„Der Kuli" flirt toch weer met de televisie Seesf die vrij maakt intverzameling van jgjksmuseum verrijkt Mevrouw A. Jiskoots levenswerk bewaard van een DEZE WEEK Kanttekening Gezegd ZATERDAG 14 MB 1970 \E meidagen van dit jaar die in het teken stonden van de zilveren bevrijding gaven [oor wie daarop lette eigenlijk twee «re- weer. eerste was globaal genomen die van de die zowel de vrijheidsberoving als het van de vrijheid bewust hadden Meegemaakt. Voor hen stond het feit van de [evrijding zeer centraal. Zij herinnerden hoe zij daarnaar hadden gehunkerd en koe de inspanning van een onderdrukt volk jaarop was gericht geweest. Eindelijk was pj er, vielen de boeien af, ook de geestelijke, stond men opnieuw in de vrijheid, tweede, waarbij overigens aan de bete- is van de bevrijding niet werd voorbij- ien. was de gedachtengang van wie dit misschien niet bewust hadden meege- it en voor wie de vrijheid een zaak was zij, behalve in het jaar 1945, niet minder het jaar 1970 wensten te dateren. de eerstgenoemde gedachtengang over heerste ook in de meidagen van dit jaar de dankbaarheid omdat men. nu een sart eeuw geleden, uit het diensthuis was eleid. tweede gedachtengang echter had de nei- uit te lopen op enkele vragen. Die luid- hoe staat het vandaag met de vrijheid*; men na deze kwart eeuw werkelijk zeg- bevrijd te zijn?; en wat hebben we, der voor zich en ook als bevrijd volk, met toen verkregen vrijheid gedaan? ngrijke vragen, en naar het besef van weinigen even wezenlijk als in 1945 het van dc bevrijding wezenlijk was. In onze toch trekken velen zowel het bestaan als ons staan in de vrijheid in twijfel, zien over onze menselijke samenleving net van verbanden en structuren liggen, het ware een vogelvangersnet, waarbij [rat vrijheid heel wat méér is dan illusie en sdrog. ovendien, zeggen we, wie kan zich vrij voe- o die weet dat overal ter wereld nog zove- zijn voor wie het in genen dele vrijheid pk? Kunnen wij, die eens de vrijheid herkre- en, onverschillig staan tegenover de druk, slaverij, de discriminatie, de ontrechting, vandaag nog van zovelen het bittere lot l? /[ISSCHIEN kunnen we stellen, dat tegen- woordig de vrijheid, nadat ook in ons »nd de mens daarbij overal in zijn hoeda nigheid van biirger betrokken is geweest, eerst recht een probleem aan het worden is van de mens in zijn hoedanigheid van méns. Dat komt ook daarin uit, dat men zeker, en we hebben het ervaren öm de vrijheid verlegen kan zijn, maar ook mét de vrijheid. Dat beseft wie bedenkt hoezeer de mens van tegenwoordig tegelijk veel èn weinig kan. Die mens kan ontzaglijk veel, bijvoorbeeld op het gebied van de wetenschap. Straks kan hij ook mensen maken, zo schijnt het wel. Maar tegelijk ls daar de huiver en de vraag' mag wat kan? Waar liggen de grenzen? Hoe ver reikt de vrijheid? Tegelijk is er het weinige kunnen. Is er de onmacht in de oplossing van heel gewone aardse problemen, ook in situaties waarin het aan vrijheid niet schijnt te schorten. Ook dan immers voelt men zich niet zelden door muren omgeven en blijven deuren gesloten. Ook deuren naar mensenharten. Inderdaad, in hoeverre zijn we bevrijd?; en wat maken we van de vrijheid? TN deze zelfde meimaand waarin we ons, persoonlijk en als volk, op onze vrijheid bezinnen valt morgen een andere viering: die van het Pinksterfeest. Dat is het feest van de Geest. En aan de Geest is het om het onmogelijke mogelijk té maken. Om ons te laten uittillen boven ons zelf. Om ons het gevoel van wezenlijke be vrijding te geven dat we hier toch nog zo vaak missen. Om ons uit te heffen boven begrijpelijke ontmoediging, en om ons tot dadendrang te bewegen. De Geest ook die muren laat wegvallen en die gesloten deuren opent. Zowel de deuren waarachter wij ons zelf hebben verschanst en gevangen gezet als die welke anderen voor zichzelf hebben