HAAT VERZIEKT DE GEESTEN
Student
Sex en
Samenleving
Diana schildert
haar filosoferen
Arabische
wereld in
tweestrijd
door
dr. C. Rijnsdorp
Ernstig gesprek met
universileitsarts
dokter R. Linschoten
Door Jeanne de Vlieger
door J. den Boef
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1970
Ik kom - en weet niet van
waar;
ik ben - en weet niet wie;
ik sterf - en weet niet wan
neer;
ik ga - en weet niet waar
heen.
bische landen werd verbroken. De
gedachte van de Arabische een
heid maakte plaats voor het begrip
„gemeenschappelijke doelstellingen
van het socialistische kamp". On
der deze leus werd gestreefd naar
een „socialistische Arabische natie
van de Atlantische oceaan tot aan
de Perzische Golf".
In zijn analyse gaat Munadsjid
ook in op wat hij noemt „de arro
gante pronkzucht, demogagie, het
systematisch domhouden van het
volk en het verval van de diplo
matie in de Arabische landen. Hij
ziet echter ook nieuwe taken.
„Wij moeten weer aan een orde
gewennen die genezing belooft,
weer geloof krijgen in de geeste
lijke waarden, waarop ons leven
berust. Daarbij moeten wij deze
wereld realistisch beschouwen en
niet geheel in dromen opgaan. Wij
zullen moeten werken en van het
niet aflatende werk moeten hou
den. Daarbij zullen wij met de tijd
waarin wij leven in overeenstem
ming zijn. Wij willen de leugen be
strijden, de arrogantie, het loze
bluffen en de aanmatiging tegeno
ver anderen bestrijden. Zij hebben
ons in de diepste nederlaag ge
stort, omdat zij onze blik beneveld
en ons waanbeelden voorgetoverd
hebben. Wij willen de onontwikkel
de massa's wakker schudden en
ervoor zorgen, dat men ze niet lan
ger bedriegt".
In zijn boek ontpopt Munadsjid
zielMilet als Iemand, die naar een
gemakkelijke vrede met Israël wil
streven. Men krijgt eer de indruk
van het tegendeel. Het zou Interes
sant zijn te vernemen, hoe hl|
denkt over de toekomstige samen
leving tussen Arabieren en Joden.
Zenn analyse is voor de Islamiti
sche wereld geschreven. Daarbij
heeft hij blijkbaar niet willen voor
uitlopen op de feiten. Bij Arabische
intellectuelen heeft hij grote waar
dering gevonden, hoewel zijn boek
officieel werd doodgezwegen of
verboden.
Waar gaat de Arabische wereld
naar toe? Wat Munadsjid erover
geschreven heeft verdient de aan
dacht van allen, die zoeken naar
achtergronden van het Arabische
handelen.
Een wonder dat ik nog vro
lijk ben.
Deze oude Duitse spreuk, teza
men met nog enkele andere cita
ten, is afgedrukt op bl. 114 van
dr. J. Stellingwerffs: De hermeti
sche schilderkunst van Diana Van-
denberg (uitg. Buijten en Schip-
perheijn, Amsterdam, 130 blz.).
Dr. ir. J. Stellingwerff stu
deerde aan de Technische Ho
geschool te Delft en promoveer
de in 1959 op een kunsthistorisch
proefschrift. Sedert 1960 is hij bi
bliothecaris van de Vrije Univer
siteit te Amsterdam. Hij publi
ceert op het gebied van kunst
en cultuurgeschiedenis, wijsbe
geerte en bibliotheekwetenschap.
Zijn boek: Oorsprong en toe
komst van de creatieve mens
(Amsterdam, 1966) Is destijds
door mij in deze krant besproken.
Waarom ik met die spreuk (in
vertaling) begonnen ben? Omdat
deze filosofische grondvragen,
zolang de mens op aarde Is, in
zijn denken hebben meegespeeld
en omdat alle godsdiensten en
alle filosofische stelsels op die
vragen totale of partiële antwoor
den willen geven.
Maar wat heeft dit alles nu met
schilderkunst te maken? U hebt
het al gelezen: de schilderkunst
van deze Diana Vandenberg (wie
zij dan ook wezen moge) wordt
hermetische schilderkunst ge
noemd. Men kent deze term 'her
metisch' reeds van de uitdrukking
'hermetische poëzie', leder denkt
daarbij aan iets dat moeilijk toe
gankelijk en in zichzelf besloten
is. Hermetisch betekent eigenlijk
'volgens Hermes' en voorts lucht
dicht.
