C'70 geeft stadshart impuls Pasar Malam: leven zonder Westerse neurose Huib Goudriaan «MWDAG 6 JUNI 1970 „Rotterdam wordt een gezellige stad!" Deze uitspraak, die jaren i achtereen in den lande slechts hoongelach had kunnen verwekken, is nu alweer een maand gerechtvaardigd. Sinds de op 5 mei j.l. ge- i opende manifestatie C'70 de binnenstad in een arsenaal van uiteen- lopende activiteiten, terrassen en kroegjes heeft omgetoverd, krijgt het leven rondom de Coolsingel weer de kleur, die voor 1940 zo kenmerkend was. I Prof. dr. R. Wentholt schrijver van „De binnenstadsbeleving en I Rotterdam", een in 1968 verschenen boek dat de stedebouwkundige gebreken van het nieuwe Rotterdam aantoonde, een boek ook dat volgens deskundigen een „kleine revolutie" heeft ontketend geeft In onderstaand vraaggesprek met Huib Goudriaan zijn visie op de huidige gedaanteverwisseling van de stad, en spreekt zich tevens uit over enkele stedebouwkundige facetten. In een van die knusse cafeetjes aan Stadhuisplein en Coolsingel. waar Rotterdammers en toeristen de laatste keken hun pilsje of koffie drinken, zegt hij: „Ik wil uijn waardering uitspreken voor de resultaten, die C'70 pet de „stoffering" van de binnenstad heeft bereikt, pet is een positieve bijdrage aan de leefbaarheid van iet centrum, door de rijkdom aan variatie, de levendig heid en de verschillende activiteiten." (Fotoi Herbert Behren^j „Ik wil bepaald niet zeg en, dat dit het resultaat is jan mijn aanbevelingen mensen kunnen dezelfde enkbeelden hebben), maar re zien hier wel de prak- ische toepassing van mijn rgumentering. Ik heb bij oorbeeld geschreven dat et niet hindert of de „stof- ïring" lelijk is, als ze iaar grillig en levendig is n de lege plekken op een ^varieerde manier worden bgevuld. Dat is nu gebeurd, ii daar ben ik blij mee." Aan het woord is prof. dr. R. Jentholt (46), hoogleraar in de pciale psychologie aan de Eco- ^rnische Hogeschool te Rotter- nJn zijn studie over de bin- vtadsbelevïng in Rotterdam 58) analyseerde hij mild en tfzeker, de gebreken van de brbouwde stad. Overigens: niet alleen in Rot- lam, in heel Europa droegen verkeerstechnische eisen, de daardisering in de bouwnij verheid en de „moderne zake- Vjkheid" in de architectuur er bij, dat dodende eentonig- en gebrek aan intimiteit de -fc' steden teisteren. Valt er nu d een oordeel te vellen, een ba lans op te maken, na 25 jaar wederopbouw? Prof. Wentholt: „Ik geloof, dat het hiervoor nog te vroeg is. Het structuur geven aan de stad is nog in volle gang. Er zijn nu twee mogelijkheden. Ten eerste: het kan veel erger worden, door het grondig ruïneren van stads wijken ten behoeve van invals wegen (bijvoorbeeld in het Oude Noorden.). Ten tweede: het kan ook veel beter worden, omdat er meer bewustwording is over het probleem hoe de stad leefbaar moet worden ge houden, bij de bevolking zowel als bij een welwillend gemeen tebestuur." „Het grote probleem is echter het automatisme van diensten, die voortgaan de bevolking voor voldongen feiten te stellen: overwegingen als welzijnsfacto- ren zijn nog niet in de besluits- vorming ingebouwd. Daarom moet ervoor worden gezorgd, dat de mensen die voor de leef baarheid opkomen die dus niet direct verkeerstechnische en economische belangen verte genwoordigen op hun taak berekend zijn." „Er staan op het ogenblik be langrijke zaken op het spel: stadswijken en een stadsrivier als de Rotte worden bedreigd. Het Oude Noorden en Croos- wijk hebben veel positieve