dichtgetrokken. Waar de Geest is. daar is vrijheid. Wat moet de krant tegenwoordig weer vaak mededelingen doen van staten die gevangen zitten in de machteloosheid om elkaar te vin den, en van andere kortsluitingen in het menselijke vlak. Wat er nog aan vrijheid in is, is van een verdrietige schamelheid. Maar de Geest wil het met ons blijven pro beren en vraagt ons, het met Hem te pro beren. Wanneer dan de Geest ons vrij maakt, is er van en mét die vrijheid ook wel wat te maken. DIEMER Verleden jaar nom hij „voorgoed" afscheid van zijn miljoe nen Iv-fans: Hans Joachim Kulenkampf, in eigen land en ver door buiten huiselijk en hartelijk bekend als „der Kuli". Kuli is een zeer bekwaam acteur, zowel in het theater als bij de film en zijn contracten raakten in de knel door zijn maande lijkse quiz voor Duitsland I. Bovendien had hij er gewoon geen zin meer in. Jarenlang was hij de ster van het spel „Einer wird gewinnen", dat de VARA nu met Mies Bouwman als „Een van de acht" naspeelt. We behoeven het U nauwe lijks in herinnering te brengen (want de NOS nam af en toe een uitzending over en in het Oosten van het land werd druk naar dit Duitse programma ge keken) dat bij Kuli geen kran telezers, maar acht nationali teiten elkaar de prijs van 2000 mark betwistten. Op den duur begon dit avondvullende spel Kulenkampf te vervelen. En geen wonder: zijn hoofse conversatie met de deelnemers vormde een flink onderdeel van het programma: hij moest uitgebreid praten op zijn eigen geestige manier, want de kijkers moesten Kuli echt ..ontmoeten." Maar de tv-kritiek had daar niet mee op, evenmin als Kuli zelf. Meermalen maakte hij daar tijdens de uitzendingen opmer kingen over: „De critici zullen morgen wel weer schrijven: wat heeft Kulenkampf lang gekletst', maar ja, het is voorschrift." Intussen stonden toneelgezel schappen te dringen om hem glanzende hoofdrollen aan te bieden en de filmmakers schreeuwden om „Kulenkampf." „Voordat ik vervelend word op de beeldbuis ga ik weg," kondigde de beroemde quizmas ter toen aan. „Ik wil mij weer helemaal wijden aan mijn werk als acteur." De loeiende en jammerende protesten van de ARD zelf en van de kijkers schoof hij weg. Hij kwam niet terug op zijn hoogst verstandig besluit. Natuurlijk behoefde zijn enorme publiek hem niet te missen: het liep de theaters en de bioscopen af om hem te zien en de lovende kritieken werden gretig gelezen. In de Bondsre publiek ls Kuli een nationale fi guur, van wie men alles weet. Iedereen is ervan op de hoog te, dat „der Kuli" een toege wijde echtgenoot en vader is. Voor hem geen kapotte huwelij ken, geen veronachtzaamde kin deren. „Men" kent zijn aardig gezin, men is er helemaal van op de hoogte wanneer Kuli thuis is en wanneer op tournee met een toneelgezelschap, wan neer hij vakantie heeft en hoe hij dan toegeeft aan zijn grote hobby, het zeilen. Dit jaar, schrijven de kranten, heeft Kuli een nieuw zeiljacht gekocht, groter dan het vorige en bin nenkort vaart hij met zijn gezin uit. Hans Joachim Kulenkampf is geboortig uit Bremen. Hij heeft zich nooit met politiek bemoeid en stond nimmer aan de nazi kant. Hij is zijn loopbaan als acteur x-jaren geleden begon nen en heeft zich een grote car rière opgébouwd. Juist als veel bewonderd, geliefd acteur werd hij bijna twintig jaar geleden als quizmaster door de Hes- sische omroep gelanceerd. In al die jaren heeft Kuli herhaalde malen een of ander half jaar vakantie genomen van de beeldbuis. Nu zou hij voor goed zijn weggegaan.... maar kijK, hij flirt toch weer met de gedachte aan een her-optreden, zwichtend voor de stroom van smekingen die hem van alle zij den bereikt. Niet in het minst van de tele visie zelf. En dat wordt nu dringend, want d« vrije tv- maatschappij ZDF, die nu ook wel eens een graantje van Ku- lenkampfs populariteit die gro te