OOK HAMILTON LEEFT Mr LUCHTVERONTREINIGING BIESBOSCH: MORGEN EXIT Burt SUCCESVOL COMPONIST ZATERDAS 27 JUNI 1970 1 or Dammis de Geus i In tegenstelling tot de miljoe- istad Toronto met zijn wol- nkrabbers is Harpilton, even- s aan het Lake Ontario, het lalcentrum van de staat On- In de loop der jaren heb- l zich aan de uiterste west- int van het meer «-= opper vlakte ruim drie keer zo groot Nederland tientallen alfabrieken gevestigd. Ha- dlton Bay is het Europoortge- d van Ontario, met de vuil ikende fabrieksschoorstenen i de misselijk makende stank. •i!i Begrijpelijk dat de plaatselijke toeristenvereniging voor het sti muleren van het aantal bezoe kers hier in de folders met geen woord over rept. De luchtverontreiniging is ook in Hamilton een probleem waar men niet over uitgesproken raakt Laboratoriumonderzoe kingen hebben inmiddels aan getoond dat het met de zuiver heid van de lucht niet zo best gesteld is. De fabrieken lozen zo veel afvalstoffen in Lake Onta rio dat zelfs een zwemverbod is afgekondigd. De visstand is enorm verslechterd en ondanks de vele waarschuwingen het water niet te vervuilen werkt het Canadese volk hieraan be wust of onbewust toch mee. De 400.000 inwoners tellende stad heeft zijn bekoring als ge zelligheids- en winkelcentrum. Alle grote warenhuizen hebben hier een filiaal. De winkelcentra zijn vaak aan de rand van een wijk gelegen om de bezoekers de gelegenheid te geven hun auto op enorme parkeerterrei nen kwijt te kunnen. Het door veel groen omzoomde stadhuis met zijn progressieve architec tuur is een bezienswaardigheid. Ook hier is openheid tegen over de burger het devies. Het is heel gewoon dat de inwoners zo maar wat rondstappen in hun stadhuis. Hamilton heeft in On tario bekendheid gekregen door de in de crisisjaren bij wijze van werkvoorziening aangeleg de rotstuin, even tuiten de stad. Van mei tot oktober is deze als een soort amfitheater opge bouwde rotstuin met verras sende panorama's en overweldi gend ldeurige bloeiende planten en bloemen op zijn mooist. De rotstuin ligt in het cen trum van de 1800 ha grote Royal Botanical Gardens die vooral in de weekeinden drom men bezoekers uit heel Canada trekken. Niet ver van de tuinen ligt het Dundurn Castle dat de bezoeker een prachtig uitzicht over de baai biedt. Het voorma lige buitenhuis van Sir Allan MacNab, Prime Minister of the Province of Canada (1854-1856), werd ter gelegenheid van Cana da's eeuwfeest gerestaureerd door Hamilton. Het kasteel doet nu dienst als museum. Sir Mac Nab kreeg gedurende de oorlog van 1812-1814 bekend heid als de „Boy Hero". Hij on derdrukte in 1837 als kolonel van het Gore Regiment de bur geroorlog die door William Lyon Mackenzie werd geleid. Voor zijn verdiensten werd hij door koningin Victoria gerid derd. In het museum is in oude geschriften te lezen dat Sir Al lan de grote voorvechter is ge weest van de aanleg van spoor wegen door Canada. Het negentiende-eeuwse kas teel heeft tientallen vertrekken. Het meubilair en de kleding zijn geheel Victoriaans. Het kasteel geniet in Hamil ton ook bekendheid als cultureel centrum in de zomermaanden. Dichtbij het kasteel is het open luchttheater The Cockpit Theatre waar kamermuziek wordt gespeeld en moderne to neelstukken worden opgevoerd Verder is er gedurende de avonduren een klank- en licht spel, waarbij de bewogen ge schiedenis tot leven komt. He laas is het park rondom Dun- durns Castle uitgedund door de iepenziekte. In heel Ontario ziet men overigens lege en kale straten, waarlangs kortgeleden nog stoere iepen stonden. Tenslotte is een bezoek aan MacMaster University interes sant. In deze universiteit werd Canada's eerste atoomreactoi ontwikkeld, waarop Hamilton meer dan trots is. In de stad en omgeving heb ben zich in de loop der jaren duizenden Nederlanders geves tigd, die hoofdzakelijk werk zaam zijn in de industrie. Dit vertelde de Nederlandse vice- consul Heersing op een party voor het bestuur van het Chris telijk ResidentieMannenkoor uit Den Haag. De tweehonderd koorleden hebben tijdens de toernee door Ontario ook in Ha milton gezongen. Öp de party van de consul ontmoetten wij de arts P. de Jong die jaren geleden in het - ziekenhuis St. Anthoniushove te Voorburg co-assistent is ge weest. Hij is thans als medicus verbonden aan het plaatselijk ziekenhuis in Burlington, een voorstad van Hamilton. door Joris Boddaert Het is in 1960 dat de befaamde filmster en zangeres Mariene Dietrich een toernee door Euro pa maakt De zangeres oogst met haar ondefi nieerbare stem in vele steden succes. Opvallend is dat Mariene na elk optreden haar pianist en arrangeur in ruime mate in de toejuichingen laat betrekken. De energieke jongeman blijkt Burt Ba- charach te heten, een musicus waar niemand in Europa van gehoord heeft, maar die met zijn knappe composities veel bijdraagt aan Marlenes succes. Tien jaar later, voorjaar 1970, krijgt diezelfde Bacharach een ovationeel applaus tijdens de jaar lijkse Oscar-uitreiking. De 40-jarige componist ontvangt maar liefst twee „Academy Awards" voor zijn composities uit de film „Butch Cassidy and the Sundance Kid" en voor het meest succes volle filmliedje „Raindrops keep fallin' on my head". Samen met tekstschrijver Hal David, waarmee hij sinds 1957 werkt, heeft Burt Bacharach fn de loop der jaren voor tientallen muzikale voltreffers gezorgd die overal ter wereld gespeeld en gezon gen worden. Om slechts enkele te noemen: „Thls Guy's in love with you" (Herb Alpert), „I say a little prayer" (Aretha Franklin), „Anyone who had a heart" (Dionne Warwick), „What the world needs now is love" en de hitsong „I'll never fall in love again" (uit de musical „Promises promi ses"). Het duo Bacharach en David maakte tot op heden een kleine 200 liedjes die op vele miljoenen grammofoonplaten te horen zijn. De grote kracht van Bacharach ligt in de herkenbaarheid van zijn songs, het belangrijkste advies dat hij vroeger van een van zijn muziekleraren kreeg was: „wees niet bang iets te componeren dat mensen kunnen flui ten en blijven herinneren". Ondanks vroegere successen als „What's new Pussycat", „Alfie" (uit de gelijknamige film) en „Walk on by", bleef de naam van Bacharach tot voor kort in Europa vrij onbekend. Nu is het een bekend verschijnsel dat componisten van succes volle liedjes nooit die bekendheid genieten als de vertolkers van de songs; bij Bacharach is het echter anders want hij is behalve componist een uitstekend leider van orkesten die hij zittend ach ter zijn plano tot sublieme prestaties kan voeren. Op het moment geeft Bacharach naast t.v.- shows ook openbare concerten waarbij hij zelf met veel succes enkele liedjes zingt. Bacharach, getrouwd met actrice Angie Dickin son en vader van een dochter (4), heeft er de laatste tijd pas goed zin in gekregen; aangezien geld geen enkele rol meer speelt kan Burt zich van alles veroorloven om met een nieuw geslaagd project te voorschijn te komen. Overigens zijn tal van melodieën in een „onbewaakt ogenblik" op de piano geboren en daarna in samenwerking met tekstschrijver Hal David uitgewerkt tot een song die het de komende jaren best zal uithouden tus sen al het beat-rockgeweld van de jongere gene ratie. Tussen namen als Gershwin, Porter, Rodgers, Lennon en MacCartney is de naam van Burt Bacharach op het lijstje van de allergrootste mo derne componisten al met diamanten letters bijge schreven- De drie meest succesvolle L.P.'s waarbij Bacharach zelf. de uitvoering in handen heeft: Reach out" (no. 212022, A&M Re cords); „Original score from Butch Cassidy and the Sundance Kid" (no. 2320007, A&M) en „Make it easy on yourself". Het is 1421, de nacht van 18 op 19 november. Een sterke wes tenwind, aanwakkerend tot storm, stuwt het water uit de oceanen in de smalle trechter van de Noordzee. De wateren ten zuidwes ten van Nederland stromen vol. Hoger dan de geslachten zich kun nen herinneren stijgt op loeiende orkaankracht het water. Om mid dernacht begeeft de eerste dijk, de Wieldrechtse zeedijk, het. Het woeste water verzwelgt al het land tussen Dordrecht en Geertrui- denberg. De St. Elisabetsvloed is begonnen 's Morgens is alles water, in het noorden van de Merwededijk bij Woudrichem af tot aan Dordrecht, in het westen van Dordrecht tot Strijen, in het zuiden van Strijen tot Geertruidenberg en in het oosten weer tot Woudrichem. Het waardevolle achterland van de stad Dordrecht, toen de belangrijkste stad van Holland, is verlo ren. Tweeënzeventig dorpen en parochiën zijn in de woelende wateren ten onder gegaan. Honderdduizend mensen verdronken. Het overstroomde gebied bleef langer dan een eeuw een grote waterplas. Pas in 1600 begon men de verloren gebieden in te dij ken. De loop der rivieren was en werd opnieuw gewijzigd. Nieuwe beddingen ontstonden, terwijl oude verdwenen. Op vele plaatsen waar toen zee deinde, golft thans goudgeel graan. Het woud van biezen tussen Dordrecht en Geertruidenberg, bleef echter bestaan: „De Biesbosch". door Rob Ruggenberg Als op 1 september de sluizen van de Haringvlietdam definitief dicht gaan, is het gedaan met de getijdebewegingen in het deltage bied. Geen eb en vloed meer in het Haringvliet, in het Hollands Diep en ook niet meer in de Bies bosch. Het hele karakter van de Bies bosch zal met de veranderende waterstand wijzigen. Het nieuwe peil zal op ongeveer een meter boven het huidige laagwaterpeil komen. Het getij zal alleen te mer ken zijn aan een schommeling van enkele decimeters in plaats van de huidige anderhalf twee meter. Deze kleine beweging blijft door de waterbeweging door de Oude Maas. De hoogte- en dieptepunten in de Biesbosch zullen veranderen. Juist het extreme, dat dit gebied altijd Iets „gevaarlijks" heeft gege ven, verdwijnt. Het landschap zal een sterke verandering ondergaan. In de Bies bosch, waar elke plant en dier en iedere vorm van de bodem een gevolg is van dit getij, zal meer bos komen en de biezen zullen ook wel blijven. Maar er zal een toe stand ontstaan, die te vergelijken valt met die van duizend jaar gele den. Ook toen waren namelijk de eb- en vloedverschillen veel gerin ger dan thans. Dat was toen een gevolg van het ontbreken van be dijking. Het belooft voor bodem deskundigen en biologen een inte ressante ontwikkeling. In de Zuidhollandse Biesbosch, waarvan een deel als „De Merwe- landen" in de toekomst een uitge breid recreatiegebied gaat vormen, zal de getijbeweging groter blijven: een halve meter verschil tussen eb en vloed. Dit betekent dat flora en BIJLAGE VAN HET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad fauna tussen de Brabantse en Zuidhollandse Biesbosch grote ver schillen zullen gaan vertonen. Van daar ook de protesten van natuur beschermers tegen een al te grote toevloed van recreanten in De Merwelanden. Bij laag water is goed te zien wat het steeds stromende water met de bodem doet. De zandban ken zijn ritmisch gevormd en de structuur hiervan is boeiend: in sommige geulen stroomt nog water naar zee, terwijl aan de 3ndere kant het vloedwater reeds binnen dringt. Waar deze tegengestelde stromingen langs elkaar wringen wordt de beweging zo vertraagd dat het zand zinkt. Er ontstaat een zandrug. Deze rug wordt, wanneei eb of vloed overheerst, verplaatst. Soms komt zo'n zandrug zo hoog dat er ti|dens hoogwater wat slib op wordt afgezet. En dan spoelt daar misschien een zaadje aan. Het zinkt In het sliblaag e en begint de harde strijd tegen de stroming. Ook het sllblaagje heeft het uiterst moeilijk. Slibafzet:ing kan eigenlijk pas goed beginnen wanneer wat plantengroei voor luwte zorgt. Maar plotseling 8t8at het eerste biesje daér dan. Snel gaat de groei verder: meer slib, weer een biesie, nog meer slib en nog meer blezen. Zo ont staat langzamerhand een opwas. Op vele plaatsen in de Biesbosch is een dergelijk proces nu nog te volgen. Zodra een biezenplaat hoog ge noeg is leggen griendweikers ei een kleine dijk omheen en graven greppels. Tegelijk wordt riet aange plant dat jaarlijks kon worden ge oogst. Daarna wordt griendhout geplant, wat lange tijd is gebruikt voor beschoeiing van dijken. De onzekerheid omtrent de toekomst en de geringere opbrengsten van dit wilgehout hebben de laatste tijd geleid tot een vergaande ver waarlozing van de grienden. In de polder De Dood wordt al sinds 1945 niet meer gehakt. Het resultaat is een uiterst moeilijk te betreden slikkig „oerbos". Een vaartocht door de Biesbosch is een unieke ervaring. Behalve dat varen vrijwel de enige mogelijkheid is om dit gebied te zien en te ervaren, is het ook de beste. De enige redelijke wandelgelegenheid ie vanuit Drimmelen. De veerman daar kan de wandelaar over de Amer zetten. Als de bezoeker laar zen aantrekt kan hij van de dijk af op bepaalde plaatsen de grienden en rietgorzen verkennen. Vanuit Drimmelen. Rotterdam en. Dordrecht vertrekken in het' sei- zoen dagelijks boten naar de Bies bosch. De wateren en polders dragen vaak bizarre namen. Zo varen we door „De Dood", de „Moordplaat", het „Gat van Paulus", de „Ruigt" en het „Steurgat". In deze omge ving verscholen zich in de Tweede Wereldoorlog duizenden onderdui kers. Links en rechts beginnen en eindigen kreekjes, killen en gaten. We zien honderden vogels in tientallen soorten. De blauwe rei gers broeden tot ongeveer haK Juli. In hun nest als „onderhuurders" ringmussen. Wilde eenden zoeken vaak en graag een verlaten reiger nest op. Zeldzame kwakken zitten ki het reservaat De Dood.Zangvo gels zijn In grienden en rietgorzen te horen, maar hun broeds'icces Is helaas gering, als gevolg van het gebrek aan veilige br-.edgelegen- heid (het opkomend tij spoelt nest en broedsel weg). Optimisten zien na de afsluiting van het Haringvliet en het totstand komen van een konstant warerpeil de reigerkolonie verrijkt met aal scholvers, purperreigers en lepe laars. Steltlopers en ganzen wor den nu nog aangetrokken door de telkens met laagwater droogval lende slikvlakten. De steltlopera zullen dit voedselterrein definitief moeten gaan missen; de ganzen kunnen op de grote stukken open water straks wellicht noo eon slaapplaats vinden. Sommige polders zullen worden ingericht als voedselterrein" voor deze vogels. De landbouw in ande re polders zal het veld ruimen voor de nu reeds in aanbouw zijnde drinkwaterbekkens, die dorstige Rotterdammers straks „rein water" in plaats van „Rijnwater" zullen verschaffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 13