„Wij hebben het gehaald!" Mr. Van Doorn gaf bevel tot vuren op verrader Antonius van der Waals Hoekstra ZUIVERING ZATERDA© 2 MEI 1970 „Vechtend tot de laatste ademtocht tegen het bolsjewisme en voor Duitsland" was Hitier de heldendood gestorven, zo was uit het hoofdkwartier van de Führer gemeld. De psychopaat Goebbels had de hand aan zichzelf geslagen na eerst z'n vrouw, z'n vijf kinderen en z'n twee hon den te hebben vergiftigd. „Achturig! Achtung!... De radio-aankondiging dat groot-admiraal Dönitz het aan flarden geschoten hakenkruis nog draaiende poogde te houden, was voorafgegaan door het spelen van pathetische Wagneriaanse muziek, waaronder de Götterdammerung, die als het lijflied van de nazileiders werd beschouwd. Van het op macht en onrecht stoelende Derde Rijk restte nog slechts weinig. Een stukje Beieren met het ver laten „adelaarsnest" Berchtesgaden, een stukje Saksen, een stukje Brandenburg, een stukje Oost-Friesland, een stukje Sleeswijk-Holstein. Italië had al gecapitu leerd, Berlijn was gevallen, de Britten hadden Hamburg bereikt, de Russen Ros tock. Veldmaarschalk Montgomery meld de op 4 mei 1945 aan de opperbevelheb ber van de geallieerde strijdkrachten in Europa, generaal Eisenhower, dat alle Duitse troepen in Nederland, Noord- West-Duitsland en Denemarken zich aan de 21ste legergroep hadden overgegeven. Het was twintig over zes 's avonds. Het ogenblik der capitulatie was bepaald op zaterdag, 5 mei, 's morgens om acht uur. fcievond me in Cloppenburg, 4 niet al te ver van de plek, nar de caravan van „Monty" etnd, en waar admiraal Von Frie- jburg toepasselijker kon de nam nauwelijks zijn het pro- van overgave had getekend. saaie plaats met angstige men. 1, die witte lakens hadden uit gangen, toen de Canadezen die rirgen onder weinig tegenstand Sjren binnengetrokken. ,)nder de Argyll and Sutherland •hlanders de naam van het re- ïent, waarbij ik was gedetacheerd was het nieuws van de op handen ide capitulatie uitbundig begroet. I spanning brak onder het gewicht j een overweldigende vreugde, die ontlaadde in wilde kreten, in sierlijke rondedansen en in een onmacht verder te vechten. t wijken van de schaduwen des deed een verslapping van de ontstaan. Nog maar nachtje! 332 dagen na D-Day iden de mitrailleurs voor goed ijgen. Het schrikbeeld van geweld, II Verderf, van broedermoord, was voorbij. )ie avond namen we vast een van d'e vrede in de vorm een haastig geïmproviseerd bal. rel te veel mannen, allen nog in i'echtstenue, veel te weinig vrou- n, geen druppel drank, zelfs geen ïffie. Een verveloze zaal, die kaler s dan een barak. Een orkestje van stroostig kijkende Duitsers, dat i ttemin vrolijke muziek ten gehore n icht. I k danste met een van de acht itse verpleegsters, die een of ander sterbrein had „georganiseerd", elf uur 's avonds zouden ze onder apende geleide naar Meppen den teruggereden om daar in het taire 'hospitaal de nachtdienst in zo heette ze was als een tiom. Ik voelde de warmte van lichaam en keek in een stralend gezicht. Straks zou ze weer naar die kapotgeschoten jongens gaan, van wie verscheidenen D-Day niet meer zouden halen. Htm lijden was ze ge lukkig even kwijt Ook voor haar was dat geklos op die doorbuigende planken een feest en een verzetje. „It has been a pleasure I'll see you later". Weg was het aardige meisje. Ze werd opgeëist door de an dere mannelijke leden van het gezel schap. Ik keek haar spijtig na en zag haar, even stralend en lief, met een ander walsen. Mijn gevoelens, bene veld door een alkoholvrije roes, wa ren zo dat ik wel uren met haar had willen dansen, desnoods zwijgend als dat pers se moest. Op straat, zo tegen middernacht, ontmoette ik soldaat Bob Hayes, die z'n laatste bewakingsronde liep, de stengun onder de arm en de vinger aan d'e