kijkdichtheid oplevert, wil meepikken, zou hem grandioze voorstellen hebben gedaan. Dat was genoeg voor Hans- Otto Grünefeldt, directeur van de Hessische omroep, om zich duchtig achter het oor te krab ben en eens voorzichtig te in formeren, onder welke condities Kuli eventueel toch weer terug zou willen komen als quizmas ter. „Wij houden onze belofte, hem tot najaar 1971 met rust te laten," zegt Grünefeldt, „maar misschien heeft hij dan weer eens genoeg van het theater en de film. Ik vrees, dat wij hem niet eerder kunnen terugkrij gen." De voorzichtige informatie leverde geen negatief resultaat op, maar ook geen echt positief. „Kijk eens," zei Kulenkampf, „een van mijn voorwaarden zou zijn: een totaal nieuw spel. Het vorige was een blijvend succes, maar dat is afgelopen en we kunnen het niet meer opwar men. Ik zou een heel andere richting uit willen— maar wel ke? Het stellen van vragen be hoort nu eenmaal bij een quiz zoals muziek bij een opera." Grünefeldt: „Wij geven de moed niet op, want Kuli's eis is billijk. We maken ernst met het construeren van een heel ander quizprogramma. Tot nu toe hebben we door de jaren heen alle spelprogramma's zelf be dacht, we hebben er maar een gekocht. We moeten nu ook kunnen komen tot een nieuwe originele vondst, met Kulen kampf als middelpunt." Een andere voorwaarde van Kuli is: meer honorarium. Ook dat acht Frankfurt niet onrede lijk. Kulenkampf is een rijk man, maar hij heeft onafgebro ken en heel hard gewerkt voor zijn geld. Bij de omroep nam hij genoegen met een vrij be scheiden honorarium en toch wist hij heel goed, dat andere tv-prominenten soms wel het rfhebsters van fijne hand- >n moeten eens de kant- van het Rijksmuseum in terdam binnenlopen. Daar lelijk tot september van lar een prachtige verza- ig kant te bewonderen, sigen bezit van het mu- werd op 28 april verrijkt 'Heen groot geschenk: de ;ej)meling van mevrouw A. ^ot-Pierson te Baarn. Het kft was oorspronkelijk ge- iken aan de Vereeniging ^antsalet, die het op H beurt aan het Rijksmu- vi overdroeg. It kantklossen mag zich in groei verheugen. Dank zij de cursussen van on der meer de Stichting Goed Handwerk komt dit oude hand werk weer in zwang. In een tijd waarin zelfs borduurwerk be heerst wordt door de techniek (de bordurende naaimachine!), wegwerpmeubelen en kleding zich een plaats veroveren, voe len velen zich aangetrokken tot de oude kunst van klosjes, kus sen en spelden. Langzaam groeit door het vaardig en vakkundig gooien der klosjes onder geduldige handen het fijne kant. Dit is mogelijk dank zij de enkelingen die de oude kunst verzamelden, en op haa r beurt weer over- Deze crinoline-japonstrook met schulpen ie een fraai staaltje van naaldkant, eind vorige eeuw in België ge klost. droegen op het volgende ge slacht. Zo'n enkelinge was mevrouw A. Jiskoot (1891—1969). In 1937 werd ze tweede secretaresse van Het Kantsalet, in 1960 pre sidente en drie jaar geleden, op 75-jarige leeftijd, werd ze bij haar aftreden benoemd tot ere lid. Onze lezers in Delft herinne ren zich ongetwijfeld de kant tentoonstelling in 1950, waar voor zij zich beijverde. Tijdens de tentoonstelling veertig jaar Kantsalet in 1965 konden fijn proevers genieten van enige zeer zeldzame Chantilly-kanten o.a. het maskertje, die mevrouw Jiskoot aan het Rijksmuseum ten geschenke gaf omdat deze soort onvoldoende vertegen woordigd was inde collectie. Mevrouw Jiskoot was ooit leerling van mevrouw L. W. van der Meulen-Nulie, die zij inspireerde tot het schrijven van het gezaghebbende werk „Kant" van 1936. Haar klein dochter verzorgde een vertaling van dit boek in het Engels. Deze vrouw had haar leven verpand aan kant: ze verzorgde haar verzameling door systematisch opbergen, etiketteren en expo seren. Zij streefde ernaar, specimina van elk type, hoe onbekend ook, te kunnen