GOED OVER
NA
ER NOG
EENS
advies
ifij het herdenken
fan de bevrijding
leeft diepere zin
Door J. DEN BOEF
ZATERDAG 1 MEI 1970
fen hel© generatie, die het be-
jdingsfeest meevierde toen de
epen kwamen en de bezetters
i benen namen, leeft niet meer.
|zij, die oorlog en bevrijding niet
niet bewust hebben meege-
»kt, hebben vaak zelfs geen
raoonlijke reden, zich bij het
betrokken te voelen.
Sommigen gaan zo ver, dat zij
[viering van de bevrijding aan-
mpen om de bevrijden van toen
r verantwoording te roepen voor
t zij met de herwonnen vrijheid
>ben gedaan. Niet geheel ten
echte overigens, omdat we be-
ald niet in een ideale wereld le-
1 een wereld waarin zelfge-
over wat op velerlei
bereikt is, gevaarlijke kan-
heeft.
(oningin Juliana gaf eèn goede
d, toem zij bij de opening van
nationale tentoonstelling „Mooie
heid" te Amsterdam op een
schreef: „Laten we er
imaal nog maar eens heel goed
ir nadenken". De bereidheid
laat in het algemeen nogal
wensen over. Het heden en de
komst hebben heel onze aan-
:ht nodig en er moet al heel wat
leuren, willen we ons verdiepen
vat lang qeleden gebeurde,
sommigen is het bovendien
gemakkelijker, van een blanco
situatie uit de problemen te lijf te
gaan, waarmee de wereld 25 jaar
na het einde van de tweede we
reldoorlog worstelt. Het is niet zo
moeilijk, te vertellen wat er had
moeten gebeuren en wat er zou
moeten gebeuren als men de
ogen sluit voor de werkelijkheid.
Het verhaal heeft dan veel weg
van een grammofoonplaat, die bij
elke gelegenheid wordt afgedraaid,
of het nu de herdenking van de
bevrijding is, dan,wel een alledaag
se gebeurtenis, waarover in ons
kleine landje al snel opwinding be
staat.
Zo'n plaatje raakt gauw versle
ten en al voordat er barsten in
komen, wordt er vrijwel niet meer
naar geluisterd. De boodschap
komt niet over, omdat echte bewo
genheid wordt gemist en een ge
sprek met een grammofoonplaat nu
eenmaal onmogelijk is. Die plaat
luistert niet en denkt niet na en
kan alleen maar het geluid produ
ceren, dat er ingegroefd is. Zij is
geen communicatiemiddel, omdat
zij slechts in staat is tot een mono
loog.
Herdenken van de bevrijding in
1945 mag niet beperkt blijven tot
het nadrukkelijk signaleren van de
vele wantoestanden in de wereld
van nu.
Evenmin heeft het zin, alleen nog
maar stil te staan bij het heuglijke
feit, dat een eind kwam aan een
lange periode van onderdrukking,
waarin het menselijk leed met geen
pen te beschrijven viel. En voordat
de vraag naar wat met de herwon
nen vrijheid gedaan werd kan wor
den beantwoord, moet er heel
goed nagedacht worden over de
vraag hoe het zo ver kon komen,
dat bevrijding noodzakelijk was ge
worden.
Het antwoord daarop is van
groot belang om begrip te hebben
voor de naoorlogse ontwikkelingen.
Begrip is iets anders dan waarde
ring. Maar het houdt de deur open
voor een gesnrek, waarin men niet
langs elkaar heen praat.
Voor velen, die de bevrijding
niet hebben beleefd, die de bezet
ting niet hebben meegemaakt en
niet weten wat het betekent, be
vrijd te zijn, is het niet eenvoudig
zich ook nog te verdiepen in het
voorspel van de oorlog, die voor
het eerst in deze eeuw Nederland
niet ongemoeid liet.
Maar als zij die moeite nemen,
beseffen zij, hoe diep de ontgoo
cheling was, toen Chamberlains
„vrede voor onze tijd" slechts be
stond In de verbeelding van een
oude man, die Hitier gunstig tracht
te te stemmen, door hem gebieds
uitbreiding 10e te staan en zich
niet verzette, toen na verloop van
tijd ook de rest van Tsjechoslowa-
kije onder de voet werd gelopen.
Chamberlain stond niet alleen. In
de tijd van de „gebroken geweer
tjes", dié aan de tweede wereld
oorlog voorafging, werden de vre
destichters luid toegejuicht. Niet al
leen in Engeland, maar ook in Ne
derland, dat angstvallig neutraal
bleef, omdat het in de eerste we
reldoorlog buiten, schot was geble
ven.
