D0LDRAAIEN OF BIDDEN? Enquêtr!:e: „Gratis consumeren ligt de Nederlander wel" DEZE WEEK Kanttekening door Jeanne de Vlieger Vertrouwde gezichten Spaanse WATERRECHTBANK Het tweede hoofdstukje heet: De Oosterse Renaissance. Natuurlijk is de uitdrukking „het Oosten" van dubieuze waarde, omdat ze te algemeen is. „Thai land verschilt van Mongolië, en Tibet van Java of Japan niet minder dan de Zuidspaanse cultuur verschilt van de Zweedse of Britse" (19). Niet alles wat de auteur oosters noemt is in leder oos ters land terug te vinden. En het mooie en edele is ook daar betrekkelijk schaars. Maar toch: het westen levert indus trieproducten af, terwijl het oosten wij ze en vergeestelijkte mensen wil vor men. De westerse Jeugd zoekt b<»vu;«st- zijnsverruiming met psychedelische far- maca, maar dat soort bevrijding wordt te goedkoop verkregen en men blijft ten diepste die men is. De echte contempla tie evenwel is niet een waarheid ken nen, maar een waarheid worden (21). door dr. C. Rijnsdorp Onze universiteiten kweken geleer den, maar geen wijzen. „Het studenten protest is nog te ondiep inzoverre het alleen aanstuurt op maatschappijkritiek en veel minder op de rijping en zuive ring van de individuele gevoelens, want het is prettiger anderen te hervormen dan zichzelf" (22). In de grote oosterse culturen is ONT HECHTING het grote woord. „Men moet in de wereld zijn zo ongeveer als een dauwdruppel die los op het lotusblad ligt en er bij iedere beweging kan afval len" (23). De westerling streeft naar ontvouwing, naar ontplooiing van de mens; de oosterling zoekt vereenvoudi ging In hoofdstuk 3, De Yogi en de Com missaris (naar een artikel van de Hon gaars-Britse filosoof Arthur Koestier), stelt de auteur twee typen,, tegenover welgestelden, de middenstanders, geschoolde arbeiders en sociaal zwakken te vinden zijn. Mevrouw Langendoen, die dit werk al vijf jaar doet, staat soms paf van de antwoorden die zij krijgt. Bij een luchtvervuilings-enquète kreeg ze te horen: „Geen interes se", terwijl de mensen om wie het ging letterlijk onder de rook woon den van een fabriek, die dagelijks gevaarlijke stoffen de lucht in- slingert. Het is ook frappant te horen hoe weinig er bekend is over de Bij standswet. Wanneer een van uw kennissen In nood is en bijstand nodig heeft, tot welke instantie zou u ze aanraden om te gaan aan kloppen? was een vraag. Velen wisten nauwelijks te antwoorden. Iemand die staakt, heeft die recht op bijstand? „Nee hoor", waren vele antwoorden, „dan moeten ze maar gaan werken". In plaats van het te verwachten: laten ze zich bij een bond aansluiten. Wanneer een bejaarde een huis bezit, heeft hij dan recht op bijstand? Nee, was de onjuiste reactie, dan moe ten ze dat huis maar verkopen. Bij de arbeiders komt ze het makkelijkst binnen om haar vragen af te vuren. De sociaal zwakken zijn argwanend dat ze loopt te leu ren en ze moet hen dan ook over tuigen: mens is verkoop niets, ik wil alleen maar Jullie mening. Bij jonge middenstanders ontmoet ze veel begrip, ze weten wat een marktonderzoek is en zijn goed op de hoogte van veel zaken. Advo caten en artsen laten het dienst meisje aan de deur komen. Een kunst is ook om de directie van grote concerns te benaderen. Dé barrière vormt de secretaresse, die meestal onnodig gewichtig doet. Mevrouw Langendoen kan dat ge zien haar jeugdervaring goed plaat sen. Wanneer je eenmaal binnen bent in de directiekamer laat de „baas" zijn waardigheid al gauw varen, mits hij overtuigd is dat ik niets verkoop. Soms iVordt een enquêtrice per uur betaald