voorleggen. Ieder die het kantsalet 'bezocht en de lichtbeelden zag, kon de opge dane kennis aan echte kanten toetsen Haar collectie draagt een documentair karakter; in de veelheid van soorten leert de aandachtige kijker de vaak uit erst kleine verschillen te onder scheiden Soms gaat die docu mentatie ten koste van absolute gaafheid. Voortaan zal het Kantsalet met de 230 toegevoegde stuks kant uit de zestiende tot de twintigste eeuw bij lezingen ge bruik maken van de gelegateer de documentatie-albums en ar tikelen over kant. Hiermede wordt het streven van de erf laatster bestendigd om de kennis en de liefde voor kant zo ruim mogelijk te verspreiden. Het oudste geschonken kant bevat sierranden van een dwaal (handdoek) en kelkdoekjes in point-coupé sneewerk en open borduursel. Het komt uit Italië en stamt uit de perio de 1560-1600. Van eigen bodem zien we tul- le-doorstopwerk uit Friesland, werk van mevrouw Van der Meulen en gebreide kant uit Friesland. Zakdoeken, doekjes, jabotjes, kleedjes, gordijnstrook, kraagjes en manchetjes, schul- penstroken, pelerine-kragen en een doopsluier. Het is maar een greep uit de rijke aanwinst die liefhebsters beslist moeten gaan zien. iur leidt tot alles. De schrijver Roger van de heeft bij Nijgh Van Ditmor '•[boek gepubliceerd, getiteld WT OP ANTWOORD (123 9.90), een half-autobiogra- I pamflet, waarin hij verslag ^fengt van zijn ervaringen met Zifcchtbank en de psychiaters, hij tijdens een achtjarige op- ing in Belgische gevangenissen •stellingen onderging. Hij was liger ure verslaafd geraakt pzalii tLu. palf ii :ium en had doktersbriefjes bist om aan zijn trekken te ko men. Voor 'instellingen' zeggen wij inrichtingen en met doktersbriefjes zullen wel recepten bedoeld zijn. ..Palfium is een analgeticum dat een tiental jaren geleden door een Belgische chemicus op de farmaceutische markt werd gebracht en met veel Bamumrecla- me werd aangeprezen als een soort won dermiddel met het actieve pijnstillende ef fect van morfine, maar, zo dacht men. zonder schadelijke nevenwerking die bij het gebruik van andere opiumderivaten resulteert in psychische en lichamelijke gewenning. Aanvankelijk was het produkt dan ook vrij in de apotheken te verkrij gen, zoals een buisje aspirines of een flesje Haarlemmerolie Na verloop van weinig tijd werden tal rijke artsen in binnen- en buitenland ech ter tot hun verbazing geconfronteerd met hardnekkige palfiumanen, die alle sympto men vertoonden van de typische toxico- manen. Ingevolge deze ervaringen en na een nieuw laboratoriumonderzoek werd het zogenaamd onschadelijke „wonder middel" prompt op de lijst van de narco- tica's geplaatst" (51/2). Van de Velde is niet de enige schrijver die aan palfium ten offer viel. Hij noemt Malaparte en Fran^oise Sagan, Malaparte is gestorven en Francoise Sagan met rust gelaten. Enigszins spijtig constateert Van de Velde dat hij op het gebied van nar cotica een „triestige amateur" is. Hij weet weinig of niets van de hasjiesj van Baudelaire, de opium van Cocteau, de hypnose van Desnos, de peyotl van Ar- taud, de heroïne van Prévert. de morfine van Queneau, de mescaline van Michaux, de carbontetrachloure van Daumal. de marihuana van de hippies en de LSD van de „purple few". Hij verwijst voor nadere inlichtingen naar Simon Vinkenoog, „die in dat op zicht een sinds lang erkende en in be paalde kringen gewaardeerde promotor is. Ook hij heelt er in de gevangenis voor gezeten, zij het dan hoop en al zes weken. Als men mijn mening vraagt: zes weken te lang. maar Simon teert nog altijd op de publiciteit." Aldus Van de Velde op bl. 50. De professionals komen vrij of lopen vrij rond, de dilettanten geraken tussen de raderen van de wetgeving, beklaagt zich Van de Velde. En is het slikken van pilletjes vergelijkbaar met wurging, brand stichting en verkrachting? En zo