JARENLANG OPGEKROPTE ONRUST Het rommelt in 't Hilversumse Boekenmarkt heeft dringend behoefte aan nieuwe impuls Achter die looneisen gaat veel meer schuil gtNOS EN OMROEPEN MET HANDEN VOL PROBLEMEN DE WINTER IN ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1970 Jan Lockhorst (47) kan het na 23 jaar in de haven en na alle conflicten van de laatste weken nog steeds stellig verzekeren: „Rotterdammers zijn trots op hun haven, ja, dat geldt ook voor de mensen, die het werk hebben neergelegd. Ze hebben een beetje de instelling „die haven is van ons en daar komt niemand aan". Het bewijs daarvoor? Ik geloof, dat het al een heleboel zegt, dat het geen troep is geworden; dat de politie niet heeft hoeven optreden. De mensen gedroegen zich ordelijk; ze wilden niet, dat Rotterdam als wereldhaven in opspraak komt". In de sobere spreekkamer van Thomsen's Havenbedrijf draait Lockhorst een „zware", laat kof fie komen en zegt dan: „Let wel, ik praat niet als vakbondsbestuurder, maar gewoon als ha venwerker; als een man, die 23 jaar aan de haven heeft gezeten, alle rangen heeft doorlopen en dus weet wat er op de kades speelt". 'at er in w e r k e 1 ij k h e i d elt, „want die koppelbazen- [faire is maar één aspect van •t havenproblecm, het is de ippel, die de emmer heeft :n overlopen. Op de ongelijke iloningen heeft de zaak zich toegespitst, maar achter het inflict zit veel meer. Een brok t, dat jaren is opgekropt dat nu met al het gif, dat len kan produceren, naar bo- >en komt''. Zich beperkend tot het recen- e verleden wijst Lockhorst op If grootscheepse reorganisatie Iriejaar terug. „Goed, we weten dat die no- ig was. De snelle ontwikkeling 'an de haven liet geen alterna- lef. Maar voor de havenwerker >as het toch een moeilijk te rerteren zaak. Containers, kan- jeroeschepen, gcpakketteerde [oederen: ze stelden nieuwe •isen aan het werk. Mensen, die inlang hun eigen vertrovlvv- le werk hadden gedaan, kregen leens iets anders te doen. Dat ekte ongenoegen'. „De man, die tot dan toe een lijsje van een ton pakte, had iu tien tot twaalf ton aan zijn aan. Er kwamen combifunc- ionarissen, die niet in de diep- maar in de breedte waren ipgeleid, die gespecialiseerd aren op meer gebieden tege lijk en die werkindelingen laakten volgens nieuwe inzich- in. Vooral de ouderen, de vak- lensen met lange ervaring 'erden daar onzeker door. Door al die veranderingen beseften lij dat ze met hun gespeciali seerde vakkennis niet meer aan de top zouden komen, dat ande ren met een bredere opleiding betere kansen maakten. Toen daarbij ook nog een paar hon derd ontslagen vielen, was de onrust compleet". Lockhorst: „Het rommelde hoorbaar. En dat werd nog er ger toen daarna de golf van fu sies kwam. Bedrijven die altijd moedermaatschappij waren ge weest, werden dochters. De ha venwerker, die zich van nature sterk aan zijn bedrijf gebonden voelt hij beschouwt het een beetje als zijn eigen bedrijf werd van de ene dag op de an dere uit de beslotenheid van zijn omgeving gerukt, zonder dat hem daarvoor duidelijk de redenen waren verteld.'' „In de top werden de fusies geregeld, de havenwerker zelf kwam er niet aan te pas. Is het dan vreemd, dat die havenwer ker zich verkocht en verraden voelde, ook al was die reorgani satie ook in zijn belang tot stand gebracht". „Een ander probleem uit die tijd vormden de gastarbeiders, die boven hun loon nog eens kostgeldvergoeding kregen en dus meer in hun loonzakje von den dan de Nederlandse colle ga's. Dat vraagstuk is nu wel opgelost aan de havens wor den niet meer als vroeger hele groepen buitenlanders aangeno- men uit vrees voor reactie van de eigen mensen maar daar voor in de plaats kwamen wél de koppelbazen. Het grote te kort aan mensen schiep voor hun acties een gunstig klimaat" „Dat hun praktijken de ha- venwerkers-in-vaste dienst woedend maakten, is logisch. Ze pruimen het nu eenmaal niet, dat een