SCHOONHEID VAN PALEIZENWEEI.PE IN LENINGRAD E R W O N N E T Y* irrn li öJL-4 mi ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1970 Op 16 mei 1703 legde tsaar Peter de Grote in de delta van de Newa de eerste steen voor de nieuwe Russische hoofdstad Sint-Peters burg. Voor het doen verrijzen van paleizen en andere bouwwerken werden de bekendste architecten aangetrokken, waardoor het mogelijk werd om wegen, pleinen en hele ensembles van gebouwen te scheppen, die weergaloos van schoonheid en stijl werden. In korte tijd werd de nieuwe stad aan de Newa het grootste administratieve en industriële centrum van Rusland, een stad van weten schap en cultuur. Petersburg zou ook het schouwtoneel van de grootste maatschappelijke en politieke gebeurtenissen van het land worden. In de straten en op de pleinen ervan hebben zich drie omwentelingen voltrokken met tot slot de Oktoberrevolutie van 1917 en de stich ting van de eerste socialistische staat ter wereld. In de Tweede Wereldoorlog hield de inmiddels Leningrad genoemde stad stand tegen een belegering van ongekende felheid, die 900 dagen duurde. In Europa de enige grote stad, die in heel zijn geschiedenis nooit door een buitenlandse vijand werd bezet. Honderdduizend vliegtuigbommen en honderdvijftigduizend granaten lieten de nazi- troepen op Leningrad en de Leningraders neerdalen. In een geheime instructie die de Duitse marinestaf op 22 september 1941 uitgaf (dit document figureerde op het proces te Neurenberg) stond: ,,De Führer heeft besloten de stad Petersburg van het aardopper vlak weg te vagen Opdracht is om de stad nauw in te sluiten en door middel van beschieting uit vuurmonden van alle kaliber en door onophoudelijke bombardering van uit de lucht met de grond gelijk te maken". Zo werd het vonnis uitgesproken over de stad die men elders op de wereld een museum, de trots van de bouwkunst, een lied van steen en een symfonie van kleur noem de. De stad ontstond als één archi tectonisch geheel. Reeds in 1709 stichtte tsaar Peter een „Bouw- kanselarij" die toezicht hield op de planmatige bebouwing van de stad. Het was verboden om er de in Rusland toentertijd overal gebrui kelijke houten huizen te bouwen. In 1714 werd bij oekaze van de tsaar bevolen dat in heel Rusland de bouw van stenen huizen gestaakt zou worden teneinde de vaklieden In de stenen bouw naar de groei ende hoofdstad aan te trekken. Als eerste stortte het Lavalpalels Ineen, waar zich in 1941 het histo rische archief van de USSR be vond. Dit monument van het Rus sisch classicisme was een mees terwerk van de architecten Thomas de Thomon en Andrej Woronichin. In 1942 werd door een brand ten gevolge van een bominslag het Je- laginpaleis een bouwwerk van de grote Karl Rossi verwoest. Door dezelfde architect, die Ita liaans bloed in zijn aderen, maar een Russisch hart had, was in 1825 ln het centrum van Petersburg het Michailpaleis gebouwd. Dit door zijn harmonische proporties zo schone gebouw dat eigendom was van de tsarenfamilie, werd het Rus sische Museum een van de grootste verzamelplaatsen van na tionale kunst. De Duitsers wierpen er honderden brandbommen en granaten op. De Kazankathedraal het ge niale werk van Andrej Woronichin had alleen al 1600 door bom en granaatscherven veroorzaakte gaten in het dak. Door koude en vocht werd ongeveer tweeduizend vlerkante meter van de prachtige wandschilderingen in de kerk beschadigd. Niets werd door de Duitsers ont zien, niet de Admiraliteit (een van rie prachtigste gebouwen in Europa uit de tijd van het classicisme), de Ingenieursschool en het Taurische palels beide uit de achttiende eeuw, en evenmin de Peter en Paulsvesting die een van de oud ste ensembles van Leningrad is.... Maar het belangrijkste van de „strategische" objecten (I) was voor de Duitsers de Hermitage, be staands uit het Winterpaleis en de andere tot dit grootste museum van de USSR behorende paleisge bouwen. Bartolomeo Rastrelli die in 1754-62 deze winterresidentie van de Russische tsaren bouwde, schreef: „117 trappen en 1886 deu ren zullen naar 1050 vertrekken lei den. De koninklijke personen zul len door bijna tweeduizend ven sters naar alle kanten van. de we reld zien". Hier was alles van onschatbare waarde, het paleis zelf, een schit terend monument van 't Russische barok, zowel als de door keizerin Catharina de Grote bijeengebrach te collectie schilderijen, beeld houwwerken, meubelstukken, tapij ten, munten, porselein en wapens. Tegen 1941 telde de verzameling ongeveer 2,5 miljoen museumstuk ken: madonna's van Leonardo da Vinci en van Rafael, de buiten Ne derland grootste verzameling van werken van Rembrandt, doeken van Rubens en Titiaan, El Greco en Picasso, Gainsborough en Rodin, gouden sieraden uit grafheuvels van de Scythen en oud-Egyptische papyrussen. Voor Hitler was dat een voor vernietiging bestemd „strategisch object". Voor de Leningraders wa ren het rijkdommen van de geest. die tot iedere prijs zelfs voor de geringste beschadiging moesten worden behoed. Reeds in de eerste dagen van de oorlog werd begonnen met de voorbereiding van de evacuatie. „Danaë", „Saskia als Flora", „De Heilige Familie"... alle 24 doeken van de grote Nederlandse meester werden ingepakt in speciaal daar toe geconstrueerde kisten die be rekend waren op een verre reis en op het voor lange tijd conserveren van de schilderijen. Maar wat moest gedaan worden met het 25ste doek van Rembrandt uit de Hermitage „De Kruisafne ming"? Het schilderij is te groot om ir> een kist te worden vervoerd. andere bouwmonumenten van Le ningrad. Terwijl Duitse granaten In Lenin grad verwoestingen aanrichtten werd reeds besloten een speciale restaurateursschool te openen, waar geschoolde bouwvakkers, huisschilders, houtsnijders, vergul- ders, kunstsmeden en schrijnwer kers moesten worden opgeleid voor het herstel van de Hermitage en de andere paleizen. Besloten werd dat dit meesterwerk op een speciale rol zou worden gewikkeld. Er waren 52 spoorwagens nodig om de schatten van de Hermitage tot dleD in Siberië te brengen. Mu seumdirecteur losif Orbeli een man van vijftig jaar. met krullen als van koning Lear en brandende ogen als van de dondergod Zeus deed de treinen wenend uitgeleide alsof hij van zijn bloedeigen kinde ren afscheid nam. Vijf jaar later verscheen de we reldbekende Orbeli op het proces te Neurenberg als getuige om de rekening te presenteren zowel voor de Hermitage, die door twee zware bommen en door dertig grote gra naten getroffen was, als voor de Op 11 oktober 1945 keerden de naar Siberië geëvacueerde mu seumschatten terug en op 4 no vember 1945 zag in de eerste 69 voor het publiek geopende zalen van de Hermitage, waaronder ook de Rembrandtzaal, alles er weer net zo uit als op de zondagoch tend van 22 juni 1941 op het ogenblik voordat de Leningraders vernamen dat de oorlog was be gonnen. In de archieven van Leningrad waren met grote zorg gedetailleer de ontwerpen van de historische bouwwerken bewaard. Eigenhan dige tekeningen en schetsen van Bazjennow, Woronichin, Rastrelli, Rossi, Quarengi en andere grote architecten stelden de heden daagse bouwmeesters in staat om bij het restauratiewerk de geniale opzet te doen herleven zonder er van af te wijken. De architecten Helena Kazanska- ja en Waslli Sawkow die de leiding hadden bij het weer opbouwen var? het Grote Paleis van Petrodworets, (vroeger Peterhof genaamd), waren zo gelukkig vier eigenhandige ont werpen van Rastrelli op te sporen, waarin de gevels, de figuur-dakbe dekking en zelfs interieurs waren vastgelegd. Dan was er nog een tekening van de eveneens verwoeste Peter hofkerk die ook door Rastrelli was ontworpen. Maar het bleek een perspectivische tekening en hoe zou men aan de hand daarvan de precieze maten en proporties kun nen vaststellen. Ervaren meesters op het gebied van de kerkbouw waren er niet meer. Wasili Sawkow besloot dat een maquette op eentiende van de werkelijke1 afmetingen van de kerk moest worden gemaakt. Deze ma quette werd gefotografeerd en in dezelfde verhouding werd een foto van de oude tekening van Rastrelli gemaakt. Daarna werden beide fo to's gelijktijdig op een beeldvlak geprojecteerd de een op de an der, ter vergelijking om de propor ties van de maquette in alle bijzon derheden te verifiëren. Er waren enige jaren nodig voor dat het Grote Paleis zijn bekende silhouet had herwonnen. Daarna begonnen de architecten met het herstel van de interieurs. En wan neer nu bezoekers de zalen van het Peterhofpaleis bezichtigen, kunnen zelfs deskundigen maar nauwelijks geloven dat al die pracht niet in de tijd van Rastrelli ontstond, maar gemaakt werd door jonge vaklieden die hun opleiding hebben gekregen in de speciaal daartoe In Leningrad georganiseer de Wetenschappelijke Restauratie werkplaatsen. Met grote moeilijkheden hadden ook de architecten Alexander Ges sen en Marina Tichomirowa te kampen, die In Petrodworets het oudste paleis „Mon Plalsir" herstelden. Toen tsaar Peter uit Holland was teruggekeerd, vond hij dat de natuur de grijs-grauwe zee en de lage kust in de buurt van Peterhof hem herinnerde aan het land, waar hij zo van was gaan houden. Daarom bouwde hij „Mon Plalsir" als het huis van een Hol landse burger: kleine vertrekken met een niet hoge zoldering. Aan de wanden hingen Neder landse schilderijen, waaronder doe ken van de scheepsbouwer Adam Silo, die een leermeester en vriend •/an Perer was. Het Scheepvaartka binet en de keuken van „Mon Plai- Sir" werden betegeld met uit Hol land meegebrachte tegels. De tsaar zond Russische werkmees ters naar Nederland om er de kunst "an het tegelbakken te leren en in de buurt van Sint Petersburg liet hij twee tegelfabrieken bouwen. „Mon Plaisir" werd door de na zi's verwoest De schilderijen van Silo kregen zij niet in handen om dat deze tijdig uit Petrodworets geëvacueerd waren maar bijna alle tegels zijn verloren gegaan. Daar men het geheim van de fabricage niet meer kende, was er geen en kele Leningradse fabriek die het op zich nam om de zeldzaam prachtige tegels met schildering onder glazuur te maken. Toen kwa men de ingenieur uit de aarde werkindustrie Nikolai Alexejew en de kunstschilder Boris Mitskewltsj de architecten enthousiast te hulp. Ongeveer een jaar lang werkten zij zich door bergen lectuur heen om het verloren geheim terug te vin den, namen duizenden proeven, en vonden ten slotte wat zij zochten. Heden ontvangt „Mon Plaisir" zijn bezoekers alsof er niet de stormen van twee-en-een-halve eeuw over heen zijn gegaan en alsof het nooit door de bezetters geplunderd en vernield was. Nog voor de oorlog was afgelo pen werden op een architectencon gres te Londen de woorden ge sproken: „De mensheid van heel de wereld is armer geworden door het verlies van zulke monumenten van grote beschaving als de stad jes Poesjkln en Pawlowsk". Deze steden, die paleis- en park-ensembles uit de achttiende eeuw zijn en wier pracht het op kon nemen tegen die van Versail les, zoniet deze nog overtrof, wer den op dezelfde daq op 24 januari 1944, hnvrijd. Het Pawlowskpaleis, een schep- oing van Cameron. Woronichin en Rossi, stond in lichterlaaie. Dat het Katharinapaleis in Poesjkin het vroegere Tsarskoje Selo niet hetzelfde lot onderging, was te "Wïffv V4S? li* if f 3- De foto links geeft een beeld van de oorlog, toen Russische soldaten de Duitsers moesten verdrijven uit het finaal geplunderde Katharinapaleis In Poesjkin, het vroegere Tsarskoje Selo. Midden: De in oude luister her stelde entree van het paleismuseum. Rechts: een van de tot in de kleinste details in de oorspronkelijke toestand teruggebrachte zalen. Ook teruggekeerd zijn hier de herinneringen aan de Nederlandse gewesten ten tijde van de Gouden Eeuw, o.a. merkbaar aan de schilderijen. 4-- Foto links boven: een deel van Tsaar Peter de Grote's lust oord in Peterhof, het huidige Petro- worets. Rechts boven: een van de imposante zalen van de Hermitage in Leningrad met schilderijen van Hollandse meesters uit de zeven tiende eeuw. Daaronder links: een jonge luchtwachter op post. Rechts: luchtafweergeschut bij de Isaaks- kathedraal van Leningrad in actie tegen Duitse bommenwerpers. danken aan een sergeant met de typisch Russische naam Iwanow. De Duitsers vonden het niet ge noeg dat zij in de luisterrijke zalen latrines voor de manschappen en stallen voor de paarden hadden in gericht. Toen zij de aftocht moes ten blazen, lieten ze elf tijdbommen van elk duizend kilogram achter. Sergeant Iwanow vond ze en maakte ze onschadelijk. Het Katharinapaleis werd her steld door de Leningradse archi tecten Helena Melik-Bagdasarowa en Alexander Kedrinski. Ook Paw lowsk is in oude glorie terugge bracht. Alleen grote foto's in elke zaal vertellen van de ruïnes dia men hier 25 jaar geleden had aan getroffen. Een schrijfkamertje in een van de oude Leningradse herenhuizen. Aan de wanden hangen gravures, op een kast staat een Venuskop van gips. Aan het bureau, waarop stapels boeken liggen, zit een man van 72 jaar. Hij werd in deze stad geboren en maakte zich hier op om mijningenieur te worden. „Weet u, in onze familie waren alle mannen tot in de vierde generatie mijninqen'eurs." Maar Leningrad, waar de architectonische annalen van Rusland geboekstaafd zijn, dwong fot verandering in de fami lietraditie; Lew Mederski werd ar chitect en daarna doctor in de ar chitectuur. Sinds 1943, vanaf de dag dat de Bouwmonumentenzorg inspecrie gevormd werd, heeft hij ie leiding van de wetenschappe lijke afdeling ervan. Lew Mederski: „De schade die de nazi's aan de architectuur- en kunstmonumenten van Leningrad berokkend hebben, is berekend op twintig miljard roebel De Sowjetu- nie heeft in de 25 jaren die sinds het einde van de oorlog verlopen zijn, 250 miljoen roebel voor her stel van de beschadigde meester werken van de bouwkunst uitgege ven." (Een roebel is vier gulden - red.). Of alles hersteld is? „In de stad zelf bijna wel. Daarbij moet men bedenken dat de paleizen niet al leen hun uiterlijk van voor de ooi^ log is teruggegeven, maar dat zij zonder de bij voormalige recon structies en herstelwerkzaamheden /eroorraakte verminkingen in hun oorspronkelijke vorm zijn herre zen." „In de rondom de stad liggende oaleiszone Is nog veel te doerv Pawlowsk is geheel herboren. Maar er moet aandacht besteed worden aan de parken. In Poesjkin is de restauratie van het Lyceum gaande, vele paviljoenen wachten er echter nog op hun beurt. In Pe trodworets is slechts de helft van het Grote Palels hersteld. Vele waardevolle schatten ervan zijn nog altijd niet teruggevonden." Dr. Mederski Is van mening dat voor de definitieve verwijdering van alle sporen van de oorlog nog zeven tot acht jaren nodig zullen zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 15