schrijft hij zijn protest, .een eenzaam manifest, jarenlang opgefokt in volstrekte afzonde- ring" (12). Hij beklaagt er zich over. „dat geen enkele psychiater vooralsnog in staat is gebleken om mij enige hulp te verlenen" (59). Hij houdt vol „dat een toxicomaan tijdens een verblijf in de gevangenis on mogelijk met zichzelf in het reine kan komen" (90). En dit terwijl de psychiaters in feite in de moderne rechtspleging (van België. C.R.) over méér absolute macht beschikken dan de rechter, het openbaar ministerie, de verdediging en desgeval lend de jury. „Hij is een soort deus-ex- machina, die m9t een wetenschap pelijke, extra-jurfdische, en men zou bijna durven zeggen supra-juridische analyse de verantwoordelijkheid en derhalve het schuldaandeel in de misdaad bepaalt en zijn oordeel tegenover niemand hoeft te verantwoorden" (94). „In vrijwel alle landen wordt, met meer of minder succes, geëxperimenteerd met de juridische psychiatrie maar nergens wordt de imaginaire scheidingslijn tussen zogenaamde normale en abnormale de- linkwenten zo scherp en willekeurig ge trokken als in het Belgisch strafrecht" (94). Van de Velde had reeds drie bundels verhalen op zijn naam staan, toen hij zijn verweer schreef: Galgenaas. De Slaapka mer, De knetterende schedels. Wat dat galgenaas betreft, vertelt hi| dat hij gege ten, gedronken en geslapen heeft met de meest godvergeten schurken van België en omstreken. Enkelen onder hen hebben zijn sympathie gewonnen en hij erkent verbazende morele kwaliteiten te hebben ontdekt eerder bij moordenaars dan bij het kleine, vulgaire gespuis. „Dialoog blijft mogelijk over alle morele, intellec tuele en emotionele hindernissen heen." Maar er zijn twee vragen die hem het meest bezighouden: Wie be paalt het verschil tussen normaal en ab normaal? En: Wat is verslaving ten diep ste en waar komt ze vandaan? De Duitse neuroloog Paul Julius Möbius heeft eens schertsend gezegd: „Normal ist eina mildere Form von Schwachsinn", normaal is een iets milde re vorm van zwakzinnigheid. En wijlen prof. H. C. Rümke uit Utrecht heeft be toogd: „Ik ben van mening dat protest meestal aan de basis ligt van vele vor men van verslaving. Protest dan als reac tie op een gevoel van tekort en kwets baarheid" (56, 108). Wat mij bij het lezen getroffen heeft, is de nuchtere toon van dit boekje. Maar zoals bij veel Vlamingen merkt men ach ter het Nederlands het Frans; ook de zinsbouw wijst op belezenheid in Franse literatuur. Naar ml|n smaak zijn de zinnen veel te lang. Van de Velde is geen fanati cus; hij zegt rake dingen tegen de „platte jongens" in de hedendaagse. Nederlands talige letterkunde er hij kiest voor de Franse spiritualiteit tegenover de Hol landse platheid en ruwheid. De opmerking die mij het meest ge troffen heeft, staat op bl. 23. Het gaat daar over vrijheid en anarchie. Van de Velde keert zich tegen „de verhitte kam pioenen der absolute vrijheid, die de on belemmerde ontbolstering van de per soonlijkheid al te vaak verwarren met anarchie van woord, gedrag en ethiek. Zulke anarchistische stroming is zeker geen monopolie van deze tijd, maar de mentaliteit is nooit voor dien zo expliciet ale een cultuurstljl gehuldigd." (Spatiëring van mij, C. R.). In deze uitspraak ligt de kiem van een belangrijke cultuurhi8torische uiteenzet ting, die ons veel duidelijk kan maken van wat we om ons heen zien gebeuren. Intussen worden in Vlaanderen pogingen In het werk gesteld om Van de Velde vrij te krijgen. dubbele verdienden. Daarom stelt hij nu zijn eigen eisen ook op dit gebied: hij weet wat hij waard is en hij verkoopt zich zelf niet meer „onder de prijs." De directie in Frankfurfc maakt daartegen geen be zwaar. Grünefeldt zegt: „Kuli zal nooit ongehoorde sommen vragen. Ik ken hem al zoveel jaren als een integere man, ik weet dat hij het niet te bont