en het is dan voor haar heel onvoordelig twee uur over een onderzoek waar een half uur voor staat, te doen. Ze zoekt zelf haar slachtoffers. „Als ik iets over vlieg reizen moet weten, prakkizeer ik: „waar vind ik ze?" Soms krijg ik adressen, een andere keer slechts een opdracht. Eén van de aardigste enquêtes was die onder studenten. Wie stelt de professoren aan, wie bestuurt de hogeschool? Hoewel je geïnte resseerd bent, de totaaluitslagen komt de enquêtrice niet te weten. Dat blijft het geheim van de op drachtgever. Een aardig onderzoek was dat in hoge flats in Delft. „Daar moest Ik zo'n flat kruiselings ondervragen, van linksonder tot rechtsboven en omgekeerd. Het ging om de voor- en nadelen van flatbewoning. Wat willen de bewoners er aan veran derd zien, zijn er voldoende voor zieningen zoals een winkelcentrum, scholen, postkantoor, kastrulmte, vuilafvoer. Klachten over liften, trappenhuizen en gehorigheid sprongen eruit. Ook deed ik mee aan een lande lijke verkeersenquête. Het record van de door mij ondervraagde per sonen was een zakenman, die zich drie en twintig maal per dag ver plaatste. Wat Ik ook leuk vind, dat zijn smaak-testen voor een bepaald produkt. We rijden dan met een bestelwagen en caravan en zetten die bijvoorbeeld neer in de Wagen straat in Den Haag, of in Delft op het Poptahof. De caravan is gezel lig ingericht, en wij nodigen voor bijgangers om binnen te komen voor een kopje koffie. Je bent voor zo'n test meestal ZELFS in deze week van tropi sche hitte, met kamerleden die hun jasje mogen uittrekken, fris drank genoeg maar flessen tekqrt, coloradokevers die de aardappe len bedreigen en zuinig aan met drinkwater, zelfs hu stroomt het nieuws zo overvloedig, dat we maar weer gauw op telegramstijl overschakelen. „Openbaar is alles wat niet geheim is", zou volgens een rap port-Biesheuvel de nieuwe norm voor het overheidsbestuur moe ten worden. -#■ De VVD stelt zich opnieuw eigenzinnig op, nu over de kinderbijslag, en Roolvink wil wel weten wat hij aan de libera len heeft. -#■ De Kamer in tijd nood: korter vakantie. -X- Wet»- ontwerp-Westerterp voor recht streekse Europese verkiezingen. -X- PvdA wenst: alle onderwijzers vrij van dienst. -X- Luchtmacht be zuinigt, minder StarfighterS in -de lucht. -X- De regering acht enkele executies in mei 1940 niet in overeenstemming met het militai re recht. -X- Stakende ambteea- ren krijgen geen straf meer. Om de leefbaarheid: proces| in Den Haag om een geprojecteerde provinciale weg door de duinen van Wassenaar. -X- Plannen voor een nationaal park tussen Den Haag en Leiden. -X- Nog veel ru moer om het Staelduynse bos. -X- Nieuwegein wordt een nieuwe stad in Utrecht. Minister Luns eredoctor in da VS. -X- VVD's Haya van Some ren met voorkeurstemmen be halve in de Rotterdamse ook in de Rijnmondraad, en wat nu? -X- Het overlijden op 54-jarige leef tijd van Surinames oud-premier Pengel. Latijns-Amerika in het nieuws. „Het" voetbal in Mexico (naar de kwartfinales vier Europese landen, Rusland, Engeland, West-Duits- land, Italië, en vier Amerikaanse, Mexico, Brazilië, Peru en Uru guay). -X- En het afzetten van de Argentijnse president Ongania door de militaire junta. -X- En de ontvoering van weer een West- duitse ambassadeur, nu in Brazi lië. -X- En Peru, waar het leven is ontwricht door de aardbeving, waarvan het aantal slachtoffers op 50.000 wordt gesteld. (In de kerken wordt zondag of over een week gecollecteerd, en ook num mer 777 van het Rode Kruis staat open voor Peru). Gevechten in Jordanië tussen gewone troepen en