Camera kan vrouw niet vervangen CHRISTENDOM CONTRA MARXISME? LUIZENJOURNAAL „Wij zijn nog altijd de huppelmeisjes!" DEZE WEEK Kanttekening DEZE WERELD ONZE WERELD «fc; ZATERDAG 27 JUNI 1970 HET Wereldvoedselcongres in Den Haag heeft ons in elk geval wel weer de problematiek met betrekking tot de ontwikkelingshulp onder de aandacht ge bracht. En niet voor het eerst denkt men fian: wat leven we met elkaar toch in een gecom pliceerde wereld, en wat is het vaak moeilijk iets effectiefs tot stand te brengen. Een voorname stimulans tot de verlening van bijstand aan die volken die in ontwikkeling achterop zijn gekomen ligt in de tegenwoor dig ons allen aansprekende bewustwording, dat deze wereld onze wereld is. Dat wil zeggen: deze wereld niet iets waar men koel en kil tegenover kan staan, maar onze wereld. Dus met onze betrokkenheid, met onze verantwoordelijkheid ook. En dan ga je de dingen allicht anders en juister zien. Onze wereld wil dan zeggen: een wereld waaraan je niet meer ontkomt, die je niet langer een vrijblijvende positiekeuze toe laat. Het is zonder meer hartverwarmend, ook voor ouderen, hoe de jongeren dit beseffen. Zózeer beseffen, dat ze het met klem op de gewetens binden van de politici, van de regeringen, ja van ons allen, wie we ook zijn. VOOR de jongeren van onze tyd is leven intens leven, is leven in duidelijke con frontatie met de vragen. Er is bij hen weinig te bespeuren van berusting in aange troffen situaties, weinig ook van dulden en gedogen. De jongeren weten veel.. Ze beschikken over heel wat meer informatie dan wij destijds. En ze weigeren in te zien waarom toestanden die verwerpelijk zijn aanvaard zouden moeten worden. Ze dragen ook niet zelden nieuwe elementen In het denken In. Ze komen met „alternatie ven" die op zijn minst prikkelen tot naden ken en bezinnen. Want een alternatief be tekent de noodzaak van een keuze, en een keuze is altijd een daad. Ze hebben ook geen zin om impasses van on vermijdelijkheid te accepteren. Liever willen ze de beweerde onvermijdelijkheid van een impasse tot in de grond onderzoeken, in de aanstekelijke overtuiging dat er wel ergens een oplossing moet zijn, al kost die het een en ander. En dit laatste dan zowel letterlijk als figuur lijk. Want bij veel van deze jongeren wint het idealisme het gemakkelijk van de materie. GEEN wonder dat die van de ontwikke lingslanden een van de problematieken is die hen bezighoudt. Daarbij maken ze het de ouderen niet gemakkelijk, en dat hoeft ook niet. Het vraagstuk is er ook niet naar, en er mag hier best wat „hinderlijk worden gevolgd". Die problematiek van de ontwikkelingslanden is er, ondanks wat er al aan wordt gedaan. Dat er moet worden geholpen, is duidelijker dan het hóe. De situatie is ook moeilyk. Zen den alleen van voedsel is uiteraard geen op lossing. De ontwikkeling zelf moet in die landen worden aangezwengeld. De mogelijk heden zelf moeten ginds van de grond komen. En in dit verband hebben de jongeren dan de vraag opgeworpen, of het alles niet vaak vastzit op de „structuren" in die verre landen, en of met name niet in allerlei feodale be stuursvormen ginds niet een wezenlijke ver lamming van de mogelijkheden moet worden gezien. De vraag is al gesteld: zijn bepaalde volken niet méér gebaat met hulpverlening-tegen- die-structuren dan met een hulpverlening waarvan met behoud van bestaande situaties weinig effectiefs te verwachten valt. Dat zijn nogal vraagstellingen, dunkt me, die de wedervraag doen rijzen of met die andere voorgestelde „benadering" de oplossing wel gegarandeerd is. Zou het resultaat niet wor den, dat deuren dichtvallen die nu tenminste nog openstaan? HET ongeduld van de jongeren is begry- pelijk. Waarom valt de ene problema tiek wèl op te