Het geheim van ons gedrag
Volgens Jean Schalekamp
moet Europa zijn positie
prijsgeven aan jong Afrika
Vertekenen
DEZE
WEEK
De maan gemist,
de drie terug
Kanttekening
Gezegd
ZATERDAG 18 APRIL 1970
J7EN" van de vele zaken waarmee we moeten
leren te leven Is publiciteit. Leven mèt de
publiciteit en leven in de publiciteit. Een be
langrijk deel van het leven voltrekt zich in de
publiciteit. Wij kunnen die publiciteit zoeken.
Ook kan het omgekeerde het geval zijn, name
lijk dat zij óns zoekt.
Het is, alles bij elkaar, een situatie waarmee
velen het moeilijk blijken te hebben. Ouderen
meer dan jongeren. Voor jongeren is publici
teit als het ware iets vanzelfsprekends. Zij
groeien er mee op en hebben geen omstandig
heden gekend waarin het anders was. Maar
voor vele ouderen is de publiciteit nog een
wezensvreemd element. Zij hebben de neiging
tot afweerhouding zowel voor zich persoon
lijk als voor hun werkzaamheden.
In zulk een situatie waarin wij met de publi
citeit terecht zijn gekomen is het wel verstan
dig te bedenken dat zij een eigen dwang
matigheid vertoont. Met andere woorden: men
staat er niet dan in betrekkelijke zin vrij
tegenover. Het wordt namelijk langzamer
hand zo, dat niet de mens over haar beschikt
doch zij over de mens.
TYAT laatste behoren wij allen te beseffen.
In de eerste plaats natuurlijk al die
genen wier dagelijkse arbeid ligt in de ver
strekking, de venorging of de behartiging van
publiciteit.
Zij dienen de mogelijkheden ervan te onder
kennen. Zij dienen te beseffen over welk een
machtig middel zij beschikken. Zij zijn als het
ware grenswachters, en aan hen is de beoor
deling wat er in de publiciteit komt of niet.
Het kan ook tot hun taak behoren om meer
eenvoudige zielen, die hier argeloos en on
wetend staan, tegen publiciteit in bescherming
te nemen. Wc kennen allen wel gevallen
waarin naar deze noodzaak te weinig is ge
handeld.
Maar de macht van de publiciteit moeten ook
diegenen beseffen die er minder beroepsmatig
mee van doen kunnen hebben. En het moet
worden gezegd, dat het daaraan nogal eens
schort. Met als gevolg een vertekend beeld
naar buiten van een situatie die zich hier of
daar heeft voorgedaan. Waarvan dan de krant
gemakkelijk een verwijt wordt gemaakt
niet terecht overigens.
T~\IE gevallen kennen we allen. Er is bij-
voorbeeld ergens een conflict. Misschien
wel een conflict waarbij twee generaties be
trokken zijn. De ene partij schroomt niet
haar standpunt publiek te maken. De ander
ziet daarvan af, uit welke overweging ook.
Het resultaat: informatie van één kant, en
daarom wellicht onvolledig.
Wat een krant beoogt is doorgeven van door
haar verzamelde informatie. Nu is het in de
praktijk van het krantenbestaan met die
informatie wat wonderlijk gesteld. De infor
matie Is altijd gedeeltelijk, in deze zin dat zij
zich richt op het bijzondere.
Zo plegen om een voorbeeld te noemen niet
al die landen in het nieuws te komen die met
elkaar in vrede leven, doch de weinige die
met elkaar op gespannen voet staan. Ander
voorbeeld: niet al die huisvaders komen in
het nieuws die 's avonds behouden van hun
werk huiswaarts keren, doch diegenen voor
wie geen thuiskomst is weggelegd.
We moeten dat wel bedenken. Een krant
registreert het gebeuren, maar dat gebeuren
gaat voor de informatie in feite op in zekere
gebeurtelijkheden die op een bepaalde manier
opvallen afwijken, zo men wil.
TYAAROM is elke informatie gedeeltelijke in-
formatie. Is daarom in zekere zin „défor-
matie" die „reformatie" behoeft.
