Japan in 1984 supermacht EEN VROUW SHERPA'S WILLEN MET UW HULP ZICHZELF BLIJVEN van formaat DEZE WEEK Annie Romein-Verschoor door dr. C. Rijnsdorp DOOR HANS LEHR Onthutsend stukje kerkgeschiedenis Gezegd ZATERDAG 28 NOVEMBER 1970 ,ln de loop der jaren heb ik, ook uit wat ik van anderen laakte, ervaren dat de binding aan een overtuiging, een insbeschouwing, een kerk ook, niet louter een zaak van in- iht is. Je hebt er een zeker emotioneel kapitaal in belegd, dat niet zo gemakkelijk prijsgeeft. Je voert een soort dubbele ikhouding van. debet- en creditpunten die elkaar lang in inwicht houden. En het is niet alleen je emotionele gebon- iheid die stiekem een vinger houdt op de creditschaal." it is een van de levenswijze jraken (Ik heb er een hele lijst aangelegd) uit het eerste deel de autobiogrèfie van Annie Ro- •Verschoor: Omzien in ver ging (Arbeiderspers Amster- 320 blz., ƒ16.50). Zo vindt er opmerkingen in over kinde hun aanpassingsvermogen, atheïsten en agnosten, over in kri g conservatieve revolu- nairen. over de 'zuiveren' in par- ler In en kerken, over vernieuwers, daker overwerkte mensen, over be- uders die onbewust eigen be- iud zoeken, over de aard van on- ns beslissingen en zo voort. Deze varingswijsheden worden ner gens uitgestald, maar vloeien de ihrijfster vanzelf uit de pen als willekeurige commentaren. En nu ik toch met een omtrek- i". ande beweging begonnen ben, wil wijzen op de literaire kwaliteiten ^8n dit boek, die zichzelf al even lopzettelijk en onopvallend mani- steren. Zo, zegt de schrijfster op |jz. 168 van Jef Suys: „Jef Is een die mensen geweest aan wie en/aren heb dat de scherpzinnlg- filosofie en de grootste rede- kheid 'geen kwaliteiten zijn van standsmensen', maar zich als beschermende korst om een arende gevoeligheid afzetten Iin erin wortelen." I De beschrijving van haar 'jeugd- *radijs' Nieuw-Helvoet (26/7) jrmt een bladzijde pure literatuur, aaraan elke leraar Nederlands prachtige les kan wijden. Zo oemt mevrouw Romein op blz. 134 uiven „opdringerige beesten met raise ogen". Ik noem deze passa- es niet om te suggereren dat lite raire kwaliteit bestaat bij de gratie van een aantal bijzonder fraaie vol zinnen; het niveau van het hele boek is literair, juist omdat er niet naar gestreefd is „mooi" te schrij ven. De artisticiteit gaat terug op de persoonlijkheid en de in een lang leven verworven stijl, waarin die persoonlijkheid zich uitdrukt. Met de schrijfster ben ik het eens dat een criticus zijn kracht niet moet zoeken in het navertellen van een inhoud. Terugziend op de lectuur zie Ik als belangrijke zaken haar jeugd in Indlë, haar studietijd in Leiden, de kennismaking met haar latere man Jan Romein, de mensen die zij ont moet heeft en die ze portretteert, zoals Huizinga en David Wijnkoop en dan vooral de strijd om per soonlijke vrijheid en onafhankelijk heid, eerst van haar familie, dan van het communistisch partijappa raat, tevens van de literaten en de vakgenoten, dan tot op zekere hoogte ook van de man, met wie ze een zo hechte levens- en werkverbondenheid gesloten had. Dit laatste krijgt natuurlijk ook het nodige accent doordat ze op zijn afgesloten leven kan terugzien, van een tijdsafstand. Een autobiografie is een uitvoe-, rig zelfportret. Hoe ziet mevrouw Romein zichzelf? We hebben al begrepen hoezeer ze op vrijheid en onafhankelijkheid ingesteld is. Ze is van nature nieuwsgierig naar haar medemensen (113), maakt de indruk ernstiger te zijn dan ze is (113), noemt zich niet echt Ijverig (121), heeft een fundament van nuchter wantrouwen in de wereld en het leven (122), is bijzonder on geschikt zich te laten imponeren (123), heeft een overdreven angst voor conflicten (136) maar aller minst een meegaande aard (194). Als ze niet ijdel is. dan is het uit hooghartigheid en emotioneel per fectionisme (159). Ze is altijd een aantrekkelijk èn ondankbaar object voor bekeerders geweest en ze heeft zelf van haar leven nooit iemand bekeerd of pogen te beke ren tot wat dan ook (56). „Ik voel niets voor die feministische spijt van wat-had-ik-niet-allemaal