lossen en de andere niet? Waarom slaagt er wel een landing op de maan en strandt men op deze aarde? Waarom komen we er niet uit, dat de rijke volken nog rijker worden en de arme volken in verhouding nog armer? En dat alles op die ene wereld die we als onze wereld zijn gaan ervaren. Onze aarde waarop we leven met de opdracht een scheppingsopdracht ook om voor elkaar het leven, dat kostbare bezit van ons allen en van ieder onzer, niet zuur doch integendeel leefbaar te maken. Die wereld van ons mensen, zo vinden die jongeren, moet niet alleen maar letterlijk blijven draaien, ze behoort beter te gaan „functioneren". Het Wereldvoedselcongres in Den Haag dan heeft zich ook de afgelopen dagen bezonnen op wat men kan noemen de strategie voor de komende tijd. De jongeren hebben zich daar bij geroerd. Niet alles wat ze voorstelden was bruikbaar. Hun oplossingen zullen vele ouderen wat te gemakkelijk in de oren hebben geklonken, en daar zullen die ouderen dan gelijk in hebben. Die zien de problematiek trouwens óók wel. En er wórdt ook al veel aan gedaan. Behoort het ook niet zo te zijn op deze zelfde aarde waarop eens de Heer zelf neerdaalde? Hij deed dat óók om honger te (doen) stillen en om naar voren te halen wie achterop waren geraakt en vergeten. Want ook zij hoorden, en horen, er bij. DIEMER - door dr. C. Rijnsdorp Deze titel doet een beetje ge zocht aan. De luizen zijn er wel voortdurend, op die tocht van de Mormonen naar het westen nadat hun stad Nauvoo in de as was ge legd en velen van hen waren ver moord (1845), maar ze maken de dienst niet uit Er zijn immers ook vlooien en andere insecten, allerlei vies ongedierte. Ook het woord „journaal" klopt niet. Het gaat in deze eerste roman van de bekende schrijfster Inez van Dullemen (geb. 1925) meer om de jaargetijden en de weersgesteldheid dan om de preciese opeenvolging der dagen. Slechts éénmaal wordt voluit een datum genoemd, wanneer Michael, lid van de kopgroep, in een witte buffelschedel de woorden grift: „Alles goed, 23 april 1846." De lezer vergeve mij dit ietwat impressionistische begin. Het is een gevolg van de manier waarop dit boek (uitg. Querido, Amster dam, 109 blz., ƒ9,50) geschreven is. Inez van Dullemen kent Amerika goed. Haar Reisbrieven uit Amerika van 1967 heb ik indertijd in ons Zondagsblad waarderend bespro ken. Zij heeft zich uiteraard ook in de geschiedenis van Amerika ver diept en zo moet ook dat merk waardige verschijnsel van de Mor- monensecte en de heldhaftige pel grimage naar Salt Lake City indruk op haar hebben gemaakt. Ik stel me voor dat zij die periode van lijden en strijd gretig heeft be studeerd. Wat haar het meest moet hebben geboeid, is niet zozeer de theologische en sociologische kant, waaraan een mannelijk auteur moei lijk zou kunnen voorbijgaan, maar het persoonlijke aspect, de positie van de vrouw in dit polygame milieu, de vermenging van idealis me en vleselijke lust, de patriar chale verhoudingen, de overmach tige natuurkrachten buiten en in de mens, de onverbiddelijke gang der seizoenen. Met „impressionistisch" bedoel ik niet de kunstrichting van die naam die als zodanig tot de ge schiedenis behoort, maar een werk wijze die minder verhalend is dan bespiegelend en schilderend. Er is geen duidelijke ontwikkelingsgang in de gebeurtenissen, evenmin als een groepering in hoofd- en bij figuren. Eigenlijk zijn de mensen allemaal In zekere zin bijfiguren, figuren bij en in het algemene gebeuren. En dat algemene gebeuren laat zich niet losmaken van de omstandig heden, van overvloed of honger, zomer of winter, geborgenheid of gevaar, van de ruimte van het landschap of de beslotenheid van de tent. Misschien heeft de schrijf ster ook wel gedacht aan een jour naal over mensen als