guerrilla's; honderden doden; Syrië dreigt de guerrilla's te helpen; een Ameri kaans militair attaché doodge schoten; koning Hoessein zwicht voor de Palestijnse eisen en stuurt zijn oom de opperbevel hebber weg. -X- Gevechten om en over het Suezkanaal. -X- Steun voor premier Rumor bij verkie zingen in Italië. -X- Oe Thant van dc VN vraagt de tempelrulnes van Angkor Vat in Cambodja toch te ontzien. -X- Amerika gaat voor goed weg uit Cambodja, zegt mi« nister Rogers. Pools vliegtuig gekaapt (naar Denemarken), Tsjechisch vliegtuig gekaapt (naar West-Duitsland). Dr. Zijlstra waarschuwt, nu In Bazel, voor inflatie. Almaar verder stijgt de spanning op da arbeidsmarkt De prijzen zijn stabiel. -X- Plan van de vakbon den om Rollend-Materieel-Werk-. spoor-VMF te redden. -X- Een nieuw soort vennootschap: de B^ (besloten vennootschap) zonder! publikatieplicht van jaarverslagen, -X" EEG fixeert de landbouwprijs zen. -X- De Textielunie lijdt eeé gevoelig verlies en laat 500 ma| afvloeien. ZATERDAG 13 JUNI 1970 met een team. Er wordt gretig op ingegaan door de passanten, gratis iets consumeren ligt de Nederlan der wel! Heb je iemand al eens ondervraagd, dan komen ze bij een volgende test prompt weer. Natuur lijk krijg je ook gekke reacties, mannen die oneerbare voorstellen doen. Maar we zijn mans genoeg om dat af te wimpelen". Een enquêtrice moet haar weg zelf vinden. Ze heeft weinig contact met collega's. Ze valt ook niet onder de paraplu van een CAO, en moet als gehuwde werkende vrouw een dot inkomstenbelasting betalen, die immers berekend wordt over haar Inkomen en dat van haar man bij elkaar opgeteld; ze komt vrijwel zeker aan het maximum van de premieheffing. Wordt ze ziek dan is dat haér risico. Ze betaalt premie, maar haar man krijgt bij een overlijden van haar geen weduwnaarspensioen. „Je hebt niets om op terug te vallen en ik vind dat discriminatie tegenover de werkende vrouw", zegt mevrouw Langendoen. „Op de kansels praat men over Viet nam en democratisering, omdat men over God niets meer te zeggen heeft, niet alleen omdat men geen religieuze ervaring heeft, maar omdat men ook de geschriften van de grote geestelijke schrijvers en mystieken, die wèl erva ring hadden, niet meer kent" (bl. 13). „En in de kerken mag langzamerhand best wat minder over Vietnam worden gepreekt en wat meer over de oude vraag, die de leerlingen aan Jezus stal den: 'Heer, leer ons bidden' (38/9). Deze citaten kan men vinden in Han ■Fortmann, Oosterse Renaissance (Am- boboeken, Bilthoven, 67 blz., ƒ5.50). ■Prof. dr. H. M. M. Fortmann (1912-1970) ^heeft zich in de laatste jaren van zijn leven,, met de dood voor ogen, verdiept in hindoeïsme en boeddhisme. Hij heeft zelfs nog drie studiereizen gemaakt, naar India, Ceylon en Thailand. Hij heeft dit boekje op zijn sterfbed persklaar gemaakt. Eerst nog enkele ge gevens over de auteur. Hij studeerde te Nijmegen, na zijn priesterwijding in 1936, klassieke literatuur en psycholo gie. Van 1943 tot 1947 was hij kapelaan |ln Leeuwarden, van 1947 tot 1957 gees telijk verzorger bij de r.k. jeugdbewe- ipiging. Voorts was hij (tot 1959) hoofdre- dacteur van het pedagogisch maandblad Dux; daarna hoogleraar aan de Nij meegse universiteit. Hij doceerde daar algemene en vergelijkende psychologie, Ite vooral ten aanzien van religie en cul- De schrandere lezer zal begrepen hebben, dat Fortmanns protest tegen de .vietnamisering" van de preek in de roomse kerken een veel wijdere strek- ld( king heeft Hij plaatst, heel globaal ge- ta zegd. de oosterse mens tegenover de westerse