ongeschoolde, die zo van het Centraal Station is ge haald, meer verdient dan een vakman. Niet, dat er met die loonstrookjes aan de weg werd getimmerd. Maar we hebben wel sterk de indruk, dat zo'n koppelbaas door de sociale pre mies te ontduiken zijn werkne mers meer betaalde zo'n 25 of 30 gulden in de week was het al gauw". „Daar kwam bij, dat die vak man door die ongeschoolde al leen maar extra werk te doen kreeg. Hij moest toezicht op hem houden en hem werk uit handen nemen omdat hij er zelf niet tegen opgewassen bleek. Je kan rustig stellen dat er roof bouw op hem werd gepleegd, ook al omdat er ondanks die ongeschoolden, nog steeds een groot tekort bleef. We zijn blij, dat aan die zaak van de koppel bazen nu een eind is gekomen, dat is dan een belangrijk winstpunt van de uitbarsting". Een ander winstpunt voor de havenwerker: zijn hogere loon. Maar Lockhorst tekent daar di rect bij aan, dat dit niet een direct gevolg van de stakingen is geweest. „De bonden waren allang in onderhandeling. Het zat er in, dat onze eisen zouden worden ingewilligd. Alleen: door de staking is het akkoord Jan Lockhorst: „Haven heeft beter leefklimaat nodig." er sneller gekomen. Ik ben er ze ker van dat er geen stakingen geweest zouden zijn als er een week eerder overeenstemming was bereikt". „Maar toen de uitbarsting "4 ffe.i Geen hete, maar een koele Hilversum- '»e zomer is voorafgegaan aan wat men zou kunnen noemen „een lange hete win ter voor NOS en omroepen", want zij luflhebben de handen vol problemen, het Laten we eerst eens het vraagstuk van de „openheid bij de NOS" onder de loep nemen. 4 Misschien denkt u daar hele maal niet over na, maar het is toch juist ten bate van u, als betaler van omroepbijdrage, dat die openheid wordt voorgestaan. Natuurlijk hebben zowel NOS als omroepen stuk voor stuk te genwoordig de mond vol over „openheid", maar wat daaron der nu precies wordt verstaan, 'yeet niemand. je|. Openheid over aardige of in- injteressante programma's die ïan komen, welja. Soms van arte, soms uit angst mis kien voor de attente concur- intie? alleen na lang trek- a ken. Maar dat is een bijkomsti ge vorm van openheid: die pro gramma's komen toch wel aan iet licht. In feite gaat het om heel iets anders, nl. het publiek te tonen, hoe vlijtig de omroepen en de NOS de op een alleringewik- "keldst bestel steunende omroep wet ten uitvoer leggen en hoe briljant er wordt omgesprongen Pmot de miljoenen, die de bijdra- pot jaarlijks oplevert Dat •liek krijgt het gevoel, te inen „meepraten". Enkele NOS-bestuurders. met name de heren E. A. Schüttenhelm (voorzitter) en J. W. Rengelink (programmacom- tnissaris tv) hebben zich al maandenlang enthousiaste voor standers van die „openheid" be toond. Zij hadden er helemaal 19| geen bezwaar tegen als de pers de NOS-bestuursvergaderingen, waarin dus het algemeen om roepbeleid wordt verhapstukt, tou bijwonen. Maar boven het bestuur staat nog de Raad van Beheer als een soort .ollege van B. en W." en die zou natuurlijk achter geslo ten deuren blijven vergaderen. Ook zou het wel eens kunnen l0f| voorkomen dat bij bepaalde ge heime (nog niet publiciteitsrij- pe) besprekingen de pers even sou moeten antichambreren, zoals dat ook in gemeente raadsvergaderingen het geval kan zijn. Het hele voorstel is echter ge duikeld. AVRO's voorzitter mr Slote- maker zei speels op zijn Persconferentie: „Dan komen we helemaal niet meer tot com promissen'.' cn ccn hoge om- toepbestuurder (die „alsjeblieft ene nog benarder dan het andere. De kwestie-Hilversum III, al dan niet met het éne oog gericht op Radio-Veronica, de kwestie-radiozendtijduitbreiding (en op welke netten en op welke uren!), de AVRO-voorzitter mr. L. H. Slo- temaker: „Geen pers in de be stuursvergaderingen; dan komen we helemaal niet meer tot compromis sen." onbekend wil blijven") ver trouwde mij achter de hand toe: „Dan zou het bekend worden, hoe