HAAT VERZIEKT DE GEESTEN Student Sex en Samenleving Diana schildert haar filosoferen Arabische wereld in tweestrijd door dr. C. Rijnsdorp Ernstig gesprek met universileitsarts dokter R. Linschoten Door Jeanne de Vlieger door J. den Boef ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1970 Ik kom - en weet niet van waar; ik ben - en weet niet wie; ik sterf - en weet niet wan neer; ik ga - en weet niet waar heen. bische landen werd verbroken. De gedachte van de Arabische een heid maakte plaats voor het begrip „gemeenschappelijke doelstellingen van het socialistische kamp". On der deze leus werd gestreefd naar een „socialistische Arabische natie van de Atlantische oceaan tot aan de Perzische Golf". In zijn analyse gaat Munadsjid ook in op wat hij noemt „de arro gante pronkzucht, demogagie, het systematisch domhouden van het volk en het verval van de diplo matie in de Arabische landen. Hij ziet echter ook nieuwe taken. „Wij moeten weer aan een orde gewennen die genezing belooft, weer geloof krijgen in de geeste lijke waarden, waarop ons leven berust. Daarbij moeten wij deze wereld realistisch beschouwen en niet geheel in dromen opgaan. Wij zullen moeten werken en van het niet aflatende werk moeten hou den. Daarbij zullen wij met de tijd waarin wij leven in overeenstem ming zijn. Wij willen de leugen be strijden, de arrogantie, het loze bluffen en de aanmatiging tegeno ver anderen bestrijden. Zij hebben ons in de diepste nederlaag ge stort, omdat zij onze blik beneveld en ons waanbeelden voorgetoverd hebben. Wij willen de onontwikkel de massa's wakker schudden en ervoor zorgen, dat men ze niet lan ger bedriegt". In zijn boek ontpopt Munadsjid zielMilet als Iemand, die naar een gemakkelijke vrede met Israël wil streven. Men krijgt eer de indruk van het tegendeel. Het zou Interes sant zijn te vernemen, hoe hl| denkt over de toekomstige samen leving tussen Arabieren en Joden. Zenn analyse is voor de Islamiti sche wereld geschreven. Daarbij heeft hij blijkbaar niet willen voor uitlopen op de feiten. Bij Arabische intellectuelen heeft hij grote waar dering gevonden, hoewel zijn boek officieel werd doodgezwegen of verboden. Waar gaat de Arabische wereld naar toe? Wat Munadsjid erover geschreven heeft verdient de aan dacht van allen, die zoeken naar achtergronden van het Arabische handelen. Een wonder dat ik nog vro lijk ben. Deze oude Duitse spreuk, teza men met nog enkele andere cita ten, is afgedrukt op bl. 114 van dr. J. Stellingwerffs: De hermeti sche schilderkunst van Diana Van- denberg (uitg. Buijten en Schip- perheijn, Amsterdam, 130 blz.). Dr. ir. J. Stellingwerff stu deerde aan de Technische Ho geschool te Delft en promoveer de in 1959 op een kunsthistorisch proefschrift. Sedert 1960 is hij bi bliothecaris van de Vrije Univer siteit te Amsterdam. Hij publi ceert op het gebied van kunst en cultuurgeschiedenis, wijsbe geerte en bibliotheekwetenschap. Zijn boek: Oorsprong en toe komst van de creatieve mens (Amsterdam, 1966) Is destijds door mij in deze krant besproken. Waarom ik met die spreuk (in vertaling) begonnen ben? Omdat deze filosofische grondvragen, zolang de mens op aarde Is, in zijn denken hebben meegespeeld en omdat alle godsdiensten en alle filosofische stelsels op die vragen totale of partiële antwoor den willen geven. Maar wat heeft dit alles nu met schilderkunst te maken? U hebt het al gelezen: de schilderkunst van deze Diana Vandenberg (wie zij dan ook wezen moge) wordt hermetische schilderkunst ge noemd. Men kent deze term 'her metisch' reeds van de uitdrukking 'hermetische poëzie', leder denkt daarbij aan