kunnen bereiken... ik ben er zelf bijge- weest en ik heb zelf gekozen" (122). Eigenlijk had het boek moeten heten: „Een meisje voor halve da gen". want zo ziet mevrouw Ro mein haar leven als echtgenote, moeder en schrijfster. Haar man, koppig en zachtaardig, verwachtte van haar meer aanpassing dan zij van hem (135). Zi) moest wachten, maar evengoed meewerken (192). HIJ was een man die zich altijd rekenschap gaf, beheerst door een zeker christelijk atavisme en een dopers geweten (157). Leiderskwa liteiten heeft hij zichzelf nooit toe gekend en succes heeft hij nooit gezocht, wel voldoening in het werk (157/8). Romein was weinig eerzuchtig, maar in een bepaalde periode van zijn leven, kort voor zijn professoraat en ook daarna, nogal depressief. Het erkennen van een geloof als inspiratiebron vindt de schrijfster een redelijke eis (236), maar wat haarzelf betreft gelooft ze evenmin dat God er is als Sinterklaas (132). Liever dan communiste noemt ze zich marxiste. De Romeins zijn te intelligent en te onafhankelijk ge weest zich te conformeren aan de vaak domme en trouwens nogal eens wisselvallige partijleiding. Hun positie ten aanzien van het georganiseerde communisme Is te vergelijken met die van bepaalde onafhankelijk denkende intellectue len in het straffe verband van ker ken en politieke partijen. Ze zijn meer gevreesd dan geliefd en toch onmisbaar. Evenals, ja meer nog dan het onlangs hier besproken boek van prof. Bouman vormt het eerste deel van mevrouw Romeins zelfbe schrijving een .document van blij vende waarde. Toen Ik haar In 1955 vanuit de verte meemaakte op een conferentie van Neder landse en Vlaamse critici, waar ze nogal heftig aangevallen werd door nu wijlen Jan Walravens, kreeg ik de indruk van een persoonlijkheid die boven de aanval stond. Ook onlangs voor de televisie was ze rustig zichzelf. „JIJ geeft iemand een hand alsof |e hem weg wilt duwen", heeft Iemand eens tegen het meisje An nie Verschoor gezegd. Dit boek heeft daar iets van: „Hier is mijn hand. maar kom me niet te na." Men kan met belangstelling uitzien naar de tweede handdruk, het tweede deel. over de Tweede We reldoorlog en de tijd daarna. „De Japanse uitdaging" (uitgave Elsevier, 203 blz., 8.90) heet het boek dat de Zweedse journa list Hakan Hedberg heeft gewijd aan het ver schijnsel Japan, dat in de afgelopen week weer op zo'n dramatische wijze in het nieuws kwam. In 1984 zal Japan economisch machtiger zijn d.an Rusland en zelfs rijker dan Amerika. Dit Ls vol-, gens de schrijver de kern van het „stoutmoe dige" plan dat leidinggevende figuren van de Japanse industrie én economie voor ogen staat. Het voor Japan grootse toekomstbeeld heeft ook zijn schaduwzijden. Alle inspanning wordt geconcentreerd op de produktie. Voor de mens wordt niets gedaan. Er is geen beleid om de werknemers in de welvaart te laten delen. De privé-consumptie wordt bewust zo laag mogelijk gehouden. Hedberg meent, dat de economische hulpbron nen van het land geëxploiteerd zullen worden zonder dat men ook maar denkt aan een pro bleem als milieuverzorging. De gunstige handels balans wordt verkregen door een ongeremd pro tectionisme. Voegt men bij deze pessimistische kijk op de ontwikkelingen in Japan (een bedreiging voor de rest van de wereld, zegt de schrijver) de moge lijkheid van een door militairen gesteunde greep naar de macht, dan ziet de toekomst in Azië er niet rooskleurig uit. Het is echter niet waarschijnlijk, dat Hedberg gelijk zal krijgen. In Amerika zijn al maatrege len genomen om de ongeremde Japanse expansie een halt toe te roepen en in andere delen van de wereld zal men dit voorbeeld volgen als de hou ding van Japan daar aanleiding toe geeft. Het verkeer beweegt rich In Tokio op verschillende nlveeue. DOOR J. DEN BOEF. De aanwezigheid van het Chinese communis tische bewind op het vasteland zal voor de Ja panners aanleiding zijn om niet voor de tweede keer een vergissing te maken. Yugoslav workers' selfmanagcment, „verslag" van een in Amsterdam gehouden symposium over de problemen en perspectieven van het .zelfbestuur' van