mens, vooral de westerse mens zoals die zich na de ontdekking van Amerika expansief heeft ontplooid. Laat Ik beginnen met te zeggen dat postuum verschenen boekje de I® schets kan voorstellen van een dik we- tenschappelijk werk, voor het schrijven waarvan hem evenwel de tijch ontbroken heeft. Maar zelfs in deze bescheiden omvang en In deze beschaafde en intel ligente praatstijl komt Fortmanns bedoe- reidheid, tot een ontmoeting tussen oost en west. Het waren de zending en de missie, die zich openstelden voor het eigen karakter van de oosterse mens, daarbij gedreven door de Impuls van het evangelie. Bij de beroemde Stanley Jonas ging dat zo ver, dat hij zich bijna met de oosterse denk- en gevoelswijze Identificeerde. Aan de andere kant zitten vandaag nog heel wat westerse christenen aan een soort Kipllng-complex vast, waarbij het erop aan komt dat de blanke chris ten zijn superioriteit handhaaft. Maar zelfs hierover gaat het eigenlijk niet in Fortmanns zwanezang-in-proza. Zoals gezegd: zijn horizon is veel rui mer en zijn bedoeling gaat veel dieper. De auteur constateert een groeiende ontevredenheid over het eenzijdig ratio nalistische en objectivistische karakter van de Europees-Amerikaanse cultuur, die wel veel technisch-wetenschappe- lijke prestaties heeft geleverd, maar het eigenlijk menselijke te vaak heeft ver waarloosd (7). Er is een groeiende aandacht voor het Oosten, o.a. uitkomende in de grote belangstelling voor bewustzijnsverande ring: een van de grondthema's van de vergelijkende cultuurpsychologie. Het eerste hoofdstukje, getiteld Hier en Nu, pleit met Aldous Huxley voor een veel intensere beleving van het ogenblik, voor een systematische training In de waarneming en In eerstehands ervarin gen van wat hier en riu zich aandient (9). Het heden dringt alleen onvolledig of mismaakt tot ons door. Wij horen vaak alleen wat wij willen horen (10): wij nemen de dingen waar vrijwel alleen nog naar hun utiliteitsas pect, naar hun nuttlgheldekant (11). De waarneming kan veel rijker zijn, zij kan o'e werkelijkheid openbaren in haar oer- kwalltelten. Kunstenaars begrijpen dit en voor het kind zijn de dingen nog nieuw, hevig, bewegend (11). De onvertroebel- je waarneming kan voorbereiding en voorwaarde zijn voor de ontmoeting met God (13). De econoom Keynes hekelde de westeree „purposiveness", de over spannen doelbewustheid, die ons ken merkt. Vlucht uit de werkelijkheid: jongeren gebruiken drugs om hun be wustzijn te verruimen. elkaar: de Indische teruggetrokken le vende yogi en de actieve (communisti sche) commissaris. De commissaris ge looft in verandering van buitenaf. Hij streeft naar een radicale reorganisatie van het systeem van goederenproduktie en -distributie. De yogi gelooft dat niets kan worden verbeterd door uitwendige organisatie en alles door de individuele poging van binnenuit (31). In een wereld die niets wil zijn dan een goed geolied uurwerk kan men niet leven. Maar Koestier zag ook de zwak heden van de yogi in; beiden, zowel de yogi als de commissaris, lopen in hun eenzijdigheid vast. Een revolutie van buitenaf verandert'de mensen innerlijk niet - dit tegen de commissaris. Om sociale structuren te veranderen is deskundigheid, inzicht en berekening nodig - dit tegen de yogi (33). Als de wereld werkelijk veranderd kan worden, moet dat komen van een synthese, zegt Fortmann: wij moeten zijn yogi en com missaris in één persoon, activiteit en contemplatie 6amen (35). Wij in het westen hebben de helft van onze per soonlijkheid verloren, het contact met de grond