iets dat moeilijk toe gankelijk en in zichzelf besloten is. Hermetisch betekent eigenlijk 'volgens Hermes' en voorts lucht dicht. Men kent de z.g. Hermetica, plm. 20 Griekse boeken, die ge schreven zouden zijn door Her mes Trismegistos, d.w.z. driewerf grote Hermes, de Griekse naam voor de Egyptische afgod Thot. Er moeten nog veel meer ge schriften van deze soort hebben bestaan. De inhoud is van mys tieke aard. Deze geschriften wor den onderscheiden in zulke, wel ke astrologie, alchemie en magie betreffen, en die welke van theo logische en filosofische aard zijn. De eerste categorie dateert van voor onze jaartelling, de tweede van daarna. Maar het zou mij te ver voeren nog meer van deze handboeken wijsheid aan u door te geven. Wel moet ik nog vermelden dat de schilderes in kwestie tot de Rozenkruisers behoort. „Bij Diana blijkt de schilder kunst alles in één te zijn: hand werk en wetenschap, uiting van gevoel en verstand, van religie en filosofie, de documentatie van haar leven en levensbeschou wing... Een brede belangstelling, kennis van zaken en een zorgvul dige analyse worden vereist om over het werk van Diana Vanden berg te schrijven" (bl. 17). De auteur heeft serieus ge tracht aan al deze voorwaarden te beantwoorden. Hij begint niet met zich kritisch op te stellen, maar laat de kunstenares als het ware eerst helemaal uitspreken, voordat hij zijn christelijke over tuiging In een korte samenvatting en vergelijking daar tegenover stelt. Men heeft hier te maken met een schilderkunst die niet uitslui tend terwille van zichzelf wordt beoefend. Voor Diana Vanden berg is schilderen een vorm van filosoferen en mediteren. Het merkwaardige is, dat dit samen gaat met vakbeheersing en grote zorgvuldigheid -X- „De zevende dag", schilderij van Diana Vandenberg uit 1959. Stellingwerffs boek Is ook een kijkboek; het is rijk geïllustreerd en geeft een duidelijk overzicht van het oeuvre van deze begaaf de vrouw. Het licht van haar wijsheid (moeilijk en met pijn verworven) wil alles omvatten en doordringen, want zij is, zoals de auteur op bl. 71 zegt, monlste, die alles tot één wil denken. En zo komt zij tot het liefdevol geschouwde detail en heeft zij zich de techniek verworven dat detail zo adequaat mogelijk weer te geven. Fijnschilderen is bij haar onontbeerlijk als comple ment van fijn voelen en fijnzinnig denken. „Hermetische filosofie en al- chemische symboliek hebben me de de voedingsbodem gevormd voor maniërisme en surrealisme, en zij zijn ook de geestelijke vormgevende krachten, die mede het werk van Diana bepalen" (30). „Niettemin zijn de meeste schilderijen van Diana verklaar baar, althans voor een belangrijk deel. Surrealistische kunst verzet zich tegen een heldere verkla ring. Hoe helder en exact ook geschilderd, surrealisme wil voor de exegeet clalr-obscur blijven". (80). Stellingwerffs commentaar kan de kijker een heel eind op weg helpen bij de vraag naar de zin van dit werk. Het is sterk vrou welijk van aard, met een recht streekse autobiografische inslag. Het vertelt over de man die ze gehuwd heeft, Johfra (Johannes Franciscus) Vandenberg en over haar moeilijk onderdrukt, of liever gesublimeerd verlangen naar een kind. Het weerspiegelt de mystie ke kennis die in haar tot vorm en kleur geworden is. en openbaart haar diepe behoefte aan vrede en harmonie. Dat zij uitstekend mensen kan portretteren past ge heel in deze gedachtengang, want het menselijk gezicht Is de spiegel van de ziel. Surrealisme en ideeênschilder- kunst worden vandaag als achter haalde zaken beschouwd. Zo ook het teruggaan op de renaissance. Men ziet hoe sterk