Mens, durf te leven
Feest in
van de mens
OOK NA EEN HARTINFARCT
DEZE
WEEK
PLASTICS IN OPMARS
Revalidatiearts
W. J. Verkaden
bemoedigt
hartpatiënten
Kanttekening
VERVELING
4 J
ZATERDAG 8 AUGUSTUS T970
Patiënten die, na van een hartinfarct te zijn genezen,
het St. Antonius Ziekenhuis te Utrecht verlaten, krijgen
een afscheidsbrief mee, waarin dokter W. J. Verkaden,
hoofd van de afdeling revalidatie, afrekent met velerlei,
vaak ingewortelde, misverstanden, die een goede reva
lidatie in de weg staan. Deze brief, afgedrukt in Medisch
Contact, het officiële blad van de Kon. Ned. Maatschappij
tot bevordering der Geneeskunst, zal voor menigeen een
bijzonder bemoedigende uitwerking hebben, reden waar
om wij er de belangrijkste passages uit overnemen. In
de laatste jaren zijn namelijk in de medische wereld in
zichten gerijpt, die geheel afwijken van de oude opvat
ting, dat iemand die een hartinfarct heeft gehad, gedu
rende zijn verdere leven voorzichtig moet zijn, kalm aan
moet doen, niet meer kan werken, enz. Deze antieke'
opvattingen, zegt dokter Verkaden, „zijn gebaseerd op
angst, angst voor herhaling van een het leven bedreigen
de ziekte, angst voor de dood, angst voor het uitgescha
keld worden als lid van de maatschappij".
„Angst is een slechte raadgever, zeker voor de hart
patiënt, en leidt tot opvattingen die volkomen onverant
woord zijn. Bijvoorbeeld: wie na zijn hartaanval uit het
ziekenhuis ontslagen is, kan zijn werkkring wel afschrij
ven; wie thuis komt uit het ziekenhuis na een hartinfarct
moet worden ontzien, mag zich vooral niet inspannen of
opwinden, moet rust houden, wordt in de watten gelegd.
Wie aldus door zijn omgeving wordt vertroeteld, raakt
echter zijn gevoel van eigenwaarde volkomen kwijt, voelt
zich nietswaardig, ergert zich daar mateloos aan, wordt
een last voor zichzelf en zijn gezin."
NET OP TIJD om de verwachte
tnorme drukte door terugkeer
van het laatste grote legioen va-
kantievierders op te vangen, heb
ben de Spoorwegen hun slag om
Arnhem gewonnen. Na dagen
lange vertragingen en kunstgre
pen is het door brand vernielde
zenuwcentrum op het Arnhemse
station hersteld.
Kilometerslange files aan be
gin en eind van de week. over
volle stranden, ook veel ernstige
verkeersongelukken.
Het drama met de jonge Bra
ziliaanse diplomaat Vasconcelos
in Den Haag (de politie conclu
deert na een dag vol verwar-
rag tot zelfmoord) doet vragen
•gen van politieke, maar vooral
menselijke aard.
?tr linker- en ter rechterzijde
Wordt actie gevoerd tegen het
komende staatsbezoek van de
Indonesische president Soeharto;
vooral Zuidmolukkers gaan zich
weren.
Nederlandse militairen oefenen
weer in het Franse La Courtine.
maar dat terrein is zo onge
schikt voor een modern uitge
rust leger, dat men van wegge
gooid geld spreekt.
De Eerste Kamer aanvaardt
het minimumloon (senator Kloos
vraagt om een wettelijk maxi
mumloon). Schiedam krijgt een
CPN-wethouder en de confessio
nelen gaan er in de oppositie
De regering streeft naar meer
inspraak in het ruimtelijk beleid.
Tom Okker wint de open inter
nationale tenniskampioenschap
pen in Hilversum.
West-Duitsland en de Sowjet-
unie worden het na tien dagen
eens over een niet-aanvals- en
samenwerkingsverdrag, en dat
lijkt na de koude oorlog een hele
klimaatsverbetering. Nog niet zo
erg zonnig, maar toch op weg
naar een bestand is de situatie
in het Nabije Oosten, al voelt
Egypte nog niet voor de voorge
stelde manier van controleren en
sl willen Palestijnse organisaties
doorvechten. De rechtse Gachal-
partij treedt uit het Israëlische
kabinet. De Arabische top in Tri
poli komt niet op gang.