trekker. Ik gaf hem hét wachtwoord en praatte even met hem. „We MADE it!" zei de Winnipeg - ger, terwijl hij me met tintelende ogen aankeek. „Ben je niet blij, ser geant, dat we 't hebben gehaald?" „We MADE it!" zei ik hem na. „Yes, WE made it!" „Thank God", fluisterde hij en verdween onhoorbaar in de duister nis. TK dacht aan" kapitein „Hppy Day", die 24 uur geleden nog leefde. Ik kende hem goed, deze goedlachse officier, wiens bijnaam was geïnspi- van de kapitein in de commandopost had gemeld, was krijtwit geweest. „Hij moet in het voorterrein hebben gelopen... Ja, we hebben vannacht verschillende malen geschoten... Ik heb de mitrailleur laten zetten op enkele vage bewegingen, die ik in de struiken voor me zag... Ik wist niet" de korporaal huilde bijna „ik dacht dat het „Jerries" waren... Waarom antwoordde hij niet, toen ik hem aanriep.... Damn it! Damn itl DAMN it!" De totaal overstuur zijnde korpo raal kreeg een kop koffie te drinken. Van het tragisch gebeuren moest een uitvoerig rapport worden opgemaakt. Niet voor de nabestaanden, maar reerd' op een natuurlijke opgewekt heid, die hem nooit leek te verlaten. Ik correspondeerde met z'n zuster in Canada een initiatief van hem, omdat ik afgesneden was van m'n familie, die in het nog bezette deel van Nederland woonde. Moest ik haar schrijven hoe alles precies was gegaan? Ik wist dat ik dat niet zou kunnen, dat ik geen enkele brief meer zou sturen. „Happy Day" haalde 't niet. Op elf maanden strijd kwam hij een dag tekort om de wapenstilstand' mee te maken, 't Meest afschuwelijke was misschien nog dat hij was neerge schoten door z'n eigen mensen. De korporaal, die het sneuvelen voor de generaal, die zekerheid moest hebben dat er slechts van een ongeluk sprake was en dat er geen opzet in het spel was geweest. Jaze ker, dat gebeurde ook! Ik zag „Happy Day" nog even op de brancard. Z'n doorschoten lichaam wastoegedekt, z'n gezicht had dat van een slapende kunnen zijn. Z'n mond was vertrokken tot een glim lach alsof hij d;ot 't laatste moment vrolijk was geweest. Waarom bevonjl d'e kapitein zich voor z'n eigen loopgraven? Waarom kwam hij. van de verkeerde kant? Had hij zich vergist? Was hij op in spectie? Had hij misschien een on derzoek willen instellen naar ver dachte bewegingen of geluiden? Nie mand zal het ooit weten. En ook niet waarom hij niet antwoordde, toen hij aangeroepen werd. TT AD hauptsturmibahnführer Karl Vilecki het gehaald? Ik hoopte van niet. Wat mij betreft, zouden ze hem hebben mogen neer schieten als een hond. Tegen marte lingen had ik evenmin bezwaar. Vilecki was de wrede commandant van het strafkamp Schirmeck, dat in de Vogezen lag, in de onmiddellijk nabijheid van het vernietigingskamp Natzweiler-Struthof. Toen ik daar in 1943 gevangen zat, had hij me gesard en gehoond, geslagen en getrapt, als een kikker in het stof laten rond springen tot ik erbij neerviel, en me dagen zonder eten in een bunker la ten opsluiten. Ik was niet de enige. De bruut en z'n even onmenselijke SS-helpers terroriseerden het hele kamp. Rus sen, Polen, Fransen en alle mogelijke andere landslieden, die door het na zi-apparaat gevangen gehouden wer den, ondergingen de ene vernedering na de andere. Van veel gevangenen zag of hoorde je nooit meer iets. Ze waren „abtransportiert", zoals dat heette, naar Natzweiler, naar het voorportaal van de dood. Toen Vilecki eens m'n vaderlijke vriend Wilhelm Wangl op de appel plaats liet afranselen, moesten twee medegevangenen me vasthouden om te voorkomen dat ik de kampbeulen zou aanvliegen. De oude man kron kelde op de grond van de pijn. Het regende stokslagen op z'n botten en op z'n gebogen rug. Toen hij zich eindelijk kon wegslepen, zat hij on der de blauwe pieken en het bloed. «HELM WANGL was 72 jaar, toen ik hem voor 