„Der Kuli" flirt toch
weer met de televisie
Seesf die vrij maakt
intverzameling van
jgjksmuseum verrijkt
Mevrouw A. Jiskoots
levenswerk bewaard
van een
DEZE
WEEK
Kanttekening
Gezegd
ZATERDAG 14 MB 1970
\E meidagen van dit jaar die in het teken
stonden van de zilveren bevrijding gaven
[oor wie daarop lette eigenlijk twee «re-
weer.
eerste was globaal genomen die van de
die zowel de vrijheidsberoving als het
van de vrijheid bewust hadden
Meegemaakt. Voor hen stond het feit van de
[evrijding zeer centraal. Zij herinnerden
hoe zij daarnaar hadden gehunkerd en
koe de inspanning van een onderdrukt volk
jaarop was gericht geweest. Eindelijk was
pj er, vielen de boeien af, ook de geestelijke,
stond men opnieuw in de vrijheid,
tweede, waarbij overigens aan de bete-
is van de bevrijding niet werd voorbij-
ien. was de gedachtengang van wie dit
misschien niet bewust hadden meege-
it en voor wie de vrijheid een zaak was
zij, behalve in het jaar 1945, niet minder
het jaar 1970 wensten te dateren.
de eerstgenoemde gedachtengang over
heerste ook in de meidagen van dit jaar
de dankbaarheid omdat men. nu een
sart eeuw geleden, uit het diensthuis was
eleid.
tweede gedachtengang echter had de nei-
uit te lopen op enkele vragen. Die luid-
hoe staat het vandaag met de vrijheid*;
men na deze kwart eeuw werkelijk zeg-
bevrijd te zijn?; en wat hebben we,
der voor zich en ook als bevrijd volk, met
toen verkregen vrijheid gedaan?
ngrijke vragen, en naar het besef van
weinigen even wezenlijk als in 1945 het
van dc bevrijding wezenlijk was. In onze
toch trekken velen zowel het bestaan
als ons staan in de vrijheid in twijfel,
zien over onze menselijke samenleving
net van verbanden en structuren liggen,
het ware een vogelvangersnet, waarbij
[rat vrijheid heel wat méér is dan illusie en
sdrog.
ovendien, zeggen we, wie kan zich vrij voe-
o die weet dat overal ter wereld nog zove-
zijn voor wie het in genen dele vrijheid
pk? Kunnen wij, die eens de vrijheid herkre-
en, onverschillig staan tegenover de druk,
slaverij, de discriminatie, de ontrechting,
vandaag nog van zovelen het bittere lot
l?
/[ISSCHIEN kunnen we stellen, dat tegen-
woordig de vrijheid, nadat ook in ons
»nd de mens daarbij overal in zijn hoeda
nigheid van biirger betrokken is geweest,
eerst recht een probleem aan het worden is
van de mens in zijn hoedanigheid van méns.
Dat komt ook daarin uit, dat men zeker,
en we hebben het ervaren öm de vrijheid
verlegen kan zijn, maar ook mét de vrijheid.
Dat beseft wie bedenkt hoezeer de mens van
tegenwoordig tegelijk veel èn weinig kan.
Die mens kan ontzaglijk veel, bijvoorbeeld
op het gebied van de wetenschap. Straks kan
hij ook mensen maken, zo schijnt het wel.
Maar tegelijk ls daar de huiver en de vraag'
mag wat kan? Waar liggen de grenzen? Hoe
ver reikt de vrijheid?
Tegelijk is er het weinige kunnen. Is er de
onmacht in de oplossing van heel gewone
aardse problemen, ook in situaties waarin het
aan vrijheid niet schijnt te schorten. Ook
dan immers voelt men zich niet zelden door
muren omgeven en blijven deuren gesloten.
Ook deuren naar mensenharten.
Inderdaad, in hoeverre zijn we bevrijd?; en
wat maken we van de vrijheid?
TN deze zelfde meimaand waarin we ons,
persoonlijk en als volk, op onze vrijheid
bezinnen valt morgen een andere viering:
die van het Pinksterfeest.