der ziel, onze heelheid en heiligheid, 'man's wholeness and ho.li- ness' (37). Maar wat moet een bus chauffeur na acht uur dienst met een boekje over yoga doen? Die synthese komt zomaar niet tot stand. De verdere hoofdstukjes heten Peper en Zielen (dat zochten namelijk de Por tugezen op Ceylon), Schoonmaak of Verarming? en Het Gevaarlijke Ik. Het zou mij te ver voeren ook daarvan de inhoud na te vertellen. Laat ik de rest van mijn ruimte gebruiken voor enkele opmerkingen. Zelf dicht bij de dood, kan ik Fort manns beschouwing zo van binnen uit begrijpen. Wij willen de ons resterende tijd en geest niet gebruiken om wat te sleutelen aan de status quo. Het gaat ons om wijde, wereldhistorische per spectieven. Als ik Kipling uit het hoofd goed geciteerd heb. schreef hij: „never the twain shall meet", d.w.z. hij lustte die verbinding niet. Ook als er „will" staat in plaats van „shall" (ik heb het gedicht helaas niet bij de hand), is Kip- lings bedoeling toch dezelfde. Maar wat wij vandaag beleven is een gedwongen, ja geforceerde confrontatie van oost en west, noord en zuid. Alle hemelstreken dringen op elkaar in en alle culturen zijn In gisting, in een soort barensnood om te komen tot één plane taire cultuur, die natuurlijk innerlijk zeer geschakeerd zal zijn. Zoals de pax Romana van keizer Augustus nodig was om de weg te ba nen voor de komst van Christus in het vlees, zo zal een mondiale cultuur in een labiele vrede6Sltuatie misschien voorafgaan aan Christus' wederkomst als een dief in de nacht. Niemand weet dit. maar het lijkt mij toe dat de bijbelse gegevens in die richting wijzen. Fortmann wil zo ver niet doordenken; hij blijft geleerde en is geen visionair. Misschien spreekt hier wijsheid uit, een niet willen vluchten uit het hier en nu. De auteur voert een pleidooi voor een herwaardering van het contemplatieve, voor de geestelijke concentratie, voor gebed en gezonde mystiek. Niet om daarvan alleen alle heil te verwachten, maar als correctie op het doldraaiende, westerse sotlvisme. IN een tijd waarin zich vele veranderingen voltrekken kan het veranderen zélf tot een maniertje gaan worden. Door de nuchtere mens echter wordt dit soort van veranderen bij weging te licht bevonden. Hij wijst het af. We hebben het nu weer gezien in onze poli tiek. Daar moest, vonden de beroepspolitici, hevig aan samenwèrken en aan samengaan worden gedaan. Combinaties in allerlei hoe danigheid werden op touw gezet. Maar be houdens plaatselijke of streeksgewijze uit zonderingen bleek het niet erg „aan te slaan". Het heeft Lanser van de ARP al gebracht tot zijn wijze advies: in 1971 liever niet een ge zamenlijke lijst voor de drie grotere christe lijke partijen. Waarom het niet aanslaat? Naar mijn mening omdat de kiezer afwijzend staat tegenover verandering die er een lijkt van om de ver andering en waarin iets wezenlijks ver trouwds verdwijnt. ER verandert tegenwoordig al zo heel veel waaraan niets te „veranderen" valt in de zin van dat het niet is tegen te houden. Men stelle zich voor, wat dit voor de mens betekent. Het een na het ander wat hem vertrouwd was valt weg en wordt vervangen. Als hem dan bovendien veranderingen worden voor gesteld waarvan de noodzaak niet is aange toond, maar waarbij wel iets vertrouwds wordt opgeofferd, dan tekent hij protest aan. Bijvoorbeeld door bij verkiezingen weg te blijven. De kiezer en hij heeft daarin gelijk is geneigd om ons partijstelsel te aanvaarden als op natuurlijke wijze uit ons volksbestel gegroeid en opgekomen. Hij heeft het gevoel, dat wie deze kijk