de Joegoslavische arbeiders (uitgave D. Reidel Publishing Cy te Dordrecht 259 blz., 44.75). Het door M. J. Broekmeyer samengestelde, in het Engels geschreven boek, is het produkt van de eerste grote confrontatie tus sen twee verschillende sociale systemen, buiten Joegoslavië. Doel varf het boek is de westerse lezer beter inzicht te verschaffen in het Joegoslavische sys teem; de Joegoslavische maatschappij te con fronteren met vragen en kritiek; en een bijdrage te leveren aan de 20ste verjaardag van het zelf bestuur voor Joegoslavische arbeiders. De schreeuw van Vietnam, is een stuk poëzie van de boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh. die tot 1966 aan het hoofd stond van de afdeling sociale wetenschappen van de universiteit van Saigon. Sindsdien leidt hij een boeddhistisch centrum in Parijs. In Saigon beschouwt men hem als communist en in Hanoi beweert men dat hij zich met hart en ziel aan het Witte Huis heeft verkocht. In Parijs onderhoudt hij contacten met de le den van de Zuid- en Noordvietnamese onderhan delingsdelegaties. De schreeuw van Vietnam, met tekeningen van Vo-dinh, werd uit het Engels vertaald door mr. Evert Straat (uitgave Ten Ha ve te Baarn, 9.75). ~pl; Twintig dagen lopen van de Nepalese hoofdstad Katmandu ligt de vallei Solo Kumbu, waar, overschaduwd door de eeuwige sneeuw van de Himalaya, de uit de vele expedities befaamde Sherpa's wonen, onvermoeibare dragers van de vele karavanen die daar het hooggebergte doorkruisten. Het leven in de vallei is niet meer zo vrolijk als het altijd is geweest. Sinds het buurland Tibet onder Chinees bestuur staat, is al het verkeer door de bergen stopgezet; er zijn geen karavanen meer, er is ook geen werk meer voor de Sherpa's. Een hoogst merkwaar dig, interessant en ont hutsend stuk kerkge schiedenis ligt vast in de „Anekdote" van Proco- pius van Caesarea. Procoplus was een tijdgenoot van keizer Jus- tinianus en keizerin Theodora, hij leefde van omstreeks 500 tot 565 en hl) was een belangrijk man die hoge functies .bekleedde. Zo was hij con8iliu8 juridisch raadgever van veldheer Belisariua en diende hij aan het hof van keizer Justinianus. Van hem zijn verhandelingen bekend over de oorlogen met de Perzen, de Van dalen en de Goten. Maar In onze tijd heeft men veel meer belang stelling voor zijn „Anek- dota". waarin hij een heel schril licht gaf op de toestanden in de vroege Romeinse christe lijke kerk en waarin al lerlei hooggeplaatsten hardhandig voor de bijl gingen. De „Anekdota" vormen In de kerkge schiedenis een zeker niet „schone" bladzijde! In zijn „Anekdota" ver meldde hij, wat hij in zijn officiële werk achter wege liet en tot nu toe heeft niemand begrepen, waarom hij In het geheim vanzelfsprekend, an ders zou het met Proco- pius heel snel gedaan zijn op een dergelijke manier heeft geschreven over mensen, die hij fn zijn andere werhen loof de en prees. Procoplus kon zeker niet geldon als een ver bitterd man, want hij werd van staatswege hoog gewaardeerd. Gerrit KomriJ heeft de „Anekdota" in het Ne derlands vertaald en de Uitgeverij De Arbeiders pers heeft ze uitgegeven onder de titel „Geheime geschiedenis van Byzan tium". (178 blz., ƒ12.50) Enthousiaste Sherpa's zijn enkele maanden geleden begonnen met het vlak maken ran een rotsachtig stuk terrein tegen de hellingen van de Himalaya, waar binnenkort tun eigen cultuur moet worden onderwezen. Nog zijn er Sherpa's die permanent de Indrukken van het jute in hun voorhoofd toeedragen, resultaat van jarenlang sjouwen voor een dollar per dag. Maar meer dan een «P-kele eejizame expeditie is er voor hen niet weggelegd. Het enige wat rest om in te blijven is hun primitieve land bouw. De 23-jarige Lawudo Lama wil daar iets aan doen. Ze hebben het hem gevraagd, de Sherpa's, in het besef dat alleen goed on derwijs de oude welvaart terug kan bren gen. Welvaart is eigenlijk het goede woord niet, dat is Lawudo Lama's grootste prcr- bleem. Hij heeft er veel over gesproken met zijn vrienden uit het westen, die hij ont moette op de Kloosterschool in Katmandu waar voor