Men kent de z.g. Hermetica,
plm. 20 Griekse boeken, die ge
schreven zouden zijn door Her
mes Trismegistos, d.w.z. driewerf
grote Hermes, de Griekse naam
voor de Egyptische afgod Thot.
Er moeten nog veel meer ge
schriften van deze soort hebben
bestaan. De inhoud is van mys
tieke aard. Deze geschriften wor
den onderscheiden in zulke, wel
ke astrologie, alchemie en magie
betreffen, en die welke van theo
logische en filosofische aard zijn.
De eerste categorie dateert van
voor onze jaartelling, de tweede
van daarna.
Maar het zou mij te ver voeren
nog meer van deze handboeken
wijsheid aan u door te geven.
Wel moet ik nog vermelden dat
de schilderes in kwestie tot de
Rozenkruisers behoort.
„Bij Diana blijkt de schilder
kunst alles in één te zijn: hand
werk en wetenschap, uiting van
gevoel en verstand, van religie
en filosofie, de documentatie van
haar leven en levensbeschou
wing... Een brede belangstelling,
kennis van zaken en een zorgvul
dige analyse worden vereist om
over het werk van Diana Vanden
berg te schrijven" (bl. 17).
De auteur heeft serieus ge
tracht aan al deze voorwaarden
te beantwoorden. Hij begint niet
met zich kritisch op te stellen,
maar laat de kunstenares als het
ware eerst helemaal uitspreken,
voordat hij zijn christelijke over
tuiging In een korte samenvatting
en vergelijking daar tegenover
stelt.
Men heeft hier te maken met
een schilderkunst die niet uitslui
tend terwille van zichzelf wordt
beoefend. Voor Diana Vanden
berg is schilderen een vorm van
filosoferen en mediteren. Het
merkwaardige is, dat dit samen
gaat met vakbeheersing en grote
zorgvuldigheid
-X- „De zevende dag", schilderij van Diana Vandenberg uit 1959.
Stellingwerffs boek Is ook een
kijkboek; het is rijk geïllustreerd
en geeft een duidelijk overzicht
van het oeuvre van deze begaaf
de vrouw. Het licht van haar
wijsheid (moeilijk en met pijn
verworven) wil alles omvatten en
doordringen, want zij is, zoals de
auteur op bl. 71 zegt, monlste,
die alles tot één wil denken.
En zo komt zij tot het liefdevol
geschouwde detail en heeft zij
zich de techniek verworven dat
detail zo adequaat mogelijk weer
te geven. Fijnschilderen is bij
haar onontbeerlijk als comple
ment van fijn voelen en fijnzinnig
denken.
„Hermetische filosofie en al-
chemische symboliek hebben me
de de voedingsbodem gevormd
voor maniërisme en surrealisme,
en zij zijn ook de geestelijke
vormgevende krachten, die mede
het werk van Diana bepalen"
(30).
„Niettemin zijn de meeste
schilderijen van Diana verklaar
baar, althans voor een belangrijk
deel. Surrealistische kunst verzet
zich tegen een heldere verkla
ring. Hoe helder en exact ook
geschilderd, surrealisme wil voor
de exegeet clalr-obscur blijven".
(80).
Stellingwerffs commentaar kan
de kijker een heel eind op weg
helpen bij de vraag naar de zin
van dit werk. Het is sterk vrou
welijk van aard, met een recht
streekse autobiografische inslag.
Het vertelt over de man die ze
gehuwd heeft, Johfra (Johannes
Franciscus) Vandenberg en over
haar moeilijk onderdrukt, of liever
gesublimeerd verlangen naar een
kind. Het weerspiegelt de mystie
ke kennis die in haar tot vorm en
kleur geworden is. en openbaart
haar diepe behoefte aan vrede
en harmonie. Dat zij uitstekend
mensen kan portretteren past ge
heel in deze gedachtengang,
want het menselijk gezicht Is de
spiegel van de ziel.
Surrealisme en ideeênschilder-
kunst worden vandaag als achter
haalde zaken beschouwd. Zo ook
het teruggaan op de renaissance.
