D0LDRAAIEN OF BIDDEN?
Enquêtr!:e: „Gratis
consumeren ligt de
Nederlander wel"
DEZE
WEEK
Kanttekening
door
Jeanne de Vlieger
Vertrouwde
gezichten
Spaanse
WATERRECHTBANK
Het tweede hoofdstukje heet: De
Oosterse Renaissance. Natuurlijk is de
uitdrukking „het Oosten" van dubieuze
waarde, omdat ze te algemeen is. „Thai
land verschilt van Mongolië, en Tibet
van Java of Japan niet minder dan de
Zuidspaanse cultuur verschilt van de
Zweedse of Britse" (19). Niet alles wat
de auteur oosters noemt is in leder oos
ters land terug te vinden. En het mooie
en edele is ook daar betrekkelijk
schaars.
Maar toch: het westen levert indus
trieproducten af, terwijl het oosten wij
ze en vergeestelijkte mensen wil vor
men. De westerse Jeugd zoekt b<»vu;«st-
zijnsverruiming met psychedelische far-
maca, maar dat soort bevrijding wordt
te goedkoop verkregen en men blijft ten
diepste die men is. De echte contempla
tie evenwel is niet een waarheid ken
nen, maar een waarheid worden (21).
door
dr. C. Rijnsdorp
Onze universiteiten kweken geleer
den, maar geen wijzen. „Het studenten
protest is nog te ondiep inzoverre het
alleen aanstuurt op maatschappijkritiek
en veel minder op de rijping en zuive
ring van de individuele gevoelens, want
het is prettiger anderen te hervormen
dan zichzelf" (22).
In de grote oosterse culturen is ONT
HECHTING het grote woord. „Men moet
in de wereld zijn zo ongeveer als een
dauwdruppel die los op het lotusblad
ligt en er bij iedere beweging kan afval
len" (23). De westerling streeft naar
ontvouwing, naar ontplooiing van de
mens; de oosterling zoekt vereenvoudi
ging
In hoofdstuk 3, De Yogi en de Com
missaris (naar een artikel van de Hon
gaars-Britse filosoof Arthur Koestier),
stelt de auteur twee typen,, tegenover
welgestelden, de middenstanders,
geschoolde arbeiders en sociaal
zwakken te vinden zijn.
Mevrouw Langendoen, die dit
werk al vijf jaar doet, staat soms
paf van de antwoorden die zij krijgt.
Bij een luchtvervuilings-enquète
kreeg ze te horen: „Geen interes
se", terwijl de mensen om wie het
ging letterlijk onder de rook woon
den van een fabriek, die dagelijks
gevaarlijke stoffen de lucht in-
slingert.
Het is ook frappant te horen hoe
weinig er bekend is over de Bij
standswet. Wanneer een van uw
kennissen In nood is en bijstand
nodig heeft, tot welke instantie zou
u ze aanraden om te gaan aan
kloppen? was een vraag. Velen
wisten nauwelijks te antwoorden.
Iemand die staakt, heeft die recht
op bijstand? „Nee hoor", waren
vele antwoorden, „dan moeten ze
maar gaan werken". In plaats van
het te verwachten: laten ze zich
bij een bond aansluiten. Wanneer
een bejaarde een huis bezit, heeft
hij dan recht op bijstand? Nee,
was de onjuiste reactie, dan moe
ten ze dat huis maar verkopen.
Bij de arbeiders komt ze het
makkelijkst binnen om haar vragen
af te vuren. De sociaal zwakken
zijn argwanend dat ze loopt te leu
ren en ze moet hen dan ook over
tuigen: mens is verkoop niets, ik
wil alleen maar Jullie mening. Bij
jonge middenstanders ontmoet ze
veel begrip, ze weten wat een
marktonderzoek is en zijn goed op
de hoogte van veel zaken. Advo
caten en artsen laten het dienst
meisje aan de deur komen.
Een kunst is ook om de directie
van grote concerns te benaderen.
Dé barrière vormt de secretaresse,
die meestal onnodig gewichtig doet.
Mevrouw Langendoen kan dat ge
zien haar jeugdervaring goed plaat
sen. Wanneer je eenmaal binnen
bent in de directiekamer laat de
„baas" zijn waardigheid al gauw
varen, mits hij overtuigd is dat ik
niets verkoop.