't laatst zag. Hij was een Duit ser, die al sinds 1934 van het ene concentratiekamp naar het andere was gesleurd. Waarom? Alleen om dat hij een overtuigde communist cherheitshaftling" van alle kanten be dreigden. Hij leerde me de fijne kneepjes van het ge vangenen vak: hoe ik me moest gedragen bijvoor beeld om zo min mogelijk op te val len, of waar ik moest staan als de SS-ers de barakbewoners aan de ene kant naar binnen trapten en hen aan de andere kant er weer uitsloegen. WIL1 was. Alleen vanwege zijn politieke geloof werd hij een vervolgde van een regime, dat geen enkele oppositie kon verdragen. Hoe vurig hoopte ik dat Wilhelm Wangl de bevrijding wel had ge haald. Hij was m'n slaapje in de ba rak, waarin 120 gevangenen waren ondergebracht, onder wie 34 homo- sexuelen, 7 Jehovagetuigen en 3 vrij metselaars. In de brits onder me had hij zo z'n eigen bedoeninkje een paar naalden, garen, een zelfgemaakt en geslepen mes waarvan hij me, als dat nodig was, liet meeprofiteren. Wangl, wiens kleinzoon ik had kun nen zijn, behoedde me voor de geva ren, die elke jonge en onervaren ,rSi- Omdat hij door z'n langdurige ge vangenschap' alle wegen, ook de ille gale, had leren kennen, was hij bijna elke dag in staat me een homp brood toe te stoppen, dat hij via de kamp sluikhandel verkregen had. Toen het koud begon te worden, maakte Wangl uit wat oude lompen handschoenen voor mij. Hij repa reerde m'n gescheurde dekens en m'n kapotgetrapte schoenen. Hij zei niet veel, hij klaagde nooit. Hij kon alleen beangstigend' cynisch zijn, als de kampbeulen weer eens bezig wa ren geweest. Als 's avonds de barakverlichting was uitgedraaid en ik op m'n strozak naar de wandluizen sloeg, die uit het hout van de stapelbedden op m'n ge zicht vielen, zong of neuriede de oude man altijd hetzelfde lied. „Gu- tenabend... Gutennacht... Von Englein bewacht... Morgenfrüh, wenn Gott' will, wirst du wieder geweckt..." Wilhelm Wangl had' een krakende stem en kon ook niet goed wijshou- den. Z'n avondlijk gezang, dat in de britsen naast me wel eens het nodige gevloek uitlokte, klonk mij echter in de oren als een wiegelied, dat me vredig in de slaap deed verzinken. Ik wist dat ik hem nooit meer zou zien, maar zou hij het hebben gehaald? UET WAS me al be kend dat Pieter van Heusekom het einde van de oorlog niet had gehaald. Pieter was een jeugdvriend van mij. Hij was lid van dezelfde vereniging als ik; hij werd daarin 1942penningmeester van. Toen de kas van Pieter van Heuse kom werd gecontroleerd, bleken daar enkele tientjes aan te ontbreken. Pieter kon er geen verklaring voor geven, raakte zichtbaar in paniek en vluchtte de kamer uit. 't Laatste, dat ik van m'n vriend zag, was diens bleke, angstige gezicht. Niemand van de kascommissie had 't hem moeilijk gemaakt. IntegendëeL We hadden diep medelijden met hem, toen we zagen dat de klap zo hard aankwam. Nog dezelfde dag hoorde ik dat Pieter naar huis was gerend, daar wat spullen bij elkaar had gepakt, en verdwenen was. Een week later be reikte me het nieuws, dat m'n vriend, die de nazi's altijd met woord en daad bestreden had, dienst had genomen bij het Nederlandse Le gioen van de SS. Pieter zag z'n geboortestad nooit meer terug. In dienst van de vijand sneuvelde hij aan het Oostfront. Voor een paar armzalige tientjes, die hem meer geplaagd hadden dan mij, verdween hij in een naamloos graf. „Vrede laat iku, vrede geef iku." De Britse verpleegster Ann, de Ca nadese kapitein „Happy Day", Hauptsturmbannführer Karl Vilecki, m'n vaderlijke vriend Wilhelm Wangl, m'n jeugdvriend Pieter van Heusekom. Zo maar wat mensen, aan wie ik op bevi-ijdingsdag 1970 denken moet. Ik geef toe dat ik ze na 25 jaar bijna vergeten ben; ik heb althans grote moeite hen in hun ware gestalte en hoedanigheden in m'n