Dat is het feest van de Geest. En aan de
Geest is het om het onmogelijke mogelijk té
maken. Om ons te laten uittillen boven ons
zelf. Om ons het gevoel van wezenlijke be
vrijding te geven dat we hier toch nog zo
vaak missen. Om ons uit te heffen boven
begrijpelijke ontmoediging, en om ons tot
dadendrang te bewegen. De Geest ook die
muren laat wegvallen en die gesloten deuren
opent. Zowel de deuren waarachter wij ons
zelf hebben verschanst en gevangen gezet
als die welke anderen voor zichzelf hebben
dichtgetrokken. Waar de Geest is. daar is
vrijheid.
Wat moet de krant tegenwoordig weer vaak
mededelingen doen van staten die gevangen
zitten in de machteloosheid om elkaar te vin
den, en van andere kortsluitingen in het
menselijke vlak. Wat er nog aan vrijheid
in is, is van een verdrietige schamelheid.
Maar de Geest wil het met ons blijven pro
beren en vraagt ons, het met Hem te pro
beren.
Wanneer dan de Geest ons vrij maakt, is er
van en mét die vrijheid ook wel wat te
maken.
DIEMER
Verleden jaar nom hij „voorgoed" afscheid van zijn miljoe
nen Iv-fans: Hans Joachim Kulenkampf, in eigen land en ver
door buiten huiselijk en hartelijk bekend als „der Kuli".
Kuli is een zeer bekwaam acteur, zowel in het theater als bij
de film en zijn contracten raakten in de knel door zijn maande
lijkse quiz voor Duitsland I. Bovendien had hij er gewoon geen
zin meer in. Jarenlang was hij de ster van het spel „Einer wird
gewinnen", dat de VARA nu met Mies Bouwman als „Een van
de acht" naspeelt.
We behoeven het U nauwe
lijks in herinnering te brengen
(want de NOS nam af en toe
een uitzending over en in het
Oosten van het land werd druk
naar dit Duitse programma ge
keken) dat bij Kuli geen kran
telezers, maar acht nationali
teiten elkaar de prijs van 2000
mark betwistten.
Op den duur begon dit
avondvullende spel Kulenkampf
te vervelen. En geen wonder:
zijn hoofse conversatie met de
deelnemers vormde een flink
onderdeel van het programma:
hij moest uitgebreid praten op
zijn eigen geestige manier, want
de kijkers moesten Kuli echt
..ontmoeten." Maar de tv-kritiek
had daar niet mee op, evenmin
als Kuli zelf.
Meermalen maakte hij daar
tijdens de uitzendingen opmer
kingen over: „De critici zullen
morgen wel weer schrijven: wat
heeft Kulenkampf lang gekletst',
maar ja, het is voorschrift."
Intussen stonden toneelgezel
schappen te dringen om hem
glanzende hoofdrollen aan te
bieden en de filmmakers
schreeuwden om „Kulenkampf."
„Voordat ik vervelend word
op de beeldbuis ga ik weg,"
kondigde de beroemde quizmas
ter toen aan. „Ik wil mij weer
helemaal wijden aan mijn werk
als acteur."
De loeiende en jammerende
protesten van de ARD zelf en
van de kijkers schoof hij weg.
Hij kwam niet terug op zijn
hoogst verstandig besluit.
Natuurlijk behoefde zijn
enorme publiek hem niet te
missen: het liep de theaters en
de bioscopen af om hem te zien
en de lovende kritieken werden
gretig gelezen. In de Bondsre
publiek ls Kuli een nationale fi
guur, van wie men alles weet.
Iedereen is ervan op de hoog
te, dat „der Kuli" een toege
wijde echtgenoot en vader is.