Soms iVordt een enquêtrice per
uur betaald en het is dan voor haar
heel onvoordelig twee uur over een
onderzoek waar een half uur voor
staat, te doen. Ze zoekt zelf haar
slachtoffers. „Als ik iets over vlieg
reizen moet weten, prakkizeer ik:
„waar vind ik ze?" Soms krijg ik
adressen, een andere keer slechts
een opdracht.
Eén van de aardigste enquêtes
was die onder studenten. Wie stelt
de professoren aan, wie bestuurt
de hogeschool? Hoewel je geïnte
resseerd bent, de totaaluitslagen
komt de enquêtrice niet te weten.
Dat blijft het geheim van de op
drachtgever.
Een aardig onderzoek was dat
in hoge flats in Delft. „Daar moest
Ik zo'n flat kruiselings ondervragen,
van linksonder tot rechtsboven en
omgekeerd. Het ging om de voor-
en nadelen van flatbewoning. Wat
willen de bewoners er aan veran
derd zien, zijn er voldoende voor
zieningen zoals een winkelcentrum,
scholen, postkantoor, kastrulmte,
vuilafvoer. Klachten over liften,
trappenhuizen en gehorigheid
sprongen eruit.
Ook deed ik mee aan een lande
lijke verkeersenquête. Het record
van de door mij ondervraagde per
sonen was een zakenman, die zich
drie en twintig maal per dag ver
plaatste. Wat Ik ook leuk vind, dat
zijn smaak-testen voor een bepaald
produkt. We rijden dan met een
bestelwagen en caravan en zetten
die bijvoorbeeld neer in de Wagen
straat in Den Haag, of in Delft op
het Poptahof. De caravan is gezel
lig ingericht, en wij nodigen voor
bijgangers om binnen te komen
voor een kopje koffie.
Je bent voor zo'n test meestal
ZELFS in deze week van tropi
sche hitte, met kamerleden die
hun jasje mogen uittrekken, fris
drank genoeg maar flessen tekqrt,
coloradokevers die de aardappe
len bedreigen en zuinig aan met
drinkwater, zelfs hu stroomt het
nieuws zo overvloedig, dat we
maar weer gauw op telegramstijl
overschakelen.
„Openbaar is alles wat niet
geheim is", zou volgens een rap
port-Biesheuvel de nieuwe norm
voor het overheidsbestuur moe
ten worden. -#■ De VVD stelt zich
opnieuw eigenzinnig op, nu over
de kinderbijslag, en Roolvink wil
wel weten wat hij aan de libera
len heeft. -#■ De Kamer in tijd
nood: korter vakantie. -X- Wet»-
ontwerp-Westerterp voor recht
streekse Europese verkiezingen.
-X- PvdA wenst: alle onderwijzers
vrij van dienst. -X- Luchtmacht be
zuinigt, minder StarfighterS in -de
lucht. -X- De regering acht enkele
executies in mei 1940 niet in
overeenstemming met het militai
re recht. -X- Stakende ambteea-
ren krijgen geen straf meer.
Om de leefbaarheid: proces| in
Den Haag om een geprojecteerde
provinciale weg door de duinen
van Wassenaar. -X- Plannen voor
een nationaal park tussen Den
Haag en Leiden. -X- Nog veel ru
moer om het Staelduynse bos.
-X- Nieuwegein wordt een nieuwe
stad in Utrecht.
Minister Luns eredoctor in da
VS. -X- VVD's Haya van Some
ren met voorkeurstemmen be
halve in de Rotterdamse ook in
de Rijnmondraad, en wat nu? -X-
Het overlijden op 54-jarige leef
tijd van Surinames oud-premier
Pengel.
Latijns-Amerika in het nieuws.
„Het" voetbal in Mexico (naar de
kwartfinales vier Europese landen,
Rusland, Engeland, West-Duits-
land, Italië, en vier Amerikaanse,
Mexico, Brazilië, Peru en Uru
guay). -X- En het afzetten van de
Argentijnse president Ongania
door de militaire junta. -X- En de
ontvoering van weer een West-
duitse ambassadeur, nu in Brazi
lië. -X- En Peru, waar het leven is
ontwricht door de aardbeving,
waarvan het aantal slachtoffers
op 50.000 wordt gesteld. (In de
kerken wordt zondag of over een
week gecollecteerd, en ook num
mer 777 van het Rode Kruis staat
open voor Peru).
