
voor de Tweede Wereldoorlog het voortbe
staan van de Duitse literatuur heeft gered,
omdat er toen haast geen enkele Duitse
schrijver van enige betekenis is geweest,
wiens werken niet door een Nederlandse uit
gever zijn gepubliceerd.
De bekende Duitse auteur Hermann Res
ten, die in die tijd als emigrant in Neder
land heeft gewoond en die er veel vrienden
heeft verworven, vestigt daar nog eens de
aandacht op in zijn eveneens door de Ne
derlandse ambassade in Bonn uitgegeven
geschrift „Hymne für Holland". In dat ver
band noemt hij de Nederlandse uitgeverijen
Allert de Lange en Querido. Van de in Ne
derland gedrukte Duitse schrijvers zouden
we, om maar een heel kleine greep te doen,
Thomas en Heinrich Mann, Albert Einstein.
Erich Maria Remarque, Stefan en Arnold
Zweig, Robert Neumann, Franz Werf el, Jo
seph Roth en Emil Ludwig kunnen noemen.
Al vrij spoedig na het einde van de Tweede
Wereldoorlog is een van overheidswege ge
stimuleerde bevordering van de culturele
uitwisseling tussen de twee landen ontstaan.
Door het Nederlands-Duitse culturele ver
drag van 1962 is een formele basis voor die
uitwisseling geschapen.
Maar zo iets blijft, aldus zegt het hoofd
van de pers- en cultuurafdeling van de Ne
derlandse ambassade in Bonn, de dichter
Maarten Mourik, een huls zonder inhoud,
wanneer er niet door de diplomatieke ver
tegenwoordigingen leven wordt in geblazen.
Naast de van officiële zijde in het leven ge
roepen en in de hand gewerkte contacten
heeft men ook veel verbindingen op een
commerciële basis en contacten tussen uni
versiteiten aan beide zijden van de grens.
Velen hebben ontegenzeggelijk hun be
staan te danken aan de onvermoeibare werk
zaamheden van de Nederlandse ambassade
in Bonn, met instemming van het ministerie
van buitenlandse zaken en dat van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk in Den
Haag. Deze heeft een bijna onoverzichtelijk
geworden reeks van grote en van kleine mar
nifestaties op touw gezet.
Men is de laatste tijd afgestapt van het
idee geconcentreerde Nederlandse manifesta
ties in de bondsrepubliek te organiseren, om
dat men ontdekt heeft, dat de veelheid en de
verscheidenheid van wat men geboden had
voor veel mensen te moeilijk te verteren
was. En daarom heeft men diverse mani
festaties over een langere periode, van bijv.
een paar maanden, „uitgesmeerd". Men heeft
ze bovendien aangepast by de locale be
hoeften, die in de ene en de andere streek
van uiteenlopende aard zijn. Het grote
publiek wordt daardoor veel langer en veel
ongedwongener met de cultuur van het an
dere land geconfronteerd, en het resultaat
daarvan is een veel grotere dieptewerking,
waarom het toch feitelijk te doen i4.
Maarten Mourik is erin geslaagd een zeer
intensieve samenwerking tussen de Neder
landse ambassade in Bonn en het Rheinlan-
dische Museum in deze stad tot stand te
brengen. Dat museum behoort tot de belang
rijkste musea in de bondsrepubliek. Daar
worden nu al sedert enkele jaren haast aan
de lopende band Nederlandse tentoonstel
lingen, lezingen en concerten gehouden. En
ook met de culturele organisatie Jnter Na-
tiones" in Bonn werk de Nederlandse am
bassade tegenwoordig veel samen.
Er zijn twee Nederlandse leerstoelen aan
Duitse universiteiten in Keulen en in Mun
ster, en bovendien heeft men hier circa twin
tig Nederlandse lectoren over heel de bonds
republiek verspreid. Men hoopt, dat het
aantal leerstoelen nog zal kunnen worden
uitgebreid.
Met het uitwisselen van jongeren, die la
ter belangrijke functies in beide landen kun
nen vervullen zoals jonge politici, juris
ten, economen, journalisten, kunstenaars en
toekomstige jeugdleiders heeft men al we
derzijds uitstekende resultaten bereikt. Ook
tussen de PEN-clubs in de twee landen is
meer samenwerking tot stand gekomen. Ne
derlandse en Duitse schrijvers ontmoeten el
kaar van tijd tot tijd.
Het begrip voor de Nederlandse taal heeft
in Duitsland vaak nog onder misverstanden
en een onderschatting van het Nederlands te
lijden. Dat is niet toe te schrijven aan gebrek
aan belangstelling. Want deze is juist tot
uiting gekomen door het grote succes van
de Nederlandse radio-taalcursussen van de
WDR in Keulen, die Radio Bremen ook al
heeft willen overnemen.
-X- Clandestien afluisterapparaat voor lange afstand ter grootte van een pakje sigaretten. Het wordt direct op
de telefoonleiding van het „slachtoffer" aangesloten, zodat diens telefoon in een micro-spion verandert. Men kan
aldus alles wat zich in het vertrek afspeelt vanuit elke willekeurige telefoonaansluiting van het automatische te
lefoonnet afluisteren, zelfs van het ene eind van Europa naar het andere.