Een krant kan daaraan veel doen. Ze kan
doen uitkomen dat het in wezen het buiten
gewone is dat zij aan informatie biedt, en dat
het leven daarin waarlijk niet opgaat. Dat er
behalve de enkele landen die met elkaar op
gespannen voet staan zovele zijn met wie dat
niet het geval is en die zeker niet minder de
gemeenschap der volken vormen.
Wij zullen met ons allen onze houding ten
aanzien van het verschijnsel der publiciteit
dienen te bepalen. Want wie we ook zijn, we
kunnen niet langer doen alsof zij er niet is.
Ons stilzwijgen kan dan uitlopen op een extra
vertekening van het beeld. Dat is dan de
dwangmatigheid die erin schuilt.
Te leven in een tijd van publiciteit kan der
halve betekenen dat het niet wel mogelijk is
zich aan een bijdrage aan de publiciteit te
onttrekken. Of men dat leuk vindt of niet.
Ziet men dit alles als een kwaad, probeer het
dan niettemin te zien als het kleinere kwaad
dat boven een groter, namelijk dat van ver
tekening, de voorkeur verdient.
DIEMER
Jean A. Schalekamp (1926) studeerde aan de Sorbonne, woonde tien jaar in Frankrijk,
en leeft nu op Mallorca. Hij debuteerde met „De dolle trams". Hierna verscheen de ro
man „Bedankt voor alles"Hij is medewerker van het Algemeen Handelsblad en Vrij Neder
land, alsmede van nog enkele tijdschriften en dagbladen. Hij vertaalt boeken uit het En
gels, Frans en Spaans en voelt zich, volgens ~n eigen woorden, af en toe een Stachanow-ver-
taler. Zijn schilderende vrouw Muriel („het enige wat haar iverkelijk interesseert: het
gruwelijke landschap van het menselijk gezichtexposeert van 9 tot 29 mei in de Wie-
ringer Museumboerderij, Hofstraat 36 in Den Oever.
„Met voorlopige uitzondering von Nederland en
nog enkele gebieden komt er in hoe langer hoe
meer landen hoe langer hoe minder vrijheid en er
zijn merkwaardig genoeg hoe langer hoe minder
mensen, die dat erg vinden". Deze zin zou de 43-
jarige Nederlandse schrijver Jean A. Schalekamp
vet willen onderstrepen als hij vertelt over zijn boek
„Alles onder handbereik", dat deze week is ver
schenen.* Het is een soort (sombere) politieke
fictie, woarin de auteur, tevens hoofdpersoon,
enigszins onthutst ronddwaalt, opgesloten in z'n
eigen problemen.
Tijdens een vraaggesprek in het Amsterdamse
journalistencafé Scheltema, lijkt hij een wat wereld
vreemde en misschien daarom juist sympathieke
man, die kennelijk beter schrijft dan hij praat. „Er
zijn mensen die uit zichzelf geen woord willen zeg
gen. Zoals ikzelf", schrijft hij in z'n boek (blz. 71),
wanneer hij zich zorgen maakt over een interview
dat hij moet houden.
Op pagina 15 geeft hij een beschrijving van
zelf, die, als ik hem zo bekijk, terwijl hij aan
tafeltje tegenover mij zit, heel treffend is:
nog altijd vrij mager. Baard- en hoofdharen zij
helemaal grijs. Mijn hoofd houd ik wat schuin,
nend op de rug van mijn hand, een beetje sic
onzekere houding. In de andere hand heb ik
bijna opgerookte sigaret". Alleen is z'n hac^
halflang en, evenals z'n baard, licht grijzend,
Hi
Er is niet veel te zien op deze foto, maar toch geeft zij het moment
weer van de ontploffing aan boord van de Apollo 13. Een tech
nicus van Houston maakte de opname met behulp van een 16
inch telescoop en een 10 inch TV-camera.
