ALS JE
STAAT
BOOT HEBT GEMIST
NIEMAND ACHTER JE
PARTIJEN
Moeten wij toegeven aan kijkersi
ZWARTBOEK TEGEN HET CHRISTEN DO
DEZE
WEEK
Kanttekening
ZATERDAG It APRIL 1970
Mejuffrouw P. Vilijn.
„Je behoort gewoonweg tot een vergeten groep.
Zelfs de dominee, die in de kerk voor alles en
iedereen bidt, vergeet de ongehuwden.77
Een bittere en uiteraard ietwat ongenuanceerde
uitspraak van een ongehuwde vrouw, die haar hele
leven hard heeft gewerkt en er nu moet komen van
een schamel pensioen. Het is mejuffrouw P. Vilijn
en haar verhaal lijkt waarschijnlijk voor een groot
deel op de levensgeschiedenis van alle oudere Ne
derlandse vrouwen, die geen mevrouwen zijn en
nog dagelijks lijden onder een discriminatie van de
ongehuwde vrouw, die aan de oppervlakte nauwelijks
merkbaar is, maar toch echt wel bestaat.
HOE MEER taboes er op het
gebied van de zeden worden
verbroken, des te m,ser verbods
bordjes worden er opgericht bij
de onmiddellijke levensbehoeften.
Vooral niet te veel eten (voor
het hart) en natuurlijk niet roken
(voor de longen) en nooit meer
baden in zee (voor weer wat an
ders) en geen ijs meer eten en
geen yochurt meer en ook de
appel is niet onverdacht en
ademhalen ia niet zonder risico.
En dat komt allemaal in één
week tijd op de krantelezer af.
rondheid óna niet bezighouden
ala bijna de hela Kremlinploeg
da griep heeft, en de derde
maanreis door de rodehond
wordt bedr/slgd? Kleine virussen
hebben wereldschokkende ge
volgen.
Het hardere nieuws komt dit
maal voornamelijk uit Guatema
la, waar extremisten de gegijzel
de Westduitse ambassadeur von
Spreti (uit paniek?) vermoorden,
wat felle Duitse reacties wekt,
ook tegen de onbuigzame Guate
malteekse regering. Verder uit
Egypte, waar tientallen kinderen
sterven onder een Israëlisch
bombardement, dat volgens Dayan
alleen militaire doelen trof.
Voorts uit Zuid-Vietnam, dat
zware militaire verliezen lijdt door
de aanvallen van de communis
ten. En uit Amerika, waar de
senaat tegen Nixons voorstel
stemt om de omstreden Carswell
(negerdiscriminatie) in het hoog
gerechtshof te zetten, en waar
Edward Kennedy niet verder ver
volgd zal worden in de zaak-
Kopechne.
Een Schots schip vergaat voor
de r.ede van Genua; er zijn vele
doden.
Politiek geritsel in ons land na
het paasreces. DS'70 doet mee
aan de kamerverkiezingen. D'66
op zoek naar een duidelijker ge
zicht. NVV-Kloos geen lijsttrek
ker voor de PvdA.
De Tweede Kamer stemt in
met het enquêterecht naar het
ondememinqsbeteid en publika-
tieplicht van iaarrekeninqen. Er
is nogal kritiek op Verinqa-Gros-
heides ideeën over de democra
tisering van het onderwijs.
Er broeit trouwens het een en
ander op de scholen. Veel dis
cussie om de vraao of de School
voor de lournalistir'r eerstejaars
zal opnemen. De grote Haagse
hoboïst Jaap Stotifn overliidt. 78
jaar oud.
Minister Roolvink waarschuwt
dat de lonen al gemiddeld 6.2
procent z'in qestenen. Zijn loon
wet wordt sooediq van kracht.
De reoerinq staat positief teien-
over de aanleq van de Bijn-
poorthaven. De melk man t juni
een cent duurder worden, de
boeren vinden dat te welnla.
Hier dan een misschien wei
nig schokkend verhaal, dat we
toch even willen vertellen al
zijn de feiten in al hun alle
daagsheid soms overbekend.
Mejuffrouw Vilijn heeft een
leven van 51 jaar werken ach
ter de rug. Zij was dertien toen
ze haar eerste baantje kreeg in
een atelier, daama volgde een
kleermakerij, na de oorlog
werkte zij enkele jaren in een
strafgevangenis als arbeidscon
tractante en zat toen, tot haar
pensionering, op een kantoor,
waar zij werkte op de afdeling
boekhouding.
Haar vader, die 85 jaar oud
werd, heeft zij altijd verzorgd
en ze zegt dan ook: „Als
iemand, die in een dergelijk ge
val verkeert mij zou vragen
wat zij moest doen, zou ik haar
nooit aanraden: „Ga weg", maar
evenmin zou ik zeggen: „Je
moet thuis blijven."
Zij woont nu met een jongere
zuster en vult haar dagen met
de dingen, die ze graag doet en
waarvoor ze altijd te weinig
tijd had. Daarnaast is zij actief
in het kerkelijk- en vereni
gingsleven.
Ze lijkt kloek en flink en
draagt het wat vinnige masker
van de vrouw die altijd voor
zichzelf heeft moeten opkomen.
„Als men weet dat je ongehuwd
bent, is de houding van de
mensen anders. Men durft je
meer aan, omdat er niemand
achter je staat. Vaak wordt er,
ook in je werk, meer van je
geëist, vooral door getrouwde
vrouwen. Mijn zuster is even
eens ongehuwd; haar getrouwde
collega's vergen meer van haar
dan van elkaar."
„Een struikelblok is voor mij
het feit geweest, dat mijn vader
mij niet verder liet leren. Voor
al in onze tijd was dat nog zo:
een meisje trouwde toch wel.
Maar toen ik zo op mijn dertig
ste, zoals men dat noemt „de
boot had gemist"., dacht ik: „Ik
zie me al als een ouwe vrijgezel
met mijn tasje aan de arm tot
mijn 70ste lopen."
„Ik besloot dus werk te zoe
ken dat een levensvulling kon
zijn. Mijn ideaal was, een huis
in te richten voor kinderen uit
gebroken gezinnen. Helaas
kwam de oorlog er tussen. En
na mijn tijd als arbeidscontrac
tante In de Scheveningse straf
gevangenis overigens een
bijzonder interessante tijd
was er geen ruimte en geen tijd
meer voor mijn ideaal."
„Hoewel ik, doordat ik zo'n
gebrekkige schoolopleiding heb
gehad, mijn geestelijke lacune
trachtte aan te vullen met al
lerlei cursussen, bleef mijn sa
laris toch op een laag peU. Ge
lukkig ben ik praktisch vanaf
het begin georganiseerd geweest
en ik moet het CNV dan ook
alle eer geven, die het toekomt:
het heeft gezorgd dat ik een
goede loonsverhoging kreeg en
staat mij nu nog, met de rege
ling van mijn pensioen zegge
en schrijve ƒ236 per jaar, want
ik mocht pas zeven jaar geleien
in het pensioenfonds terzij
de."
Ik zou iedere vrouw willen
aanraden: word lid van de
bond". Als je dat niet doet doe
je jezelf schade."
„Hoewel ik in mijn werk bij
zonder goed met mannen kon
omgaan, merkte ik toch wel dat
zij zich, ook buiten het werk,
vrijer gedragen tegen ongehuw
de vrouwen, dan tegenover ge
huwden. Het lijkt alsof ze een
beetje op je neer kijken. Ik
weet wel dat ik bij een levens
verzekeringsmaatschappij
kwam praten over mijn pen
sioen. Tjonge, jonge, juffrouw,
men zou niet zeggen dat u al 65
bent, zei de man achter zijn bu
reau. En daar werd ik kriebelig
van. Ik dacht: „Man, ik kom
hier voor zaken en niet om be
handeld te worden als een of
andere giechelende ouwe vrij
ster die dankbaar is voor een
complimentje.
„Misschien klinkt dit wat
prikkelbaar. Maar vergeet niet:
wij worden agressief. De massa
dringt ons een minderwaardig
heidsgevoel op, en behandelt
ons daar ook naar. Men matigt
zich vrijheden aan, stelt indis
crete vragen over je sexuele le
ven, behandelt je in de winkel
al met minder respect, als men
hoort dat je geen „mevrouw"
bent, in een vrouwenkring kan
je niet terecht, want ze denken
allemaal: „Die ouwe, uitge
droogde tut, waar kan die nou
over meepraten?"