Voor hem geen kapotte huwelij
ken, geen veronachtzaamde kin
deren. „Men" kent zijn aardig
gezin, men is er helemaal van
op de hoogte wanneer Kuli
thuis is en wanneer op tournee
met een toneelgezelschap, wan
neer hij vakantie heeft en hoe
hij dan toegeeft aan zijn grote
hobby, het zeilen. Dit jaar,
schrijven de kranten, heeft Kuli
een nieuw zeiljacht gekocht,
groter dan het vorige en bin
nenkort vaart hij met zijn gezin
uit.
Hans Joachim Kulenkampf is
geboortig uit Bremen. Hij heeft
zich nooit met politiek bemoeid
en stond nimmer aan de nazi
kant. Hij is zijn loopbaan als
acteur x-jaren geleden begon
nen en heeft zich een grote car
rière opgébouwd. Juist als veel
bewonderd, geliefd acteur werd
hij bijna twintig jaar geleden
als quizmaster door de Hes-
sische omroep gelanceerd.
In al die jaren heeft Kuli
herhaalde malen een of ander
half jaar vakantie genomen van
de beeldbuis. Nu zou hij voor
goed zijn weggegaan.... maar
kijK, hij flirt toch weer met de
gedachte aan een her-optreden,
zwichtend voor de stroom van
smekingen die hem van alle zij
den bereikt.
Niet in het minst van de tele
visie zelf. En dat wordt nu
dringend, want d« vrije tv-
maatschappij ZDF, die nu ook
wel eens een graantje van Ku-
lenkampfs populariteit die gro
te kijkdichtheid oplevert, wil
meepikken, zou hem grandioze
voorstellen hebben gedaan.
Dat was genoeg voor Hans-
Otto Grünefeldt, directeur van
de Hessische omroep, om zich
duchtig achter het oor te krab
ben en eens voorzichtig te in
formeren, onder welke condities
Kuli eventueel toch weer terug
zou willen komen als quizmas
ter.
„Wij houden onze belofte,
hem tot najaar 1971 met rust te
laten," zegt Grünefeldt, „maar
misschien heeft hij dan weer
eens genoeg van het theater en
de film. Ik vrees, dat wij hem
niet eerder kunnen terugkrij
gen."
De voorzichtige informatie
leverde geen negatief resultaat
op, maar ook geen echt positief.
„Kijk eens," zei Kulenkampf,
„een van mijn voorwaarden zou
zijn: een totaal nieuw spel. Het
vorige was een blijvend succes,
maar dat is afgelopen en we
kunnen het niet meer opwar
men. Ik zou een heel andere
richting uit willen— maar wel
ke? Het stellen van vragen be
hoort nu eenmaal bij een quiz
zoals muziek bij een opera."
Grünefeldt: „Wij geven de
moed niet op, want Kuli's eis is
billijk. We maken ernst met het
construeren van een heel ander
quizprogramma. Tot nu toe
hebben we door de jaren heen
alle spelprogramma's zelf be
dacht, we hebben er maar een
gekocht. We moeten nu ook
kunnen komen tot een nieuwe
originele vondst, met Kulen
kampf als middelpunt."
Een andere voorwaarde van
Kuli is: meer honorarium. Ook
dat acht Frankfurt niet onrede
lijk. Kulenkampf is een rijk
man, maar hij heeft onafgebro
ken en heel hard gewerkt voor
zijn geld. Bij de omroep nam
hij genoegen met een vrij be
scheiden honorarium en toch
wist hij heel goed, dat andere
tv-prominenten soms wel het
rfhebsters van fijne hand-
>n moeten eens de kant-
van het Rijksmuseum in
terdam binnenlopen. Daar
lelijk tot september van
lar een prachtige verza-
ig kant te bewonderen,
sigen bezit van het mu-
werd op 28 april verrijkt
'Heen groot geschenk: de
;ej)meling van mevrouw A.
^ot-Pierson te Baarn. Het
kft was oorspronkelijk ge-
iken aan de Vereeniging
^antsalet, die het op
H beurt aan het Rijksmu-
vi overdroeg.
It kantklossen mag zich in
groei verheugen.