Gevechten in Jordanië tussen
gewone troepen en guerrilla's;
honderden doden; Syrië dreigt de
guerrilla's te helpen; een Ameri
kaans militair attaché doodge
schoten; koning Hoessein zwicht
voor de Palestijnse eisen en
stuurt zijn oom de opperbevel
hebber weg. -X- Gevechten om en
over het Suezkanaal. -X- Steun
voor premier Rumor bij verkie
zingen in Italië. -X- Oe Thant van
dc VN vraagt de tempelrulnes
van Angkor Vat in Cambodja toch
te ontzien. -X- Amerika gaat voor
goed weg uit Cambodja, zegt mi«
nister Rogers. Pools vliegtuig
gekaapt (naar Denemarken),
Tsjechisch vliegtuig gekaapt (naar
West-Duitsland).
Dr. Zijlstra waarschuwt, nu In
Bazel, voor inflatie. Almaar
verder stijgt de spanning op da
arbeidsmarkt De prijzen zijn
stabiel. -X- Plan van de vakbon
den om Rollend-Materieel-Werk-.
spoor-VMF te redden. -X- Een
nieuw soort vennootschap: de B^
(besloten vennootschap) zonder!
publikatieplicht van jaarverslagen,
-X" EEG fixeert de landbouwprijs
zen. -X- De Textielunie lijdt eeé
gevoelig verlies en laat 500 ma|
afvloeien.
ZATERDAG 13 JUNI 1970
met een team. Er wordt gretig op
ingegaan door de passanten, gratis
iets consumeren ligt de Nederlan
der wel! Heb je iemand al eens
ondervraagd, dan komen ze bij een
volgende test prompt weer. Natuur
lijk krijg je ook gekke reacties,
mannen die oneerbare voorstellen
doen. Maar we zijn mans genoeg
om dat af te wimpelen".
Een enquêtrice moet haar weg
zelf vinden. Ze heeft weinig contact
met collega's. Ze valt ook niet
onder de paraplu van een CAO,
en moet als gehuwde werkende
vrouw een dot inkomstenbelasting
betalen, die immers berekend wordt
over haar Inkomen en dat van haar
man bij elkaar opgeteld; ze komt
vrijwel zeker aan het maximum van
de premieheffing. Wordt ze ziek
dan is dat haér risico. Ze betaalt
premie, maar haar man krijgt bij
een overlijden van haar geen
weduwnaarspensioen.
„Je hebt niets om op terug te
vallen en ik vind dat discriminatie
tegenover de werkende vrouw",
zegt mevrouw Langendoen.
„Op de kansels praat men over Viet
nam en democratisering, omdat men
over God niets meer te zeggen heeft,
niet alleen omdat men geen religieuze
ervaring heeft, maar omdat men ook de
geschriften van de grote geestelijke
schrijvers en mystieken, die wèl erva
ring hadden, niet meer kent" (bl. 13).
„En in de kerken mag langzamerhand
best wat minder over Vietnam worden
gepreekt en wat meer over de oude
vraag, die de leerlingen aan Jezus stal
den: 'Heer, leer ons bidden' (38/9).
Deze citaten kan men vinden in Han
■Fortmann, Oosterse Renaissance (Am-
boboeken, Bilthoven, 67 blz., ƒ5.50).
■Prof. dr. H. M. M. Fortmann (1912-1970)
^heeft zich in de laatste jaren van zijn
leven,, met de dood voor ogen, verdiept
in hindoeïsme en boeddhisme. Hij heeft
zelfs nog drie studiereizen gemaakt,
naar India, Ceylon en Thailand.
Hij heeft dit boekje op zijn sterfbed
persklaar gemaakt. Eerst nog enkele ge
gevens over de auteur. Hij studeerde te
Nijmegen, na zijn priesterwijding in
1936, klassieke literatuur en psycholo
gie. Van 1943 tot 1947 was hij kapelaan
|ln Leeuwarden, van 1947 tot 1957 gees
telijk verzorger bij de r.k. jeugdbewe-
ipiging. Voorts was hij (tot 1959) hoofdre-
dacteur van het pedagogisch maandblad
Dux; daarna hoogleraar aan de Nij
meegse universiteit. Hij doceerde daar
algemene en vergelijkende psychologie,
Ite vooral ten aanzien van religie en cul-
De schrandere lezer zal begrepen
hebben, dat Fortmanns protest tegen de
.vietnamisering" van de preek in de
roomse kerken een veel wijdere strek-
ld( king heeft Hij plaatst, heel globaal ge-
ta zegd. de oosterse mens tegenover de
westerse mens, vooral de westerse
mens zoals die zich na de ontdekking
van Amerika expansief heeft ontplooid.
