Mens, durf te leven Feest in van de mens OOK NA EEN HARTINFARCT DEZE WEEK PLASTICS IN OPMARS Revalidatiearts W. J. Verkaden bemoedigt hartpatiënten Kanttekening VERVELING 4 J ZATERDAG 8 AUGUSTUS T970 Patiënten die, na van een hartinfarct te zijn genezen, het St. Antonius Ziekenhuis te Utrecht verlaten, krijgen een afscheidsbrief mee, waarin dokter W. J. Verkaden, hoofd van de afdeling revalidatie, afrekent met velerlei, vaak ingewortelde, misverstanden, die een goede reva lidatie in de weg staan. Deze brief, afgedrukt in Medisch Contact, het officiële blad van de Kon. Ned. Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, zal voor menigeen een bijzonder bemoedigende uitwerking hebben, reden waar om wij er de belangrijkste passages uit overnemen. In de laatste jaren zijn namelijk in de medische wereld in zichten gerijpt, die geheel afwijken van de oude opvat ting, dat iemand die een hartinfarct heeft gehad, gedu rende zijn verdere leven voorzichtig moet zijn, kalm aan moet doen, niet meer kan werken, enz. Deze antieke' opvattingen, zegt dokter Verkaden, „zijn gebaseerd op angst, angst voor herhaling van een het leven bedreigen de ziekte, angst voor de dood, angst voor het uitgescha keld worden als lid van de maatschappij". „Angst is een slechte raadgever, zeker voor de hart patiënt, en leidt tot opvattingen die volkomen onverant woord zijn. Bijvoorbeeld: wie na zijn hartaanval uit het ziekenhuis ontslagen is, kan zijn werkkring wel afschrij ven; wie thuis komt uit het ziekenhuis na een hartinfarct moet worden ontzien, mag zich vooral niet inspannen of opwinden, moet rust houden, wordt in de watten gelegd. Wie aldus door zijn omgeving wordt vertroeteld, raakt echter zijn gevoel van eigenwaarde volkomen kwijt, voelt zich nietswaardig, ergert zich daar mateloos aan, wordt een last voor zichzelf en zijn gezin." NET OP TIJD om de verwachte tnorme drukte door terugkeer van het laatste grote legioen va- kantievierders op te vangen, heb ben de Spoorwegen hun slag om Arnhem gewonnen. Na dagen lange vertragingen en kunstgre pen is het door brand vernielde zenuwcentrum op het Arnhemse station hersteld. Kilometerslange files aan be gin en eind van de week. over volle stranden, ook veel ernstige verkeersongelukken. Het drama met de jonge Bra ziliaanse diplomaat Vasconcelos in Den Haag (de politie conclu deert na een dag vol verwar- rag tot zelfmoord) doet vragen •gen van politieke, maar vooral menselijke aard. ?tr linker- en ter rechterzijde Wordt actie gevoerd tegen het komende staatsbezoek van de Indonesische president Soeharto; vooral Zuidmolukkers gaan zich weren. Nederlandse militairen oefenen weer in het Franse La Courtine. maar dat terrein is zo onge schikt voor een modern uitge rust leger, dat men van wegge gooid geld spreekt. De Eerste Kamer aanvaardt het minimumloon (senator Kloos vraagt om een wettelijk maxi mumloon). Schiedam krijgt een CPN-wethouder en de confessio nelen gaan er in de oppositie De regering streeft naar meer inspraak in het ruimtelijk beleid. Tom Okker wint de open inter nationale tenniskampioenschap pen in Hilversum. West-Duitsland en de Sowjet- unie worden het na tien dagen eens over een niet-aanvals- en samenwerkingsverdrag, en dat lijkt na de koude oorlog een hele klimaatsverbetering. Nog niet zo erg zonnig, maar toch op weg naar een bestand is de situatie in het Nabije Oosten, al voelt Egypte nog niet voor de voorge stelde manier van controleren en sl willen Palestijnse organisaties doorvechten. De rechtse Gachal- partij treedt uit het Israëlische kabinet. De Arabische top in Tri poli komt niet op gang. Soeharto: omstreden Kritiek op president Nixon. die voorbarig de verdachten in het Sharon-Tateproces schuldig noemt. Hij herroept schielijk. pen hevige orkaan teistert exas. ér woedt noodweer in zuidwest-Frankrijk. Er zijn weer onlusten in Belfast en London derry. In Rome wordt een zes ting geboren, maar de kinderen hebben geen levensvatbaarheid. In Uruguay worden twee diplo maten ontvoerd, de regering weigert voorlopig op de eisen der guerrilla's in te gaan. Italië heeft weer een regering, weer centrum-links, onder aanvoering van Colombo. Benzine wordt weer duurder (ditmaal ook de mengsmering voor de bromfiets), de staat leent tegen 7% en 8 procent. De Shellgroep herstelt zich in het tweede kwartaal, de Alge mene Bank Nederland boekt het •erste halfjaar een matige winst Bayer biedt niet langer op ICM Gerzon wordt overgenomen door Schroder, en dat kan met an dere zaken een nieuw groot con cern worden. „Het hart is een holle spier, die het bloed door het lichaam pompt, om voedingsstoffen en zuurstof in al onze weefsels te brengen. Het klopt ongeveer 70 maal per minuut, en de hoe veelheid bloed, die het hart per etmaal doorpompt is voldoende om een tankwagen te vullen. En dit gaat zo door, 365 dagen per jaar, 80 jaar lang als wij het mogen beleven. Het hart levert dus een onvoorstelbare hoeveel heid energie. Die energie wordt voor de hartspier ook weer door het hart zelf aangevoerd door slagaderen, de zogenaamde kransslagaderen, die de hart spier van de nodige hoeveelheid bloed voordien. Deze kfansslag- aderen vertakken zich door de gehele hartspier, opdat geen stukje hartspierweefsel tekort komt. Zo is de toestand in een gezond hart". „Raakt nu een van de takjes van de kransslagaderen ver stopt, dan ontvangt het daar door gevoede deel van de hart spier geen of te weinig bloed meer; het wordt lam gelegd en sterft af. Anders gezegd: er ont staat een wond in de hartspier Dit is een hartinfarct. Het hangt ervan af. waar dit hartin farct in de hartspier ontstaat, en hoe groot dit hartinfarct is, of de patiënt deze toestand overleeft. Wie dit overleeft, en dat is gelukkig het geval bij de meeste gevallen waar een hart infarct optreedt, krijgt de tijd voor wondgenezing. Elke wond geneest, en in dit opzicht is het hartinfarct te vergelijken met een snee in de vinger. Na een bepaalde tijd is de genezing een feit, of het nu een vinger of een deel van de hartspier betreft". „U komt straks thuis en zult worden beschermd door uw echtgenoot/echtgenote en ande re huisgenoten, uw werkgever en anderen die het goed met u menen en u uw welverdiende rust gunnen, of u die rust met de beste bedoelingen zullen aanpraten. U gaat in de watten worden gelegd. Ook dit is begrijpelijk. Ook dit is jam mer". „Uw hartinfarct is na onge veer zes weken genezen. Het ontstane litteken is sterk, en dat moogt u vergeten. U staat na genezing van het infarct dus op gelijke voet met mensen die geen infarct hebben gehad, ech ter met een achterstand: u hebt door het krijgen van een infarct bewezen, dat ergens de bloed- doorstroming van uw hartspier te kort is geschoten. U moet, evenals alle anderen die nog geen infarct kregen, zorgen dat u geen infarct (geen volgend in farct) krijgt. U moet leven op een wijze, die de oorzaken van het ontstaan van een hartin farct zoveel mogelijk uitsluit: geen bewegingsarmoede (wel dus lichaamsbeweging, lichame lijke inspanning), niet vet en niet te veel eten, niet roken; en uw spanningen met verstand de baas zien te worden." „Er is nu in Nederland een aantal teams met man en macht aan het werk om de bovenge schetste denkbeelden in prak tijk te brengen. Wat tot nu toe op de ex-hart-patiënt waar schijnlijk het meest indruk heeft gemaakt, is de training die wordt gegeven aan hen die dat nodig hebben om de condi tie van de hartspier op te voe ren onder leiding van enkele fysiotherapeuten, die precies uitgerekende en gecontroleerde hoeveelheden energie laten presteren op de zogenaamde fiets-ergometers, en gymnasti sche oefeningen leiden gedu rende bepaalde perioden." „Het opvallende is, dat diege nen, die na hun infarct deze programma's afwerken, daarbij prestaties leveren die zij in ja ren niet gepresteerd hebben (dat wil zeggen: lichamelijk) en waar menig behandelende arts geen kans toe zou zien. Het vol gende opvallende is, dat de mensen die trainen en daarbij zoals gezegd dikwijls goe de resultaten leveren, thuis niets mogen doen, behalve zit ten, hun krant lezen; op hun wenken worden bediend en zich vervelen. Zij mogen nog geen spijker in de muur slaan zonder dat het gezin in paniek raakt. Dit zijn feiten, die ons herhaal delijk uit de praktijk gebleken zijn. Onnodig te zeggen, dat iemand, die bij de training goe de prestaties levert, zich thuis niet aan een volledig nietsdoen mag overgeven." „Bestrijd de bewegingsarmoe de. Neem uw hobbies weer op: werk in uw tuin, knutsel, foto grafeer, wandel, fiets als het goed weer is, en als u bouwvak- kundige neigingen hebt: schil der, behang en timmer in uw huis; laat u niet in ledigheid vertroetelen. Schaf het roken af. Houd u aan uw dieet, vermijdt vette spijzen. Probeer zo spoe dig mogelijk weer aan het werk te gaan, hetzij in uw huishou den, hetzij in uw baan, des noods voor halve dagen als dat mogelijk is." Op de vraag of geslachtsver keer is toegestaan, luidt het antwoord „Ja, maak op dit punt van uw huwelijk geen kunstmatige, en tot spanningen aanleiding ge vende, aangelegenheid." Veel patiënten vragen zich af of zij wel te ver zijn gegaan wanneer zij last krijgen van be nauwdheid of moeheid. Hiero ver zegt de arts: „Pijn in de hartstreek, de zo genaamde angina pectoris, is een bewijs, dat de hartspier bloed tekort komt, of anders ge zegd, dat de hartspier om bloed vraagt, dit laatste is op zichzelf gunstig. Het vermijden van een hartinfarct is het beste gediend met een goede bloeddoorstro- ming van de hartspier. Komt u en dat blijkt uit die pijn bloed tekort, dan kunt u dat aanvullen door het bekende tabletje onder de tong laten smelten. Dit heeft de prettige eigenschap, dat het de bloedvaten van het hart ver wijdt en zo voor een betere bloedtoevoer zorgt. Een vraag daarbij is weer: hoeveel tabletjes mag ik per dag gebruiken? Moet ik mij niet beperken tot 2 of 3 tabletten per dag? Neen. U kunt beter vijf tabletten te veel gebruiken dan een te weinig. Desnoods ge bruikt u er tien per dag. De tabletten zijn onschadelijk en zij leiden niet tot verslaving. Nog een opmerking hierbij: zorg. dat u deze tabletten altijd en overal bij u hebt, opdat u niet misgrijpt als het zover is. Een dame met drie handtasjes, heeft dus drie buisjes met ta bletten, in elk handtasje een." „Wat de andere moeilijkheden betreft: benauwdheid, sterke vermoeidheid, en de niet ge noemde afwijking: onregelmati ge polsslag en hartkloppingen consulteer daarvoor uw arts. Raak niet in paniek. Daar is geen reden voor. want de arts is geheel op de hoogte van de toe stand van uw hart, en maakt met u afspraken voor controle voor zover hij dat nodig oor deelt. Maakt u zich ongerust, dat kunt u een tussentijdse af spraak maken. Vergeet niet vooraf uw huisarts te consulte ren." Het bewerkelijke schoenpoet sen met smeer behoeft binnen kort niet meer nodig te zijn: een wollen doek of water en zeep zijn toereikend voor het noodzakelijke onderhoud van synthetisch leer, bestaande uit zeer dunne lagen polyurethaan en polyester vezels, dat echt leer kan gaan verdringen. Vanuit Denemarken is zelfs al een plastic klomp op de markt ge bracht waarvan Amerikaanse deskundigen veel succes ver wachten. De afgelopen vijf en twintig jaar hebben de toepassingsmo gelijkheden van plastic een fe nomenale vlucht genomen. In vrijwel alle sectoren van het le ven. industrie, huishouden en wetenschap, worden plastics ge bruikt. Dit wordt zeer goed weerspiegeld in de groei van de wereldproductie van plastics In de periode 19451965, die 1495 pet. bedroeg. In 1968 werd bijna 22 miljoen ton over de gehele wereld geproduceerd. Even belangrijk is het onder wijs in de chemie en technolo gie der plastics voor hen die in deze richting een baan zoeken of één hebben. In de Prisma- compendia reeks is de derde, herziene, druk verschenen van een boek over plastics dat. vol gens de ondertitel hoofdlijnen omvat van de huidige kennis en toepassing; van de synthetische macromoleculaire materialen (plastics, rubbers en syntheti sche vezels). De chemische en fysische achtergronden worden ivelis- waar belicht op een niveau dat middelbare scholing vooroudet - stelt, (met goede cijfers), maai desondanks kan het boekje dienst doen als hulpmiddel bij de verschillende vormen van voortgezet onderwijs die in het bijzonder aandacht besteden aan de chemie en technologie der plastics. Het boekje geeft een uitge breid overzicht van de vele plasticsoorten en hun eigen schappen. Daarnaast wordt aan dacht besteed aan de verschil lende vormgevingstechnieken die er bestaan om tot het uit eindelijk product te komen. De ze hoofdstukken zullen met na me interessant zijn voor hen die in „plastics" gadn werken oj reeds een baan hebben en bij willen blijven. Voor een algemener publiek zijn de hoofdstukken over de toepassingsgebieden en de com mercieel-economische aspecten belangrijker. De schrijvers ge ven vele interessante details over het gebruik en de omvang In het Revalidatiecentrum be merken deze „gymnasten" tot eigen verbazing dat zij na hun nart- infarct nog heel wat mans zijn. daarvan t en opzichte van de conventionele materialen. De plasticproductie zal zich onverminderd voortzetten. Men schat dat deze productie in 1980 gestegen zal zijn tot 73 miljoen ton. Een wat meer speculatieve schatting, opgemaakt in 1966 stelt voor het jaar 2000 met een ivereldbevolking van 7 miljard de plasticconsumptie op 1.7 mil jard ton. Het is jammer dat de schrijd vers niet ingaan op de vraag, hoe deze hoeveelheid na ge bruik te vernietigen. Het heeft er alle schijn van dat de plas ticfabrikanten er voortdurend beter in slagen hun producten zo te maken dat zij tegen alles bestand zijn. zelfs tegen hun eigen vernietiging Dat is een verwaarloosd aspect van de technologie der plastics in hei algemeen; een probleem dal dringend oplossing behoeft. PAUl VAN LANGSTRAAT Plastics, hoofdlijnen van de huidige kennis en toepassing van de synthetische macromoleculaire materialen, door dr. A. E. Schouten dr. Ir. A. K van der Vegt Ultg. Het Spectrum, Utrecht Prisma-com pendium. No. 36. F)IT wordt een „vervelend" stukje, in elk geval ook daarom omdat het wil gaan over „de verveling". Ik ben op het onderwerp gekomen eigenlek na lezing in een bekend Amerikaans weekblad over de figuur van de „vervelcr". Want men vergisse zich niet, be halve de „vergeler" is er ook de „verveier". Maar beiden komen hierin overeen dat men het blijkbaar gelijkelijk op hen behoort te hebben voorzien. Met het verschijnsel van de verveling is het wat vreemd gesteld. Er is een vervelen en een zich-vervelen. Voor de „doordenkertjes" onder ons is er wel enig verband te con strueren. Wie zich verveelt, gaat op verstrooi ing uit. Bijvoorbeeld door van anderen te ver langen dat ze hem zullen bezighouden. Oók door maar veel in de publiciteit te komen. Maar en dat is het wonderlijke kómen ze eenmaal veel in de publiciteit, dan worden ze eerst recht „vervelend". Een cirkelredenering dus. en als zodanig wel licht een zoveelste aanwijzing, hoe we ook in ons leven in allerlei kringetjes plegen rond te draaien. OEI' is misschien vervelend om over dat verschijnsel van de „verveling" enkele vervelende opmerkingen te maken. Het hangt alles natuurlijk samen met de moeite die we hebben, als individuele mens, maar ook als mensheid, als mensdom, om aan ons be staan de juiste zin, en dus ook de juiste pro- portionering, te geven. Wat zeggen we van iemand die ons verveelt? Hij of zij is ons „teveel" geworden. Hij of zij boeit ons niet langer. En geboeid willen we worden. Anders uitgedrukt: in vrijheid willen we ons de boeien laten aanleggen. Wie daartoe niet, of niet langer, in staat blijkt, welnu die verveelt ons. Soms maakt dat gevoel zich terecht van ons meester. Met name wanneer we ontdekken dat iemand toch niet langer in staat is om ons verlangen naar geboeid-worden te be vredigen. Dan zit er in verveling dus het element van de correctie, desnoods van de zelfcorrectie. We zeggen dan. dat we ons in die „iemand" hebben vergist en dat die „iemand" ons voortaan verveelt. Dat laatste behoeft lang niet altijd de schuld van de slachtoffers te zijn; misschien hebben we ze zelf destijds tegen hun zin naar voren gehaald, ja op een voetstuk gezet. Daar zit altijd een gevaar in, ook omdat voor onze tijd geldt dat aan hem of haar die publici teit heeft nog méér publiciteit gegeven zal Worden. Totdat het oordeel van de verveling zich aan hen voltrekt. AP dat proces werkt uiteraard óók In, dat de mens-van-vandaag een verwende mens is. Er staan hem veel informatie en ook veel afleiding ter beschikking. Zijn kritisch vermogen heeft zich, althans in de breedte, sterk ontwikkeld. Soms lijkt alsof hij gebiedt, en het staat er: dat beeld op de TV, die melodie op de radio, dat ar tikel in de krant, die plaat op de grammo foon. Het geraak dient hem, en gemakkelijk ia het ook wel geworden. Resultaat: snel wisselende sympathieën, elk tiental jaren zijn eigen dichtere en schrijvers we praten al over de „vijftigers" als over de „tachtigers" elk seizoen zijn eigen muziekstijl en straks nog alleen maar aan-de-geeuwen-trouw. In zulk een staat van 'geblaseerdheid heeft de verveeldheid haar kansen. Kortom, een samenleving waarin het oprichten èn het weg werpen elkaar snel opvolgen. Van heel wat publiciteit geldt dan ook het „zo gewonnen zo geronnen". TN dit alles proef ik toch veel onvermogen om met het leven en bestaan „in het reine te komen", wat zeggen wil: om zin en har monie tot hun recht te laten komen. Want heel veel verveling wyst op leegte, op te leurgestelde verwachting, op het katterige gevoel dat Iemand „achteraf zo vaak te pakken heeft. We vervelen ons omdat en nadat we anderen de mogelijkheden hebben geboden om ons te vervelen. Het is ook hier alles weer een kwestie van het-leven-aankunnen, in het kleine zowel als in het grote. Wie niet langer geboeid raakt, raakt ver veeld. Maar de verveling is een andere vorm van gevangenschap. Daarom blijft het nodig dat we ernst maken met onze vrijheid, dat grote geschenk aan de mens. Ernst maken om met de vrijheid op zoek te gaan door de schepping, door de gebeurtenissen en ge beurlijkheden, en In dit alles ook doende zynde, zinzoekend en zingevend. Dat betekent heus niet. dat we elk uur ijverige zwoegers en ploegers behoren te wezen. Er mag best wat worden „omge- kloold". en niet alleen in de vakanties; ook düt behoort bij de proportionering. Intussen echter moet het verschijnsel van de „verveling" ons toch wel tot enig na denken stemmen; hoe vervelend dat op zich zelf misschien ook mag zijn. DIEMER Harvey Cox wij zijn stad-van-de- mens (de verstedelijkte menselijke samenleving) een beetje opvrolijken. Hij is nu gekomen met een boek Het Narrenfeest, een theologisch essay over feestelijkheid en fantasie (Amboboeken Bilthoven, 221 blz., f 9.75). De betekenis van de fan tasie is in Amerikaanse industriële kringen al sinds enige jaren her ontdekt. Cox wil dit nader uitwer ken en tevens een pleidooi houden voor feestelijkheid als onmisbaar bestanddeel in de samenleving. Ook nu gaat hij uit van waarneembare verschijnselen in de Amerikaanse maat schappij. zoals b v. de bloemenkinderen, de hippies. De titel van zijn boek ontleent hij aan het middeleeuwse Narrenfeest, waarbij de draak werd gestoken met waardigheidsbekleders en plechtige ge bruiken, tot de mis toe. In de zestiende eeuw raakte dit feest in onbruik; mis schien is het huidige carnaval er nog een overblijfsel van. Cox waardeert deze speelse oneerbie digheid (bl. 13) positief. „Feestelijkheid heeft, evenals spel. contemplatie en vrijen, een doel in zich... Daarom sidde ren tirannen voor narren en weren dicta tors politieke cabaretten....(Het Narren feest bezit dus impliciet een radicale di mensie Het koningschap bij de gratie Gods. de pauselijke onfeilbaarheid en de moderne totalitaire staat, kwamen tot bloei na het verdwijnen ervan." (14) De westerse industriële samenleving heeft de hele wereld gewonnen, maar haar ziel verloren We leven nog steeds in een cultuur waarin fantasie gedoogd, maar niet aangemoedigd wordt, tn toch is de mens van nature homo festivus en homo fantasia. Luther en Marx legden de nadruk op de mens als werker. Thomas van Aquino en Descartes op de mens als denker Vandaag schijnt er iets mis te zijn. De hoogontwikkelde, westerse, christelijke cultuur is wat fantasie en feestvieren be treft Jammerlijk onderontwikkeld. Straat feesten, die eens even snel u'*stierven als de ooievaar, komen spontaan terug Volgens Cox en de zijnen Is het mede daarom belangrijker te praten over de status en de betekenis van de mens dan over het bestaan van de godheid. Cox bedoelt geen frivoliteit, maar hij wil de overwerkte Amerikaanse samenle ving genezen. „Terwijl we ons van de ene naar de andere afspraak haasten, merken we aan onze zenuwcellen dat er Iets ern stig mis is" (43). Daarbij is het verleden in discrediet geraakt. De moderne geest wil de historie opof- feren in naam van de toekomst. Cox noemt hier speciaal de Franse dichter en toneelschrijver Antonin Artaud (1896-1948). de surrealist, en de Ameri kaanse componist John Cage. Cage en Artaud verwerpen het verle den nadrukkelijk. Ook in de kringen van de moderne jeugd wordt de nadruk ge legd op het „nu", maar dit kan zegi Cox tot pre8entieme lelden, waarbij de belangstelling volkomen wordt opgeslorpt doot het hiei en nu. ..Artaud illustreert de nadrukkelijke an ti-ideologische en vi8ioniare Instelling van sommige radicale studenten... Cage, van zijn kant. symboliseert het mystieke, dlo- nysische. op de ervaring gerichte deel van de jongere generatie" (55). Nu is feestelijkheid de manier waarop we de historie afkoelen zonder haar te ontlopen. „Vandaar de verstandige ge woonte om op party's zakelijke gesprek ken te verbieden" (61). Tijdens de viering houden we op te doen om eenvoudigweg te zijn. Zo komt Cox op de dans. „De christe nen dansten heel wat af in de vroege dagen van de kerk" (65). In de vierde eeuw kwam hier verzet tegen De licha melijkheid was in discrediet geraakt. Van daag zegt Cox beginnen christenen te leren dat ze niet moeten huiveren voor feestelijke overdaad, doch deze moeten verwelkomen. „Nog belangrijker echter is de wedergeboorte van de feestelijkheid in de cultuur als geheel" (71) Op gelijksoortige wijze werkt Cox zijn gedachten uit over de fantasie, ook in haar verhouding tot de religie, tot de uto pie en tot de politiek. Wat de kerk be treft: „We hebben afgezien van de ver moeiende en nutteloze taak om „de kerk te vernieuwen" en zijn nu geïnteresseei inde herschepping van de wereld" (117). Ik kan niet het hele boek met u in vogelvlucht doornemen-, er is nog een be langrijk oerde deel. voorts een „coda" en een aanhangsel, om niet te spreken van de gebruikelijke wetenschappelijke aan tekeningen achter in het boek. Wat u onder het lezen van het voor gaande al hebt gedacht is juist: Cox kent Johan Huizinga's Homo ludens en trou wens ook werk van Fred L. Polak. Merk waardig genoeg noemt hij Erasmus' Lof der Zotheid in het geheel niet. terwijl dat tóch voor de hand schijnt te liggen. Na tuurlijk is dit geen „leemte Het Narren feest Is als wetenschappelijk werkstuk en ook styllsch een boek van hoog niveau. Maar ook de knapste theoloog en cul tuurfilosoof spreekt naar dat hij wijs is. d.w.z. naar de mate van zijn godsdiensti ge ervaring. Cox kent de levende Chris tus niet en dat manco Is beslissend. Zijn gehele opleiding en zijn gehele weten schappelijke apparaat heeft hij evenwel aan het christendom, de kerkgeschiedenis en de westerse cultuur te danken. Dit heeft tot gevolg dat hij over christendom en kerk alleen nog maar kan spreken in termen van cultuur. Hij ziet tussen kerk en wereld niet alleen geen tegenstelling maar ook geen grens. Natuurlijk heeft Cox oog voor de drei ging van zelfvernietiging, die over de we reld hangt, maar ten diepste is hij cultuur optimist. Wat hij schrijft mist het gespan nen. dramatische acoent van Polaks Prog -«natiën. Stelt Cox zich tegenover het traditione le christendom op als non-conformist, te genover de samenleving zoals die reilt en zeilt verhoudt hij zich conformistisch Waar hij veroordeelt (zoals de empirische kerk) klaagt hij evenwel niet aan. Hij is een receptenmaker, een smaakmaker (niet van CalvIJn uiteraard). In zijn theologisch en cultuurfilosofisch laboratorium analy seert en onderzoekt hij de verschillende ingrediënten. Verrukt komt hij in zijn jong ste boek aandragen met de geurige snuf- ie8 speelsheid en fantasie. Dit ontbrak nog aan zijn culturele taart. Polak is mi] liever dan Cox, vanwege -IF Ook Jeroen Bosch leverde een brok maatschappijkritiek, o.a. in zijn „Narren schip" Jolaks profetisch accent. Ik houd meer van de angstig-bewogen Europese Jood dan van de intercontinentaal gevormde. angel8aksische Amerikaan. Voor de op lossing, de op aarde nooit te bereiken oplossing van het kerkelijk vraagstuk hebben wij in rechtstreekse zin niets aan Cox.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17