Zelfs toen uit betrouwbare infor
maties bleek, dat het oorlogsge
weld ook over ons land zou los
breken, bleef men in Den Haag
geloven, dat strikte handhaving van
de neutraliteit, Hitier ervan zou
weerhouden zijn troepen opdracht
te geven. Nederlahd binnen te val
len.
Het bleek een schromelijke ver
gissing. Evenals andere landen
werd ons land een gemakkelijke
prooi van de oprukkende Duitsers,
die zich telkens weer op een
nieuwe verovering konden instel
len. Totdat zij zich in Rusland vast
liepen.
In plaats van vrede te kopen,
maakte Chamberlain in 1938 onder
applaus van zeer velen het uitbre
ken van de tweede wereldoorlog
onvermijdelijk. De levens van mil
joenen mensen zouden er mee ge-
leven bij hadden gelaten. Maar al
len hadden een les geleerd: zoiets
mocht nooit meer gebeuren.
Nog maar enkele jaren na de
bevrijding bleek, welk een vergis
sing president Roosevelt gemaakt
had, toen hij in het laatste jaar van
de oorlog meende. Stalin te kun
nen vertrouwen. Bevrijding bete
kende in de Oosteuropese landen
slechts, dat er andere bezetters
kwamen, die een communistisch
regime in het zadel hielpen.
Joegoslavië kon nog op tijd aan
de Russische omstrengeling ontko
men, maar Tsjechoslowaklje, dat
via het Marshallplan nauwe banden
met het Westen wilde onder
houden, werd bruut tot de orde
geroepen. Onder deze omstandig
heden besiofen de landen, nog
maar nauwelijks hersteld van de
gevolgen van de oorlog, nauw sa
men te werken om hun veiligheid
te verdedigen en te voorkomen,
dat zij een voor een slachtoffer
zouden worden van een nieuwe
agressor.
In 1956 bleek in Hongarije, dat
Rusland niet van plan was, zijn
veroveringen uit de tweede wereld
oorlog prijs te geven. Op Cuba
bleek in 1962, dat de Russische
leiders er niet voor terugschrokken
Amerika en daarmee de rest
van de vrije wereld het atoom-
pistool op de borst te zetten. Da
koelbloedigheid van de Amerikanen
zorgde er voor, dat alles nog met
een sisser afliep.
In 1968 onderstreepten de Ru©»
sen opnieuw hun onbetrouwbaar*
heid, toen zij Tsjechoslowaklje or»
der de voet liepen, omdat het zich
eindelijk ook eens bevrijd wilde
voelen. Als we onze bevrijding ook
nu nog naar waarde willen schat
ten, dan kunnen we het best aan
de Tsjechen en Slowaken vragen^
hoe zij erover denken.
Dit geeft geen reden tot gezapig»
heid. Er zijn levensgrote problemen
in eigen land en in vrijwel alle de
len van de wereld, die onze aar»-
dacht vragen. Maar er is geen
blanco situatie, van waaruit naar
een oplossing kan worden gezocht.
We zitten nog altijd met de gevol
gen van de tweede wereldoorlog,
die niet overal bevrijding bracht.
Zelfs tobben we rond met de
problemen van de welvaart, die het
welzijn in gevaar brengen. Ook zij
zijn een uitdaging. Er blijven echter
nog zoveel waardevolle en mooie
dingen over, die zonder bevrijding
en het behoud van de herwonnen
vrijheid onmogelijk zouden zijn ge
weest. En daarom is er volop re
den tot dankbaarheid ook al
hebben we bezetting en bevrijding
niet (of nietbewust) meegemaakt.
s|
Herdenkingen hebben vaak iets kunstmatigs. Gebeurtenissen die eens
diepe indruk maakten en aanleiding waren tot dolzinnige vreugde, zijn his
torie geworden. De tijd verstrijkt en de kalender roept ongevraagd en onge
wild herinneringen op aan hoogte- en dieptepunten in het leven van mensen
en in het bestaan van volken. Er valt niet aan te ontkomen. In de persoon
lijke sfeer is het terugdenken aan vroeger dagen meestal een spontaan en
vanzelfsprekend gebeuren. Een volk doet dat niet zo gemakkelijk, als op ge
zette tijden tot herdenken en feestelijk vieren wordt opgeroepen. Ook niet nu
het 25 jaar geleden is, dat Nederland werd bevrijd en een eind was gekomen
j aan vijf jaren Duitse bezetting.
r
moeid zijn, die niet het geluk had
den, zich zo goed en zo kwaad als
het ging door de bezettingsjaren
heen te slaan.