van hem op dat partijstelsel probeert te doorkruisen tegelijk trachtende is hem als mens en als burger de wet voor te schrijven, te „manipuleren". En hij wordt in werkelijkheid al zo over dadig gemanipuleerd, dat hij zich verzet als hij dat eindelijk eens kan. En bij verkiezingen kan het. WAT zich hier wreekt, is dat vele beroeps politici een van het volk afwijkend type zijn gaan vertonen. En dat moest niet zelden ling volkomen duidelijk over. Dat hij de overbekende woorden van Rudyard Kip ling: „East is east and west is west, and never the twain shall meet" (Oost is oost en west is west, en nooit zullen die twee elkaar waarlijk ontmoeten) niet ci teert, zal wel een kwestie van (ver fijnde) smaak zijn. Alleen de geestelijke middenstander bedient zich van rond slingerende citaten. Toch zou het zin hebben gehad, maar dan om een andere reden. Kipling, de jingo, verheerlijker van En- gelands koloniale macht, wilde deze bei de werelden liever gescheiden houden. In Engeland heeft men later van hem gezegd: „Hij is de spreekbuis van de clubs, en schrijft als een lid van de heersende klasse in een land van enkel inboorlingen". Hier ontbrak eenvoudig de wil, de be- Prof. dr. H. M. N. Fortmann Valencia is zo ongeveer het „Westland" van Spanje. Het is een brandpunt van agrarische activiteiten. Door hoge bergen beschut en door zuidelijke zon beschenen levert het bijna con tinu een weelde aan groenten en fruit. Vooral het fruit geniet een zekere faam. Een zeer grool percentage van de citrusvruch ten, sinaasappels, mandarijnen en citroenen die in ons land worden geconsumeerd komen hier vandaan. Maar, waar veel zon is daar is ook veel warmte en waar veel warmte is vaak weinig water. Toch zijn het vooral die citrus vruchten die voor hun groei zeer veel water nodig hebben. Omdat de regélval in deze stre ken beslist onvoldoende is, om aan deze vraag te voldoen, heeft mén uitgebreide ifrigatiewerken aangelegd. Deze bevloeiings werken dateren in feite nog uit de prille tijd toen de Moren Spanje onder hun heerschappij hadden. De Moren hadden deze „Tuin van Valencia", al in de twaalfde eeuw tot een vruchtbare vlakte herschapen. Het water voor de kanalen werd onttrokken aan twee rivieren welke dit gebied doorsnijden, de Tura en de Ju- car. Enkele hoofdkanalen voe ren het water naar vele zijka nalen en poelen. Het openen en sluiten van de sluizen geschiedt volgens een nauwkeurige dienstregeling. Deze dienstre geling is voor élke boer bin dend en het toezicht op de naleving geschiedt door een speciale Waterrechtbank Op speciale dagen houdt, deze waterrechtbank zitting voor de deur van de apostelen" bij de Kathedraal. Het zijn zeven boe ren die hier, ten aanschouwe van het volk, uitspraak doen over waterkwesties. Het te laat openen van slui zen, kan de doorvoer van het water naar een nabuur vermin deren en deze man aldus schade berokkenen. Wanneer blijkt dat iemand aldus heeft gehandeld, legt de Waterrechtbank soms flinke boetes op. In bepaalde gevallen wordt het boetegeld toegekend aan de eisende partij. De zwaarste straf die men kan opleggen is het tijdelijk geheel afsnijden van de watertoevoer. Het zijn deze maatregelen ech ter die zorgen dat de waterver deling zelden tot strubbelingen aanleiding geeft. Zij is de eerste die ondervraagt. Even later draaien we de rollen om. Wat beweegt mevrouw P. G. Langendoen uit Vlaardingen om en quêtrice te worden. „Ik was uitge- naaid èn uitgebreid" verklaart ze de bondig. Ze heeft drie kinderen. Toen de jongste haar zorgen niet meer zo nodig had zocht ze een part time baan als secretaresse, haar oude beroep. Het bedrijfs leven toonde geen belangstelling. Nu zou ze niet meer willen, een hele dag op kantoor. Achter iedere deur een ander ge zin met eigen wensen en grieven, dat is veel boeiender. Je kunt je eigen tijd indelen. Je kunt een enquête, dat een bureau van markt onderzoek je opdraagt, ook weige ren als het je niet schikt. Je be houdt een grote mate van vrijheid. bij vakantie, ziekte van kinderen, logés. Het is geen beroep voor een beduusd vrouwtje, constateert ze nuchter. Je moet een zeker initiatief kun nen ontplooien. Ze kan het andere vrouwen, die een zekere spraak- ontwikkeling hebben, zeker aanbe velen, maar, het belangrijkste: je moet mensenkennis bezitten en met iedereen, van hoog tot laag, kun nen omgaan. Er zijn legio instanties en zaken die razendnieuwsgierig zijn naar wat de „doornee-Nederlander" denkt, weet en doet Omdat die doornee-Nederlander nu eenmaal niet bestaat, worden honderden ondervraagd, uit alle lagen van de bevolking. Zo'n „laag" kiest de enquêtrice zelf uit. Ze moet binnen haar rayon dus weten waar de leiden tot communicatiestoornissen met het volk. Ik heb me soms verbaasd over voorspellingen van politici met betrekking tot de uitslag. Wie als journalist of als redacteur zijn „eigen" contacten had, meende op zijn beurt al te moeten aannemen dat het wel eens an ders kon uitpakken. Niet zelden kreeg hij gelijk. De kiezer is in de meeste gevallen een zo men wil traag wezen. Correcter uitgedrukt: hij is afkerig van verandering die niet tege lijk een belangrijke verbetering is. Want elke verandering betekent voor hem verandering in het hem vertrouwd geworden gezicht. En ook een partij heeft een gezicht. Zeker is dat het geval met een oudere partij die al heel wat heeft doorstaan, maar die, desnoods gehavend, niettemin overeind is blijven staan. DE wetenschap van de sociologie kan hier veel wetenschappelijks over zeggen. Óver wat men „gedragspatronen" noemt bij voorbeeld. Een partij is een uitdrukkingsmiddel. En ons volk heeft blijkbaar behoefte aan vele van deze uitdrukkingsmiddelen. Men kan dat be treuren, maar men lost het niet op door oude vertrouwde gezichten tot één te maken. Dat is een chirurgische ingreep waarin de kiezer de bedrijvers ervan niet kan en wil volgen. Al thans nog niet. Bij de beoordeling van een verkiezingsuitslag kunnen spoedig twee fouten worden ge maakt. Men kan de betekenis van de ver schuivingen overschatten en men kan die van stabiliteit, hoezeer ook steeds in ruime mate aanwezig, verwaarlozen. Het gevolg is, dat men allerlei manoeuvres gaat uitvoeren, die echter de mensen-van-de-verschuivingen niet kunnen pakken, maar bovendien de mensen-van-de-stabiliteit die het dan im mers óók niet meer zien van zich ver vreemden. Lansers advies was wijs: samen werking vanuit het eigene. Ik voorspel dat steeds meer politici het' zo gaan zien; want ze mogen zich soms ver gissen, in vergissing te volharden echter ligt al evenmin in hun politieke lijn. DIEMER Als een kordaat silhouet schuift ze die middag langzaam over ons raam. Ze draagt een fikse tas en belt aan iedere deur in het flat waarop wij uitzien. Weigert iemand, geen nood. Ze belt vriendelijk bij de volgende rode deur. „Daar moet je toch moed voor bezitten" zeggen we „zou ze van de Jehova's getuigen zijn?" Wanneer ik ongastvrij slechts het keukenraampje open op haar bellen, vraagt ze uitnodigend of ik mee wil doen aan een onderzoek over kant-en-klare maaltijd in blik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 15