Degenen, die mei ballet en dans
kunst hebben te maken, zullen met
vreugde de herziene en uitgebreide
tweede editie van Ann Hutchinson's
Labanotation ontvangen. Die is ver
schenen bij Theatre Arts Books in
New York, telt 528 blz. en kost in
de Verenigde Staten 4$5 dollars.
Dat is ongeveer vier maal zoveel
Nederlandse guldens, voor een pa
perback geen klein bedrag.
Maar in deze paperback ligt een
enorme hoeveelheid pionierstcerk
opgeslagen, verduidelijkt met teke
ningen en notities in labanotatie.
In het woord labanotatie leeft de
naam voort van de Oostenrijker Ru-
dolf Laban von Varalya, dans peda
goog en choreograaf, een van de
grote pioniers van de moderne dans
stijl.
Laban, die in 1879 werd geboren,
heeft iets heel bijzonders nagela
ten: een schrift, waarin dansbewe
ging en choreografie konden wor
den opgetekend, te vergelijken met
het notenschrift in de muziek. Na
tuurlijk kan men ook met film bal
letten vastleggen. De moeilijkheid
is echter, dat het perspectief verlo
ren gaat. Een ,/lansschrift" is daar
naast onontbeerlijk om precies aan
te geven, wat een choreograaf be
doelde, hóe een bepaalde beweging
dient te worden uitgevoerd. Ann
Hutchinson heeft de labanotatie ver
der uitgewerkt en thans is dit dans-
schrift algemeen in gebruik.
Met labanotatie is een eind ge
komen aan de moeilijke situatie met
betrekking tot de oude klassieke
balletten.
Er is heel wat speurwerk men
kan zelfs zeggen wetenschappelijk
speunverk! nodig om precies te
weten, hoe Filippo Taglioni zijn
„La Sylphide" uitvoerde, of hoe Di-
delot in 1923 zijn ,£e Prisonnier
du Caucase" in Moskou voor het
voetlicht bracht. Met de werken, die
nu verschijnen, is dergelijk speur
werk niet meer nodig.
Er bestaat een internationaal con
tact tussen de labanoteurs; de laba
notatie ontwikkelt zich steeds ver
der volgens vaste afspraken. In 1959
was er zelfs een internationale la-
banotatieconferentie, waarop al die
ontwikkelingen terdege werden
vastgelegd.
Vanzelfsprekend hebben alle bal
letensembles op de gehele wereld
behoefte aan labanoteurs, die dit
dansschrift beheersen. Er is in Ne
derland een speciale opleiding in
labanotatie bij Studio Creater aan
de Willem de Zwartslraat in Woer
den. Deze cursus staat onder leiding
van Els Molenaar en Conrad van
de Wetering, indertijd bekend als
danser bij het Nationale Ballet,
HANSW. LEDEBOER
-X- Voorbeeld van labanotatie,
voor de danskunst wat het noten
schrift is voor de muziek.
Met doffe ellende maakt de le
zer kennis in het boek van Neel
Doff: Dagen van honger en ellende,
een uitgave van Meulenhoff, Am
sterdam (153 blz., 8.90). De kleur
rijke ellende komt je tegen uit de
verhalenbundel Onder de hete Ca-
raïbische zon van Johan Fabricius,
een uitgave van Leopold, Den Haag
(179 blz., 16.90).
Neel Doff was. honderd jaar geleden
een Amsterdams kind uit wat men plech
tig noemt de heffe des volks. Door vol
slagen armoede tot prostitutie gedoemd,
is zij in Frankrijk door een rijke notaris
zoon uit die slavernij verlost; hij Is met
haar getrouwd en toen hij op 35-Jarige
leeftijd stierf, had hij haar Frans en be
schaving bijgebracht.
Neel Doff ging reizen, hertrouwde later
en begon op vijftigjarige leeftijd de herin
neringen aan haar ellendige jeugd op te
tekenen. Met haar aangeboren talent en
intelligentie schiep ze in de aangeleerde
taal een meesterwerkje, dat in Frankrijk
grote opgang maakte.
Ze schreef later ook novellen en een
roman, maar dat andere werk miste toch
de niet te omschrijven literaire kwaliteit
van haar jeugdherinneringen. Wim Zaal
heeft voor een (nieuwe) Nederlandse ver
taling gezorgd en het boek van een na
woord voorzien, waarin hij over
schrijfster en werk nadere informatie ver
schaft.
Een natuurtalent, deels onbedreven,
deels trefzeker, schiep zonder plan en
min of meer chaotisch een beeld van een
miserabele jeugd in een groot gezin, met
een afgebeulde almaar kinderen barende
moeder en een trotse maar tevens slappe
vader, die de ellende thuis soms letterlijk,
geografisch en vaker nog figuurlijk in de
drank ontvluchtte. Het waren mooie men
sen, maar ondervoed en verpieterd, aan
gewezen op de officiële liefdadigheid,
waarbij men denken moet aan de tekst:
„De barmhartigheden der goddelozen zijn
wreed". Ik kom op enkele aspecten van
dit boeiende boekje verderop in dit arti
kel terug.