Laat Ik beginnen met te zeggen dat
postuum verschenen boekje de
I® schets kan voorstellen van een dik we-
tenschappelijk werk, voor het schrijven
waarvan hem evenwel de tijch ontbroken
heeft. Maar zelfs in deze bescheiden
omvang en In deze beschaafde en intel
ligente praatstijl komt Fortmanns bedoe-
reidheid, tot een ontmoeting tussen oost
en west. Het waren de zending en de
missie, die zich openstelden voor het
eigen karakter van de oosterse mens,
daarbij gedreven door de Impuls van
het evangelie. Bij de beroemde Stanley
Jonas ging dat zo ver, dat hij zich bijna
met de oosterse denk- en gevoelswijze
Identificeerde.
Aan de andere kant zitten vandaag
nog heel wat westerse christenen aan
een soort Kipllng-complex vast, waarbij
het erop aan komt dat de blanke chris
ten zijn superioriteit handhaaft.
Maar zelfs hierover gaat het eigenlijk
niet in Fortmanns zwanezang-in-proza.
Zoals gezegd: zijn horizon is veel rui
mer en zijn bedoeling gaat veel dieper.
De auteur constateert een groeiende
ontevredenheid over het eenzijdig ratio
nalistische en objectivistische karakter
van de Europees-Amerikaanse cultuur,
die wel veel technisch-wetenschappe-
lijke prestaties heeft geleverd, maar het
eigenlijk menselijke te vaak heeft ver
waarloosd (7).
Er is een groeiende aandacht voor
het Oosten, o.a. uitkomende in de grote
belangstelling voor bewustzijnsverande
ring: een van de grondthema's van de
vergelijkende cultuurpsychologie. Het
eerste hoofdstukje, getiteld Hier en Nu,
pleit met Aldous Huxley voor een veel
intensere beleving van het ogenblik,
voor een systematische training In de
waarneming en In eerstehands ervarin
gen van wat hier en riu zich aandient
(9). Het heden dringt alleen onvolledig
of mismaakt tot ons door.
Wij horen vaak alleen wat wij willen
horen (10): wij nemen de dingen waar
vrijwel alleen nog naar hun utiliteitsas
pect, naar hun nuttlgheldekant (11). De
waarneming kan veel rijker zijn, zij kan
o'e werkelijkheid openbaren in haar oer-
kwalltelten. Kunstenaars begrijpen dit en
voor het kind zijn de dingen nog nieuw,
hevig, bewegend (11). De onvertroebel-
je waarneming kan voorbereiding en
voorwaarde zijn voor de ontmoeting met
God (13). De econoom Keynes hekelde
de westeree „purposiveness", de over
spannen doelbewustheid, die ons ken
merkt.
Vlucht uit de werkelijkheid: jongeren gebruiken drugs om hun be
wustzijn te verruimen.
elkaar: de Indische teruggetrokken le
vende yogi en de actieve (communisti
sche) commissaris. De commissaris ge
looft in verandering van buitenaf. Hij
streeft naar een radicale reorganisatie
van het systeem van goederenproduktie
en -distributie. De yogi gelooft dat niets
kan worden verbeterd door uitwendige
organisatie en alles door de individuele
poging van binnenuit (31).
In een wereld die niets wil zijn dan
een goed geolied uurwerk kan men niet
leven. Maar Koestier zag ook de zwak
heden van de yogi in; beiden, zowel de
yogi als de commissaris, lopen in hun
eenzijdigheid vast. Een revolutie van
buitenaf verandert'de mensen innerlijk
niet - dit tegen de commissaris.