Dank zij de cursussen van on
der meer de Stichting Goed
Handwerk komt dit oude hand
werk weer in zwang. In een tijd
waarin zelfs borduurwerk be
heerst wordt door de techniek
(de bordurende naaimachine!),
wegwerpmeubelen en kleding
zich een plaats veroveren, voe
len velen zich aangetrokken tot
de oude kunst van klosjes, kus
sen en spelden.
Langzaam groeit door het
vaardig en vakkundig gooien
der klosjes onder geduldige
handen het fijne kant. Dit is
mogelijk dank zij de enkelingen
die de oude kunst verzamelden,
en op haa r beurt weer over-
Deze crinoline-japonstrook met schulpen ie een fraai staaltje van naaldkant, eind vorige eeuw in België ge
klost.
droegen op het volgende ge
slacht.
Zo'n enkelinge was mevrouw
A. Jiskoot (1891—1969). In 1937
werd ze tweede secretaresse
van Het Kantsalet, in 1960 pre
sidente en drie jaar geleden, op
75-jarige leeftijd, werd ze bij
haar aftreden benoemd tot ere
lid.
Onze lezers in Delft herinne
ren zich ongetwijfeld de kant
tentoonstelling in 1950, waar
voor zij zich beijverde. Tijdens
de tentoonstelling veertig jaar
Kantsalet in 1965 konden fijn
proevers genieten van enige
zeer zeldzame Chantilly-kanten
o.a. het maskertje, die mevrouw
Jiskoot aan het Rijksmuseum
ten geschenke gaf omdat deze
soort onvoldoende vertegen
woordigd was inde collectie.
Mevrouw Jiskoot was ooit
leerling van mevrouw L. W.
van der Meulen-Nulie, die zij
inspireerde tot het schrijven
van het gezaghebbende werk
„Kant" van 1936. Haar klein
dochter verzorgde een vertaling
van dit boek in het Engels. Deze
vrouw had haar leven verpand
aan kant: ze verzorgde haar
verzameling door systematisch
opbergen, etiketteren en expo
seren.
Zij streefde ernaar, specimina
van elk type, hoe onbekend ook,
te kunnen voorleggen. Ieder die
het kantsalet 'bezocht en de
lichtbeelden zag, kon de opge
dane kennis aan echte kanten
toetsen Haar collectie draagt
een documentair karakter; in de
veelheid van soorten leert de
aandachtige kijker de vaak uit
erst kleine verschillen te onder
scheiden Soms gaat die docu
mentatie ten koste van absolute
gaafheid.
Voortaan zal het Kantsalet
met de 230 toegevoegde stuks
kant uit de zestiende tot de
twintigste eeuw bij lezingen ge
bruik maken van de gelegateer
de documentatie-albums en ar
tikelen over kant. Hiermede
wordt het streven van de erf
laatster bestendigd om de kennis
en de liefde voor kant zo ruim
mogelijk te verspreiden.
Het oudste geschonken kant
bevat sierranden van een dwaal
(handdoek) en kelkdoekjes in
point-coupé sneewerk en
open borduursel. Het komt
uit Italië en stamt uit de perio
de 1560-1600.
Van eigen bodem zien we tul-
le-doorstopwerk uit Friesland,
werk van mevrouw Van der
Meulen en gebreide kant uit
Friesland. Zakdoeken, doekjes,
jabotjes, kleedjes, gordijnstrook,
kraagjes en manchetjes, schul-
penstroken, pelerine-kragen en
een doopsluier.
Het is maar een greep uit de
rijke aanwinst die liefhebsters
beslist moeten gaan zien.
iur leidt tot alles. De
schrijver Roger van de
heeft bij Nijgh Van Ditmor
'•[boek gepubliceerd, getiteld
WT OP ANTWOORD (123
9.90), een half-autobiogra-
I pamflet, waarin hij verslag
^fengt van zijn ervaringen met
Zifcchtbank en de psychiaters,
hij tijdens een achtjarige op-
ing in Belgische gevangenissen
•stellingen onderging. Hij was
liger ure verslaafd geraakt
pzalii
tLu.
palf ii
:ium en had doktersbriefjes
bist om aan zijn trekken te ko
men. Voor 'instellingen' zeggen wij
inrichtingen en met doktersbriefjes
zullen wel recepten bedoeld zijn.