Johan Fabricius is op het gebied van
boeken schrijven een routinier. Hij be
heerst het vak van de vertelkunst met
gemak. Bereisd als hij is. laat hij zijn
verhalen In verscheidene delen van de
aardbol spelen en wat zijn visie aan diep
te ontbeert, compenseert hij door de gro
te verscheidenheid van milieus. De flap
zegt het met een naïeve openhartigheid
„Wanneer Johan Fabricius een reis door
een of ander deel van de wereld gemaakt
heeft, kan men er zeker van zijn dat er
vroeg of laat een boek uit voortkomt.. Hij
weet haast altijd intuïtief tot de kern van
de dingen door te dringen en zijn lezers
een heldere indruk van de beschreven
landen en hun bewoners te bezorgen."
Men kan deze novellen zien als een
reportage in verhaalvorm. Veel kan ge
woon aan de werkelijkheid zijn ontleend,
zoals passagiers op een schip en logeer
gasten in hotels, zoals contacten die de
schrijver op zijn reizen heeft gemaakt,
kennissen die hij gesproken heeft, verha
len die hij in bars heeft aangeboord en
zo voort. Men heeft hier te doen met een
vermenging van reportage en verhaal
kunst, een goed soort journalistiek in de
vorm van vertellingen. Men krijgt een wel
niet diepgaand, maar toch levendig en
door
dr. C. Rijnsdorp
raak beeld b.v. van het leven der negers
en creolen in de West.
Johan Fabricius heeft els schrijver iets
waarmee Ik sympathiseer; hij heeft begrip
voor de verscheidenheid onder de men
sen en hij is niet vooringenomen. Zende
lingen en andere christenen worden zon
der rancune gezien als mensen en niet als
caricaturen. Hij neemt ook niet de hou
ding aan van een groot schrijver, want hij
kent zijn grenzen. De verhalen staan ove
rigens niet op hetzelfde peil; zo vind ik
het acht9te verhaal: „Fries of Arubaan"
van mindere kwaliteit dan b.v. „In de
Koenoekoe" of „Danse Macabre". Men
merkt dit aan de mindere geinteresseerd-
heid bij het lezen.
Waarom geeft Neel Doff in haar ver
warde autobiografie literatuur en Johan
Fabricius in zijn knap verhalend werk
niet? Bij lezingen wordt mij vaak ge
vraagd het verschil uiteen te zetten tus
sen lectuur en literatuur. De ervaren criti
cus weet dit verschil, kent het, ziet het.
maar kan het nooit helemaal expliciet ma
ken.
Literatuur heeft een dimensie meer dan
lectuur. Beschreven personen, gebeurte
nissen. milieus, toestanden krijgen iets
wat ik zou willen noemen „verwijzends".
Als Faust in het grote gedicht van Goethe
In een gevangenis komt, zegt hij; „Der
Menschheit ganzer Jammer fasst mich
an"; de ellende van de hele mensheid
grijpt me aan. Zo rijst uit de fragmenta
rische beschrijvingen van Neel Doff voor
wie daarvoor gevoelig is de hele negen-
tiende-eeuwse samenleving op.
Een fragment Is hier niet maar een
„pars", maar een „par6 pro toto". Neem
eens een zin als deze; „We waren enorm
opgelucht, toen wij besloten hadden met
elkaar van de honger om te komen" (bl.
65).
Of deze beschrijving op bl. 52:
„Juffrouw Rendel deed *s morgens de
huishouding en verliet 's middags strijk
en zet haar huis in een grijze keperjapon
met grote crinoline en een zwarte sjaal
met lila boordsel, die zij van boven met
een grote camée-speld had vastgestoken.
Om haar middel hield zij de sjaal onder
haar samengevouwen handen bij elkaar
en van achteren hing de punt tot op de
grond. Zij droeg een luifelhoed van grijs
satijn met paarse linten, die onder de kin
-X- Curieuze foto van Neeltje Doff
waren opgestrikt en dan nog heel diep
afhingen; aan weerszijden van de slapen
keken peper- en zoutkrullen onder de
hoedrand vandaan. Haar te grote schoe
nen, met lage hakken, waren van lasting
en met veters opzij; zij droeg een grote
zwartlakense ta9 over de arm, had hand
schoenen met één knoopje aan, die bij de
vingertoppen gestopt waren, en droeg
een uitgevouwen witte zakdoek in de
hand."
Men ziet het armoekind met de honge
rige donkere ogen, waaraan niets ont
gaat, erbij! En wat een geheugen voor
details van kleding en Interleursl Inder
daad Is Neel Doffe boek, zoals Wim Zaal
opmerkt, onaangetast gebleven door mo
dieuze Invloeden. Alles wat echt en raak
Is, blijft zijn waarde behouden; het mo
dieuze raakt In vergetelheid. En alles wat
onopgesmukt verteld is, zoals bij Fabri
cius, blijft leesbaar.