DE PRESIDENT van de Verenig
de Staten «telt een belangrijke re
de over Vietnam uit, gelast de mu
ziek aan een staatsbanket af en
gaat aan tafel voor in gebed voor
drie mannen die in de ruimte in
moeilijkheden zijn: Lovell, Haise en
invaller Swigert (omdat Mattlngly
mogelijk 'odehond zou krijgen).
Twee dagen op weg voor de
derde bemande maanreis. krijgen
ze tegenslag op tengenslag. Een
ontploffing aan boord van Apollo
13 maakt sooedige terugkeer naar
de aarde noodzakelijk. *orgen om
de zuurstofvoorziening. Spanning
bij elke koerscorrectie. De vraag
waar de vervroegde landing moet
gebeuren.
Niet dat de maan gemist wordt,
niet de verspeelde miljoenen en
het verloren prestige, eerst en
vooral het lot van de ruimtevaar
ders houdt de wereld bezig, doet
gebeden oprijzen, doet vele rege
ringen hulp aanbieden. Pas als de
capsule in de oceaan geplonst is,
en Lovell, Haise en Swigert veilig
zijn opgepikt, herademt de wereld.
Nog andere emoties genoeg de
ze week. Een aardverschuiving
sleurt 72 mensen, meest zieke kin
deren, in de Franse Alpen mee In
de dood. Een ongeluk, mogelijk sa
botage (zegt ook minister Roolvink
in de Kamer) bij de ENCK in
Vlaardingen doet kunstmest broei
en en glft'ge dampen boven het
Waterweggebied hangen. Een gun
stige wind waait het gevaar boven
het Waterweggebied hangen. Een
gunstige wind waalt het gevaar
weg, maar nok door dit Incident
wordt al luider geroepen om maat-
reqelen tegen vervuiling van het
milieu. Onze consumentenbond
gaat (na do Belgen) ook het zee
water beproeven
Minder spectaculair, maar voor
honderdduizenden even spannend:
de schr-ftelijke eindexamens. En
midden in de week zet Feijenoord
het tweede been in de finale om
de Europabeker, en stapt Ajax uit
de strijd om de Jaarbeursbeker.
Veel andor belangrijk nieus komt
door dat nlles in de knel. Zoals:
geweld bij Vletnambetogingen In
Amerika. Massaslachtingen onder
Vietnamezen in Cambodja, dat
Amerika's hulp Inroept om de
Noord-Vietnamezen te verdrijven.
Brandt uit de VS terug met de
boodschap dat het Amerikaanse le
ger in Europa bliift. Geen breuk in
het Kremlin, partijchef Brezjnef be
vestigt de economische moeilijkhe
den toe. Toegeven over en weer
tussen Russen en Chinezen.
Protesten tegen een Grieks mas
saproces, de plotselinge vrijlating
van de zieke Mikis Theodorakis en
d# beschuldiging van diens Franse
vriend Servan Schreiber dat de
Amerikaanse geheime dienst Grie
kenland regoert. De Duitser Achen-
bach met zl|n kwade verleden geen
kandidaat voor de Europese Com
missie. Israel van martelingen van
gevangenen beticht. Amerikaans-
-Russische besprekingen over de
beperking van de strategische be
wapening in Wenen.
In eigen land dan nog voorgeno
men wettelilke regeling van de In
spraak van werknemers bij com
missaris-benoemingen Den Uyl
boos op Mel'ema, die de oppositie
vertragend werk verwijt. Breuk en
lijmpogingen bij de School voor de
journalistiek. Een CRM onderzoek
naar „zwartkijkers" onder de leden
van omroepverenigingen (de Tros
voorlopig geen B-omroep).
In de sociaal-economische hoek
een fusie van vier grote bouwers
(Van Eesteren, Boele en VAn Ees
teren, Van Splunder. Van Hattum
en Blankevoort), een mogelijke fu
sie waarbij Vredestein betrokken
is, een beweerd samengaan van
Het grote publiek denkt dat in
de politiek maar een spelletje
wordt gespeeld. Altijd probeert
men gelijk »e krijgen en zich eruit
te draaien. Dit is een van de oor
zaken dat zoveel kiezers niet naar
de stembus zijn gegaan. (A.J. Ka-
land).