Om sociale structuren te veranderen
is deskundigheid, inzicht en berekening
nodig - dit tegen de yogi (33). Als de
wereld werkelijk veranderd kan worden,
moet dat komen van een synthese, zegt
Fortmann: wij moeten zijn yogi en com
missaris in één persoon, activiteit en
contemplatie 6amen (35). Wij in het
westen hebben de helft van onze per
soonlijkheid verloren, het contact met
de grond der ziel, onze heelheid en
heiligheid, 'man's wholeness and ho.li-
ness' (37). Maar wat moet een bus
chauffeur na acht uur dienst met een
boekje over yoga doen? Die synthese
komt zomaar niet tot stand.
De verdere hoofdstukjes heten Peper
en Zielen (dat zochten namelijk de Por
tugezen op Ceylon), Schoonmaak of
Verarming? en Het Gevaarlijke Ik. Het
zou mij te ver voeren ook daarvan de
inhoud na te vertellen. Laat ik de rest
van mijn ruimte gebruiken voor enkele
opmerkingen.
Zelf dicht bij de dood, kan ik Fort
manns beschouwing zo van binnen uit
begrijpen. Wij willen de ons resterende
tijd en geest niet gebruiken om wat te
sleutelen aan de status quo. Het gaat
ons om wijde, wereldhistorische per
spectieven. Als ik Kipling uit het hoofd
goed geciteerd heb. schreef hij: „never
the twain shall meet", d.w.z. hij lustte
die verbinding niet. Ook als er „will"
staat in plaats van „shall" (ik heb het
gedicht helaas niet bij de hand), is Kip-
lings bedoeling toch dezelfde.
Maar wat wij vandaag beleven is een
gedwongen, ja geforceerde confrontatie
van oost en west, noord en zuid. Alle
hemelstreken dringen op elkaar in en
alle culturen zijn In gisting, in een soort
barensnood om te komen tot één plane
taire cultuur, die natuurlijk innerlijk zeer
geschakeerd zal zijn.
Zoals de pax Romana van keizer
Augustus nodig was om de weg te ba
nen voor de komst van Christus in het
vlees, zo zal een mondiale cultuur in
een labiele vrede6Sltuatie misschien
voorafgaan aan Christus' wederkomst
als een dief in de nacht. Niemand weet
dit. maar het lijkt mij toe dat de bijbelse
gegevens in die richting wijzen.
Fortmann wil zo ver niet doordenken;
hij blijft geleerde en is geen visionair.
Misschien spreekt hier wijsheid uit, een
niet willen vluchten uit het hier en nu.
De auteur voert een pleidooi voor een
herwaardering van het contemplatieve,
voor de geestelijke concentratie, voor
gebed en gezonde mystiek. Niet om
daarvan alleen alle heil te verwachten,
maar als correctie op het doldraaiende,
westerse sotlvisme.
IN een tijd waarin zich vele veranderingen
voltrekken kan het veranderen zélf tot een
maniertje gaan worden. Door de nuchtere
mens echter wordt dit soort van veranderen
bij weging te licht bevonden. Hij wijst het af.
We hebben het nu weer gezien in onze poli
tiek. Daar moest, vonden de beroepspolitici,
hevig aan samenwèrken en aan samengaan
worden gedaan. Combinaties in allerlei hoe
danigheid werden op touw gezet. Maar be
houdens plaatselijke of streeksgewijze uit
zonderingen bleek het niet erg „aan te slaan".
Het heeft Lanser van de ARP al gebracht tot
zijn wijze advies: in 1971 liever niet een ge
zamenlijke lijst voor de drie grotere christe
lijke partijen.
Waarom het niet aanslaat? Naar mijn mening
omdat de kiezer afwijzend staat tegenover
verandering die er een lijkt van om de ver
andering en waarin iets wezenlijks ver
trouwds verdwijnt.
ER verandert tegenwoordig al zo heel veel
waaraan niets te „veranderen" valt in
de zin van dat het niet is tegen te houden.
Men stelle zich voor, wat dit voor de mens
betekent.
Het een na het ander wat hem vertrouwd
was valt weg en wordt vervangen. Als hem
dan bovendien veranderingen worden voor
gesteld waarvan de noodzaak niet is aange
toond, maar waarbij wel iets vertrouwds
wordt opgeofferd, dan tekent hij protest aan.
Bijvoorbeeld door bij verkiezingen weg te
blijven.
De kiezer en hij heeft daarin gelijk is
geneigd om ons partijstelsel te aanvaarden
als op natuurlijke wijze uit ons volksbestel
gegroeid en opgekomen. Hij heeft het gevoel,
dat wie deze kijk van hem op dat partijstelsel
probeert te doorkruisen tegelijk trachtende is
hem als mens en als burger de wet voor te
schrijven, te „manipuleren".
En hij wordt in werkelijkheid al zo over
dadig gemanipuleerd, dat hij zich verzet als
hij dat eindelijk eens kan. En bij verkiezingen
kan het.
WAT zich hier wreekt, is dat vele beroeps
politici een van het volk afwijkend type
zijn gaan vertonen. En dat moest niet zelden
ling volkomen duidelijk over. Dat hij de
overbekende woorden van Rudyard Kip
ling: „East is east and west is west, and
never the twain shall meet" (Oost is
oost en west is west, en nooit zullen die
twee elkaar waarlijk ontmoeten) niet ci
teert, zal wel een kwestie van (ver
fijnde) smaak zijn. Alleen de geestelijke
middenstander bedient zich van rond
slingerende citaten. Toch zou het zin
hebben gehad, maar dan om een andere
reden.
Kipling, de jingo, verheerlijker van En-
gelands koloniale macht, wilde deze bei
de werelden liever gescheiden houden.
In Engeland heeft men later van hem
gezegd: „Hij is de spreekbuis van de
clubs, en schrijft als een lid van de
heersende klasse in een land van enkel
inboorlingen".
Hier ontbrak eenvoudig de wil, de be-
Prof. dr. H. M. N. Fortmann
Valencia is zo ongeveer het
„Westland" van Spanje. Het is
een brandpunt van agrarische
activiteiten. Door hoge bergen
beschut en door zuidelijke zon
beschenen levert het bijna con
tinu een weelde aan groenten
en fruit. Vooral het fruit geniet
een zekere faam. Een zeer grool
percentage van de citrusvruch
ten, sinaasappels, mandarijnen
en citroenen die in ons land
worden geconsumeerd komen
hier vandaan.
Maar, waar veel zon is daar is
ook veel warmte en waar veel
warmte is vaak weinig water.
Toch zijn het vooral die citrus
vruchten die voor hun groei
zeer veel water nodig hebben.
Omdat de regélval in deze stre
ken beslist onvoldoende is, om
aan deze vraag te voldoen, heeft
mén uitgebreide ifrigatiewerken
aangelegd. Deze bevloeiings
werken dateren in feite nog uit
de prille tijd toen de Moren
Spanje onder hun heerschappij
hadden.
De Moren hadden deze „Tuin
van Valencia", al in de twaalfde
eeuw tot een vruchtbare vlakte
herschapen. Het water voor de
kanalen werd onttrokken aan
twee rivieren welke dit gebied
doorsnijden, de Tura en de Ju-
car. Enkele hoofdkanalen voe
ren het water naar vele zijka
nalen en poelen. Het openen en
sluiten van de sluizen geschiedt
volgens een nauwkeurige
dienstregeling. Deze dienstre
geling is voor élke boer bin
dend en het toezicht op de
naleving geschiedt door een
speciale Waterrechtbank
Op speciale dagen houdt, deze
waterrechtbank zitting voor de
deur van de apostelen" bij de
Kathedraal. Het zijn zeven boe
ren die hier, ten aanschouwe
van het volk, uitspraak doen
over waterkwesties.
Het te laat openen van slui
zen, kan de doorvoer van het
water naar een nabuur vermin
deren en deze man aldus schade
berokkenen. Wanneer blijkt dat
iemand aldus heeft gehandeld,
legt de Waterrechtbank soms
flinke boetes op. In bepaalde
gevallen wordt het boetegeld
toegekend aan de eisende partij.
De zwaarste straf die men kan
opleggen is het tijdelijk geheel
afsnijden van de watertoevoer.
Het zijn deze maatregelen ech
ter die zorgen dat de waterver
deling zelden tot strubbelingen
aanleiding geeft.
Zij is de eerste die ondervraagt.
Even later draaien we de rollen
om. Wat beweegt mevrouw P. G.
Langendoen uit Vlaardingen om en
quêtrice te worden. „Ik was uitge-
naaid èn uitgebreid" verklaart ze
de bondig. Ze heeft drie kinderen.