Men ziet hoe sterk de rooms-
katholieke achtergrond van deze
vrouw (ze heet eigenlijk Angèle
Thérèse Blomjous) in haar na
werkt; het rooms-katholici8me
met zijn 'heilige geheimen', zijn
oude tradities en zijn wortels in
de cultuur van de oude we
reldzee. Dit soort kunst Is helaas
aan mij niet helemaal besteed; ik
voel daarvoor te protestants, te
mannelijk en te eigentijds en ik
geloof niet aan een langzame op
klimming naar waarheid, vrede en
inzicht uit eigen diepere krachten.
Maar met een goedkope theo
logische afwijzing Is men hier
niet klaar. Gelukkig dat de calvi
nist Stellingwerff. bij behoud van
eigen overtuiging, zich zoveel
moeite heeft gegeven deze kun
stenares van formaat als mens
en schilderes recht te doen. Het
omgekeerde (ik spreek nu In het
algemeen) komt tegenwoordig
nauwelijks meer voorl
X- Enkele maanden geleden was president Nasser langdurig in Moskou om de tegen Israël te volgen taktiek te bespreken.
V.l.n.r.: maarschalk Gretsjko (de man achter de invasie in Tsjechoslowakije), premier Kosygin, Nasser en president Podgorny.
Waar gaat de Arabische wereld naar toe? Stort zij zich in een nieuw avon-
Ituur om de schande van drie nederlagen uit te wissen? Zal zij zich nog langer
de wet laten voorschrijven door fanatieke leiders in Syrië en Egypte, die in
een voortdurende machtsstrijd gewikkeld zijn en zich weinig gelegen laten
liggen aan de miljoenen, die de prijs moeten betalen voor het waanzinnige
optreden van wat zich noemt het revolutionaire socialisme? Kan de felle strijd
in Jordanië, die onvermijdelijk was geworden door een openlijke greep naar
de macht van onverzoenlijke Palestijnse verzetsorganisaties minder openlijk
gesteund door Syrië een periode van bezinning inluiden? Of zijn de destruc
tieve krachten in de Arabische wereld met Habasj, de leider van het Pales
tijnse Volksfront, bereid een derde wereldoorlog te riskeren?
Het antwoord daarop kan nie-
de mand geven, zoals niemand kon
/el voorspellen, dat de eerste wereld
oorlog onvermijdelijk zou worden,
toen in Serajevo de Oostenrijkse
aartshertog en zijn vrouw werden
vermoord.
Er is een duidelijk verschil met
1914, toen de Duitsers Wenen
blanco volmacht hadden gegeven
aa en hun fout te laat ontdekten. De
Russen hebben hun Arabische
vrienden slechts beperkte bewe
gingsvrijheid gegeven. Niettemin
balanceren dezen langs de rand
van de afgrond, zoals zij dat in
rarf 1967 voor het uitbreken van de
zesdaagse oorlog deden. Dat toen
geen conflict op wereldschaal is
uitgebroken was vooral te danken
aan de snelheid, waarmee Israël
zelf een eind maakte aan de mili
taire dreiging van Egypte, Jordanië
en Syrië uit.
Het is de verdienste van een
Vooraanstaand Arabier als Salah al
Munadsjid, dat hij kritisch heeft ge
zocht naar de oorzaken van de
Arabische zwakte. Met zijn analyse
|j| fe „Waar gaat de Arabische wereld
naar toe?" (uitgever Boekencen
trum Den Haag, 120 blz., f 6.90)
vraagt hij aandacht voor een aantal
punten, die nogal eens over het
hoofd worden gezien, zoals: ge
loofsverlies en verkeerde zelfken
nis ten gunste van een op twijfel
achtige wijze in praktijk gebracht
socialisme.
„Dit probeert", aldus de schrijver,
„onwetendheid met de mantel der
arrogantie en hulpeloosheid met
die van nationalistisch pathos te
dekken". Munadsjid, in 1920 in Da
mascus geboren, studeerde te Pa
rijs, doceerde oriëntalistiek in Prin
ceton (VS) en was raadsman van
de Arabische Liga. Sinds 1961
leeft hij in Beiroet; zijn geschriften
behandelen islamitische cultuur,
geschiedenis en politiek.