afschuwelijk weinig die be stuursvergaderingen af en toe klaarstoven". Weer een ander vreesde „spreken voor de pers tribune" en een vierde „ver keerd begripkortom, de pers zal geen toegang hebben bij de veertiendaagse bestuursverga deringen. Maar wél komt er een be paalde vorm van „openheid": na die vergaderingen zullen steeds een of twee spreektrompetten van het bestuur een persconfe rentie houden, waarin „medede lingen uit de vergadering" wor den gedaan. Hoe Lreed of hoe summier die zullen zijn... moeten we afwach ten. Het bestuur kan er vrijuit over delibereren, wat straks nu ja dan nee aan de pers moet worden voorgeschoteld... eigen opinievorming over de loop van de debatten is er voor de jour nalisten die aan de deur het be- dclhandje „om nieuws" zullen uitsteken, niet bij. Wie nu denkt, dat alles „dus" in kannen en kruiken is met deze „openheid", slaat de plank flink mis. Wij in Nederland en zeker in kwetsbaar Hilversum, doen nooit „zomaar even iets". Neen, wij benoemen commis sies ter bestudering van het probleem en we stellen een ter mijn waarop we ergens mee 'uilen beginnen. NOS-voorzitter E. A. Schütten helm: „Wat mij betreft: de pers in de zaal bij bestuursvergaderin gen. Wij hebben niets te verbergen." Alzo: er zal een commissie worden benoemd, deels uit be stuursleden, deels uit journalis ten bestaande, en die zal dan bestuderen wie die mededelin gen gaan doen, en hoe, enz. Als datum van ingang voor de „openheid" is 1 november ge noemd. Er kan dus nog volop worden geconfereerd, als die commissie nu maar eenmaal is gevormd. Want het veelhoofdig monster van Hilversum kan niet gedo gen, dat er „even" een paar mensen ergens in worden be noemd. Er moet eens en vooral worden gedacht aan het even wicht in de verhoudingen. Als er van bestuurszijde een vertegenwoordiger van omroep A in de commissie zit, mag er van omroep B toch wel een ra dio- of tv-journalist bij komen. En zo gaat dat maar door. Niemand wil op iemands te nen gaan staan, maar juist daardoor is er aldoor vermoe den van tenengetrap. Iedereen gunt hoffelijk iedereen de eer- maar is toch wel verdrietig als hij zelf het odium van „gepas seerd zijn" op zich ziet geladen. Dat emotionele, licht-geprik- kelde en toch zo goedhartige, in-burgerlijke Hilversum! Zo veel.... neen, téveel bij wet ge sanctioneerde hoofden met bij behorende zinnen, 't is ook geen kleinigheid daarbij het roer ste vig in handen te houden. Maar „openheid" komt er, en toch kwam en de werkgevers direct met die 25 gulden over de brug kwamen, toen was het hek ook meteen van de dam. Toen werd er gezegd: „Als ze zo gauw door de knieën gaan, zit er wel meer in!" Op dat mo ment rolde de bal verder. „Totaal in de War rende men aan achter organisaties, die wel politiek brood in een actie za gen. Volksmenners, die niet in de eerste plaats de belangen van de arbeider voor ogen had den, maar eigen politiek gewin. Kijk, dat is een droevige zaak. Het is zo gemakkelijk voor de televisie een serie vloeken uit te slaan en een lékkere speech te houden. Dat slaat wel aan. maar voor mij hoeft het niet". „Wat Arbeidersmacht en Fré Meis deden, daar ben ik tegen. Je moet je in dit soort conflic ten vooral nuchter opstellen. En als je de zaken nuchter bekijkt, dan kom je alleen maar tot de conclusie dat de haven veel be ter uit was met die 25 gulden dan veel andere bedrijven met 400 gulden ineens. Want dat blijken de meesten te vergeten: die 25 gulden werken ook vol gend jaar door en reken maar uit wat dat betekent 1300 gulden in totaal, veel meer dan die 400 voor volgend jaar in an dere bedrijven, als ze het al krijgen". Lockhorst blijft overigens bij zijn mening, dat die looneisen voor de havenwerkers in wezen niet het zwaarst wegen. „Het is wel belangrijk, maar minstens even belangrijk zijn de secun daire arbeidsvoorwaarden. Daar zij we door de snelle ontwikke ling van het havenbedrijf en al le daarmee samenhangende problemen nauwelijks aan toe gekomen". „Naar aanleiding van het Zo- rah-rapport in 1963 zijn er wel verbeteringen gekomen o.m. in de opstelling van het werk- rooster, waardoor de havenwer ker nu ruim van tevoren weet wanneer hij moet werken en wanneer hij vrij is en dus niet meer 's morgens vroeg aan de poort hoeft te horen, dat hij pas 's avonds moet opkomen maar er zijn nog zeer vele an dere punten. Eventuele ver vroegde pensionering bijvoor beeld of rustiger werk zonder continu-dienst voor 60-jarigen en ouderen'. Al die secundaire sociale aspecten, die tot nu toe steeds in de hoek zijn gelaten, zijn op het ogenblik onderwerp van studie bij de drie erkende vak bonden, die daarover uiterlijk op 1 november een rapport aan de werkgevers moeten uitbren gen. Lockhorst: „Die datum is op dracht van de leden. Ze willen er nu de zaak toch aan het rollen is gelijk haast achter zetten. Terecht, want juist daar klemt het probleem". Over de inhoud van het rap port zegt hij als vakgroepsbe- tuurder van de Christelijke Be drijfsgroepen Centrale nog niets te kunnen bekendmaken. „Maar ik heb goede hoop, dat de eerste resultaten ervan begin volgend jaar al merkbaar zullen zijn'. Dat ze ook effect zullen heb ben op de ernstige personeelste korten, daarvan is hij overtuigd. „Wat de haven nodig heeft is een beter leefklimaat. Alleen dan houd je mensen vast. Ook die mensen, die met een certifi caat van de havenvakschool op zak, elders misschien wat meer kunnen verdienen. Je moet de sfeer in de haven zo maken, dat het prettig werken is. Dat is voor zeer velen belangrijker dan een paar tientjes meer in het loonzakje". kwestie-openheid NOS, de kwestie-her indeling radiozendtijd ten bate van 2ft uur meer voor de NOS. Het rommelt flink in het Hilversumse en er is zoveel spraak en tegenspraak, dat de journalisten vrij wel dag aan dag schrijvensstof hebben. dan zal er bij de lezende, luiste rende of kijkende omroepbij drage-betaler nog wel eens een schokje worden veroorzaakt, want dan blijkt des te duide lijker, dat die 75 niet wordt neergelegd alleen maar voor ge zellige dan wel opbouwende te levisieprogramma's. De kreet: „Dit programma hoefde voor mij niet, ik betaal toch al kijkgeld genoeg", wordt nog veel te vaak en geheel te onpas gehoord. Ten eerste betaalt niemand meer kijkgeld, maar een om roepbijdrage. uitsluitend voor het recht een tv- en/of radio toestel in zijn of haar woning te laten functioneren. In die geest is dus geen enkel beroep moge lijk op de in de programmasec tor- volstrekt autonome omroe pen! Omroepbijdragen en revenuen uit de reclame worden in Hil versum ponds-ponds-gewijze tussen NOS en omroepen ver deeld voor de programmavoe ring (inclusief het onderhoud van personeel e.d.), nadat er eerst een behoorlijke hap is af gegaan voor de televisie-nieuw- bouw van de NOS. het onder houd van de tv-gebouwen en de kosten van de gehele technische dienst voor radio en televisie ressorterende onder dc NOS. met laboratoria, autopark, tech nische installaties en al, plus de personeelskosten daarvoor, er alles wat aan het omroepwezer te pas komt buiten de program mavoering en het bouwen var radiostudio's door de omroepen. He» geld voor de programma voering komt ten lange leste ook uit 's Rijks pot van recla megelden en omroepbijdragen, de radiostudiobouw moeten de omroepen zelf financieren uil hun contributies en gidsexploi- tatie. Dat is zuiver verenigings- danwel stichtingswerk. Misschien is het goed. dat het kijk- en luisterpubliek mede door vergaderingsverslagen hiervan nog eens extra goed op de hoogte komt. Dan is de openheid, die echter vooral ge richt is op het tonen van de brave samenwerking binnen de totale omroep (eis van de wet!) toch ergens goed voor. Ook al is het maar een zeer voorzichtig so ort openheid. Over de andere „hete hangij zers" die deze winter in het Hilversumse dienen te worden gehanteerd, hoort unog nader.. Omzetstijging van een aantal artikelen over de Jaren 1963-1969 (indexcijfers 1963=100) grammofoon platen konsumptieve bestedingen in het buitenland bloemen en planten dranken (gekocht in winkels) voedings en genotmiddelen Alle inclusief prijsstijgingen 1963 '64 '65 '66 '67 '68 '6£ De toenemende welvaart brengt niet automatisch met zich mee dat het Nederlandse publiek meer boeken koopt. Onderzoekin gen hebben uitgewezen dat sinds 1963 het boek geen belang rijker plaats in het bestedingspatroon van het publiek is gaan innemen. Er zit wel een stijgende tendens in de verkoop van het aantal boeken. Zo werden in het tweede halfjaar van 1963 on geveer 25 miljoen boeken verkocht tegen ruim 26.4 miljoen in het derde en vierde kwartaal van het afgelopen jaar. Maar daar staat tegenover dat de Nederlandse bevolking sterk is toege nomen. De omzet van de boek handelaren is in dezelfde periode belangrijk toege nomen maar dat is geheel op rekening te schrijven van de prijsstijging, die zich in niet geringe mate in de afgelopen jaren heeft voorgedaan. Bedroeg in 1963 de gemiddelde prijs van een boek nog slechts 3.80. vorig Jaar was dit bedrag gestegen tot onge veer 625. een stijging derhalve met bijna 65 pro cent. De totale boeken- omzet ging van 97.7 mil joen in he' tweede halfjaar van 1963 naar ƒ163.8 mil- ioen in het tweede halfjaai van 1969 Hierbij is het Interessant :e weten dat het nationale ■nkomen sinds 1963 meer dan verdubbeld is. wat overigens niet wil zeggen dat de welvaart ook 'weemaal zo groot is ge worden De priisstijgingen moeten namelijk worden geëlimineerd Bekend is voorts dat het nationale in komen voor ongeveer zes tig procent wordt gebruikt voor consumptieve beste dingen; de rest wordt ge spaard of gaat naar de fiscus In de vorm van be- 'astingbetaling Geld uilgeven voor boe ken kan min of meer op een lijn worden gesteld met recreatieve bestedin gen. Wat dat betreft is een vakantie in het buitenland avengoed een concurrent van het boek als een qrammofoonplaat. Uil een van de bij dit artikel geplaatste grafieken blijkt duidelijk dat de ver koop van bijvoorbeeld grammofoonplaten met sprongen omhoog gaat, op de voet gevolgd door de consumptieve bestedingen in het buitenland. Op de derde plaats komt het ko- oen van bloemen en plan- 'en en pas dan zijn het de boeken die de weg naar het publiek vinden. Vergelijken we de boe kenverkoop met de gewo ne bestedingen, de graad meter var de welvaart, dan zien we dat zij niet veel meer is toegenomen in de afgelopen twee jaar, terwijl de consumptieve bestedingen zich in sterk stijgende l'jn blijven bewe gen Bij deze laatste ver gelijking zijn de prijsstij gingen van het beek bui ten beschouwing gelaten. In opdracht van de Stichting Speurwerk be treffende het Boek heeft het Nederlands Instituut voor de publieke opinie in 1963, 1964 en 1965 een onderzoek ingesteld naar de boekenaankopen door Nederlandse gezinnen. Sinds juli 1969 is opnieuw een onderzoek gaande, waarvan thans de eerste resultaten zijn gepubli ceerd in het Nieuwsblad voorde boekhandel. Het NIPO draagt in dit rapport een groot aantal cijfers aan. die tot één conclusie leiden: dat de boekenmarkt beschouwd moet worden als een nog al statische. Het koopge drag van het publiek wij zigt zich enigermate, maar van een sterke opleving van de boekverkoop is geen sprake Opmerlelijk is wel, dat de moeder in een gezin, die tot voor kort de helft van de boekaankopen voor haar rekening nam. minder vaak de boekwinkel bin nenstapt Het percentage is eind vorig jaar gedaald tot 46. Bi: de echtgenoot is een omgekeerde ten dens waarneembaar: in 1963 kocht hij 23 procent van de boeken, in 1969 al 26 procent. Sinds jaar en dag wordt er gemiddeld elke week In een van de zes gezinnen een of meer boeken ge kocht. In de tweede helft van het jaar bedraagt de gemiddelde aankoop in de hoeken kopende gezinnen 1.7 boek per week. In een op de drie gezinnen koopt men nooi' een boek of is het langer dan een jaar geleden dat men het laat ste boek kocht. Men kan dus zeggen dat een derde deel van de Nederlandse gezinnen re gelmatig boeken koopt, een derde deel soms en een derde deel nooit. In deze tendens is sinds 1963 qeen wijziging gekomen. Bij de opkomst van het pocketboek in de vijftiger jaren heeft de boeken markt een grote impuls gekregen. Nog in 1963 wa ren 48 procent van de ge kochte boeken paper backs. Sindsdien heeft zich een daling Ingezet, die in 1969 resulteerde in een percentage van 43. Ook het percentage ge kochte gebonden boeken liep teruq en wel van 42 naar 40. Zeventig procent van de consumptieve bestedingen boekenomzet gekochte boeken is als bellettrie te beschouwen, dat zijn dus romans, godsdienstige-, jeugd- en kinderboeken. De rest vor men nas'agwerken, bijbels, woordenboeken. studie boeken en dergelijke. De gemiddelde prijs van het boek dat buiten de er kende boekhandel is ge kocht, blijkt sinds 1965 aanzienliik sterker te zijn gestegen (van 3.70 naar f 5.80). dan de prijs van het boek dat daar wel werd gekocht (van ƒ5.30 naar 6.70). Nog enkele andere re sultaten van het onderzoek die de moeite waard zijn: de erkende uitgeverijen namen in 1965 zeventig procent van de omzet in aantallen boeken voor hun rekeninq Vier jaar later was dit percentage ge daald tot 62 Hun aandeel in de om?et bleef evenwel groter, een gevolg van de hogere verkoopprijs. De omzet bh nlet-erkende uit geverijen nam met onge veer eenzelfde percentage toe. De erkende boekhandels en warenhuizen zorgden in 1965 voor 53 procent van de totale omzet in aantal len. Ook dit percentage qing sterk achteruit: thans 42 Wat voor soort boeken koopt het publiek? De lite raire romans en gedichten aenieten dezelfde belang stelling, bijna negen pro cent van het totaal aantal qekochte boeken, zowel in 1963 als in 1969. Het per- centaqe ontspanningsro mans daalde van 28 naar 18. dat van oorlogsromans van 4 naar 1 Opleving was er bi- de detective boeken fresp. 9 en 11 pro cent), bi' de godsdienstige boeken'1 en 2) De klnoer- en jeugdboe ken (van 20 naar 15 pro cent) zijn niet meer zo In rek althans volgens hef NIPO-onderzoek. Waar worden de boeken gekocht? In 1963 werd 51 procent van de boeken in de gewone boekhandel ge kocht. Dat was in het af- qelopen Jaar ruim 45 pro» cent. De verzendboekhan- del nam 2 procent voor zijn rekening, terwijl de omzet in warenhuizen om hoog ging van 7 naar 9 procent Via damesbladen werd 14 resp. 8 procent verkocht. Een opvallende stijging depd zich voor in da sector abonnementen/- boekenclub van 3 procent in 1963 tot 9 procent in het afgelopen jaar. Direct hiermee verband houdt de verkoop van boeken aan de deur. in de winkel en per post. In 1963: 12 procent aan de deur, 66 procent io de winkel er. 14 procent per post en in 1969 resp. 7.65 en 23 procent Het Nieuwsblad voor de boekhandel noemt al deze cijfers to'eurstèllend, te meer daar de boeken ge rangschikt worden onder luxe-goederen (geen pri maire levensbehoefte), waarvoor door de stij gende welvaart steeds meer geld beschikbaar komt. Hoe moet verandering worden gebracht In deze ontwikkeling? In de eerste o'aats zul'en de prijzen van de boeken in de hand moeten worden gehouden. Dit is onder meer mogelijk door een verlaging van de titelproduktle, waardoor een verhoging van oplagen moqeliik l.j. Verder Is het dringend nodig da' de boekenmarkt een nieuwe Impuls krijgt. Wellicht is hel ontstaan /an de boekenclubs een sleutel tot uitbreiding van het lezerspubliek. Daarbij zou dan eerst het oog kunnen worden gericht op de meer dan een miljoen gezinnen ir Nederland die nooit een boek kopen om over lezen maar te zwij- qen En dat bl| een nog steeds v»rdere uitbreiding van de vrije tijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 13