kan ten: de mensen wonen er graag, het is er gezellig. De Rotte zou juist moeten worden „verbe terd", tot een natuurlijk ele ment in de stad moeten worden gemaakt en zelfs tot in de city dienen te worden doorgetrok ken." (Wentholt zegt in zijn boek over de waarde van het nog be staande oude: „Het contrast tussen de ontstane nieuwbouw en de overgebleven oude stads- stoffering is dermate groot, de nieuwe stoffering is qua stads- beleving nog dermate onbevre digend en het overgebleven oude is een dermate belangrijke functie gaan vervullen voor de visuele en psychische stadsbele- ving, dat uitermate voorzichtig zal moeten worden omgespron gen met verdere afbraak." Sprekend over de reeds „ge plande" afbraak van het Witte Huis wijst hij op de waarde hiervan voor het stadssilhouet: „Dit oude stukje Rotterdam heeft een visuele aantrekkelijk heid en symbolische belevings waarde, die zijn vernietiging zonder uiterste noodzaak tot een cultureel barbarisme van het ergste "allooi zou bestempelen"). Wat moet er dan gebeuren met de oude wijken? Wentholt: „Ze dienen te wor den gereconstrueerd. Nauwe straatjes kunnen eventueel worden vervangen door plein tjes, want de bebouwingsdicht heid moet niet opgeheven, maar vergroot worden." „Met wegen, die als injectie naalden in de stad doordringen, maak je de stadsstructuur ka pot, en los je de verkeersproble matiek ook niet op. We weten immers drommels goed dat het gemotoriseerde privé-verkeer over tien jaar toch anders zal worden aangepakt." Wat vindt u van het maken van winkelcentra, zoals in Zuid, naast het centrum in de bin nenstad? Wentholt: „Nevencentra zijn natuurlijk nodig; die hebben een duidelijke functie. Het lijkt me stedebouwkundig fout een volwaardig concurrerend cen trum van Zuid te maken: de binnenstad is nog zo'n teer beestje dat het alle impulsen hard nodig heeft. Acht u de kritiek op C'70 dat het geld bijvoorbeeld beter aan de wijken had kunnen wor den besteed, en dat bepaalde objecten zijn mislukt ge rechtvaardigd? Wentholt: „Deze cafeetjes zijn een enorme verrijking voor het beleven van de stad. Als het hart gezellig is geworden en dat vind ik heel belangrijk voor de bevolking vind ik het se cundair om te gaan redetwisten of bepaalde objecten al dan niet zijn geslaagd." „Wat de kritiek op de beste ding van het geld betreft: er is een bepaalde hoeveelheid geld en dan moeten er prioriteiten worden bepaald; daarover kan ik moeilijk oordelen. Er moest worden gekozen tussen activi teiten in de wijken en tussen het verlevendigen van het cen trum, dat van belang was voor de hele stadsbevolking. Wat dal laatste betreft lag er een taak, die is onderkend en dat moet ik bepaald waarderen." In de NiRiC heeft K. Wiekart geschreven dat Rotterdam wel iswaar gezellig is geworden, maar „helaas door de kitsch van de kermis". Hoe denkt u daar- Wentholt: „Het ging er inde eerste plaats om aan te tonen dat de kale, functionele, alleen maar zakelijke city, meteen leef baar kan worden gemaakt. Dat is nu bereikt en Wiekart be treurt dat dit met kitsch-mid- delen is gebeurd. Als we echter hadden moeten wachten, tot elk object er op esthetisch verant woorde wijze was gekomen, lie pen we kans op twee mogelijk heden. Ten eerste dat het te lang zou hebben geduurd en ten tweede dat het esthetisch zo was uitgekiend dat de noodza kelijke levendigheid en het spontane detail hadden ontbro ken." Ook vrees ik dat we in dat geval niet de speelse ontwerpers Prof. Wentholt over