Hij keek eerst eens wat voor
vlees hij in de kuip had en zei toen
tegen me: 7eg maar Bertus, me
neer de commissaris. En nu komt
dan het moment, dat Ik kan zeg
gen: Zeg maar Jan, Bertus. (Com
missaris Klaasesz tot zijn schei
dende kamerbewaarder).
De problematiek van de oduere
bevolking is in onze huidige maat
schappij onoplosbaar. In onze op
produktie gerichte samenleving
staan de bejaarden buiten spel. Al
leen toekijken is nog mogelijk.
(Prof. dr. H. R. Wijngaarden).
Ons onderwijs rent voort als een
kip zonder kop, zigzag voortfladde-
rend, ongrijpbaar - en niemand
weet waar het te pletter zal lopen.
(Drs. H. L. C. Michielsen)
Als de groei van de bevolking,
het wagenpark en de industrie in
het huidige tempo blijft doorgaan,
zal de luchtverontreiniging de ko
mende tien to» twintig jaar mins
tens twee- en misschien wel vijf
maal zo erg worden als nu (Prof.
dr. M. F. Mörzet Bruyns).
twee oude dagbladen: NRC en
Handelsblad. Optimistische gelui
den bij de Staatsmijnen.
Een moeilijk jaar voor Unilever,
een verlies van 29 miljoen bij VMF,
de tweemiljoenste girorekeninghou
der, lager Brits disconto, een prijs
stijging 'n het eerste kwartaal van
niet minder dan 2'/j procent, en
waar moet dat naartoe? In elk ge
val - zegt het Verbond van onder
nemingen moet de strijd tegen de
inflatie xraentig worden voortgezet.
Hij ls in het Rotterdamse
Overschie geboren. Z'n vader
was toen 67 jaar, een gepensio
neerde godsdienstleraar van de
gereformeerde bond binnen de
hervormde gemeente. Z'n moe
der was een gewezen non. Hij
mag zich beroemen op een fa
milierelatie met de grote con
tra-reformator uit de zestiende
eeuw, Petrus Canisius, die in
1925 heilig werd verklaard.
In verband met het verschij
nen van z'n boek is hij naar
Nederland gekomen. Hij logeert
bij zijn vriend en schrijver Es-
teban Lopez. Het is een van die
weinige bezoekjes aan ons land,
want Jean Schalekamp leeft nu
al tien jaar met z'n vrouw Mu
riel, een Indisch-Nederlandse
schilderes en hun drie kinderen
van vijftien, dertien en vijf
jaar, op het Spaanse eiland
Mallorca.
Hij zegt: „Ik woon in een
groot landhuis, dat vreselijk
vervallen is. Van de veertien
kamers zijn er vijf bewoonbaar.
Er is een kapelletje en een
prieel waar ik rustig kan wer
ken. Rond het huis ligt een gro
te, romantisch verwaarloosde
tuin. Ik hou van de zon en de
ruimte. In Amsterdam heb ik
met m'n vrouw en twee kinde
ren op één kamer gewoond."
Politiek gezien is Schalekamp
een zeer sombere figuur, die
voor de „kolonelsregimes" met
directe of indirecte steun van
toonaangevende westerse mo
gendheden nog een grote toe
komst ziet weggelegd. In Neder
land ziet hij in z'n visionaire
roman overigens geen kolonels-
regime komen, maar meer een
autoritaire democratie, geba
seerd op de macht van de Inge
zonden-s tukkenschrij vers en
Verontruste Luister- en Kijk
geldbetalers.
„In ons land bestaat een grote
drang naar vrijheid, vooral bij
de jongeren. Maar aan de ande
re kant zie je het verzet groeien
onder lieden, die zich gesteund
weten door het kapitaal, het le
ger, door een groot deel van
pers, radio, televisie en kerk. En
het is de vraag welke partij
gaat winnen."
„Daarom vind ik de aanwe
zigheid van een leger in ons
land gevaarlijk. Ons leger is
niet opgewassen tegen de grote
strijdmachten van Amerikanen
of Russen. Het houdt alleen het
gevaar van 'n staatsgreep in."