de rooms- katholieke achtergrond van deze vrouw (ze heet eigenlijk Angèle Thérèse Blomjous) in haar na werkt; het rooms-katholici8me met zijn 'heilige geheimen', zijn oude tradities en zijn wortels in de cultuur van de oude we reldzee. Dit soort kunst Is helaas aan mij niet helemaal besteed; ik voel daarvoor te protestants, te mannelijk en te eigentijds en ik geloof niet aan een langzame op klimming naar waarheid, vrede en inzicht uit eigen diepere krachten. Maar met een goedkope theo logische afwijzing Is men hier niet klaar. Gelukkig dat de calvi nist Stellingwerff. bij behoud van eigen overtuiging, zich zoveel moeite heeft gegeven deze kun stenares van formaat als mens en schilderes recht te doen. Het omgekeerde (ik spreek nu In het algemeen) komt tegenwoordig nauwelijks meer voorl X- Enkele maanden geleden was president Nasser langdurig in Moskou om de tegen Israël te volgen taktiek te bespreken. V.l.n.r.: maarschalk Gretsjko (de man achter de invasie in Tsjechoslowakije), premier Kosygin, Nasser en president Podgorny. Waar gaat de Arabische wereld naar toe? Stort zij zich in een nieuw avon- Ituur om de schande van drie nederlagen uit te wissen? Zal zij zich nog langer de wet laten voorschrijven door fanatieke leiders in Syrië en Egypte, die in een voortdurende machtsstrijd gewikkeld zijn en zich weinig gelegen laten liggen aan de miljoenen, die de prijs moeten betalen voor het waanzinnige optreden van wat zich noemt het revolutionaire socialisme? Kan de felle strijd in Jordanië, die onvermijdelijk was geworden door een openlijke greep naar de macht van onverzoenlijke Palestijnse verzetsorganisaties minder openlijk gesteund door Syrië een periode van bezinning inluiden? Of zijn de destruc tieve krachten in de Arabische wereld met Habasj, de leider van het Pales tijnse Volksfront, bereid een derde wereldoorlog te riskeren? Het antwoord daarop kan nie- de mand geven, zoals niemand kon /el voorspellen, dat de eerste wereld oorlog onvermijdelijk zou worden, toen in Serajevo de Oostenrijkse aartshertog en zijn vrouw werden vermoord. Er is een duidelijk verschil met 1914, toen de Duitsers Wenen blanco volmacht hadden gegeven aa en hun fout te laat ontdekten. De Russen hebben hun Arabische vrienden slechts beperkte bewe gingsvrijheid gegeven. Niettemin balanceren dezen langs de rand van de afgrond, zoals zij dat in rarf 1967 voor het uitbreken van de zesdaagse oorlog deden. Dat toen geen conflict op wereldschaal is uitgebroken was vooral te danken aan de snelheid, waarmee Israël zelf een eind maakte aan de mili taire dreiging van Egypte, Jordanië en Syrië uit. Het is de verdienste van een Vooraanstaand Arabier als Salah al Munadsjid, dat hij kritisch heeft ge zocht naar de oorzaken van de Arabische zwakte. Met zijn analyse |j| fe „Waar gaat de Arabische wereld naar toe?" (uitgever Boekencen trum Den Haag, 120 blz., f 6.90) vraagt hij aandacht voor een aantal punten, die nogal eens over het hoofd worden gezien, zoals: ge loofsverlies en verkeerde zelfken nis ten gunste van een op twijfel achtige wijze in praktijk gebracht socialisme. „Dit probeert", aldus de schrijver, „onwetendheid met de mantel der arrogantie en hulpeloosheid met die van nationalistisch pathos te dekken". Munadsjid, in 1920 in Da mascus geboren, studeerde te Pa rijs, doceerde oriëntalistiek in Prin ceton (VS) en was raadsman van de Arabische Liga. Sinds 1961 leeft hij in Beiroet; zijn geschriften behandelen islamitische cultuur, geschiedenis en politiek. Zijn kritiek op het „revolutionair socialisme" in de Arabische staten geldt met name de systemen in Egypte