Rotterdam: „Er staat veel op het spel" hadden gekregen, die Wiekart verlangt, maar weer de oudere functionalisten. In onze officiële estetica zitten we helaas nog te veel vast aan de principes van het functionalisme en hebben we te weinig aandacht voor spontaniteit en verrasssende te genstellingen". Vindt u dat paviljoens en/of cafeetjes van C'70 na de mani festatie moeten blijven staan? Wentholt: „Ik zou ze voorlo pig laten staan. We hebben nu gezien dat die speelsheid en af wisseling nodig zijn in het Rot terdamse stadsbeeld, en we kunnen nu zoeken naar de juis te mensen, die het bereikte kunnen uitbouwen". „Maar als er iets wordt ver vangen, mag het vooral niet te ziwaar en te degelijk worden, te rechthoekig functionalistisch. In het Rotterdamse stadsbeeld (met nadruk: in het Rotterdam se...) hebben we grillige en speelse vormen nodig." „In elk geval heeft C'70 op heel gevarieerde wijze de leegte in het centrum gevuld. De le vendigheid en de intensiviteit van het centrum is sterk toege nomen. Een deel van de visuele problematiek is hiermee aange pakt, en hoewel er nog veel moet gebeuren, vormt het een goed begin". Heeft de organisatie van C'70 u geraadpleegd? (Deze vraag omdat opvalt hoe is tegemoetge komen aan uw denkbeelden). Wentholt: „Nee, dat is niet gebeurd. Misschien dat mijn boek heeft doorgewerkt". Prof. Wentholt vertelt later dat de kritiek, in zijn boeli geuit op de wijze waarop Rot terdam is herbouwd, destijds hard is aangekomen. Hij be schouwde zijn stellingname al9 constructief en bepaald niet af brekend. Desondanks kwamen er afwerende reacties als: „Dat mag je niet zomaar zeggen", „dat wisten we al lang" en „daar is niets van waar". „Een meer blijvende reactie ia hoop ik. dat toch wordt inge zien, dat in mijn boek een pro blematiek wordt aangesneden, die moet worden aangepakt. En dat in het boek suggesties wor den gegeven, hoe het kan wor den aangepakt. Met C'70 is dit begonnen en ik hoop dat deze gevarieerde, rommelige vulling van het stadsbeeld niet zal ver dwijnen". „Ik woon nu zes jaar in Rot terdam en ik heb het altijd een fijne stad gevonden. Ik heb het gevoel dat hier veel kan gebeu ren, dat er de durf is om kno pen door te hakken en niet de gemakkelijkste weg te nemen". w Ean tropisch dorado, rantsoen voor één jaar Nederlandse menleving (Foto's Unlvarsa, Amsterdam) Met de vierdaagse pasar malam m de RAI in Amsterdam Is wel de Haagse hegemonie wat betreft weemoedige manifestaties gericht op Indisch-tndonesische cultuur en semi-cultuur doorbroken en het be zoekersaantal van bijna 50.000 is wel een bewijs, dat men de weg naar de hoofdstad wel heeft weten te vinden. Overigens, van weemoed of iets dergelijks is op deze pasar malam niets te merken en dat is mis schien goed ook. want de organi satoren is het primair om de moge lijkheid tot expansie van Indonesi sche produkten op de Nederlandse markt te doen en dit in een vorm van een pasar malam te gieten is de meest plezierige methode Deze pasar malam. in deze ver sie althans, is als eerste bedoeld in een reeks jaarlijkse en nu al hebben vele standhouders, het wa- ra* ar bij de honderd. <uah enthou siast opgegeven voor de tweede. Organisatoren van de „ooster se jaarmarkt" in de RAI (vorige week donderdag tot en met zon dag) waren de heren R. E. Joenoes en R. M. S. Tjokrohamidjojo, die (uiteraard) opgetogen waren over het succes van hun eersteling. De omzetten van standhouders over troffen vaak de verwachtingen en commercieel