herinnering terug te roepen. De tijd verzwakt nu eenmaal het geheugen. Het is daarom dat men met zoveel recht zeggen kan dat diezelfde tijd alle wonden heelt. Van der Waals hoort 2ijn dood- I vonnis aan DOf Op een grauwe januarimorgen in 1950 viel de 38-jarige Antonius van der Waal voor het Nederlandse vuurpeloton. Aan het leven van een landverrader was een eind gekomen. Hij had meer dan tachtig verzetsstrijders aan de bezetter overgeleverd. Ongeveer de helft werd gefusilleerd of vond de dood in gevangenissen en concentratiekampen. Mr. H. W. van Doorn, de huidige KRO-voorzitter, gaf 's morgens om ocht uur het bevel tot vuren. Als advocaat- fiscaal van het Bijzonder Gerechtshof te Den Haag, had hij tegen de Rotterdamse electro- technicus Van der Waal de doodstraf geëist. Zijn twee uur durend requisitoir idigde mr. Van Doorn met de lorden: „Ik beschouw deze man l een van de zwaarste misdadi- rs. waarover ooit een Neder- gerecnt een oordeel te vellen Hij heeft op aarde te veel sdreven cm nog iets te kunnen bdmaken tegenover zijn vader- id en zijn medemensen. Hij kan met ziin leven boeten." ^rtr. Van Doorn heeft een belang- rol gespeeld ip het laten op- kken en bestraffen van mensen, in de oorlog fout waren. Zo hij hoofd van de Politieke Op- (POD) te Rotter- im. Duizenden Nederlanders wa op aanwiizingen van anderen en in kampen en gevan- inissen gestopt. Het duurd9 niet lang of de kam- n en gevangenissen puilden uit. lie geïnterneerden moesten daar- p vrijgelaten worden en dat zette raad bloed. „Er heerste een immige stemming. Er moest recht «chieden, was de mening, gron- j en s*'erg." zegt mr. Van porn. ,.'t Was een heel moeilijke be- bsing wie wel en wie niet kon- pi worden vrijgelaten. De wat htere gevallen, waarvan we nannemen dat ze niet het buitenland zouden vluch- om zo hun berechting te ontlo- werden naar huis gestuurd." Mr. van Doorn is hiervan bijna slachtoffer geworden. „Toen ik m'n auto slapte en wilde wegrij den, ontplofte met een enorme klap een banoenbom. dingen die in de oorlog veel werden gebruikt. Mij mankeerde niets, maar m'n wagen was ernstig vernield en daarom ging ik het POD-bureau weer bin nen. Daar hoorde ik wie die bom on der m'n auto had gelegd. Het was een van m'n naaste en meest voortreffelijke medewerkers. Hij had een grote rol in het verzets werk gespeeld en kon het daarom niet verkropoen, dat NSB-ers na verhoor werden weggezonden. Heel begrijpelijk 's Middags kwam hij op m'n ka mer. Ik vertelde wat er gebeurd was en ook, dat ik wist wié de dader was. Ik zei, dat ik hem niet bij de politie had aangegeven. Kijk, hier sta ik met hem op 'n foto. We zaten in het zelfde voetbalelftal. Nee, Ik vertel niet wie. We hebben na het gebeurde heel goed samen gewerkt." Mr. Van Ooorn is een lankmoe dig man, maar wat ging door hem heen. toen hij op de Waalsdorper- vlakte het vuurpeleton bevel gaf Van der Waals te doden. „Ik vond het een heel ernstige zaak. Ik ben een groot tegenstander van de doodstraf, maar als je weet waf die man allemaal had misdre ven. Het proces tegen Van der Waals had de belangstelling van het ge hele Nederlandse volk. Men wilde niet alleen een man ontmaskerd zien, die een lage verradersrol had gespeeld, maar ook antwoord krij gen op tal van vragen rond het England-Spiel. Vragen, die schreeuwden om een antwoord. Hoe kon net gebeuren dat meer dan vijftig Nederlandse agenten, in Engeland opgeleid en boven ons land gedropt om het verzetswerk te bundelen, ir. Duitse handen vie len? De een na de ander? Hoe kon het gebeuren dat de Engelse inlich tingendienst geen argwaan kreeg en maar agenten bleef sturen? En welke rol speelde Van der Waals hierin? Nog steeds hangt een waas van geheimzinnigheid rond het England-Spiel, waarover zelfs een door de regering ingestelde enquê