iedereen die zich in de oosterse cultuur interesseert, cursussen worden ge geven. De man met wie Lawudo zelfs vele weken lang over zijn probleem kon praten was de Amsterdammer Matty de Wijs (27). Samen liepen zij de twintig dagen van Katmandu naar de vallei van Solu Kumbu, samen ook waren ze in Bodhgava in India onder de levensboom waar Boeddha volgens de overlevering tot „verlichting" kwam, tijdens een concilie van leermeesters van de Dalai Laiha. „Je maakt de mensen niet gelukkig door ze de westerse cultuur op te dringen, daar het om", 'vertelt Matty de Wijs, voor een korte tijd terug in Nederland. „Ik heb zelf gezien hoe dat ging. In Afghanistan heb ik bij het Malaria-instituut van de World Health Organisation gewerkt. Alles wat westers is, is goed. De rest deugt niet. Ik heb die ontwikkelingshulp wel gezien; voor Lawudo heeft het geen zin om Amerikaans geld te vragen. Hij wil zo les kunnen geven dat de Sherpa's hun eigen cultuur kunnen houden". Nepal ziet dat overigens ook in: geen toe rist krijgt "een visum voor meer dan vijftien dagen, om de invasie van rijke vreemdelin gen zo veel mogelijk tegen te gaan. „Het gaat te snel. Ze geven zo veel geld uit dat de verhoudingen helemaal scheef worden getrokken. Dat kunnen de Nepalezen niet verwerken". Matty de Wijs heeft zich in het bestaan en de problemen van de Sherpa's weten in te leven. „Als ik me ergens thuis voel is het wel bij deze mensen. De mentaliteit in Ne pal is zo rustig en ontspannen zoals je het nergens kunt vinden. Het is een paradijs, met de bergen van de Himalaya en die ge weldig mooie vegetatie. Absoluut het mooi ste land waar ik ooit ben geweest". Hij heeft zijn thuishaven voorlopig wel gevonden, na vele omzwervingen door het Midden- en Verre" oosten. Die thuishaven is Lawudo. Daar zijn de inwoners op aanwij zing van Lawudo Lama al begonnen een terrein te egaliseren voor hun eigen school, waar op hun eigen manier onderwijs zal worden gegeven aan de jeugd die nu nog buiten de vallei onderwijs zoekt. „En dan zo verwesterst dat ze hun heil elders zoeken", aldus De Wijs. „Er is in de buurt een schooltje van Hillar^, de man van de Mount Everestexpeditie. Die loopt gewoon niet, het is te westers. Wij moeten ze leren dat ze goed zijn zoals ze zijn". Dat doel slaat bij de Sherpa's zelf enorm aan. Ze werken enthousiast vele uren vrij willig mee om het zware grondwerk, waar bij vele soms gigantische rotsblokken moe ten worden verwijderd, nog voor het inval len van de winter voor elkaar te krijgen. Als eenmaal de sneeuw valt, ligt het werk stil tot het voorjaar. Allemaal vertraging, en dat willen ze niet. De Sherpa's willen leren. Hoe ze beter voedsel kunnen verbou wen bijvoorbeeld. Ze telen nu alleen aard appels; groenten kwamen vroeger met de vele karavanen mee. Het resultaat:, het voedsel is veel te eenzijdig geworden, de gezondheid van de Sherpa's gaat merkbaar achteruit. Ook zout en warme kleren arri veren niet langer met de handelaars over de bergen. Wat willen Lawudo Lama en zijn vrien den gaan onderwijzen? In de eerste plaats uiteraard hoe meer gewassen te telen, maar ook Nepalese taal en cultuur, en vooral ook de meest esseptiële beginselen van de hygiëne. Vooral dat laatste is een onder werp dat De Wijs zelf bij de kop wil pak ken. Alles wat hij kan bemachtigen over dat onderwerp bestudeert hij tijdens het halve jaar dat hij in Nederland wil blijven. Op het leerprogramma verder astrologie, het Thangka-schilderen en Engels. Anderzijds wil Lawudo Lama ook wel westerlingen op zijn nieuwe school. „Er zijn zo veel mensen uit het westen -die worden aangetrokken door Nepal, maar weinigen -M- Lawudo Lama (middenachter) met een Sherpafamilie in de vallei Solu Kumbu, waar hij al een begin heeft gemaakt met de bouw van zijn Everest Center for Buddhist Studies. leren zien wat het werkelijke oosten in houdt. Mijn centrum ontvangt ook hen die een inzicht willen krijgen van de diepe in nerlijke Inhoud van de Everest". Er moeten in de vallei van de Sherpa's drie gebouwen komen: logies voor zo'n tweehonderd man, een keuken en