..Palfium is een analgeticum dat een
tiental jaren geleden door een Belgische
chemicus op de farmaceutische markt
werd gebracht en met veel Bamumrecla-
me werd aangeprezen als een soort won
dermiddel met het actieve pijnstillende ef
fect van morfine, maar, zo dacht men.
zonder schadelijke nevenwerking die bij
het gebruik van andere opiumderivaten
resulteert in psychische en lichamelijke
gewenning. Aanvankelijk was het produkt
dan ook vrij in de apotheken te verkrij
gen, zoals een buisje aspirines of een
flesje Haarlemmerolie
Na verloop van weinig tijd werden tal
rijke artsen in binnen- en buitenland ech
ter tot hun verbazing geconfronteerd met
hardnekkige palfiumanen, die alle sympto
men vertoonden van de typische toxico-
manen. Ingevolge deze ervaringen en na
een nieuw laboratoriumonderzoek werd
het zogenaamd onschadelijke „wonder
middel" prompt op de lijst van de narco-
tica's geplaatst" (51/2).
Van de Velde is niet de enige schrijver
die aan palfium ten offer viel. Hij noemt
Malaparte en Fran^oise Sagan, Malaparte
is gestorven en Francoise Sagan met rust
gelaten. Enigszins spijtig constateert Van
de Velde dat hij op het gebied van nar
cotica een „triestige amateur" is. Hij
weet weinig of niets van de hasjiesj van
Baudelaire, de opium van Cocteau, de
hypnose van Desnos, de peyotl van Ar-
taud, de heroïne van Prévert. de morfine
van Queneau, de mescaline van Michaux,
de carbontetrachloure van Daumal. de
marihuana van de hippies en de LSD van
de „purple few".
Hij verwijst voor nadere inlichtingen
naar Simon Vinkenoog, „die in dat op
zicht een sinds lang erkende en in be
paalde kringen gewaardeerde promotor
is. Ook hij heelt er in de gevangenis
voor gezeten, zij het dan hoop en al zes
weken. Als men mijn mening vraagt: zes
weken te lang. maar Simon teert nog
altijd op de publiciteit." Aldus Van de
Velde op bl. 50.
De professionals komen vrij of lopen
vrij rond, de dilettanten geraken tussen
de raderen van de wetgeving, beklaagt
zich Van de Velde. En is het slikken van
pilletjes vergelijkbaar met wurging, brand
stichting en verkrachting? En zo schrijft
hij zijn protest, .een eenzaam manifest,
jarenlang opgefokt in volstrekte afzonde-
ring" (12).
Hij beklaagt er zich over. „dat geen
enkele psychiater vooralsnog in staat is
gebleken om mij enige hulp te verlenen"
(59). Hij houdt vol „dat een toxicomaan
tijdens een verblijf in de gevangenis on
mogelijk met zichzelf in het reine kan
komen" (90). En dit terwijl de psychiaters
in feite in de moderne rechtspleging (van
België. C.R.) over méér absolute macht
beschikken dan de rechter, het openbaar
ministerie, de verdediging en desgeval
lend de jury. „Hij is een soort deus-ex-
machina, die m9t een wetenschap
pelijke, extra-jurfdische, en men zou bijna
durven zeggen supra-juridische analyse
de verantwoordelijkheid en derhalve het
schuldaandeel in de misdaad bepaalt en
zijn oordeel tegenover niemand hoeft te
verantwoorden" (94).
„In vrijwel alle landen wordt, met meer
of minder succes, geëxperimenteerd met
de juridische psychiatrie maar nergens
wordt de imaginaire scheidingslijn tussen
zogenaamde normale en abnormale de-
linkwenten zo scherp en willekeurig ge
trokken als in het Belgisch strafrecht"
(94).