Zijn kritiek op het „revolutionair
socialisme" in de Arabische staten
geldt met name de systemen in
Egypte en Syrië. Hij is ervan over
tuigd, dat de Arabische wereld
haar problemen en innerlijke tegen
stellingen pas kan oplossen, als de
leiders in die landen zijn afgetre
den.
Ook stelt hij bedoeld socialisme
verantwoordelijk voor het verlies
van het geloof onder de Arabieren.
Zij zijn in hun heidendom terugge
vallen; zij zijn gewend aan verne
deringen; zij zijn materialisten ge
worden, net als de Byzantijnen,
wier rijk juist daardoor in verval
raakte. Zij hebben afstand gedaan
van hun geestelijke en zedelijke
waarden. Afwisselend hebben zij
een het geloof vijandig gezind na
tionalisme en het goddeloze mar
xistische socialisme aanbeden. De
ze ideologieën hebben aldus de
auteur op het islamitische ge
loof en de goddelijke openbaring
een verderfelijke invloed gehad.
Het „revolutionair socialisme" In
de Arabische landen, dat volgens
Munadsjid slechts door bajonetten,
tanks en folteringen aan de macht
kan blijven, heeft met de socialis
tische bewegingen in het Westen
niets dan het woord „socialis
me" gemeen. Slechts met dwang
en terreur heeft het ingang kunnen
vinden. Het heeft alleen maar ver
val, armoede en verlies van vrij
heid gebracht. Zelf* proberen re
volutionaire socialisten de islam
verantwoordelijk te stellen voor de
nederlaag tegen Israël.
De Libanese schrijver Naima
verlangde, dat de Arabieren zich
volkomen van hun geloof zouden
afkeren en zich slechts nog zouden
wijden aan het verwerven van ken
nis en bezit. Woordelijk schreef
hij: „De belangrijkste les is het
inzicht, dat het aardse leven niet
door religie beheerst mag worden.
Religie hoort bij de hemel, die nie
mand kent". Waar hebben we die
kreet al eens eerder gehoord?
De auteur noemt het „revolu
tionair socialisme" een gevaarlijke
ideologische ziekte, die het Ara
bische Oosten in zijn ontwikkeling
ee" halve eeuw heeft terugge
draaid. De ziekte heeft het ver
scheurd, verbrokkeld en in oproer
gebracht. De beweging was in haar
doelstellingen destructief. Zij ver
nietigde de bestaande economi
sche krachten, maar bracht de vol
ken geen overvloed noch welstand.
Ook maakte zij de geestelijke
waarden kapot, omdat zij opriep tot
een socialisme, dat op principes
berust, die geen godsdienst erken
nen, haar zelfs proberen uit te
roeien en het bestaan van een
goddelijk wezen ontkennen. Dit so
cialisme vernietigde de overgele
verde zedelijke waarden en stichtte
een tegen de ethiek gerichte
school waarvan de methoden uit
bittere leugens, laster en smaad
bestaan. Deze intellectuele prosti
tutie had volgens de auteur zijn
terugslag op het karakter van de
zgn. revolutionaire socialisten.
Het heiligst goed, waarvoor de
mensheid sinds het begin van haar
geschiedenis heeft gestreden, de
vrijheid, werd tenietgedaan. Wie te
genstand bood, werd met de dood
bedreigd. Velen werden inderdaad
vermoord. De technische en weten
schappelijke krachtbronnen werden
ondermijnd, omdat de wetenschap
pelijke vakmensen naar het buiten
land verdwenen.
Vooral Syrië had hieronder te lij
den. De samenleving werd in ver
schillende groepen ingedeeld, die
met afkeer en haat jegens elkaai
werden vervuld. Ook de goede
verstandhouding tussen de Ara-
Studenten weten te weinig over voorbehoedmiddelen. Van de vijfduizend meisjes-studenten
in Utrecht maken er drieduizend gebruik van de Universitaire Gezondheidszorg, de U.G.Z.