luizen, zo gemakkelijk te doden maar die ais soort alles overleven. Een kleine twintig mensen wor den ten tonele gevoerd; ook een hond en een os schrijven mee aan het boek. Alles en iedereen spreekt de taal van de schrijfster, de taal van een 20e-eeuwse intellectueel, gevoed met de literatuur van een vorige generatie. Er is op dit proza gewerkt, dat kan niet anders; de schrijfster heeft zichzelf eisen gesteld en gestreefd naar concentratie op wat voor haar het wezenlijke was: het animale in de mens als deel van de natuur. De religie des vleses met de offi ciële sanctie van een pseudo- openbaring (als aanvulling bij het boek van Mormon, dat het hebben van meer vrouwen duidelijk ver biedt) geeft een schrijver gelegen heid de sexualiteit anders en die per te behandelen dan zoals die voorkomt in onze westerse, ato mistische consumptiemaatschappij. In de nieuwe wereld van het nog half ontdekte Amerika, met zijn oerlandschappen, bereden Indianen, buffelkudden, enorme ruimten, wordt de uit Europa meegebrachte cultuur en technische vaardigheid teruggebracht tot een minimum. Het oudtestamentische patriarchale le ven bepaalt, evenals bij de calvi- Een beeld van de grote trek naar Salt Lake City. nistische Immigranten, de samen leving voor een groot deel. Anders dan bij de calvinisten is er bij de Mormonen een priesterlijke rege ring: het priesterschap van Aaron en het hogere priesterschap van Melchizedek. Het is een regering van profeten en ouderlingen. De vrouw wordt daar letterlijk zalig door kinderen te baren. Dit aspect: de man die vele vrouwen bevrucht, de lichamelijke potentie, het mysterie van paring en geboorte bij dier en mens en de reactie van de vrouw daarop, al of niet berustend in haar onder geschikte en afhankelijke positie, dèt is het wat de schrijfster vooral heeft gefascineerd. Daarom komt dit dichterlijke proza meer In de buurt van de poëzie dan dat het pure verhaalkunst zou kunnen wor den genoemd. Om enigszins een idee te geven van het geheel, besluit ik mijn korte bespreking met een citaat, geno men van blz. 66. „Kijk maar wat de lente doet aan zelfs de oudste mensen. Ze komen uit hun holen te voorschijn met hun verkleurde ogen knipperend tegen het licht, hun gelaatstrekken stijf als afgietsels in leem, gebogen schuifelend: poppen waaruit de zemelen bijna geheel zijn weggelo pen, grauw in het schrille voor jaarslicht: alsof de dood ze al heeft aangeraakt met vingers van as. De hoop keert terug. Onze God heeft zijn donkere gezichtshelft van ons afgewend en toont ons alleen de lichte beminnelijke. Want ook God wentelt als een planeet en is nu eens zwart en dan licht" Deze manier van schrijven sluit aan bij een oudere traditie dan die vandaag modem heet Het zou dwaasheid zijn het daarom af te wijzen. Dat neemt overigens niet weg dat men wel de grenzen ziet die aan dit talent zijn gesteld. Ten zij nieuw werk dit bij wijze van verrassing zou logenstraffen. Die mogelijkheid moet altijd worden opengelaten. Madeleine von dem Borne door Cora de Vos Het is een uitvinding van de Zwitserse componist-musicus en pedagoog Emile Jaques Dalcroze, (1865-1950), die in de vorige eeuw ontdekte dat hem, als musicus iets ontbrak. Technisch leek de muziek perfect, maar het menselijke, het gevoelsmatige element was er niet. Dalcroze liet de mensen toen be wegen op de muziek en ondervond aanvankelijk de spot en afkeuring, die het nieuwe nu eenmaal altijd schijnen te moeten vergezellen. Hij zette door en ontdekte dat mensen, die de muziek lichamelijk hadden ondervonden deze later beter gevoelsmatiger konden reprodu ceren. Zo ontstond de Dalcroze ritmiek, tor Jeanne de Vlieger De bejaardenverzorgster, de kleuterleidster, de jonge moeder, allen bben de verzuchting wel eens geslaakt: je moest ogen van voren en Nun achteren hebben Wel, de techniek staat voor niets: een gesloten lni-tv circuit is nu voor een redelijke prijs in de handel. We kunnen ee of meer dingen desgewenst in de gaten houden. De monitor kan de byfoon vervangen. Een avondje uit, de camera in de kinderslaapkamer i de beeldbuis bij de buren. Bij onraad zijn ze zo ter plaatse. Het lijkt gemaal even mooi. Is dat ook zo? lCl Toegegeven: er is kijken en kij- Een electrische surveillance laadperrons, verkoopruimten, ;eerswegeci, boerderijen, een lakhond" bij de huisdeur, kan :ekende diensten bewijzen. Deze i-televisie-set kan ook door de icteur van een zaak gebruikt den om zijn personeel te be- uitieden. „Dan zou ik onmiddellijk ontslag nemen" zij een chef ipt. Hier komt het vertrouwen i. I it p aak ,ceitek li-te net geding. 9e firma die de mini tv op de zeÖerlandse markt bracht, somde [a J andere mogelijkheden voor ge- iik: ziekenhuizen, bejaardenka- rs, crèches. Wij hebben bij des- vcjdigen nagevraagd hoe zij zou- na| reageren op zo'n monitor in s. De directrice van een kleuter- eek vraagt zich af: „Waar blijft band tussen verzorgster en mt" Ik houd niet van bespieders, is on-open. Zo'n camera vind een streek. Het kan in sommige fallen nodig zijn, maar over het Pfemeen houd ik er niet van. Het 92 me Oost-Europees, een ont- ™rding van de menselijke ver- Wdingen." Terecht zal iedere jonge moeder ervaren, dat een peuter en kleuter de lijfelijke aanwezigheid van moe der wil voelen. Als ze uit het ge zichtsveld verdwijnt is dat soms reden tot grote ongerustheid bij het jonge kind. Een camera kan het spelende kind nooit als die aan dacht ervaren. De directrice van het bejaarden tehuis De Koningshof te Rotterdam is niet tegen techniek bij de ver zorging. „Wij hebben draadloze telefonie door het hele huls lopen. Voor ons is zo'n gesloten t.v. cir cuit niet erg nodig. De lijfelijke aanwezigheid, zowel verzorgend als verplegend, blijft ook hier on vervangbaar. Ik geef u het voor beeld van de stervende mens. Wan neer ik naast het bed zit en de hand vasthoud, dan betekent dat elkaar geborgenheid geven. Dat kan geen enkel systeem vervan gen." De directrice van een verpleeg tehuis gaf als commentaar: „Voor een couveuseafdeling is zo'n mo nitor met camera natuurlijk schit terend. Het geeft wel informatie, maar geen communicatie. Verpleeg- technisch is misschien toezicht via de beeldbuis mogelijk op fysische het beter laten begrijpen van de muziek door het zelf bewenen, het zelf doen. „Ritmiek is doodgewoon opvoeden In muziek", zegt Made leine, moeder van de zoons Jur- riaan, Martijn en Ewout. „Het is verschrikkelijk belangrijk." Toch zijn musici in het algemeen vaak antiritmiek. „Ze vinden het ergens belachelijk en kunnen het niet he lemaal volgen", zegt Madeleine. „Wij zijn nog altijd de huppelmeis jes". Die „huppelmeisjes" kunnen na hun 5-jarige opleiding ritmiek aan het Rotterdams Conservatorium ve le kanten op. Nadat Madeleine als eerste de hoofdmuziekacte A (hoofdvak ritmiek) ontving, gaf zij twee jaar ritmlekles aan de ballet opleiding van Scapino. Vervolgens doceerde zij aan de IVKO-school in Rotterdam en aan de Muziek school in Dordrecht. Tegelijkertijd gaf zij Ie3 aan de leerlingen van het Koninklijk Conservatorium voor Muziek in Den Haag. wat zij nog steeds doet. Madeleine is dus de artistieke kant opgegaan, 'collega's van haar kozen de sociale kant door het ge ven van ritmieklessen aan blinden, spastici of geestelijk gehandicap ten, „Het fijne van ritmiek is dat het je persoonlijkheid ontwikkelt, maar deze niet aantast", zegt Ma deleine. „Je wordt niet gedwongen, je blijft er jezelf bij." Het liefste werkt zij met volwas senen, het „afdalen tot het kind" vindt zij moeilijker, „al reageert een kind verschrikkelijk leuk, een volwassene zit met de beroemde complexen en remmingen, wat voor mij interessanter Is" Vrijdagavond 19 juni liet Made leine von dem Borne in de zaal van het Haags conservatorium zien wat ritmiek, of liever, haar vorm van ritmiek, allemaal kan zijn. In januari zag zij een televisie-uitzen ding uit de serie „Jonge mensen op weg naar het concertpodium" van Willem Duys. Examenkandidaten van het Rot terdams Conservatorium lieten een moeilijke esquisse (schets de term choreografie is in de ritmiek t8boe) zien, die erg eenzijdig en statisch overkwam. Ritmiek heeft nu eenmaal zoveel facetten dat je de totaliteit niet in een dergelijke korte uitzending weergeeft. Op het Haags conservatorium zei vervangend directeur en „Note- kraker" Jan van Vlijmen, die de uitzending ook had gezien „zo, zo, dus dat is nou ritmiek". Dat was ritmiek nu juist niet vol gens Madeleine, waarop Van Vlij men reageerde: „Als u denkt dat het dat niet is, laat u dan eens zien wat het dan wel is." Made leine nam de uitdaging aan en het resultaat viel 19 juni te bewonde ren. Bewonderen, ja, want wat zij in een betrekkelijk kort tijdsbestek met haar leerlingen doet dwingt veler bewondering en respect af. Voor deze avond koos zij als thema de vier hoofdperioden uit de muziek, juist nu erg actueel door de huidige tendens naar specialisa tie in de muziek Werken uit de Renaissance, de Barok, de Roman tiek en van de modernen liet zij steeds voorafgaan door enkele voorbereidende oefeningen, waaruit duidelijk naar voren kwam welke enorme concentratie de ritmiek eist. Het lopen van verschillende maatsoorten, van verschillen in tempo of van verschillende etem- men was een duidelijk staaltje van het opvoeden in muziek. Het sluitstuk van de avond, het bewegen op een collage van elee-. tronische muziek, leverde het be wijs dat ritmiek wel wat anders is dan „gefladder met armen en be nen." Madeleine verwacht geen plotse linge ommekeer na haar demon stratie, maar hoopt wel op een „rij pingsproces." Sterk geïnteresseerd in ballet, vergelijkt zij de Nederlandse bal letopleiding met de Russische. „Muziek is daar een wezenlijk deel van de opleiding. Mijn grootste wens is dat de Nederlandse dans opleidingen gebaseerd worden op ritmiek." Madeleine von dem Borne-van Dijk (32) is lerares Dalcroze ritmiek. Een vak dat slechts zelden in de publiciteit komt en dat hoognodig een betere image verdient Dalcroze ritmiek lijkt tussen ballet en muziek in te zweven, maar is letterlijk een vak apart. therapie. De aanwezigheid van de verpleegster op zalen en in ruim ten kan echter niet door een tele visietoestel vervangen worden. Het aantal mensen dat zorg no dig heeft stijgt enorm. De toevoer van verpleegsters gaat iets om hoog. Toch komen die lijnen steeds meer uit elkaar te liggen. De Ne derlandse man is nog niet bereid, zijn vrouw voor weekend en avond diensten af te staan voor de ver pleging. Loopt het fout met de ver pleging dan zou ik zo'n gesloten televisie-circuit als een noodsprong zien. Bij arbeidstekorten zullen we concessies moeten doen. Van technische uitvindingen kun je ech ter geen verpleegster maken Resumerend: Er zijn simpele rijkdommen, waarden zoals ver trouwen. elkaar geborgenheid ge ven, liefde, morele steun, die we met al onze vindingen niet kunnen vervangen. Ik zie graag een goed tv-pro- gramma, maar ondervind het als een verademing in de vakantie enige weken van tv verstoken te zijn. Het „ding" heeft toch, meer dan ik dacht, bezit van me geno men. Akkoord, zonder televisie iso leer je je van de maatschappij. Laten we echter oppassen, van zieners (toe)kijkers te worden. door T. Mol, P. Wilschut en M. v. d. Hout Allereerst moet opgemerkt worden, dat dit niet de pretentie wil hebben een weten schappelijke verhandeling te zijn, maar een uiting, dat onder de jeugd nog andere ge dachten leven, dan de door de media ons inziens al te eenzijdige benaderde visies. De vraag, die men tegenwoordig meer dan eens opwerpt is deze. of Christendom en Marxisme überhaupt verenigbaar zijn. Hier bij bedenke men, dat het om een tweeledige zaak gaat: de tegenstelling in de theorie en de prak tijk. Deze dingen zijn in dit geval niet van et- kaar te scheiden, aangezien zowel Christen dom als Marxisme een proeve van be kwaamheid hebben afgelegd, waarin beide gefaald hebben. De oorzaak van dit falen was. dat het Christendom in feite eeuwen lang in veel gevallen God genegeerd heeft, daarbij (en dit met pijn in het hart gezegd) gedreven door machtswellust en eigen be lang. en het Marxisme God niet erkend heeft. In een van de brieven van Paulus staat: „hun buik is hun God" (Fil. 3:19). Helaas moeten wij konstateren, dat bij het Marxis me de buik de leer van het Historisch Ma terialisme is. Marx verabsoluteert het ma teriële. Maar dit is in flagrante strijd met wat het Evangelie leert: „bij brood alleen zal de mens niet leven" (Luk. 4 4). In dit licht willen wij hier een citaat geven van de Duitse filosoof Störich: ten eerste, dat het Marxisme geen recht doet aan gees telijke waarden en verschijnselen, in het bijzonder godsdienst en kunst, indien Marx deze louter als bovenbouw en spiegelbeel den van economische processen ziet. Ten tweede, dat deze eenzijdigheid Marx niets anders overliet, dan de weg van de totale revolutionaire omverwerping. Ten derde, dat de ontwikkeling in de kapitalistisch, zowel als Marxistisch geregeerde staten een ge heel ander verloop genomen heeft, dan door Marx was voorspeld (de praktijk). Dat het Marxisme de godsdienst als opium voor het volk zag (d.w.z. als een oor zaak van de nood), is wel gebleken in de praktische toepassing daarvan in de vervol ging van de christelijke kerk (Wurmbrandt en anderen). In de praktijk, die immers voortkwam uit de theorie, botsten Christen dom en Marxisme derhalve. In de theorie ook, want: het Marxisme miskent in zijn optimisme van de vooruitgang, die de mens zal doormaken in de klasseloze maatschap pij. de werkelijke zonde. Dan rangeert het God en zijn geboden uit: het proletarische doel heiligt alle middelen, terwijl het Chris tendom leert, dat in de gebondenheid aan God en zijn geboden voor de mens zijn hoogste vrijheid, de zin van zijn leven ligt. Het Marxisme als pseudo-rellgie, zoals dit in het Communisme beleden wordt, staat tegenover het Christendom als evangelie contra Evangelie (het heilsrijk komt door re volutie in deze wereld; een Verlosser, zoals Christus was, is niet nodig, de Messias van het Marxisme is het proletariaat, dat zichzelf verlost van de kapitalisten). Er wordt wel eens beweerd, dat het Christendom de goede dingen van het Mar xisme toch wel kan overnemen, maar dit gaat niet op, aangezien men Christus te kort zou doen. wanneer men dit zegt en boven dien de goede dingen in theorie en prak tijk verre overtroffen worden door de kwade. Men moet nu eenmaal het Marxisme als geheel zien. Nu zou men kunnen tegenwerpen, dat Christus ook naar een betere maatschappij streefde, maar dit geeft nog geenszins het recht Hem een communist te noemen, want dit zou dan betekenen, dat Christus de af schuwelijke uitmoording van miljoenen (ka pitalisten) zou voorstaan. Bovendien is Christus geen proletariër, maar God en mens, die voor allen, arm en rijk, verlossing bewerkt heeft. Het Christendom heeft van zijn Verlosser de opdracht gekregen met liefde verant woordelijk te handelen to.v. de naaste (een term, die bij het Marxisme alleen voor pro letariërs onder elkaar geldt). Wel kan men zeggen, dat door het Marxisme de Chris tenen een van hun taken (sociale rechtvaar digheid) duidelijk onder de neus gewreven gekregen hebben en tot aktie aangezet zijn. Uit het voorgaande moge blijken, dat Chris tendom en Marxisme wezenlijk vap elkaar verschillen en daarom onverenigbaar zijn. HET MONSTER van Loch Ness alweer gezien. Dat betekent al- J twee dingen: ten eerste dat toeristenseizoen in Schotland lonnen is, en ten tweede dat wereldnieuws gaat inzakken, ook voor de Nederlandse va- lieuittocht, die dan ook dit ïkelnd al aardig op gang want de scholen zijn vrij, gedaan, en het blijft ii weer. Voetbal is vergeten, 'ïledon is aan de gang met een lurgestelde Okker, vandaag de en het begin van de Ronde I frankrijk. In politiek Den Haag is nog heel wat afgehandeld. De waar schuwing tegen voortgaande lucht- en watervervuiling van staatssecretaris Kruisinga. Minis ter Udink de nieuwe lijsttrekker van de CHU. De WD die niet met de,PvdA in zee wil, en wel een stembusakkoord met de Christelijke partijen en D'66. Een PvdA-initiatiefwetsvoorstel om abortus te legaliseren. De Kamer zal zo nodig de vakantie onder breken voor een wetsontwerp voor hoger minimumloon. Voorpostgevechten voor de be grotingsbehandeling 1971: Goud zwaard propageert een tijdelijke belastingmaatregel om het grote re begrotingstekort-1970 te dek ken. Witteveen voelt daar niet voor. Wèl voor een extra verho ging van de BTW in 1971, omdat de opbrengst wat tegenvalt. En minister nellssen ziet prijsstijgin gen in het verschiet Premier De Jong vindt prof. De Jong te pessimistisch over de de fensie, en de liberale senator Van Riel neemt dat de premier weer kwalijk, met een voor de hand liggende herinnering aan de geruststellende verklaringen van Colljn voor de oorlog. Over de defensie zijn we nog niet uitge praat. Den Uyl voelt niet voor hogere uitgaven; wel voor meer efficiency. Hij wil alle accent leg gen op de leefbaarheid, want er moet ook iets te verdedigen overblijven. Over de leefbaarheid is ook deze week weer allerlei te doen. Het zeewater voor de Zeeuwse kusten blijkt wel degelijk smerig te zijn, en dan zullen de Belgen met de rest van hun onderzoek (o.a. Scheveningen) toch ook wel gelijk hebben gehad. Maar je kunt er best in gaan zwemmen, zeggen de autoriteiten. Zoetwater zal in de toekomst worden opgeslagen in de bodem van de Veluwe. Artis slaakt een noodkreet: de overheid moet bij springen. En hier en daar halen dolle mina's, kabouters of ge woon bezorgde en verstandige huismoeders de gevaarlijke ste nen tegels onder kleuterklimrek- ken weg. Ook een kwestie van leefbaarheid. Het internationale nieuws wordt beheerst door het conflict in het Nabije Oosten. Een Amerikaans vredesvoorstel wordt door Nas ser verwoerpen en vindt ook in Israël weinig weerklank. De Gro te Vier zijn op de achtergrond druk doende. Overal langs de grenzen van Israël wordt gevoch ten, ditmaal met het accent op Syrië. Interne spanningen stijgen weer in Jordanië. Hoe lang nog? Verder het overlijden van Indonesiës oud-president Soekar- no (69), het afzetten van Cernik en Dubcek (als ambassadeur) in Tsjechoslowakije, de ernstige ziekte van de Russische oud-pre mier Choresjtsjef, Albaanse en Irakese vliegtuigkapingen en een mislukte in Rusland, de veilige landing van de kosmonauten in de Sojoez 9, een staatsgreep van de president van Ecuador, n staatsgreep van de pM Intus sen groeit de Nederlandse eco nomie zeer snel, zoals dr. Zijlstra rapporteert. De SER adviseert het minimumloon welvaartsvast te maken. Er rijzen moeilijkheden bij het vormen van een holding Hoesch-Hoogovens. Redding voot Spandon blijft nog uit. Ontslagen In de Groninger kledingindustrie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 15