Van de Velde had reeds drie bundels
verhalen op zijn naam staan, toen hij zijn
verweer schreef: Galgenaas. De Slaapka
mer, De knetterende schedels. Wat dat
galgenaas betreft, vertelt hi| dat hij gege
ten, gedronken en geslapen heeft met de
meest godvergeten schurken van België
en omstreken. Enkelen onder hen hebben
zijn sympathie gewonnen en hij erkent
verbazende morele kwaliteiten te hebben
ontdekt eerder bij moordenaars dan
bij het kleine, vulgaire gespuis. „Dialoog
blijft mogelijk over alle morele, intellec
tuele en emotionele hindernissen
heen." Maar er zijn twee vragen
die hem het meest bezighouden: Wie be
paalt het verschil tussen normaal en ab
normaal? En: Wat is verslaving ten diep
ste en waar komt ze vandaan?
De Duitse neuroloog Paul Julius
Möbius heeft eens schertsend gezegd:
„Normal ist eina mildere Form von
Schwachsinn", normaal is een iets milde
re vorm van zwakzinnigheid. En wijlen
prof. H. C. Rümke uit Utrecht heeft be
toogd: „Ik ben van mening dat protest
meestal aan de basis ligt van vele vor
men van verslaving. Protest dan als reac
tie op een gevoel van tekort en kwets
baarheid" (56, 108).
Wat mij bij het lezen getroffen heeft, is
de nuchtere toon van dit boekje. Maar
zoals bij veel Vlamingen merkt men ach
ter het Nederlands het Frans; ook de
zinsbouw wijst op belezenheid in Franse
literatuur. Naar ml|n smaak zijn de zinnen
veel te lang. Van de Velde is geen fanati
cus; hij zegt rake dingen tegen de „platte
jongens" in de hedendaagse. Nederlands
talige letterkunde er hij kiest voor de
Franse spiritualiteit tegenover de Hol
landse platheid en ruwheid.
De opmerking die mij het meest ge
troffen heeft, staat op bl. 23. Het gaat
daar over vrijheid en anarchie. Van de
Velde keert zich tegen „de verhitte kam
pioenen der absolute vrijheid, die de on
belemmerde ontbolstering van de per
soonlijkheid al te vaak verwarren met
anarchie van woord, gedrag en ethiek.
Zulke anarchistische stroming is zeker
geen monopolie van deze tijd, maar de
mentaliteit is nooit voor
dien zo expliciet ale een
cultuurstljl gehuldigd."
(Spatiëring van mij, C. R.).
In deze uitspraak ligt de kiem van een
belangrijke cultuurhi8torische uiteenzet
ting, die ons veel duidelijk kan maken
van wat we om ons heen zien gebeuren.
Intussen worden in Vlaanderen pogingen
In het werk gesteld om Van de Velde vrij
te krijgen.
dubbele verdienden. Daarom
stelt hij nu zijn eigen eisen ook
op dit gebied: hij weet wat hij
waard is en hij verkoopt zich
zelf niet meer „onder de prijs."
De directie in Frankfurfc
maakt daartegen geen be
zwaar. Grünefeldt zegt: „Kuli
zal nooit ongehoorde sommen
vragen. Ik ken hem al zoveel
jaren als een integere man, ik
weet dat hij het niet te bont
maakt. Maar als hij terug wil
komen volgend winterseizoen,
zullen wij hem met vreugde be
talen wat hij vraagt. Het komt
hem toe."
Intussen moet er dan wel een
gloednieuw idee voor een
avondvullende quiz op tafel zijn
gekomen. Dat kost de Hessische
omroep meer hoofdbrekens dan
het verhoogde honorarium.
Maar Hans-Joachim heeft nog
geen enkele toezegging gedaan.
Daarom hangt er nog erg veel
in de lucht.
Niettemin wrijven de Duitse
kijkers zich hoopvol in de han
den: „Kuli komt vast 'wel te
rug," menen zij.