Herhaaldelijk wordt de universiteitsarts R. Linschoten twee keren per week geconfronteerd
met een ongewilde zwangerschap. Op die drieduizend jonge vrouwen zijn er ongeveer hon
derd per jaar die met schrik constateren dat ze in verwachting kunnen zijn. „Dat is eerstens
een tekort aan voorlichting in de gezinnen, en ten tweede een gebrek aan voorlichting op de
scholen", zegt dokter Linschoten. Hij werd pas vorig jaar door de Rijks-universiteit in
Utrecht aangesteld om preventieve maatregelen te nemen. Preventieve geneeskunde omvat
het tegengaan of de vertraging van ziekten, behelst ook de gezondheidsvoorlichting en
-opvoeding.
le^ Wat is de oorzaak van dat schrikbarende aantal ongewenste
;t Vangerschappen in de studentenmaatschappij? Jonge mensen
delomen meestal vanuit een beschermd millieu plotseling op
gen benen te staan. Ze moeten zich zelfstandig gedragen, met
^et gevolg dat ze vaak in eenzaamheid geraken en zich storten
reii intieme relaties. Daar zit er dan zo'n meiske, ontredderd. Haar
udie kan ze wel afschrijven. Met de vader van de te verwachten
va iby trouwen wil ze niet altijd.
In de jaren zestig is de sexualiteit gebarsten als een bom. Sex
populair, actueel. Als je er niet aan meedoet, dan beschouwt
pen je als reactionair, slecht opgevoed, oflesbisch.
iel
-d
ernstige reden voor de vrouw (ook de
jonge vrouw) om zichzelf duidelijk te be
schermen. Denk niet „Hij moet er maar
over praten, hij moet zorgen", want hij
doét het vaak niet," zegt dokter Linscho
ten.
De universiteitsarts schrijft indien no
dig de pil voor en geeft daarbij instruc
ties en advies. „Hoe jonger je bent hoe
makkelijker je de pil verdraagt" zegt de
dokter. Dat hebben de studentes dan
mee. „Wij treden niet in de vraag: „zou
je dat nu wel doen?". Dat moeten de
jonge mensen zelf weten'.
„Wij zouden al bijzonder dankbaar zijn
als we de morning-after pil ingeburgerd
konden krijgen. Dat is een kuur die fou
ten achteraf corrigeert. Ze bestaat uit een
vijf dagen lang te slikken overdosis stil-
boestrol, een hormoonpreparaat dat de
innesteling van een eventueel bevrucht
ei verhindert. Mislukt de anti-conceptie
dan hebben we altijd nog de m.a. pil
achter de hand. De pil stamt uit de vete
rinaire geneeskunde en is met recht een
paardemiddel. Je kunt er vijf dagen goed
beroerd van zijn. Maar liever zo'n pil
dan abortus," stelt dokter Linschoten
nuchter vast.
De oorzaak van die te constateren
kortsluiting bij jongeren zit vaak bij de
ouders. Die zijn geremd, en zelf niet
klaar met het sexuele probleem. Ze ko
men uit gezinnen, waar de maagdelijk
heid voor het huwelijk zoiets als heilig
was. Nu is dat niet meer het geval.
Uit een enquête, onder de Utrechtse
aankomende eerstejaars studenten gehou
den, bleek, dat 22 pet. veel waarde hecht
aan maagdelijkheid, enige waarde 44 pet.
en geen waarde 33 pet. Op de vraag:
„Mag een meisje het initiatief nemen?",
zei 87 pet. ja. Het moderne meisje wacht
niet meer rustig af tot de ridder haar
wakker kust.
Verontruste hospita's stelden de ouders
van studenten op de hoogte van de acti
viteiten van hun dochters. Er kwamen
verontruste reacties: waar gaat de uni
versiteit heen? Ouders sluiten hun ogen
voor het feit dat hun kinderen vrij snel
op het sexuele pad raken. Dat is óók
naïef.
Lopen de jonge mensen niet het risico
dat ze gefrustreerd raken door die
voorlichting? „Liever licht frustreren, dan
dat ze lichamelijk en geestelijk
gefrustreerd raken door een ongewilde
zwangerschap. Er kan niet genoeg
voorgelicht worden."
Het veiligste middel is tot nu toe de
pil, hoewel niet ieder die verdraagt. Het
is veilig en elegant. Er zit echter een
gevaarlijk nadeel aan, vindt de dokter:
„De man, die toch al de neiging heeft de
verantwoording van zich af te schuiven,
wordt er door in de kaart gespeeld. De
vluchtige relatie krijgt meer kans. Er
bestaat een neiging, de vrouw als een
sexueel object te zien. De pil kan
daardoor een anti-emancipatiegolf
opwekken, iets wat de Dolle Mina's me
wel zullen bestrijden...". Er zou eens een
pil voor mannen moeten komen.
Dokter Linschoten heeft vier kinderen,
drie jongens, (de oudste is zestien) en een
meisje. Hij wil wel bekennen dat hij het
bij de oudste het moeilijkst vond voor te
lichten. Bij die van dertien elf en negen
jaar ging het hem heel gemakkelijk af.
„Laten ouders ook bij zeer jonge
kinderen over voorbehoedsmiddelen
spreken, laat dat bij de opvoeding horen
zoals suiker bij de suikerpot, zodat
abortus overbodig wordt.".
-X- Dokter R. Linschoten: een vrouw moet zichzelf beschermen.
brochure aangeboden. In het weekblad
van de Rijksuniversiteit te Utrecht
schreef de arts nog een waarschuwing
onder de veelzeggende kop: Vakantie met
z'n tweeën?.
Veel jongeren zijn nog zo spontaan dat
ze zich puur aan elkaar willen geven,
zonder „te knoeien". Hoewel ieder kan
weten dat er middelen genoeg zijn om
een zwangerschap te voorkomen, weten
velen niet hoe zich tegen een ongewenste
zwangerschap te wapenen, of zij leven
met de gedachte: „Ons overkomt zoiets
niet".
Dokter Linschoten: „Ik sprak dit jaar
nog een meisje dat samen met een vriend
in één tent ging kamperen. Het was ove
rigens een gezonde relatie. Het meisje
dacht dat het niet tot gemeenschap zou
komen. Dat is naïef, een verdringing van
de realiteit. Jonge mensen beseffen niet
hoe ze geprikkeld kunnen worden."
„Wij universiteitsartsen richten ons
met klem op de universitaire, ja de hele
maatschappij, dat je altijd voorbehoeds
middelen onder je bereik moet hebben.
Vergelijk het met een verbanddoos, als je
op reis gaat. Je hoopt dat het niet nodig
is, maar het is fijn erover te kunnen
beschikken bij ongelukken. Men weet
niet hoe sterk men in zijn schoenen
staat".
„Men werpt dan wel tegen: „Als leder
een overal voorbehoedsmiddel bij zich
heeft, werkt dat de sexuele ralaties in de
hand". Dat hoeft niet zo te zijn. Dat moét
ook niet zo zijn. Er ligt nog een taboe op
het gebrek aan inzicht tussen sexuele
aantrekkingskracht en de mogelijkheden
op zwangerschap."
„De man blijkt zich in de praktijk
minder van zijn verantwoordelijkheid
bewust te zijn dan de vrouw. Dat is een
Dit soort indoctrinatie vindt vooral de
ian leuk, het wordt hem wel erg mak-
dijk gemaakt. Er bestaat een tendens
at het normaal is om jezelf heel snel
Q geven. Dat geldt niet alleen de univer-
Itaire wereld, maar in de gehele Neder-
gemeenschap.
Bij deze plotselinge ontwikkeling van
sex is de voorlichting achtergebleven,
voorlichting is allerbelabberdst",
dokter Linschoten. Men mag
een sub-cultureel verschijnsel noe-
maar ze doen het gewoon. Dan ko-
ze op mijn spreekuur en vinden dat
:ht hebben op abortus.
vinden wij, universiteitsartsen,
hoewel we er aan meewerken. Er
hier nog vier huisartsen spreek-
voor curatieve klachten. Wij zijn er
eslaagd om de zestienduizend studen-
van de Utrechtse universiteit een
uit te reiken waarin we wijzen
ie lacune en de sexuele voorlichting
le nadruk leggen op de verantwoor-
van de beide partners".
Iet gaat erom dat u de relatie die u
en hebt doordenkt en daarin tevens
ekt welke plaats de sexualiteit daar-
al innemen. Wij menen er goed aan
oen u in ieder geval enige zakelijke
rmatie te verschaffen zonder dat wij
in willen nemen
van de door u te nemen
Het is onverantwoord, wan-
een zwangerschap niet gewenst
sexuele omgang tc hebben zonder
te maken van voorbehoedsmid-
De U.G.Z. vroegbij de Protestantse
Verantwoorde Gezinsvorming
brochures aan, het G.G.
no 1 over voorbehoedsmiddelen,
student kreeg bij het pamflet zo'n