en Syrië. Hij is ervan over tuigd, dat de Arabische wereld haar problemen en innerlijke tegen stellingen pas kan oplossen, als de leiders in die landen zijn afgetre den. Ook stelt hij bedoeld socialisme verantwoordelijk voor het verlies van het geloof onder de Arabieren. Zij zijn in hun heidendom terugge vallen; zij zijn gewend aan verne deringen; zij zijn materialisten ge worden, net als de Byzantijnen, wier rijk juist daardoor in verval raakte. Zij hebben afstand gedaan van hun geestelijke en zedelijke waarden. Afwisselend hebben zij een het geloof vijandig gezind na tionalisme en het goddeloze mar xistische socialisme aanbeden. De ze ideologieën hebben aldus de auteur op het islamitische ge loof en de goddelijke openbaring een verderfelijke invloed gehad. Het „revolutionair socialisme" In de Arabische landen, dat volgens Munadsjid slechts door bajonetten, tanks en folteringen aan de macht kan blijven, heeft met de socialis tische bewegingen in het Westen niets dan het woord „socialis me" gemeen. Slechts met dwang en terreur heeft het ingang kunnen vinden. Het heeft alleen maar ver val, armoede en verlies van vrij heid gebracht. Zelf* proberen re volutionaire socialisten de islam verantwoordelijk te stellen voor de nederlaag tegen Israël. De Libanese schrijver Naima verlangde, dat de Arabieren zich volkomen van hun geloof zouden afkeren en zich slechts nog zouden wijden aan het verwerven van ken nis en bezit. Woordelijk schreef hij: „De belangrijkste les is het inzicht, dat het aardse leven niet door religie beheerst mag worden. Religie hoort bij de hemel, die nie mand kent". Waar hebben we die kreet al eens eerder gehoord? De auteur noemt het „revolu tionair socialisme" een gevaarlijke ideologische ziekte, die het Ara bische Oosten in zijn ontwikkeling ee" halve eeuw heeft terugge draaid. De ziekte heeft het ver scheurd, verbrokkeld en in oproer gebracht. De beweging was in haar doelstellingen destructief. Zij ver nietigde de bestaande economi sche krachten, maar bracht de vol ken geen overvloed noch welstand. Ook maakte zij de geestelijke waarden kapot, omdat zij opriep tot een socialisme, dat op principes berust, die geen godsdienst erken nen, haar zelfs proberen uit te roeien en het bestaan van een goddelijk wezen ontkennen. Dit so cialisme vernietigde de overgele verde zedelijke waarden en stichtte een tegen de ethiek gerichte school waarvan de methoden uit bittere leugens, laster en smaad bestaan. Deze intellectuele prosti tutie had volgens de auteur zijn terugslag op het karakter van de zgn. revolutionaire socialisten. Het heiligst goed, waarvoor de mensheid sinds het begin van haar geschiedenis heeft gestreden, de vrijheid, werd tenietgedaan. Wie te genstand bood, werd met de dood bedreigd. Velen werden inderdaad vermoord. De technische en weten schappelijke krachtbronnen werden ondermijnd, omdat de wetenschap pelijke vakmensen naar het buiten land verdwenen. Vooral Syrië had hieronder te lij den. De samenleving werd in ver schillende groepen ingedeeld, die met afkeer en haat jegens elkaai werden vervuld. Ook de goede verstandhouding tussen de Ara- Studenten weten te weinig over voorbehoedmiddelen. Van de vijfduizend meisjes-studenten in Utrecht maken er drieduizend gebruik van de Universitaire Gezondheidszorg, de U.G.Z. Herhaaldelijk wordt de universiteitsarts R. Linschoten twee keren per week geconfronteerd met een ongewilde zwangerschap. Op die drieduizend jonge vrouwen zijn er ongeveer hon derd per jaar die met schrik constateren dat ze in verwachting kunnen zijn. „Dat is eerstens een tekort aan voorlichting in de gezinnen, en ten tweede een gebrek aan voorlichting op de scholen", zegt dokter Linschoten. Hij werd pas vorig jaar door de Rijks-universiteit in Utrecht aangesteld om preventieve maatregelen te nemen. Preventieve geneeskunde omvat het tegengaan of de vertraging van ziekten, behelst ook de gezondheidsvoorlichting en -opvoeding. le^ Wat is de oorzaak van dat schrikbarende aantal ongewenste ;t Vangerschappen in de studentenmaatschappij? Jonge mensen delomen meestal vanuit een beschermd millieu plotseling op gen benen te staan. Ze moeten zich zelfstandig gedragen, met ^et gevolg dat ze vaak in eenzaamheid geraken en zich storten reii intieme relaties. Daar zit er dan zo'n meiske, ontredderd. Haar udie kan ze wel afschrijven. Met de vader van de te verwachten va iby trouwen wil ze niet altijd. In de jaren zestig is de sexualiteit gebarsten als een bom. Sex populair, actueel. Als je er niet aan meedoet, dan beschouwt pen je als reactionair, slecht opgevoed, oflesbisch. iel -d ernstige reden voor de vrouw (ook de jonge vrouw) om zichzelf duidelijk te be schermen. Denk niet „Hij moet er maar over praten, hij moet zorgen", want hij doét het vaak niet," zegt dokter Linscho ten. De universiteitsarts schrijft indien no dig de pil voor en geeft daarbij instruc ties en advies. „Hoe jonger je bent hoe makkelijker je de pil verdraagt" zegt de dokter. Dat hebben de studentes dan mee. „Wij treden niet in de vraag: „zou je dat nu wel doen?". Dat moeten de jonge mensen zelf weten'. „Wij zouden al bijzonder dankbaar zijn als we de morning-after pil ingeburgerd konden krijgen. Dat is een kuur die fou ten achteraf corrigeert. Ze bestaat uit een vijf dagen lang te slikken overdosis stil- boestrol, een hormoonpreparaat dat de innesteling van een eventueel bevrucht ei verhindert. Mislukt de anti-conceptie dan hebben we altijd nog de m.a. pil achter de hand. De pil stamt uit de vete rinaire geneeskunde en is met recht een paardemiddel. Je kunt er vijf dagen goed beroerd van zijn. Maar liever zo'n pil dan abortus," stelt dokter Linschoten nuchter vast. De oorzaak van die te constateren kortsluiting bij jongeren zit vaak bij de ouders. Die zijn geremd, en zelf niet klaar met het sexuele probleem. Ze ko men uit gezinnen, waar de maagdelijk heid voor het huwelijk zoiets als heilig was. Nu is dat niet meer het geval. Uit een enquête, onder de Utrechtse aankomende eerstejaars studenten gehou den, bleek, dat 22 pet. veel waarde hecht aan maagdelijkheid, enige waarde 44 pet. en geen waarde 33 pet. Op de vraag: „Mag een meisje het initiatief nemen?", zei 87 pet. ja. Het moderne meisje wacht niet meer rustig af tot de ridder haar wakker kust. Verontruste hospita's stelden de ouders van studenten op de hoogte van de acti viteiten van hun dochters. Er kwamen verontruste reacties: waar gaat de uni versiteit heen? Ouders sluiten hun ogen voor het feit dat hun kinderen vrij snel op het sexuele pad raken. Dat is óók naïef. Lopen de jonge mensen niet het risico dat ze gefrustreerd raken door die voorlichting? „Liever licht frustreren, dan dat ze lichamelijk en geestelijk gefrustreerd raken door een ongewilde zwangerschap. Er kan niet genoeg voorgelicht worden." Het veiligste middel is tot nu toe de pil, hoewel niet ieder die verdraagt. Het is veilig en elegant. Er zit echter een gevaarlijk nadeel aan, vindt de dokter: „De man, die toch al de neiging heeft de verantwoording van zich af te schuiven, wordt er door in de kaart gespeeld. De vluchtige relatie krijgt meer kans. Er bestaat een neiging, de vrouw als een sexueel object te zien. De pil kan daardoor een