tecommissie geen duidelijkheid kon verschaffen. Het begon, toen de Duitse Sicnorheitsdienst (SD) er in slaagde marconist Lauwers te ar resteren. Marconist Lauwers verklaarde zich zogenaamd „bereid" voor de Duitsers te gaan seinen. In ge vangenschap diende hij wel, zo was afgesproken, bij het seinen be paalde fouten te maken, zodat men zou weten dat hij gearresteerd was. Lauwers paste bij elk telegram de veiligheldschecks toe, maar het resultaat bleef uit Wanneer de Duitsers via zijn lijn om meer agenten en materiaal vroegen, werd prompt gereageerd. En zo be gon het spel van kat en muis. Agent na agent werd onmiddellijk na het neerkomen door een ..ont vangstcomité" gegrepen. Lauwers slaagde er zelfs in drie maal het woord „caught" (ik ben gevangen) in z'n telegrammen te verwerken. Zonder resultaat. Op het laatst nadden de Duitsers acht tien lijnen in handen. Zodoende kwam Lauwers op de gedachte, dat het Londen was dat hier een spel speelde. Een hoog spel. want het aantal slachtoffers nam toe. maar. dacht hij, het zal op de een of andere manier, die ik niet begrij pen kan, toch zin hebben. D«* Duitseis speelden het spel goed. Warneer Londen ongeduldig werd, omdat sabotagedaden uitble ven, ensceneerden ze een aanval op bijvoorbeeld de zender Koot wijk, waarna het mislukken van de zogenaamde operatie naar Enge land werd geseind. In de pers ver scheen een verslag. Londen was tevreden, ontbood zelfs de bewuste agent naar Enge land om een onderscheiding in ont vangst te nemen. De Duitsers „speelden" de tocht naar Enge land. In Parijs werd hij zogenaamd gearresteerd. Dat gebeurde in het bijzijn van illegale werkers, die naar Londen seinden wat er was gebeurd. Toen de Duitsers via de bezet te lijn hoorden dat Beatrix Terwindt zou worden gedropt, telegrafeer den ze: „Welcome to the most courageous woman" (Welkom aan de moedigste vrouw) Ze kon niet geloven dat ze werd gearresteerd. Ze dacht dat ze op de proef werd gesteld, omdat ze „maar" een vrouw was. Zelfs toen ze de hand boeien omkreeg, geloofde ze niet in Duitse handen te zijn. Twee agenten, die ontsnapt wa ren uit de gevangenis in Haaren, konden de Engelsen- er niet van overtuigen dat de zenders in han den van de Duitsers waren. Die hadden intussen laten seinen, dat beide agenten naar de Duitsers waren overgelopen. De Engelsen arresteerden hen. En welke rol speelde Van der Waals? Als vertrouwensman van de SD was het voor hem een klei ne kunst zich voor „gedropte agent" uit te geven en een reeks verzetsgroepen binnen te dringen. Hij beschikte immers dankzij de Duitsers, over zeer goede contac ten met de Engelse veiligheids dienst. De mensen, die hem niet ver trouwden, kon hij gemakkelijk overtuigen. Hij zei dat dan en dan via Radio Oranje een speciaal be richt zou worden uitgezonden. Dat gebeurde ook. Op verzoek van de Duitsers. De illegale werkers moesten h-am wel geloven. Ver scheidene verzetsorganisaties wer den opgerold. Hij ontving geldelijke beloningen voor zijn „verdiensten Ook kreeg hij het Adelaarskruis. De Britse contra-spionage kreeg Van der Waals te pakken in april 1945. In plaats van hem onmiddellijk gevangen te zetten, besloten de Engelsen hem In te zetten tegen Mr. H. W. van Doorn tijdens zijn requisitor ondergrondse nazi-organisaties in Duitsland, waarvan men een lang durige tegenstand verwachtte. Dit heeft de wildste geruchten in ons land veroorzaakt De Engelsen zouden de Nederlandse agenten hebben opgeofferd. Ze zouden dit spel hebben gespeeld in ruil voor informaties van het hoofd van de SD, die, om bij zijn superieuren geen argwaan te wekken, de Ne derlandse agenten kreeg toege speeld. Het verweerschrift van Van der- Waals gaf voedsel aan deze ge ruchten. Hij zei z'n verraderswerk te hebben gedaan in opdracht van de Engelse