Soeharto: omstreden
Kritiek op president Nixon.
die voorbarig de verdachten in
het Sharon-Tateproces schuldig
noemt. Hij herroept schielijk.
pen hevige orkaan teistert
exas. ér woedt noodweer in
zuidwest-Frankrijk. Er zijn weer
onlusten in Belfast en London
derry. In Rome wordt een zes
ting geboren, maar de kinderen
hebben geen levensvatbaarheid.
In Uruguay worden twee diplo
maten ontvoerd, de regering
weigert voorlopig op de eisen
der guerrilla's in te gaan. Italië
heeft weer een regering, weer
centrum-links, onder aanvoering
van Colombo.
Benzine wordt weer duurder
(ditmaal ook de mengsmering
voor de bromfiets), de staat
leent tegen 7% en 8 procent.
De Shellgroep herstelt zich in
het tweede kwartaal, de Alge
mene Bank Nederland boekt het
•erste halfjaar een matige winst
Bayer biedt niet langer op ICM
Gerzon wordt overgenomen door
Schroder, en dat kan met an
dere zaken een nieuw groot con
cern worden.
„Het hart is een holle spier,
die het bloed door het lichaam
pompt, om voedingsstoffen en
zuurstof in al onze weefsels te
brengen. Het klopt ongeveer 70
maal per minuut, en de hoe
veelheid bloed, die het hart per
etmaal doorpompt is voldoende
om een tankwagen te vullen. En
dit gaat zo door, 365 dagen per
jaar, 80 jaar lang als wij het
mogen beleven. Het hart levert
dus een onvoorstelbare hoeveel
heid energie. Die energie wordt
voor de hartspier ook weer door
het hart zelf aangevoerd door
slagaderen, de zogenaamde
kransslagaderen, die de hart
spier van de nodige hoeveelheid
bloed voordien. Deze kfansslag-
aderen vertakken zich door de
gehele hartspier, opdat geen
stukje hartspierweefsel tekort
komt. Zo is de toestand in een
gezond hart".
„Raakt nu een van de takjes
van de kransslagaderen ver
stopt, dan ontvangt het daar
door gevoede deel van de hart
spier geen of te weinig bloed
meer; het wordt lam gelegd en
sterft af. Anders gezegd: er ont
staat een wond in de hartspier
Dit is een hartinfarct. Het
hangt ervan af. waar dit hartin
farct in de hartspier ontstaat,
en hoe groot dit hartinfarct is,
of de patiënt deze toestand
overleeft. Wie dit overleeft, en
dat is gelukkig het geval bij de
meeste gevallen waar een hart
infarct optreedt, krijgt de tijd
voor wondgenezing. Elke wond
geneest, en in dit opzicht is het
hartinfarct te vergelijken met
een snee in de vinger. Na een
bepaalde tijd is de genezing een
feit, of het nu een vinger of een
deel van de hartspier betreft".
„U komt straks thuis en zult
worden beschermd door uw
echtgenoot/echtgenote en ande
re huisgenoten, uw werkgever
en anderen die het goed met u
menen en u uw welverdiende
rust gunnen, of u die rust
met de beste bedoelingen
zullen aanpraten. U gaat in de
watten worden gelegd. Ook dit
is begrijpelijk. Ook dit is jam
mer".
„Uw hartinfarct is na onge
veer zes weken genezen. Het
ontstane litteken is sterk, en dat
moogt u vergeten. U staat na
genezing van het infarct dus op
gelijke voet met mensen die
geen infarct hebben gehad, ech
ter met een achterstand: u hebt
door het krijgen van een infarct
bewezen, dat ergens de bloed-
doorstroming van uw hartspier
te kort is geschoten. U moet,
evenals alle anderen die nog
geen infarct kregen, zorgen dat
u geen infarct (geen volgend in
farct) krijgt. U moet leven op
een wijze, die de oorzaken van
het ontstaan van een hartin
farct zoveel mogelijk uitsluit:
geen bewegingsarmoede (wel
dus lichaamsbeweging, lichame
lijke inspanning), niet vet en
niet te veel eten, niet roken; en
uw spanningen met verstand de
baas zien te worden."
„Er is nu in Nederland een
aantal teams met man en macht
aan het werk om de bovenge
schetste denkbeelden in prak
tijk te brengen. Wat tot nu toe
op de ex-hart-patiënt waar
schijnlijk het meest indruk
heeft gemaakt, is de training
die wordt gegeven aan hen die
dat nodig hebben om de condi
tie van de hartspier op te voe
ren onder leiding van enkele
fysiotherapeuten, die precies
uitgerekende en gecontroleerde
hoeveelheden energie laten
presteren op de zogenaamde
fiets-ergometers, en gymnasti
sche oefeningen leiden gedu
rende bepaalde perioden."
„Het opvallende is, dat diege
nen, die na hun infarct deze
programma's afwerken, daarbij
prestaties leveren die zij in ja
ren niet gepresteerd hebben
(dat wil zeggen: lichamelijk) en
waar menig behandelende arts
geen kans toe zou zien. Het vol
gende opvallende is, dat de
mensen die trainen en daarbij
zoals gezegd dikwijls goe
de resultaten leveren, thuis
niets mogen doen, behalve zit
ten, hun krant lezen; op hun
wenken worden bediend en zich
vervelen. Zij mogen nog geen
spijker in de muur slaan zonder
dat het gezin in paniek raakt.
Dit zijn feiten, die ons herhaal
delijk uit de praktijk gebleken
zijn. Onnodig te zeggen, dat
iemand, die bij de training goe
de prestaties levert, zich thuis
niet aan een volledig nietsdoen
mag overgeven."
„Bestrijd de bewegingsarmoe
de. Neem uw hobbies weer op:
werk in uw tuin, knutsel, foto
grafeer, wandel, fiets als het
goed weer is, en als u bouwvak-
kundige neigingen hebt: schil
der, behang en timmer in uw
huis; laat u niet in ledigheid
vertroetelen. Schaf het roken af.
Houd u aan uw dieet, vermijdt
vette spijzen. Probeer zo spoe
dig mogelijk weer aan het werk
te gaan, hetzij in uw huishou
den, hetzij in uw baan, des
noods voor halve dagen als dat
mogelijk is."
Op de vraag of geslachtsver
keer is toegestaan, luidt het
antwoord
„Ja, maak op dit punt van uw
huwelijk geen kunstmatige, en
tot spanningen aanleiding ge
vende, aangelegenheid."
Veel patiënten vragen zich af
of zij wel te ver zijn gegaan
wanneer zij last krijgen van be
nauwdheid of moeheid. Hiero
ver zegt de arts:
„Pijn in de hartstreek, de zo
genaamde angina pectoris, is
een bewijs, dat de hartspier
bloed tekort komt, of anders ge
zegd, dat de hartspier om bloed
vraagt, dit laatste is op zichzelf
gunstig. Het vermijden van een
hartinfarct is het beste gediend
met een goede bloeddoorstro-
ming van de hartspier.
Komt u en dat blijkt uit
die pijn bloed tekort, dan
kunt u dat aanvullen door het
bekende tabletje onder de tong
laten smelten. Dit heeft de
prettige eigenschap, dat het de
bloedvaten van het hart ver
wijdt en zo voor een betere
bloedtoevoer zorgt.
Een vraag daarbij is weer:
hoeveel tabletjes mag ik per
dag gebruiken? Moet ik mij niet
beperken tot 2 of 3 tabletten
per dag? Neen. U kunt beter
vijf tabletten te veel gebruiken
dan een te weinig. Desnoods ge
bruikt u er tien per dag. De
tabletten zijn onschadelijk en
zij leiden niet tot verslaving.
Nog een opmerking hierbij:
zorg. dat u deze tabletten altijd
en overal bij u hebt, opdat u
niet misgrijpt als het zover is.
Een dame met drie handtasjes,
heeft dus drie buisjes met ta
bletten, in elk handtasje een."
„Wat de andere moeilijkheden
betreft: benauwdheid, sterke
vermoeidheid, en de niet ge
noemde afwijking: onregelmati
ge polsslag en hartkloppingen
consulteer daarvoor uw arts.
Raak niet in paniek. Daar is
geen reden voor. want de arts is
geheel op de hoogte van de toe
stand van uw hart, en maakt
met u afspraken voor controle
voor zover hij dat nodig oor
deelt. Maakt u zich ongerust,
dat kunt u een tussentijdse af
spraak maken. Vergeet niet
vooraf uw huisarts te consulte
ren."
Het bewerkelijke schoenpoet
sen met smeer behoeft binnen
kort niet meer nodig te zijn:
een wollen doek of water en
zeep zijn toereikend voor het
noodzakelijke onderhoud van
synthetisch leer, bestaande uit
zeer dunne lagen polyurethaan
en polyester vezels, dat echt leer
kan gaan verdringen. Vanuit
Denemarken is zelfs al een
plastic klomp op de markt ge
bracht waarvan Amerikaanse
deskundigen veel succes ver
wachten.
De afgelopen vijf en twintig
jaar hebben de toepassingsmo
gelijkheden van plastic een fe
nomenale vlucht genomen. In
vrijwel alle sectoren van het le
ven. industrie, huishouden en
wetenschap, worden plastics ge
bruikt. Dit wordt zeer goed
weerspiegeld in de groei van de
wereldproductie van plastics In
de periode 19451965, die 1495
pet. bedroeg. In 1968 werd bijna
22 miljoen ton over de gehele
wereld geproduceerd.
Even belangrijk is het onder
wijs in de chemie en technolo
gie der plastics voor hen die in
deze richting een baan zoeken
of één hebben. In de Prisma-
compendia reeks is de derde,
herziene, druk verschenen van
een boek over plastics dat. vol
gens de ondertitel hoofdlijnen
omvat van de huidige kennis en
toepassing; van de synthetische
macromoleculaire materialen
(plastics, rubbers en syntheti
sche vezels).
De chemische en fysische
achtergronden worden ivelis-
waar belicht op een niveau dat
middelbare scholing vooroudet -
stelt, (met goede cijfers), maai
desondanks kan het boekje
dienst doen als hulpmiddel bij
de verschillende vormen van
voortgezet onderwijs die in het
bijzonder aandacht besteden
aan de chemie en technologie
der plastics.
Het boekje geeft een uitge
breid overzicht van de vele
plasticsoorten en hun eigen
schappen. Daarnaast wordt aan
dacht besteed aan de verschil
lende vormgevingstechnieken
die er bestaan om tot het uit
eindelijk product te komen. De
ze hoofdstukken zullen met na
me interessant zijn voor hen die
in „plastics" gadn werken oj
reeds een baan hebben en bij
willen blijven.
Voor een algemener publiek
zijn de hoofdstukken over de
toepassingsgebieden en de com
mercieel-economische aspecten
belangrijker. De schrijvers ge
ven vele interessante details
over het gebruik en de omvang
In het Revalidatiecentrum be
merken deze „gymnasten" tot
eigen verbazing dat zij na hun nart-
infarct nog heel wat mans zijn.
daarvan t en opzichte van de
conventionele materialen.
De plasticproductie zal zich
onverminderd voortzetten. Men
schat dat deze productie in 1980
gestegen zal zijn tot 73 miljoen
ton. Een wat meer speculatieve
schatting, opgemaakt in 1966
stelt voor het jaar 2000 met een
ivereldbevolking van 7 miljard
de plasticconsumptie op 1.7 mil
jard ton.
Het is jammer dat de schrijd
vers niet ingaan op de vraag,
hoe deze hoeveelheid na ge
bruik te vernietigen. Het heeft
er alle schijn van dat de plas
ticfabrikanten er voortdurend
beter in slagen hun producten
zo te maken dat zij tegen alles
bestand zijn. zelfs tegen hun
eigen vernietiging Dat is een
verwaarloosd aspect van de
technologie der plastics in hei
algemeen; een probleem dal
dringend oplossing behoeft.
PAUl VAN LANGSTRAAT
Plastics, hoofdlijnen van de
huidige kennis en toepassing van
de synthetische macromoleculaire
materialen, door dr. A. E. Schouten
dr. Ir. A. K van der Vegt Ultg.
Het Spectrum, Utrecht Prisma-com
pendium. No. 36.
F)IT wordt een „vervelend" stukje, in elk
geval ook daarom omdat het wil gaan
over „de verveling". Ik ben op het onderwerp
gekomen eigenlek na lezing in een bekend
Amerikaans weekblad over de figuur van de
„vervelcr". Want men vergisse zich niet, be
halve de „vergeler" is er ook de „verveier".
Maar beiden komen hierin overeen dat men
het blijkbaar gelijkelijk op hen behoort te
hebben voorzien.
Met het verschijnsel van de verveling is het
wat vreemd gesteld. Er is een vervelen en
een zich-vervelen. Voor de „doordenkertjes"
onder ons is er wel enig verband te con
strueren. Wie zich verveelt, gaat op verstrooi
ing uit. Bijvoorbeeld door van anderen te ver
langen dat ze hem zullen bezighouden. Oók
door maar veel in de publiciteit te komen.
Maar en dat is het wonderlijke kómen
ze eenmaal veel in de publiciteit, dan worden
ze eerst recht „vervelend".
Een cirkelredenering dus. en als zodanig wel
licht een zoveelste aanwijzing, hoe we ook
in ons leven in allerlei kringetjes plegen
rond te draaien.
OEI' is misschien vervelend om over dat
verschijnsel van de „verveling" enkele
vervelende opmerkingen te maken. Het hangt
alles natuurlijk samen met de moeite die
we hebben, als individuele mens, maar ook
als mensheid, als mensdom, om aan ons be
staan de juiste zin, en dus ook de juiste pro-
portionering, te geven.
Wat zeggen we van iemand die ons verveelt?
Hij of zij is ons „teveel" geworden. Hij of
zij boeit ons niet langer. En geboeid willen
we worden. Anders uitgedrukt: in vrijheid
willen we ons de boeien laten aanleggen.
Wie daartoe niet, of niet langer, in staat
blijkt, welnu die verveelt ons.
Soms maakt dat gevoel zich terecht van ons
meester. Met name wanneer we ontdekken
dat iemand toch niet langer in staat is om
ons verlangen naar geboeid-worden te be
vredigen. Dan zit er in verveling dus het
element van de correctie, desnoods van de
zelfcorrectie. We zeggen dan. dat we ons in
die „iemand" hebben vergist en dat die
„iemand" ons voortaan verveelt.
Dat laatste behoeft lang niet altijd de schuld
van de slachtoffers te zijn; misschien hebben
we ze zelf destijds tegen hun zin naar voren
gehaald, ja op een voetstuk gezet. Daar zit
altijd een gevaar in, ook omdat voor onze
tijd geldt dat aan hem of haar die publici
teit heeft nog méér publiciteit gegeven zal
Worden. Totdat het oordeel van de verveling
zich aan hen voltrekt.
AP dat proces werkt uiteraard óók In, dat
de mens-van-vandaag een verwende mens
is. Er staan hem veel informatie en ook veel
afleiding ter beschikking.
Zijn kritisch vermogen heeft zich, althans
in de breedte, sterk ontwikkeld. Soms lijkt
alsof hij gebiedt, en het staat er: dat beeld
op de TV, die melodie op de radio, dat ar
tikel in de krant, die plaat op de grammo
foon.
Het geraak dient hem, en gemakkelijk ia het
ook wel geworden. Resultaat: snel wisselende
sympathieën, elk tiental jaren zijn eigen
dichtere en schrijvers we praten al over
de „vijftigers" als over de „tachtigers"
elk seizoen zijn eigen muziekstijl en straks
nog alleen maar aan-de-geeuwen-trouw.
In zulk een staat van 'geblaseerdheid heeft
de verveeldheid haar kansen. Kortom, een
samenleving waarin het oprichten èn het weg
werpen elkaar snel opvolgen. Van heel wat
publiciteit geldt dan ook het „zo gewonnen
zo geronnen".
TN dit alles proef ik toch veel onvermogen
om met het leven en bestaan „in het reine
te komen", wat zeggen wil: om zin en har
monie tot hun recht te laten komen. Want
heel veel verveling wyst op leegte, op te
leurgestelde verwachting, op het katterige
gevoel dat Iemand „achteraf zo vaak te
pakken heeft.
We vervelen ons omdat en nadat we
anderen de mogelijkheden hebben geboden
om ons te vervelen. Het is ook hier alles
weer een kwestie van het-leven-aankunnen,
in het kleine zowel als in het grote.
Wie niet langer geboeid raakt, raakt ver
veeld. Maar de verveling is een andere vorm
van gevangenschap. Daarom blijft het nodig
dat we ernst maken met onze vrijheid, dat
grote geschenk aan de mens. Ernst maken
om met de vrijheid op zoek te gaan door
de schepping, door de gebeurtenissen en ge
beurlijkheden, en In dit alles ook doende
zynde, zinzoekend en zingevend.
Dat betekent heus niet. dat we elk uur
ijverige zwoegers en ploegers behoren te
wezen. Er mag best wat worden „omge-
kloold". en niet alleen in de vakanties; ook
düt behoort bij de proportionering.
Intussen echter moet het verschijnsel van
de „verveling" ons toch wel tot enig na
denken stemmen; hoe vervelend dat op zich
zelf misschien ook mag zijn.
DIEMER
Harvey Cox wij zijn stad-van-de-
mens (de verstedelijkte menselijke
samenleving) een beetje opvrolijken.
Hij is nu gekomen met een boek
Het Narrenfeest, een theologisch
essay over feestelijkheid en fantasie
(Amboboeken Bilthoven, 221 blz.,
f 9.75). De betekenis van de fan
tasie is in Amerikaanse industriële
kringen al sinds enige jaren her
ontdekt. Cox wil dit nader uitwer
ken en tevens een pleidooi houden
voor feestelijkheid als onmisbaar
bestanddeel in de samenleving.
Ook nu gaat hij uit van waarneembare
verschijnselen in de Amerikaanse maat
schappij. zoals b v. de bloemenkinderen,
de hippies. De titel van zijn boek ontleent
hij aan het middeleeuwse Narrenfeest,
waarbij de draak werd gestoken met
waardigheidsbekleders en plechtige ge
bruiken, tot de mis toe. In de zestiende
eeuw raakte dit feest in onbruik; mis
schien is het huidige carnaval er nog een
overblijfsel van.
Cox waardeert deze speelse oneerbie
digheid (bl. 13) positief. „Feestelijkheid
heeft, evenals spel. contemplatie en
vrijen, een doel in zich... Daarom sidde
ren tirannen voor narren en weren dicta
tors politieke cabaretten....(Het Narren
feest bezit dus impliciet een radicale di
mensie Het koningschap bij de gratie
Gods. de pauselijke onfeilbaarheid en de
moderne totalitaire staat, kwamen tot
bloei na het verdwijnen ervan." (14)
De westerse industriële samenleving
heeft de hele wereld gewonnen, maar
haar ziel verloren We leven nog steeds
in een cultuur waarin fantasie gedoogd,
maar niet aangemoedigd wordt, tn toch
is de mens van nature homo festivus en
homo fantasia. Luther en Marx legden de
nadruk op de mens als werker. Thomas
van Aquino en Descartes op de mens als
denker
Vandaag schijnt er iets mis te zijn. De
hoogontwikkelde, westerse, christelijke
cultuur is wat fantasie en feestvieren be
treft Jammerlijk onderontwikkeld. Straat
feesten, die eens even snel u'*stierven
als de ooievaar, komen spontaan terug
Volgens Cox en de zijnen Is het mede
daarom belangrijker te praten over de
status en de betekenis van de mens dan
over het bestaan van de godheid.
Cox bedoelt geen frivoliteit, maar hij
wil de overwerkte Amerikaanse samenle
ving genezen. „Terwijl we ons van de ene
naar de andere afspraak haasten, merken
we aan onze zenuwcellen dat er Iets ern
stig mis is" (43). Daarbij is het verleden
in discrediet geraakt.
De moderne geest wil de historie opof-
feren in naam van de toekomst. Cox
noemt hier speciaal de Franse dichter en
toneelschrijver Antonin Artaud
(1896-1948). de surrealist, en de Ameri
kaanse componist John Cage.
Cage en Artaud verwerpen het verle
den nadrukkelijk. Ook in de kringen van
de moderne jeugd wordt de nadruk ge
legd op het „nu", maar dit kan zegi
Cox tot pre8entieme lelden, waarbij de
belangstelling volkomen wordt opgeslorpt
doot het hiei en nu.
..Artaud illustreert de nadrukkelijke an
ti-ideologische en vi8ioniare Instelling van
sommige radicale studenten... Cage, van
zijn kant. symboliseert het mystieke, dlo-
nysische. op de ervaring gerichte deel
van de jongere generatie" (55).
Nu is feestelijkheid de manier waarop
we de historie afkoelen zonder haar te
ontlopen. „Vandaar de verstandige ge
woonte om op party's zakelijke gesprek
ken te verbieden" (61). Tijdens de viering
houden we op te doen om eenvoudigweg
te zijn.
Zo komt Cox op de dans. „De christe
nen dansten heel wat af in de vroege
dagen van de kerk" (65). In de vierde
eeuw kwam hier verzet tegen De licha
melijkheid was in discrediet geraakt. Van
daag zegt Cox beginnen christenen
te leren dat ze niet moeten huiveren voor
feestelijke overdaad, doch deze moeten
verwelkomen. „Nog belangrijker echter is
de wedergeboorte van de feestelijkheid in
de cultuur als geheel" (71)
Op gelijksoortige wijze werkt Cox zijn
gedachten uit over de fantasie, ook in
haar verhouding tot de religie, tot de uto
pie en tot de politiek. Wat de kerk be
treft: „We hebben afgezien van de ver
moeiende en nutteloze taak om „de kerk
te vernieuwen" en zijn nu geïnteresseei
inde herschepping van de wereld" (117).
Ik kan niet het hele boek met u in
vogelvlucht doornemen-, er is nog een be
langrijk oerde deel. voorts een „coda" en
een aanhangsel, om niet te spreken van
de gebruikelijke wetenschappelijke aan
tekeningen achter in het boek.
Wat u onder het lezen van het voor
gaande al hebt gedacht is juist: Cox kent
Johan Huizinga's Homo ludens en trou
wens ook werk van Fred L. Polak. Merk
waardig genoeg noemt hij Erasmus' Lof
der Zotheid in het geheel niet. terwijl dat
tóch voor de hand schijnt te liggen. Na
tuurlijk is dit geen „leemte Het Narren
feest Is als wetenschappelijk werkstuk en
ook styllsch een boek van hoog niveau.
Maar ook de knapste theoloog en cul
tuurfilosoof spreekt naar dat hij wijs is.
d.w.z. naar de mate van zijn godsdiensti
ge ervaring. Cox kent de levende Chris
tus niet en dat manco Is beslissend. Zijn
gehele opleiding en zijn gehele weten
schappelijke apparaat heeft hij evenwel
aan het christendom, de kerkgeschiedenis
en de westerse cultuur te danken. Dit
heeft tot gevolg dat hij over christendom
en kerk alleen nog maar kan spreken in
termen van cultuur. Hij ziet tussen kerk
en wereld niet alleen geen tegenstelling
maar ook geen grens.
Natuurlijk heeft Cox oog voor de drei
ging van zelfvernietiging, die over de we
reld hangt, maar ten diepste is hij cultuur
optimist. Wat hij schrijft mist het gespan
nen. dramatische acoent van Polaks Prog
-«natiën.
Stelt Cox zich tegenover het traditione
le christendom op als non-conformist, te
genover de samenleving zoals die reilt en
zeilt verhoudt hij zich conformistisch
Waar hij veroordeelt (zoals de empirische
kerk) klaagt hij evenwel niet aan. Hij is
een receptenmaker, een smaakmaker (niet
van CalvIJn uiteraard). In zijn theologisch
en cultuurfilosofisch laboratorium analy
seert en onderzoekt hij de verschillende
ingrediënten. Verrukt komt hij in zijn jong
ste boek aandragen met de geurige snuf-
ie8 speelsheid en fantasie. Dit ontbrak
nog aan zijn culturele taart.
Polak is mi] liever dan Cox, vanwege
-IF Ook Jeroen Bosch leverde een brok
maatschappijkritiek, o.a. in zijn „Narren
schip"
Jolaks profetisch accent. Ik houd meer
van de angstig-bewogen Europese Jood
dan van de intercontinentaal gevormde.
angel8aksische Amerikaan. Voor de op
lossing, de op aarde nooit te bereiken
oplossing van het kerkelijk vraagstuk
hebben wij in rechtstreekse zin niets aan
Cox.