Over ontelbare graven heen liep
de lange weg van de bevrijding,
die tenslotte op 5 mei 1945 ook
voor westelijk Nederland een feit
werd. De overlevenden hadden
zich niet als helden gedragen. Het
verzet bleef beperkt tot de daad
van enkelingen, die er veelal het
Honger, napalm, vuile lucht, vies
water, twintig partijen, kabouters,
woningnood, zedenverwildering,
drugs. En nou maar feestvieren om
dat we 25 jaar geleden werden be
vrijd van het monster Hitier. De do
den herdenken, militaire parades,
kinderaubades en vuurwerk. En dan
na die vijfde mei 1970 nóóit meer....
Herdenkingsartikelen worden mees
tal gekenmerkt door eensluidende lof
voor de persoon of organisatie, die men
herdenkt. Van de doden niets dan goed.
Laten we het deze keer dan maar eens
hebben over de overlevenden: de leden
van de Binnenlandse Strijdkrachten,
de NSB'ers, de twijfelaars.
De na-oorlogse jaren: de tijd van de
gekste tegenstellingen, de tijd van her
stel en vernieuwing, maar ook de tijd
dat de idealen van het verzet stelsel
matig werden gesloopt. De tijd ook dat
nieuwe tegenstellingen werden gescha
pen en oude hersteld. De tijd die God
fried Bomans deed verzuchten: „Toen
het oorlog was had je tenminste hoop
dat het vrede zou worden...".
In die eerste na-oorlogse jaren werd
de basis gelegd voor het materieel her
stel van ons land. Toegegeven, in fi
nanciële zaken zijn we altijd al keien
geweest, maar dat we binnen vijf jaar
rasechte materialisten zouden worden,
had niemand op 5 mei 1945 voorzien.
Maar ja. na elk feest komt de kater.
Niemand kan ontkennen, hoe diep
het verlangen bestond de oude partij
formaties te doorbreken,. ons land te
zuiveren van landverraderlijke elemen
ten. Spoedig sloeg die stemming echter
om. De goodwill van het verzet brok
kelde in een verbijsterend tempo af.
De strijd met de Indonesische nationa
listen brak los, de Canadese bevrijders
werden „bcvrijers" („heel droevig, die
illegale kindertjes, maar beter honderd
Canadcesjes dan één moffenkind").
De zuivering werd een pijnlijk pro
ces. In de loop van 1945 werden tien
duizenden opgepakt, van „brood"-
NSB'ers tot misdadige SS'ers. Maar
het gevaar ontstond dat de grote colla
borateurs, die ten behoeve van hun
beurs onder één hoedje met de bezet
ters hebben gespeeld, buiten spel zou
den blijven.
En velen bleven dat ook! Wonderlijk
zijn de wegen van de Nederlandse
ambtenarij. Een verzetsman, die in '44
uit het Huis van bewaring ontsnapte
door de tralies in zijn cel door te za
gen, kreeg na de oorlog de rekening
gepresenteerd: of hij maar drie rijks
daalders schadevergoeding wilde beta
len!
In '46 droeg het Militair Gezag na
veel deining de macht over aan het
kabinet-Schermerhorn-Drees. Er zat
geen enkele ARP'er in dat kabinet en
dat zouden de Anti's niet vergeten. Ze
PIETER-JAN DEKKERS
werden meteen felle tegenstanders van
de zogenaamde Nederlandse "Volksbe
weging, waarvan zeven ministers lid
waren. Deze beweging stond de door
braak voor. In een manifest richtte het
zich tot de bevolking en propageerde
het „personalistisch socialisme".
De beweging kreeg onder het volk de
meeste aanhang. De oude politieke par
tijen waren immers nog bezig zich ern
stig te bezinnen op hun oude doelstel
lingen en programma's. Velen twijfel
den aan het doel van de beweging.
Was het een nieuwe politieke partij of
wilde men alleen de oude partijen in
spireren?
In die dagen werd de roep om een
heid zeer sterk, met name in protes
tants-christelijke kringen. Trouw brak
een lans voor de samenwerking van
ARP en CHU in Friesland, maar er
kwam natuurlijk niets van.
Eind 1945 wijzigden zich de politieke
verhoudingen in ons land duidelijk.
Afgezien van de oprichting van de
Partij van de Arbeid en de Katholieke
Volkspartij was er echter niets terecht
gekomen van de politieke vernieuwing,
waarvan velen tijdens de bezetting ge
droomd hadden.
Na de oprichting van de PvdA had
die partij ineens zeven ministers in het
kabinet-Schermerhorn-Drees. Scher-
merhorn was er van overtuigd, dat de
nieuwe doorbraakpartij het goed zou
doen. Zelfverzekerd als hij was, geloof
de hij in een overwinning bij de eerste
verkiezingen van na de oorlog.
De verkiezingsstrijd barstte los.' Jan
Schouten leidde de ARP, Koos Vorrlnk
de PvdA. De katholieke bisschoppen
drukten de gelovigen aan de vooravond
van de verkiezingen op het hart toch
vooral die partij te stemmen, die geko
zen had voor een staatkundig leven
met christelijke normen.
Het Nipo liet ook toen al van zich
horen. Er werden een aantal voorspel
lingen gedaan, die alle goeds voor dc
PvdA inhielden. Op een gegeven mo
ment bedeelde het Nipo de PvdA ruim
45 procent van de stemmen toe.
Groot was de teleurstelling van de
socialisten, toen slechts 28 procent van
de bevolking vertrouwen in de door
braak stelde. De KVP kreeg bijna een
derde van de stemmen. De waarschu
wing van de bisschoppen had z'n werk
gedaan. Niet voor mannen als Johan
Willems en de onlangs overleden Geert
Ruygers, die. dwars tegen de „leer"
van de bisschoppen in, „het vagevuur
riskeerden" en hun schouders onder de
doorbraak zetten.
In protestants-christelijke en katho
lieke kring werd de verkiezingsuitslag
gezien als een rechtstreeks ingrijpen
van Boven: „Hoort ontelb're stemmen
schallen - Rechts heeft weer gezege
vierd - Loven, danken wij dan allen -
Heer, Gij hebt het wel bestierd".
Men deed daarbij mijns inziens groot
onrecht aan de Nederlandse Volksbe
weging en dc daaruit ontstane PvdA.
Want was het immers juist niet die
beweging, die een nieuwe maatschappij
voorstond, gegrond op christelijke en
humanistische levensbeschouwing?
Een moedige vrouw, die in 1940 weigerde
uit Nederland te vluchten, maar door de
oorlogsomstandigheden toch in Engeland te
rechtkwam, betrad geruime tijd voordat de be
vrijding van heel Nederland een feit was, va
derlandse bodem. Het was bij Aardenburg in
Zeeuws-Vlaanderen. Gedurende de oorlog had
ons land in koningin Wiihelmina een vurig
pleitbezorgster bij de belangrijkste bondgeno
ten: Engeland en Amerika. Haar radiotoespra
ken waren vooral in de eerste jaren van de
bezetting, toen de nederlaag van Hitler-Duits-
land alleen nog maar een vurige wens was die
niet In vervulling leek te gaan, evenzovele aan
sporingen om op de overwinning te blijven ho
pen. En in de moeilijkste laatste jaren, waarin
de ineenstorting van het "Derde Rijk" zich vol
trok en de levensomstandigheden voor steeds
meer mensen een bittere beproeving werd,
stak zij een hart onder de riem bij velen die
de hoop dreigden op te geven dat zij eens de
langverwachte bevrijding zouden meemaken
Maar links bleef het ontgelden, voor
al bij de verkiezingen voor staten en
gemeenteraden. Het AR-verkiezings-
manifest: „Nu de rode revolutie wast,
aantreden en weerbaar zijn. God blaast
appèl".
Is het een wonder dat mensen als
VN-redacteur H. van Randwijk de
moed in de schoenen zonk bij het ho
ren van dergelijke kreten? Hadden zij
daarvoor, zij aan zij met juist de Anti-
Revolutionairen. in het verzet hun le
ven gewaagd? De diepe ontgoocheling
zou weldra plaatsmaken voor verbitte
ring. De christelijke partijen boekten
bij de verkiezingen opnieuw winst. De
kans op een doorbraak was verkeken.
Nederland was weer op zijn uit
gangspunt terug. Vijf lange, in diepe
duisternis gehulde jaren, bleken niet
bestand tegen het egoïstische „ik" van
de doorsnee-vaderlander. Men versloeg
het monster Hitier, maar baarde zelf
een nieuw monster. Het materialisme
nam de plaats in van het idealisme.
En weer herhaalt zich de uitspraak
van Huizinga aan de vooravond van de
Tweede Wereldoorlog: „We leven in
een bezeten wereld. En we weten het!".
Honger, napalm, vuile lucht, vies
water, enz., enz....
Prettige feestdagen!