„Al die factoren werken ertoe
mee, dat je schuw wordt. Je
durft niet voor jezelf op te ko
men, als de gehuwde zusters het
normaal vinden dat jij als onge
huwde voor je vader blijft zor
gen. Als de ongetrouwde tante,
van wie de familie altijd te veel
vergt, eens iets voor zichzelf
vraagt, is zij een ruziezoekster."
„Misschien denken ze dat wij,
omdat we geen gezin hebben,
beter voor de ouders kunnen
zorgen, maar vergeet niet, dat
wij een volledige dagtaak heb
ben en daarna nog eens moeten
gaan koken, afwassen, stoffen,
stofzuigen, ramen lappen, bood
schappen doen en noem maar
opWat heus niet wegneemt
dat ik achting heb voor de goe
de huisvrouw. Ook zij, die c
van moet zien te komen van
een klein weekloontje, behoort
een lintje te krijgen."
„Nu kun je je als ongehuw
den natuurlijk aaneensluiten en
aan groepsvorming gaan doen.
Maar ik vind dat groepsvor
ming, of het nu ongehuwden,
gehuwden, vergeten weduw
naars of wie dan ook betreft,
er noch in de kerk, noch in de
maatschappij behoort te zijn."
Ach, en wat de kerk betreft:
van de gemeenteleden hebben
wij ook niet onverdeeld goede
ervaringen. We werden op zon
dag wanneer zus van de vo
rige avond 8 tot twee uur 's
nachts had gewerkt wel eens
gehaald voor de kerk. Tot de
man die ons haalde een keer
zei: „Je kunt ook nooit eens je
eigen vrouw naar de kerk bren
gen". ('t Was voor haar maar
twintig meter lopen). Gelukkig
zorgt sindsdien een jongeman er
voor dat wij regelmatig in de
kerk kunnen komen."
„Door gemeenteleden worden
wij nooit op visite genodigd en
wij hebben het afgeleerd ande
ren op visite te vragen. De
mannen denken helaas: „Wat
moeten wij bij die vrouwen
doen?"
En dan nog iets over de hou
ding van menige gehuwde
vrouw: ze stikt vaak van jaloe
zie omdat wij gemakkelijker
met mannen kunnen praten
omdat wij nu eenmaal in de
maatschappij staan en is even
jaloers als je een aardig jurkje
aan hebt: „Zij kan dat wel be
talen", denkt ze dan, maar ze
weet niet dat je voor vijftien
gulden stof hebt gekocht en
toen de jurk zelf gemaakt.
Daarnaast dringt het niet tot
haar door dat je, als er eens een
karweitje in de tuin of in huis
te doen is, je daar iemand an
ders bij moet roepen en natuur
lijk zwaar betalen.
Tenslotte: een weduwe van
bepaalde leeftijd hoeft niet te
werken, omdat zij te lang uit
het arbeidsproces is, maar de
ongehuwde zit te lang in dat
arbeidsproces en moet de pre
mie opbrengen. Een vervroegd
pensioen? Ja en nee. Als een
vrouw graag wil blijven wer
ken, moet dat mogelijk zijn.
Aan de andere kant: ik heb
mijn leven lang dingen moeten
doen, die nu eenmaal gedaan
moesten worden; nu ben ik 65
en kan doen wat ik graag wil,
maar nu ben ik minder vitaal.
Wat niet wegneemt dat ik nog
steeds zo actief mogelijk ben.
11c moet een lans breken voor
de ongehuwde vrouw, doordat
zij haar leven lang in de maat
schappij heeft gestaan, zal zij
ook na haar pensionering langer
vitaal blijven en meer open
staan voor de dingen om haar
heen. En ook daarom moet
maar eens die zo tekènende uit
spraak van een medewerker
aan het CNV, die mij nog on
langs zei: „Ja, jullie, de verge
ten groep in de vergeten hoek",
eindelijk eens ongedaan worden
gemaakt"
JN de perscommentaren van deze week is
nog nagedokterd over het congres van
D'66. Het gaf dan ook wel stof tot enig po
litiek overdenken.
In het dagblad De Tijd trof ik een aardige
vergelijking tussen deze partij en die van
DS'70. