Het recht op een zachte dood
Kruyt kerstende Sulawesi
WAARDEVERMINDERING NA
AANRIJDING TE VERHALEN
EUTHANASIE
door
W. F. Stafleu
door H. Larsen
door
Koos Delhaas
ZATERDAG 12 SEPTEMBER '1970
De geschiedenis van ongeveer vijftig
jaar lending in dit gebied is beschreven
in een lijvige paperback (378 blz.) „Het
zendingsveld Poso", Verschenen bij Kok
in Kampen, prijs 24,75. Auteur is de
thans 77-jarige zoon van dr. Kruyt ds.
Jan Kruyt, zelf op Celebes geboren, die
vanaf 1916 in het werk van zijn vader
heeft geparticipeerd en dat na diens re
patriëring tot 1953 heeft voortgezet
„Het gaat in dit boek om de ontmoe
ting en het elkaar leren kennen van een
volk dat leefde in en uit een archaïs
tische traditie en de dragers van de
boodschap aangaande het heil in Chris
tus, zoals die in de loop der eeuwen een
Westeuropese gestalte heeft gekregen,"
aldus de schrijver in zijn Verantwoor
ding,
Dié aanduiding is juist: Op verscheide
ne plaatsen in het boek valt het op dat
Alb. Kruyt op de Toradja's het typisch
Nederlands-calvinistisch levenspatroon
van rijn tijd heeft trachten over te brén
gen. Tot op zekere hoogte is hij daarin
op bewonderenswaardige wijze geslaagd.
Vaddaag, na zoveel jaren, kan mis
schien hier en daar de vraag of dit nu
nodig was moeilijk worden onderdrukt.
Maar om deze ontwikkeling te kunnen
waarderen moet men het kunnen op
brengen zich te verplaatsen in de wereld
van christelijke opvattingen waarover in
onze tijd de meningen niet meer zo gelijk
zijn. Voor wie dat kan, is Kruyts boek
een indrukwekkend verhaal.
Overigens is het in dit verband merk
waardig dat wanneer in 1947 de jonge
Toradinkerk wordt geïnstitueerd, niet
wordt gekozen voor een synodaal-presby-
teriale kerkstructuur, maar voor een
kerkorde met een duidelijk episcopa
le inslag. De voorgangers van de ge
worden door de classis-voorzit-
Dr. Alb. C. Kruyt
ters, in overleg met het dagelijks bestuur
van de synode, benoemd en overge
plaatst. Beide laatste groepen ambtsdra
gers zijn vrij gestelden die financieel
voor rekening van de kerk komen.
Natuurlijk blijven er meer onvervulde
verlangens: het verhaal loopt af rond de
wisseling van de jaren 1940'50 en geeft
dus geen enkele indruk van de huidige
toestand in de jonge kerk. Noch over de
ernstige christenvervolgingen die zich in
1953 op Celebes hebben voorgedaan, noch
over de massale toeneming van het
christendom in de jaren '60 wordt iets
verteld. Voor ieder die belangstelling
heeft voor de ontwikkelingen in de Indo
nesische kerken is dat een teleurstelling.
Ds. Jan Kruyt heeft dat zelf ook wel
aangevoeld. Hij schrijft dat de nieuwe
mogelijkheden die na 1947 voor de ont
plooiing van de jonge kerk zijn openge
gaan, en de politieke en maatschappe
lijke verwikkelingen die daarmee ge
paard gingen, zó ingrijpend zijn, dat de
beschrijving daarvan nu nog moeilijk is.
Liever vertrouwde hij dit aan jongeren
toe en daarom bepaalde hij zich bij de
ontwikkelingen waaraan hij zelf deel
had.
Als bronnen gebruikte de schrijver in
de eerste plaats brieven van en aan zijn
vader (die was uitgezonden door het
toenmalig Nederlandsch Zendeling
Genootschap), waarin alle facetten van
de praktijk van het zendingswerk in Po
so naar voren komen. Verder maakte hij
gebruik van het archief van de Konfe-
rentie van zendelingen, dat grotendeels
de Japanse bezetting heeft overleefd. En
ten slotte puttebij uit eigen ervaring.
Zo ontstond een monografie van We
tenschappelijke waarde, voor de uitgave
waarvan de Nederlandse organisatie voor
zuiver-wetenschappelijk onderzoek, mede
op advies van het Koninklijk instituut
voor taal-, land- en volkenkunde, een
belangrijke financiële bijdrage heeft be
schikbaar gesteld. Met verheuging en
dankbaarheid deelt ds. L H. Enklaar,
namens de Raad voor de zending der
Nederlandse Hervormde Kerk, dit mee
in het voorwoord.
De tot in de kleinste details bijzonder
nauwkeurige geschiedschrijving van ds.
Jan Kruyt dwingt groot respect af voor
de moed en overtuiging waarmee zijn
vader en hijzelf onder moeilijke omstan
digheden hebben gewerkt. Van eminent
belang was daarbij de samenwerking
met de taalgeleerde dr. N. Adriani, wiens
persoonlijke omgang, zowel met de To
radja's als met de zendingsarbeiders, veel
vruchten heeft afgeworpen.
Basis voor het welslagen van het zen
dingswerk op Midden-Celebes is dan ook
het vertrouwen geweest dat Kruyt en
zijn medewerkers bij de bevolking wis
ten te bereiken. Een voorbeeld: toen in
het prille begin van het zendingswerk
een griepepedemie was uitgebroken, wil
den de Toradja's, die hevige koortsen
hadden, een bad nemen in de rivier. Als
er iets in brand staat, gooi je er immers
water op om het vuur te blussen? Als
een mens in brand staat doe je dat dus
ook....
Maar Kruyt slaagde erin de Toradja's
duidelijk te maken dat als een mens
gloeit van de koorts en gaat transpireren,
dit betekend dat de ziekte zijn lichaam
wil verlaten. Wanneer hij dan met koud
water in aanraking jsvordt gebracht,
schrikt de ziekte zo dat zij weer diep in
het lichaam indringt.
Met deze les kweekte de zendeling
groot vertrouwen in zijn persoon. Later,
toen een kind was gestorven terwijl hij
enige tijd afwezig was, reageerde de
moeder: „Als meneer thuis was geweest,
zou mijn kind niet gestorven zijn".
Een van de hoogtepunten van bet boek
is de beschrijving van de toetreding tot
het christendom van het invloedrijke
stamhoofd Papa i Wunte, met zijn vrouw
en 168 volgelingen, op Kerstmis 1909.
Duidelijk tekent Kruyt hoeveel persoon
lijke strijd het stamhoofd heeft moeten
overwinnen om deze beslissende keuze te
doen. Het wel en wee van de Toradja lag
te Iwezenlijk in een gemeenschappelijk
levenspatroon ingebed, dan dat hij zich
door een persoonlijke keuze daarvan zou
kunnen vrijmaken.
Reeds elf jaar eerder wilde deze man
christen worden, maar zijn verant
woordelijkheidsgevoel voor zijn volk
hield hem tegen: „Ik ben de man die al
hun plechtigheden moet leiden". En in
1902 sprak Papa i Wunte tegenover zijn
stamgenoten openlijk uit, ervan over
tuigd te zijn dat het christendom het eni
ge ware is en dat hij daarvan alleen voor
zijn volk heil verwachtte. Toch deed hij
toen zelf de stap nog niet. Zijn motief:
„Wanneer ik nu christen werd, zou ik
allen dwingen van hun gewoonten af
stand te doen; daarom heb ik jongere
leden van mijn familie aangezet christen
te worden om dan langzamerhand zelf te
kunnen overgaan, maar er is nog nie
mand onder hen die wil".
„Het zendingsveld Poso" is een werk
van wetenschappelijke waarde, dat op
een unieke wijze inzicht geeft in de ge
compliceerde achtergronden van dit ge
zegend stuk zendingswerk.
Het hïeronder besproken boek Euthanasie, het recht om-te sterven, door A. B.
Downing e.a. (164 blz., ƒ7,50) is een van de paperbacks in de nieuwe reeks van
Spectrum, die o.a. de populairse Prisma's en de wetenschappelijke Aulaboeken
uitgeeft. De serie is modern uitgevoerd en vrij goedkoop.
De bedoeling van Spectrum A 5: „De groei van een nieuw maatschappijbeeld
krittisch begeleiden door de opinievorming rond actuele vragen te stimuleren".
De reeks verzet zich tegen „het fatalisme van pessimistische toekomstverwach
tingen".
Uit het dagboek van een contra-revolutionair, Praag augustus '68, van de Tsjechi
sche schrijver Pavel Kohout (317 blz., ruim geïllustreerd, ƒ13,50) is een schok
kend relaas van de Praagse lente, die Kohout als insider heeft beleefd. Belang
wekkende gegevens over Dubcek en de zijnen worden afgewisseld door een
verhaal in vervolgen, waaruit Kohouts literaire talent blijkt.
Actueel zijn ook de onderwerpen van de andere boeken: Geweld macht en
onmacht, van de Amerikaanse Hannah Arendt (130 blz., ƒ7,50) en Biologische
en chemische oorlogvoering, door Robin Clarke (189 blz., 9,50). We komen
er nog op terug.
van de niet-meer-opgenomen ster
venden. Een woord als „softenon-
baby" is voor iedere krantelezer
een signaal.
Steeds dringender wordt de
vraag, of men in bet moderne zie
kenhuis niet vaak bezig is, op
mensonterende wyze levens te
rekken, en of men dan zelfs niet
beter kan spreken van „het ster
ven rekken".
Maar tegelijk doemt het spook
beeld op van Hitiers „Vernichtung
unwerten Lebens". Sommige
auteurs in deze bundel ontkennen
wel heftig dat wat zjj willen, daar
iets mee te maken heeft. Dr. W.
Schuurmans Stekhoven, die voor
de Nederlandse editie een bijdrage
schreef, is reëler als hjj erkent dat
hier grote moeilijkheden liggen.
Het begrip euthanasie (op zich
zelf al oud, de Grieken bijv. zijn
er altijd over bezig geweest) om
vat vierderlei.
Daar zjjn de vrijwillige èn de
ongevraagde passieve euthanasie
en de vrijwillige èn ongevraagde
actieve euthanasie. De eerste twee
betekenen het nalaten van zin
loos te achten pogingen, het leven
verder te verlengen of te behou
den.. De derde en vierde variatie
gaan over de opzettelijke beëin
diging van een leven waaraan de
essentiële levenskenmerken ge
acht worden te ontbreken.
Schuurman Stekhoven maakt
met die vierdeling de zaak wel
doorzichtig, en tegelijk uitzonder
lijk precair. Zijn betoog loopt niet
uit op een apologie voor „Vernich
tung unwerten Lebens", maar toch
wel op een krachtig pleidooi „voor
de redelijkheid ja zelfs rechtvaar
digheid, menselijkheid en wense
lijkheid van wettelijke maatrege
len, die in beginsel actieve eutha
nasie onder bepaalde omstandig
heden veroorloven, met inacht
neming van scherp omschreven
voorwaarden".
Met die voorwaarden bedoelt hij
niet dat de beslissing over leven of
dood, zowel bij abortus als eutha
nasie, aan een team van artsen e.d.
moet worden overgelaten. Hij
laakt op dit punt het systeem van
wat hjj noemt „afdrijf- en afmaak-
briefjes" (wat cru is uitgedrukt
overigens). De behandelende arts
draagt i.i. de volle verantwoorde
lijkheid voor zijn aandeel.
Het eenvoudigst ligt de zaak bij
de vrijwillige passieve euthanasie.
In het algemeen zijn ook vele
Nederlandse theologen bijvoor
beeld van mening dat een zieke
het recht heeft, (verdere) behan
deling te weigeren.
„Luguber" zegt Schuur
mans wordt het pas bij het on
vrijwillig, resp. van overheidswege
gedwongen afmaken van de
„notoriously unfit", van zware
idioten af tot ouden van dagen toe
(vooral de zwaar geestelijk ge
stoorde lijders aan dementia seni
lis). Is hier sprake van zinledig
leven? Van voort vegeteren? En is
het waar dat het levenslang „op
bergen" van deze mensen in
speciale verzorgingsinrichtingen
meer een uiting van maatschap
pelijke radeloosheid dan van
barmhartigheid is?
Tegenstanders van euthanasie
zien hier een verschrikkelijke toe
komst opdoemen (pag. 114) waar
in angstige patiënten bezeten zul
len worden door de vrees dat hun
verwanten en artsen heimelijk
plannen smeden om hen te doden.
Maar voorstanders denken eerder
aan de angst van de patiënt van
de 21e eeuw, dat zulke plannen
niét worden gemaakt
Het eiland Gelebes, is een gebied (5,5 meel Nederland) waar zending en
missie verrassend vruchtbaar hebben gewerkt. Kennelijk was de bevolking,
hoewel die per deelgebied qua instelling en geaardheid nogal uiteenloopt,
gevoelig voor de boodschap van het Evangelie. En waar de oogst goed is, daar
vermeerderen de zaaiers. Niet zo verwonderlijk dus dat de staalkaart van het
christendom op Celebes een scala van denominaties laat zien. Dit gegeven moet
wel in -het oog worden gehouden als men kennis gaat nemen van een stuk
zendingsgeschiedenis van één deelgebied op Celebes. Zendeling dr. Alb. C.
Kruyt (1869—1949) is de man geweest die de kerstening van animistisch heidense
Midden-Celebes, het gebied rond de Tominibocht, op zijn naam heeft staan. Hij
zette er op 22-jarige leeftijd voet aan wal en toen hij in oktober 1932 repa
trieerde had hij er veertig levensjaren volgemaakt. Precies vijftien jaar later
beleefde hij in Nederland de instituering van de toen 80.000 leden tellende
Geredja Kristen di Sulawesi (Christelijke Kerk óp Midden-Celebes).
aanrijdfngsvrije auto; weliswaar is
de schade hersteld, maar door
deze aanrijding heeft mijn auto
niet meer dezelfde waarde sis
voor het ongeval en u bent aan
sprakelijk voor de waardevermin
dering, die mijn auto heeft onder
gaan. Deze redenering is Juri
disch wel te verwezenlijken.
Eind 1963 heeft de Hoge Raad
namelijk uitgesproken: „Indien
een door een aanrijding bescha
digde auto na en ondanks herstel
van de beschadiging een mindere
waarde heeft dan hij zonder die
aanrijding zou hebben gehad
(omdat bij verkoop of inruil de
gegadigde met het oog op de
kans van verminderde deugdelijk
heid daarvoor een lager bedrag
zou qeven dan wanneer de auto
geen aanrijding had gehad), heeft
de eigenaar recht op vergoeding
van die waardevermindering."
Dit recht geldt onverschillig of
de eiqenaar wel of niet tot ver
koop of inruil overgaat. Gaat hij
daar niet toe over, dan zal het
natuurlijk niet eenvoudig zijn om
vast te stellen wat nu de waarde-
digd met een coëfficiënt, die kan
variëren van 0 to' 1 en wel op de
volgende wijze: 0. 0,1, 0,2, 0,3
enz. tot en met 0,9, en tenslotte
1.
Het gebruiker, van deze
coëfficiënt is nodig om de toe
stand van de auto vóór de aan
rijding te verdisconteren bij de
vaststelling van de waardever
mindering De onderhoudsstaat
van een auto is namelijk een be
langrijke factor bij de beoorde
ling van zijn waarde en derhalve
ook hij de beoordeling van zijn
waardevermindering. Hoe beter
deze onderhoudsstaat is, hoe ho
ger de coëfficiënt en dus hoe
hoger het bedrag van de waarde
vermindering worot.
Het ligt voor de hand, dat de
vaststelling van de waardever
mindering na aanrljdingsschade
«jn na herstel daarvan aan de
hand van dit berekeningsschema
'n het algemeen beter door ex
perts kan geschieden, daar het
bepalen van de verkoopwaarde
pn van de onderhoudstoestand
voor leken een moeilijke zaak Is.
„Wq kunnen de dood regelen,
voorbereiden, uitstellen, naderbij
brengen, verzachten en zo ver
menselijken. Wjj kunnen dit alles,
wij doen het soms, maar wij schie
ten vaak te kort. En zo vallen
medemensen hulpeloos en onge
holpen ten offer aan de brute
timing en de abjecte methoden
van de „natuurlijke" dood.
Dit citaat uit het voorwoord van
prof. dr. A. de Froe maakt al wel
duidelijk dat de in de reeks Spec
trum A 5 verschenen bundel op
stellen over de euthanasie een
zwaar omstreden zaak aansnijdt.
Engelse theologen, artsen en juris
ten voeren een pleidooi voor het
recht op een dood zonder onnodig
lijden.
Vorig jaar stelde J. H. van den
Berg in zijn boekje Medische
macht en medische ethiek ook de
vraag naar de „zinrijkheid" van
het leven aan de orde. Het uit het
Engels vertaalde verzamelwerk
draagt waardevolle elementen
aan de discussie bij. En het is dui
delijk dat over een zaak als deze
niet alléén ethici, artsen en juris
ten behoren na te denken.
De zin van het leven, de vraag
wat leven eigenlijk is en hoever
de menselijke vrijheid reikt, is
tóch druk in discussie. Er ligt, zo
als Mary Rose Barrington in deze
bundel terecht opmerkt, een ver
band tussen onze houding tegen
over de geboorte en die tegen
over de dood.
Zo ziet men nieuwe standpun
ten opkomen en uitkristalliseren
over geboortenregeling en abor
tus, aan de andere kant over suï
cide en euthanasie. En andere
standpunten brengen nieuwe re
gels en wetten mee, zodat deze
kwesties ook een politieke kant
hebben.
Dat de bezinning ook bevorderd
wordt door maatschappelijke wij
zigingen, is eveneens zonneklaar:
denk bij geboortenbeperking aan
het bevolkingsvraagstuk, bij abor
tus aan een veranderende seksuele
moraal, bij euthanasie aan de
voortschrijding van de medische
wetenschap en de vergrijzing van
de bevolking. We kunnen niet
doen alsof er niets aan de hand is
we behoeven anderzijds ook
niet klakkeloos allerlei voorstellen
over te nemen!
Het hier besproken boek omvat
opstellen van ongelijke kwaliteit,
maar sommige medewerkers laten
niet na, diepe indruk te maken. Zij
voeren de lezers in gedachten
langs ziekenzalen vol lijders aan
ongeneeslijke ziekten, langs inrich
tingen met diepe idioten en de
mente senielen, langs de kamers
Na zo'n klap zijn ze na
tuurlijk te repareren, maar het
nieuwe is er dan wel af.
Zware aanrijdingsschade
aan een vrijwel nieuwe en
pas in gebruik zijnde auto is
voor de eigenaar ervan
meestal een nauwelijks of
niet te vérteren zaak, ook al
wordt de schade vakbe
kwaam hersteld. Hij voelt
zich niet meer „happy" en
zou het liefst de auto van de
hand willen doen en een
nieuwe aanschaffen. Maar
zijn verzekeringmaatschappij
vergoedt hem slechts de re
paratiekosten, als deze al
thans lager zijn dan de
waarde van de auto vóór het
ongeluk.
Is de aanrijding veroorzaakt
door de schuld van een ander,
dan wil de gedupeerde eigenaar
in zo'n geval nog wel eens de
schuldige aanspreken voor verde
re vergoeding. Want, zo rede
neert hij zeer praktisch, een ge
repareerde vrijwel nieuwe auto is
niet dezelfde als een aanrijdings-
vrije even nieuwe auto en dus
moet de schuldige ervoor zorgen,
dat Ik weer in het bezit kom van
een aanrijdingsvrije auto. die
even nieuw Is.
Hoe praktisch deze redenering
ook is, juridisch is zij niet te ver
wezenlijken. Mag de benadeelde
in een dergelijk geval dan hele
maal geen recht op enige verde
re vergoeding laten gelden dan
alleen maar voor de reparatiekos
ten? Dat mag hij wel degelijk.
Hij mag tegen de veroorzaker
van de schade zeggen: door uw
schuld rijd ik niet meer in een
vermindering van zijn auto Is. Om
daarvoor normen té geven, heeft
enige jaren geleden een com
missie van vooraanstaande scha
de-experts van het Nederlands
Instituut van Automobiel- en Ver-
keersdeskunaiger een onderzoek
ingesteld, dat heeft geresulteerd
in de opstelling van een hanteer
baar berekeningsschema. Dit
schema wordt sindsdien In veel
gevallen door verzekeringmaat
schappijen toegepast.
Volgens dit schema moet bij
de vaststelling van de waardever
mindering worden uitgegaan van
de som der bedragen, die men
als volgt verkrijgt: 1 pet van de
catalogusprijs, 5 pet. van de ver
koopwaarde vóOr de aanrijding,
15 pet. van de arbeidslonen op
de reparatienota (behalve het ar
beidsloon voor vervanging van
losse onderdelen els bijvoorbeeld
een bumper) en 15 pet. van de
eventuele spultkosten. De som
van de aldus verkregen bedragen
moet dan worden vermenigvul-