De hoofdfiguur alias Schale
kamp is in „Onder handbereik"
voor vele dingen bang, maar
vooral voor het ouder worden,
het neo-fascisme en z'n nijpend
geldgebrek. In deze volgorde.
Hij schrijft: „Ik gruw van de
ouderdom Wie het verle
den niet aankan en het heden
door
Rolf Hoekstra
nog minder, moet zich mis
schien met de toekomst bezig
houden. Ook dat is een aan
vaardbare vorm van escapisme.
En zelfs de toekomst heb ik bij
wijze van spreken onder hand
bereik" (blz. 11).
Hij projecteert zich daarom,
ook om zijn angst voor het
ouder worden af te reageren, in
een toekomst van over pak weg
vijftien twintig jaar, waarin
hij in een denkbeeldig land in
Afrika terechtkomt. In een land
zonder leger, godsdienst en tra
dities.
Hij schrijft: „Het spreekt
vanzelf dat Mangawali (de jon
ge Afrikaanse staat red.) zich
aan iedere invloed van buitenaf,
om het even of die nu kapitalis
tisch, imperialistisch, dan wel
Leninistisch, Stalinistisch of
Maoïstisch is, onttrokken heeft
Het land heeft zijn hele econo
mie en industrie volledig in
eigen handen en als enige van
alle jonge Afrikaanse landen
heeft het al sinds lang geen en
kele vorm van ontwikkelings
hulp meer nodig" (blz. 42).
„Eens zal onze blanke arro
gantie de doodklap krijgen en
we zullen het nooit meer te bo
ven komen. En terwijl ik dit in
mijn eigen kleine arrogantie
denk en Pink Floyd Realize,
realize zingt, weet ik dat ik
zelf niet meer ben dan een klei
ne bange blanke burger, sympa
thiserend met de Revolutie
maar zo verschrikkelijk 'gesteld
op mijn eigen comfort" (blz. 38).
Jean Schalekamp zegt: „De
nu onderontwikkelde Tanden
worden de beschaafde landen
van morgen. Ook .daar ziet men
de strijd tussen jong en oud".
Hij schrijft: „Jullie weigeren
de toekomst. Jullie allemaal,
Europeanen, Amerikanen en
Russen, allemaal. Het enige wat
jullie zien is de technologische
toekomst, maar voor de rest
weigeren jullie hardnekkig
iedere vooruitgang. Je bijt je
vast in het verleden en dat zal
jullie ondergang zijn" (blz.
78-79).
Het is interessant te lezen hoe
de schrijver, tevens hoofdper
soon, deze ondergang via het te
levisiescherm in de jonge en
vrije Afrikaanse staat volgt.
Men biedt hem zelfs aan met
een ontwikkelingsteam naar het
onderontwikkelde Europa te
reizen, maar dit aanbod wijst
hij schaterlachend af.
Europa is interessant gewor
den voor de Afrikaanse toeris
ten. Er worden goedkope char
tervluchten georganiseerd:
„Volledig verzorgde trips langs
de spooksteden van Europa. Per
superjet naar Algiers. Vervol
gens per boot naar Marseille en
dan met comfortabele, ver
warmde bussen langs de dode
of verwoeste steden, die eens de
trots van Europa en het reisdoel
van iedere toerist 'waren" (blz.
201).
Het drama heeft zich voltrok
ken. Het boek kan worden ge
sloten. De politieke fictie heeft
tot slot een nieuw begin gekre
gen. Gekregen van een Neder
landse schrijver, die de dicta
tuur in Spanje verkiest boven
het nog steeds democratische
Nederland. Hij geeft toe wel erg
somber te zijn geweest, maar
daar is zijn boek niet minder
boeiend om.
En toch, zo vraag je je af, wat
doet schrijver Schalekamp als
hater van elke vorm van dicta
tuur in Spanje? „Daar zit ik
dan ook vaak mee. Toch voel ik
me. ondanks de dictatuur, in
Spanje vrijer dan in Nederland.
Ik vind het prettig me to de j
een vreemdeling te voelen] en
vendien heb ik goede ré OOO-I
met Spaanse vrienden en a uit'
vers en ik signaleer de on eind.
kelingen daar in Nederl i vai
bladen." )ei
„Mijn kinderen gaan gel
op 'n heel moderne school, lp
godsdienstonderwijs, wanl -aan
ben anti-katholiek, en po erkt
voor buitenlanders niet jk kt
plicht zijn. Bovendien kt gesc
we thuis aan tafel voldoem
gengif geven". 6 kai
En voor alle duidelijkhei ®n. v
even, echt niet kwaad be V-
integendeel, een laatste
„Soms zou ik willen:
opschrijven wat ik denk 1
was het maar: wat ik bedo
niet precies dat wat ik ni«
doel, ik bedoel: niet altij 1 Sti
ernaast" (blz. 10). rvan
I buil
„Alles onder handb nens.
van lean A. Schakelkam;
gave van Contact. Amsti
paperback, f 14.90.
„Ook het christendom staat niet
meer afwijzend tegenover de evo
lutieleer. In de rooms-katholieke
kerk heeft de paus zich persoonlijk
over deze kwestie uitgesproken, en
wel in 1950 in de encycliek Humani
generis. De rooms-katholieke kerk
neemt vandaag aan dat de uit de
familie van de apen voortgekomen
oermensen in het vroeg-pleistoceen
(dus ongeveer 800.000 jaar gele
den) door een goddelijke daad de
onsterfelijke ziel ingeblazen werd.
Volgens deze geloofsopvatting
heeft God dus van een bestaand
dierlijk lichaam gebruik gemaakt en
dit door een scheppingsdaad in een
mens veranderd."
Is Hans Hass, schrijver van het boek
Wij mensen (Bos Keuning N.V., Baarn,
239 blz., ƒ12.90) misschien rooms-katho-
liek? Zo niet. dan Is het opvallend dat hij
het protestantisme er niet bijgehaald
heeft. Hij zou dan op zijn minst hebben
kunnen wijzen op de verdeeldheid bij de
gelovige protestanten ten aanzien van de
evolutie-theorie(enl
Is hij wèl rooms-katholiek, dan krijgt
deze op zichzelf staande passage (blz.
16) het karakter van een stilzwijgende
zelfrechtvaardiging. Want het aparte en
nieuwe van dit boek (oorspronkelijke titel
Wlr Menschen; de vertaling is van J. W.
J. Megens) is, dat de auteur, sinds 1943
doctor in de natuurwetenschappen en in
ternationaal bekend als zee-onderzoeker,
uit die aanvaarding van de evolutie de
consequenties trekt als het erop aan
komt het menselijk gedrag te onderzoe
ken. Dit is name1 iik volgens de auteur
nog niet geschied.
„De belangrijkste probleemstellingen
van de filosofie, de psychologie, de so
ciologie en de overige wetenschappen
die zich met het menselijk gedrag bezig
houden. zijn gebaseerd op begrippen-sys
temen die ontwikkeld werden in een tijd
toen de afstamming van de mens uit het
dierenrijk nog riet bekend was."
„Voor deze wetenschappen is ook van
daag nog de mens niet slechts het mid
delpunt van hun beschouwingen, maar
ook het uitgangspunt voor vrijwel alle
overwegingen. S'nds nu echter over onze
herkomst niet langer twijfel bestaat, moet
het alleen maar als consequent gezien
worden ook het gedrag van de mens te
gen de achtergrond van zijn dierlijke af
stamming te beschouwen dus niet van
de laatste schakel van de lange keten uit
te gaan, maar van haar bescheiden be
gin" (17).
Mijn excuus voor dit lange citaat, maar
hiermee is de kern van het boek aange
duid. Nu stel Ik voorop dat men hier te
doen heeft met een populair-wetenschap-
pelijke uiteenzetting, die zich richt tot een
breed lezerspubliek.
Tot dat publiek rekent zich ook uw
nieuwsgierige recensent en als Ik iets
over dit boek vertel, doe ik het als be
langstellende leek. Ik geef geen oordeel,
maar beperk mij tot informatie over de
Inhoud en misschien tot een enkele op
merking.
Dan moet er in de eerste plaats op
gewezen worden, dat de schrijver tot zijn
veertigste jaar uitsluitend als onderzoeker
is opgetreden en dat hi: zich pas sedert
een jaar of tien toeiegt op onderwerpen
die liggen op de gecombineerde gebieden
van biologie, psychologie eh filosofie. Hij
is dus geen oespiegelaar achter een
schrijftafel.
Op de achterkant van het boek leest
men: „Zijn hobbv, cnderwaterjacht en -fo
tografie in de Middellandse Zee, groeide
uit tot wetenschappelijke onderzoekingen
in vele wereldzeeën. Zijn publicaties hier
over trokken internationaal de aandacht,
film- en tv-series van zijn hand werden
bekroond (Biennale 1951 Oscar 1959)."
Uitgaande van de gedachte dat ons
besef van tijd relatief is, filmt de schrijver
mensen die zich onbespied wanen, „want
zo gauw een mens weet dat hij gefilmd
wordt, gedraagt hii zich niet meer nor
maal" (78).
Zo film hij het marktplein in Venetië,
mensen in een tempel in Benares, een
bedelaar op de trappen van een kerk in
Rio de Janeiro, etende mensen op een
van de eilanden van West-Samoa, drin
kende olifanten m Afrika, een krantenver
koper in Wenen, arbeiders aan de lopen
de band. Indianen in hun huizen, de „up
per ten" in luxueuze Franse hotels, bier-
tenten in MOnchen, een meisje op de
boulevard in Nice, in het wild levende
chimpansees enz.
Deze filmopnamen worden dan ver
sneld of vertraagd afgedraaid, dit om te
ontkomen aan het eenzijdige tijdsbesef
dat met ons aangeboren levenstempo
verband houdt. De onderzoeker wil name
lijk de zo nodige distantie nemen.
BIJ alle vergelilking8materiaal met het
dierlijk leven blijft het een van de kern
vragen van dit ooe1- „Wat is het essen
tiële verschil tussen dier en mens?" De
schrijver besteedt veel aandacht aan de
apparatuur die de mens als kunstmatige
organen heeft ontwikkeld.
Hass ziet de he'e cultuur en techniek
als een complex geheel van kunstmatige
organen en wijdt daar een hoofdstuk aan.
„Slaapt een dier dan gebruikt hij vele
van zijn organen niet deze moeten
echter desondanks gevoed worden. Hier
staat nu plotsalina een wezen de
mens dat orpónen aflegt en tegen
andere verruiltl Dst is volstrekt niet valt
zelfsprekend, maa' vanuit het standpJ
van de evolutie iets ongehoords! E<|
vooruitgang met niet te overziene gevfl
gen" (100).
Dit alles berust op vondsten, die i
zodanig niet uit een geleidelijke ontwikk^
ling-zonder-meer kunnen worden
klaard. Er is mutatie, er worden sproi
gen gemaakt, er is ruimte voor de verra|
sing, voor het onverwachte
Een theoloog ziet hier ruimte voor ii
pulsen uit een transcendente sfeer, vc
een begeleiding van Godswege, ja v<X
het geschapen zijn van de mens na
Gods beeld. Dit beeld verschijnt natuur!
niet In het onderzoeklngsveld van de b«
loog, maar hij wordt zijns ondanks te
kens weer getroffen door het enorme on
derscheid tussen dier en mens, bij i
biologische verwantschap.
Een kort except van Wij mensen z<i
door zijn compactheid onleesbaar zijn. f
heb daarom maar wat gebladerd en
praat. Over wat de denkbeelden van d
schrijver wetensrhappelilk betekenen d
welke perspectieven ze eventueel
nen, zal de bioloog er liefst een gelovi|
bioloog moeten oo'drlen
Uw recensent is niet meer geweest ó4
een geïnteresseerd lezer. En er staat va^
meer in dan ik neb kunnen aanduiden.