een eet zaal en een grote „Gompa" van drie verdie pingen. Daarin moeten de leslokalen, een bibliotheek en een religieuze ruimte worden ondergebracht. De bouw zal traditioneel zijn, zo schrijft Lawudo Lama, met mate riaal uit de omgeving en glas eh cement dat te voet uit Katmandu wordt aangedragen. Het geld daarvoor hoopt Matty de Wijs voor een groot deel in Nederland bijeen te krijgen. Er is maar erg weinig nodig, verge leken bij wat de Henri Dunant vroeg. „Met veertigduizend gulden komen we al een heel eind. Het kost daar allemaal niet zo veel". Zijn adres is Dusartstraat 33 I in Amsterdam. Het gironummer voor de aktie die de Sherpa's aan een school moet helpen: 2167700, Everest Centerfor Buddhist Stu dies Nepal te Amsterdam. ER WAREN zoveel stemmingen bij zitten en opstaan, dat Kamer voorzitter Van Thiel over „een uur tje trimmen" sprak. Het waa laat. er was een rijstebrijberg van amendementen op het belasting pakket van Witteveen en Grapper- haus, en op een gegeven ogenblik was een stemming zodanig uit de hand gelopen, dat het de schatkist 45 miljoen gulden gaat kosten. Kortom, het mistte vrijdagmorgen vroeg in de Kamer net zo erg als erbuiten, en tenslotte besloot men, de eindstemming maar tot vol- gend~ week uit te stellen. Dan moeten ook de wetsontwerpen over de BTW-verhoging en de wle- beltax nog artikelsgewijs door de molen. En dat allemaal in een week die ook verder vol politieke en sociale spanning zat. Minister roolvink die aan aftreden zou denken vanwege een geweigerde uitkering aan „oudere" invaliden. En niet vanwe ge de in de lucht hangende loon maatregel, waarover In de Stichting van de Arbeid maar geen overeen stemming is te bereiken. Het kabinet zit met de SER die er ook niet uitkomt en vindt dat men met maatregelen moet oppas sen omdat de economie t#ch al aan het afkoelen is. ledereen meent wel dat de lonen maar matig mogen stijgen, maar wie dat in de hand moet houden, gezien wat er allemaal in bedrijfstakken als de metaal aan de hand is? Het rumoer om minister Bakkers uitlatingen over de apartheid schijnt na zijn verklaringen op Schiphol wel weg te ebben. De Pvd Aen andere partijen stemmen tegen de begroting van minister Schut Wat ook bedaart is de onrust om de komende volkstelling; de ge dachte wint veld dat het met de bewaking van de privacy wel zal meevallen, het niet-beantwoorden van enkele „intieme" vragen zal niet al te kwalijk worden genomen, en de volkstelling dient'vele ge wichtige gemeenschapsbelangen. Een Haagse weigering van een eigen Surinaamse luchtlijn op Schiphol (met Transavia) wekt wre vel In de West. Ambtenaren op Buitenlandse zaken zijn boos om dat ze weinig promotiekansen zou den hebben. De politie krijgt van de regering een duidelijk „neen" te horen op de eis van ƒ1200 extra. De grote Aziëreis van de paus begint met een mislukte aanslag, gepleegd door een Boliviaan op het vliegveld van Manilla, in het enige typisch roomse land In het Verre Oosten: de Philippijnen. Een Amerikaanse raid op een krijgsge vangenkamp in Noord-Vletnam mi slukt, de Russische maanmissie met het Moonmobiel mislukt, een beweerde huuriingenaanval op Gul nee in West-Afrika mislukt En wat heel wat tragischer Is ook de hulpverlening in oost- Pakistan dreigt vast te lopen, als er niet allerlei bureaucratie en over8chllllgheld wordt overwonnen. Maar hoe dat ook zij, er m#et geholpen worden en er zijn miljoe nen nodig. Gisteravond is het geld in kerken en gemeentehulzen bin nengestroomd. En denk aan giro 777, nog v##r de Slnterklaasdrukte s.v.p. Het argument dat door een loon maatregel grote arbeidsonrust zou ontstaan, I zeer gevaarlijk. Als be hoorlijke burgers in een democra tische maatschappij moeten wij ons voegen naar de beslissingen, die de overheid op goede gronden en vanuit haar verantwoordelijkheid neemt. (Drs. C. S. Bakkenist, werk gevers) Voegen naar de beslissingen ven de overheid? In het algemeen ak koord, maar het gaat ons te ver els daardoor de vakbeweging om zeep wordt geholpen. (A. H. Kloos, werknemers)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 15