maakt. Maar als hij terug wil komen volgend winterseizoen, zullen wij hem met vreugde be talen wat hij vraagt. Het komt hem toe." Intussen moet er dan wel een gloednieuw idee voor een avondvullende quiz op tafel zijn gekomen. Dat kost de Hessische omroep meer hoofdbrekens dan het verhoogde honorarium. Maar Hans-Joachim heeft nog geen enkele toezegging gedaan. Daarom hangt er nog erg veel in de lucht. Niettemin wrijven de Duitse kijkers zich hoopvol in de han den: „Kuli komt vast 'wel te rug," menen zij. NOOIT ïn het jaar is het bultee zo mooi geweest als deze week voor Pinksteren. Straks, na het laatste feest van het kerkelijk jaar, begint voor ons gevoel de zomer, met de examens en de vakanties. Een beetje voorbarig? Maar we leven snel. En duur, want „het leven" is weer duurder geworden, zoals dat In onze merkwaardige krante- koppentaai allengs is gaan hetem We zijn eraan gewend, zoals aart het almaar dalen van ds werk loosheidscijfers. Werkgevers In de metaal vragen steeds luider om ruimer toelating van buiten landse arbeiders, want de pro- duktie stagneert door schrijnend gebrek aan mensen. Toch beter dan andersom, al blijft het voor komen dat fabrieken moeten slui ten, zoals de Phoenix -Fongers - Germaan in Groningen, of Inkrim pen zoals De Industrie (kleding!) In Rotterdam. De Akzo verwacht dit jaar een gelijke winst als in 1969 én «en betere pil. Philips boekt het eer ste kwartaal 128 miljoen winst. De jongste staatslening valt niet zs goed. En wat verder weg: er wordt een enorme olievoorraad in de Noordzee aangeboord, en de IOS, het beleggingsrijk van Be- rnie Cornfeld, moet reorganise ren. Ernstig is de wrevel in eigen land en erbuiten over Amerika'» ingrijpen in Cambodja. Hier leidt het tot een breuk in de Partij van de Arbeid: de Kamerleden Goedhart en Schuitemaker scha ren zich achter het begrip dat da regering voor Nixons stap heeft en gaan een DS'70-fractle vor men. Van de regeringspartijen valt alleen de ARP het kabinet op dit punt aan. Nixon zelf betoogt dat de inval in Cambodja de oorlog in Indo china bekort en dat is toch ook de bedoeling van de demonstre rende jongeren? Die houden zich tamelijk rustig in Amerika. Wel zijn er ernstige rassenonlusten. Israël treedt op tegen guerrilla- -aanvallen vanuit Libanon. Al spoedig trekt het zich terug, wel licht is de actie mislukt. Even la ter komen Syrische strijdkrachten Libanon binnen het vlat Liba non (evenmin als Jordanië) ook niet mee, tot vrede met Israël te komen, want Syrië en Irak zien scherp toe. Ten slotte nog: Amerika en Bonn leveren Griekenland weer wapens lesp. vliegtuigen. Labour is in de gunst bij de Engelsen. Aanslagen op vliegtuigen en kan toren van oe Spaanse luchtvaart maatschappij Iberla. Olympisch» Spelen 1976 in Montreal en Den ver, tot ongenoegen van de Rus sen. En In eigen land: Rusland wijst de derde man van onze ambassa de uit, en dat hadden we al ver wacht omdat Den Haag twe» Russen had weggestuurd. Er komt geen landelijk onderzoek naar hart- en vaatziekten. Stu denten ageren tegen het plan- -Veringa. De herbenoeming van voorzitter De Pous in de SER aan de orde. Het executeren van de serteurs (of wie daarvoor werden aangezien) in de meidagen van '40 blijft de gemoederen bezig houden. Toen Hit'er Polen op 1 septem ber 1939 binnenviel, luidde het officiële communiqué van het Duitse oppercommando, dat het een tegenaanval was. Het offf- ci communiqué In Saigon ge bruikte dezelfde benaming voor de Amerikaanse inval In Cam bodja. (Wüliam Shlrer, Washing ton Post). De Zuidvietname8e president Thieu ls nooit bereid geweest se rieus met Noord-Vietnam of de Vietcong te onderhandelen. Slechts het terugtrekken vart Amerikaanse troepen kan hem dwingen met de communisten trt onderhandelen. (Harriman). JLAGE VAN ET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17