anti-emancipatiegolf opwekken, iets wat de Dolle Mina's me wel zullen bestrijden...". Er zou eens een pil voor mannen moeten komen. Dokter Linschoten heeft vier kinderen, drie jongens, (de oudste is zestien) en een meisje. Hij wil wel bekennen dat hij het bij de oudste het moeilijkst vond voor te lichten. Bij die van dertien elf en negen jaar ging het hem heel gemakkelijk af. „Laten ouders ook bij zeer jonge kinderen over voorbehoedsmiddelen spreken, laat dat bij de opvoeding horen zoals suiker bij de suikerpot, zodat abortus overbodig wordt.". -X- Dokter R. Linschoten: een vrouw moet zichzelf beschermen. brochure aangeboden. In het weekblad van de Rijksuniversiteit te Utrecht schreef de arts nog een waarschuwing onder de veelzeggende kop: Vakantie met z'n tweeën?. Veel jongeren zijn nog zo spontaan dat ze zich puur aan elkaar willen geven, zonder „te knoeien". Hoewel ieder kan weten dat er middelen genoeg zijn om een zwangerschap te voorkomen, weten velen niet hoe zich tegen een ongewenste zwangerschap te wapenen, of zij leven met de gedachte: „Ons overkomt zoiets niet". Dokter Linschoten: „Ik sprak dit jaar nog een meisje dat samen met een vriend in één tent ging kamperen. Het was ove rigens een gezonde relatie. Het meisje dacht dat het niet tot gemeenschap zou komen. Dat is naïef, een verdringing van de realiteit. Jonge mensen beseffen niet hoe ze geprikkeld kunnen worden." „Wij universiteitsartsen richten ons met klem op de universitaire, ja de hele maatschappij, dat je altijd voorbehoeds middelen onder je bereik moet hebben. Vergelijk het met een verbanddoos, als je op reis gaat. Je hoopt dat het niet nodig is, maar het is fijn erover te kunnen beschikken bij ongelukken. Men weet niet hoe sterk men in zijn schoenen staat". „Men werpt dan wel tegen: „Als leder een overal voorbehoedsmiddel bij zich heeft, werkt dat de sexuele ralaties in de hand". Dat hoeft niet zo te zijn. Dat moét ook niet zo zijn. Er ligt nog een taboe op het gebrek aan inzicht tussen sexuele aantrekkingskracht en de mogelijkheden op zwangerschap." „De man blijkt zich in de praktijk minder van zijn verantwoordelijkheid bewust te zijn dan de vrouw. Dat is een Dit soort indoctrinatie vindt vooral de ian leuk, het wordt hem wel erg mak- dijk gemaakt. Er bestaat een tendens at het normaal is om jezelf heel snel Q geven. Dat geldt niet alleen de univer- Itaire wereld, maar in de gehele Neder- gemeenschap. Bij deze plotselinge ontwikkeling van sex is de voorlichting achtergebleven, voorlichting is allerbelabberdst", dokter Linschoten. Men mag een sub-cultureel verschijnsel noe- maar ze doen het gewoon. Dan ko- ze op mijn spreekuur en vinden dat :ht hebben op abortus. vinden wij, universiteitsartsen, hoewel we er aan meewerken. Er hier nog vier huisartsen spreek- voor curatieve klachten. Wij zijn er eslaagd om de zestienduizend studen- van de Utrechtse universiteit een uit te reiken waarin we wijzen ie lacune en de sexuele voorlichting le nadruk leggen op de verantwoor- van de beide partners". Iet gaat erom dat u de relatie die u en hebt doordenkt en daarin tevens ekt welke plaats de sexualiteit daar- al innemen. Wij menen er goed aan oen u in ieder geval enige zakelijke rmatie te verschaffen zonder dat wij in willen nemen van de door u te nemen Het is onverantwoord, wan- een zwangerschap niet gewenst sexuele omgang tc hebben zonder te maken van voorbehoedsmid- De U.G.Z. vroegbij de Protestantse Verantwoorde Gezinsvorming brochures aan, het G.G. no 1 over voorbehoedsmiddelen, student kreeg bij het pamflet zo'n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 13