houvast vormt nu eenmaal de basis van welk evene ment dan ook. Eigenlijk Is de pasar malam een wezenlijk bestanddeel geworden van de Nederlandse samenleving en de vele produkten die er ver krijgbaar zijn. hebben allang niet meer dat exotisch accent, een symptoom misschien dat de Indo nesische invloed (zoals op culinair gebied) niet meer is weg te den ken. Het is iets om er dankbaar voor te ma, went de tadoneeieche aarv pak van de dingen van de dag is, om In de huidige terminologie te blijven, een alternatief, een tro pisch alternatief, om het leven te leven zonder westerse neurosen De organisatoren hebben niets achterwege gelaten om „hun" pa sar malam van alles te voorzien, wat er nodig is om het publiek, op dit terrein toch al verwend, tevre den, meer dan tevreden zelfs, te stellen. Dat het hun gelukt is. be wijzen de talloze reacties, die het alleen maar betreurden, dat Am sterdam pas nu een jaarmarkt, een tropische jaarmarkt, mocht „bele- Toch speelt de financiële kant van de zaak niet zo'n grote rol. want er waten stands, die er zo maar waren, die er gratis hun pro pagandistisch zegje mochten doen zoals een hoekje van het Wereld- natuurfonds. een stand van het Ne derlands Bijbelgenootschap an een v» m M baad vaa •**»- vangenen van overzee. Ook was er een grote afdeling Suriname, ten teken dat dit gebied ook onlosma kelijk verbonden is met Indonesië. Rondslenterend langs de vele stands de ene al kleurrijker dan de andere ondergingen wij de klanken en het feestrumoer van deze pasar malam als een wel daad. als lots wat wij als het ware nodig haddon. een onmisbaar deel van ons leven. BIJLAGE VAN HET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe leidse Courant Dordts Dagblad Natuurlijk was het niet alles In donesisch of Aziatisch wat wij za gen. ook specifiek Nederlandse „attracties" kwamen wij tegen, zo'n beetje ingekapseld in het andere patroon, zo'n beetje geaccepteerd, maar toch wat wezensvreemd? Maar het geeft niet, kermisattrec- acties moeten er toch wel zijn en inschrijfmogelijkheden op boekwer ken bevordert allicht de toch al gedevalueerde leeslust Artiesten met klinkende namen traden er op, zoals de Blue Dia monds, Sandra Reemer, het kron tjongorkest Samudera Indonesia, een Antilliaanse steelband, de Mo tions. om er maar enkele van de velen te noemen, er was een mo deshow van Indonesische kleder drachten. en de haast onafzienbare warongs", waar je van alles kunt eten wat in het dagelijks leven niet zo voorhanden is. Soms bleken de ingrediënten van bijvoorbeeld Ijs. niets specifieke Indonesisch te bé- vatten, maar dat zal wel een regie fout zijn geweest.... Het hoofddoel van deze pasar malam, sen Introductie van produk ten en nijverheidsartikelen uit tro pische landen, zoals de officiële formulering luidt, is ten volle ge slaagd. En dat het in zo'n pakket is ver pakt, dé grote Amstelhal van het RAI-gebouw (10.000 m2 oppervlak) „was een domein van een exotisch evenement, waar onder meer tro pische kunst en folklore, een luna park, een nijverheidsbeura en eta blissementen van culinaire caprio len. die dulzend-en-een tongstre- lende hapjes produceren, een ro mantisch arrangement vormen en het decor zijn van een bonte aan eenschakeling van een troplschi feest zonder weerga", Is alleen maar plezierig voor de tienduizen den bezoekers vsn een gastvrijs oase in een maatschappij, waar een dergelijke tolerante warmte haast ondenkbaar la

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 13