inlichtingendienst. De Raad van Cassatie, waarbij Van der Waals tegen zijn doodvonnis in beroep was gegaan, wees dit ver weerschrift met onder meer deze volzin van de hand: „Dat toch de veronderstelling als zou de Nedorlandse Regering te Londen het hebben bestaan haar sanctie te geven aan een infaam bedrijf, ten doel hebbende Neder landse verzetsstrijders, die in het bezette gebied in samenwerking met de geallieerden en met aan moediging von de Nederlandse re gering zich hadden ingezet voor de bevrijding van het Vaderland, in handen ie spelen van de vijand door middel van een door die zelfde Regering aangestelde verra der. dermate ondermijnend is te achten, dat zi| zonder meer als voorwerp van ernstig gemeend on derzoek moet worden terzijde ge steld." Anton van der Waals werd ter dood veroordeeld. Op de dag vóór zijn executie wilde hij mr. Van Doorn spreken. Hij bekende niet gehandeld te hebben in opdracht van de geallieerden. Ondanks deze verklaring bleven nog tal van vraagtekens bestaan. Ook nu nog Is het England-Spiel een groot mysterie, ondanks de conclusie van de enguetecommis- sie. Deze conclusie hield In, dat de Engelsen, dóo> grove onachtzaam heid, de Duitsers de gelegenheid hadden gegeven hun spel te spe len. Van de 54 agenten werden 47 op beestachtige wijze vermoord in het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk. Honderden verzetsstrij ders werden gearresteerd en kwa men om. Fon kwart eeuw na de bevrijding zijn er nog vragen, die niet konden worden opgelost. Het England-Spiel is geschiedenis ge worden, historie vol mysterie. Tot dc opbouw van Ne derland behoorde ook dc strijd tegen dc lieden, die hun land direct of indi rect hadden verraden, die met de vijand hadden sa mengewerkt of gesympa thiseerd. Ook moest ons land worden gezuiverd van die mensen, die open bare ambten hadden be kleed of actief waren ge weest i.n sectoren, die de maatschappij beïnvloed den, zoals pers en kunst, en door hun houding en gedrag wapen waren ge weest in Duitse handen. In de grote steden kwa men bijzondere gerechts hoven tot bestraffing van landverraders. Als op perste instantie diende dc Raad van Cassatie. Naast deze gerechtshoven wer den tal van tribunalen benoemd, die tot interne ring of verbeurdverkla ring konden besluiten. De bijzondere gerechts hoven behandelen 14.562 zaken. In totaal 136 ver oordeelden kregen de doodstraf. 148 kregen le venslang, 578 vijftien jaar en langer, 1158 tien tot vijftien jaar, 4600 vijf tot tien jaar, 3600 drie tot vijï jaar cn 2200 langer dan een jaar. In de meeste gevallen werd gratie verleend. Van de 136 ter dood veroor deelden zijn 35 Nederlan ders en 5 Duitsers dood geschoten; van de 87 Ne derlanders en 9 Duitsers kregen 92 gratie tot le venslang en werden mid dels een tweede gratie op jaren gesteld. Alle 92 zijn inmiddels op vrije voeten. Onder hen bevinden zich de zeven mannen, die in 1952 wisten te ontsnappen uit de gevangenis van Breda. De Duitsers Fischer, Aus der Fünten en Kotal- ja verblijven nog steeds in Breda. De vierde. La- ges, mocht met ziektever lof naar huis. De tribunalen hebben 50.000 uitspraken gedaan. In totaal 37.000 Nederlan ders werden veroordeeld tot internering, waarvan 6000 voor minder dan een jaar. 29000 voor een tot vijf jaar. 1400 vijf tot tien jaar en -136 tien jaar. Voor '15Ö0 waren deze straffen geheel voorwaar delijk en voor 3000 voor een deel voorwaardelijk. Voorts hebben de tribu nalen 11.800 adviezen tot verbeurdverklaring gege ven. Het Centraal Bureau voor de Statistiek, afde ling gerechtelijke statis tiek. beschikt uitsluitend over cijfers van zuiverin gen onder ambtenaren. Tegen 450 ambtenaren werden disciplinaire maatregelen genomen en ruim 14000 kregen ont slag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17