Toen de jongste haar zorgen niet
meer zo nodig had zocht ze een
part time baan als secretaresse,
haar oude beroep. Het bedrijfs
leven toonde geen belangstelling.
Nu zou ze niet meer willen, een
hele dag op kantoor.
Achter iedere deur een ander ge
zin met eigen wensen en grieven,
dat is veel boeiender. Je kunt je
eigen tijd indelen. Je kunt een
enquête, dat een bureau van markt
onderzoek je opdraagt, ook weige
ren als het je niet schikt. Je be
houdt een grote mate van vrijheid.
bij vakantie, ziekte van kinderen,
logés. Het is geen beroep voor
een beduusd vrouwtje, constateert
ze nuchter.
Je moet een zeker initiatief kun
nen ontplooien. Ze kan het andere
vrouwen, die een zekere spraak-
ontwikkeling hebben, zeker aanbe
velen, maar, het belangrijkste: je
moet mensenkennis bezitten en met
iedereen, van hoog tot laag, kun
nen omgaan.
Er zijn legio instanties en zaken
die razendnieuwsgierig zijn naar
wat de „doornee-Nederlander"
denkt, weet en doet Omdat die
doornee-Nederlander nu eenmaal
niet bestaat, worden honderden
ondervraagd, uit alle lagen van de
bevolking. Zo'n „laag" kiest de
enquêtrice zelf uit. Ze moet binnen
haar rayon dus weten waar de
leiden tot communicatiestoornissen met het
volk.
Ik heb me soms verbaasd over voorspellingen
van politici met betrekking tot de uitslag.
Wie als journalist of als redacteur zijn
„eigen" contacten had, meende op zijn beurt
al te moeten aannemen dat het wel eens an
ders kon uitpakken. Niet zelden kreeg hij
gelijk.
De kiezer is in de meeste gevallen een zo
men wil traag wezen. Correcter uitgedrukt:
hij is afkerig van verandering die niet tege
lijk een belangrijke verbetering is.
Want elke verandering betekent voor hem
verandering in het hem vertrouwd geworden
gezicht. En ook een partij heeft een gezicht.
Zeker is dat het geval met een oudere partij
die al heel wat heeft doorstaan, maar die,
desnoods gehavend, niettemin overeind is
blijven staan.
DE wetenschap van de sociologie kan hier
veel wetenschappelijks over zeggen.
Óver wat men „gedragspatronen" noemt bij
voorbeeld.
Een partij is een uitdrukkingsmiddel. En ons
volk heeft blijkbaar behoefte aan vele van
deze uitdrukkingsmiddelen. Men kan dat be
treuren, maar men lost het niet op door oude
vertrouwde gezichten tot één te maken. Dat is
een chirurgische ingreep waarin de kiezer de
bedrijvers ervan niet kan en wil volgen. Al
thans nog niet.
Bij de beoordeling van een verkiezingsuitslag
kunnen spoedig twee fouten worden ge
maakt. Men kan de betekenis van de ver
schuivingen overschatten en men kan die van
stabiliteit, hoezeer ook steeds in ruime mate
aanwezig, verwaarlozen. Het gevolg is, dat
men allerlei manoeuvres gaat uitvoeren, die
echter de mensen-van-de-verschuivingen
niet kunnen pakken, maar bovendien de
mensen-van-de-stabiliteit die het dan im
mers óók niet meer zien van zich ver
vreemden. Lansers advies was wijs: samen
werking vanuit het eigene.
Ik voorspel dat steeds meer politici het' zo
gaan zien; want ze mogen zich soms ver
gissen, in vergissing te volharden echter ligt
al evenmin in hun politieke lijn.
DIEMER
Als een kordaat silhouet schuift ze die middag langzaam over ons raam.
Ze draagt een fikse tas en belt aan iedere deur in het flat waarop wij uitzien.
Weigert iemand, geen nood. Ze belt vriendelijk bij de volgende rode deur.
„Daar moet je toch moed voor bezitten" zeggen we „zou ze van de Jehova's
getuigen zijn?" Wanneer ik ongastvrij slechts het keukenraampje open op haar
bellen, vraagt ze uitnodigend of ik mee wil doen aan een onderzoek over
kant-en-klare maaltijd in blik.