NOOIT ïn het jaar is het bultee
zo mooi geweest als deze week
voor Pinksteren. Straks, na het
laatste feest van het kerkelijk
jaar, begint voor ons gevoel de
zomer, met de examens en de
vakanties. Een beetje voorbarig?
Maar we leven snel.
En duur, want „het leven" is
weer duurder geworden, zoals
dat In onze merkwaardige krante-
koppentaai allengs is gaan hetem
We zijn eraan gewend, zoals aart
het almaar dalen van ds werk
loosheidscijfers. Werkgevers In
de metaal vragen steeds luider
om ruimer toelating van buiten
landse arbeiders, want de pro-
duktie stagneert door schrijnend
gebrek aan mensen. Toch beter
dan andersom, al blijft het voor
komen dat fabrieken moeten slui
ten, zoals de Phoenix -Fongers -
Germaan in Groningen, of Inkrim
pen zoals De Industrie (kleding!)
In Rotterdam.
De Akzo verwacht dit jaar een
gelijke winst als in 1969 én «en
betere pil. Philips boekt het eer
ste kwartaal 128 miljoen winst.
De jongste staatslening valt niet
zs goed. En wat verder weg: er
wordt een enorme olievoorraad in
de Noordzee aangeboord, en de
IOS, het beleggingsrijk van Be-
rnie Cornfeld, moet reorganise
ren.
Ernstig is de wrevel in eigen
land en erbuiten over Amerika'»
ingrijpen in Cambodja. Hier leidt
het tot een breuk in de Partij van
de Arbeid: de Kamerleden
Goedhart en Schuitemaker scha
ren zich achter het begrip dat da
regering voor Nixons stap heeft
en gaan een DS'70-fractle vor
men. Van de regeringspartijen
valt alleen de ARP het kabinet op
dit punt aan.
Nixon zelf betoogt dat de inval
in Cambodja de oorlog in Indo
china bekort en dat is toch ook
de bedoeling van de demonstre
rende jongeren? Die houden zich
tamelijk rustig in Amerika. Wel
zijn er ernstige rassenonlusten.
Israël treedt op tegen guerrilla-
-aanvallen vanuit Libanon. Al
spoedig trekt het zich terug, wel
licht is de actie mislukt. Even la
ter komen Syrische strijdkrachten
Libanon binnen het vlat Liba
non (evenmin als Jordanië) ook
niet mee, tot vrede met Israël te
komen, want Syrië en Irak zien
scherp toe.
Ten slotte nog: Amerika en
Bonn leveren Griekenland weer
wapens lesp. vliegtuigen. Labour
is in de gunst bij de Engelsen.
Aanslagen op vliegtuigen en kan
toren van oe Spaanse luchtvaart
maatschappij Iberla. Olympisch»
Spelen 1976 in Montreal en Den
ver, tot ongenoegen van de Rus
sen.
En In eigen land: Rusland wijst
de derde man van onze ambassa
de uit, en dat hadden we al ver
wacht omdat Den Haag twe»
Russen had weggestuurd. Er
komt geen landelijk onderzoek
naar hart- en vaatziekten. Stu
denten ageren tegen het plan-
-Veringa. De herbenoeming van
voorzitter De Pous in de SER aan
de orde. Het executeren van de
serteurs (of wie daarvoor werden
aangezien) in de meidagen van
'40 blijft de gemoederen bezig
houden.
Toen Hit'er Polen op 1 septem
ber 1939 binnenviel, luidde het
officiële communiqué van het
Duitse oppercommando, dat het
een tegenaanval was. Het offf-
ci communiqué In Saigon ge
bruikte dezelfde benaming voor
de Amerikaanse inval In Cam
bodja. (Wüliam Shlrer, Washing
ton Post).
De Zuidvietname8e president
Thieu ls nooit bereid geweest se
rieus met Noord-Vietnam of de
Vietcong te onderhandelen.
Slechts het terugtrekken vart
Amerikaanse troepen kan hem
dwingen met de communisten trt
onderhandelen. (Harriman).
JLAGE VAN
ET KWARTET
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad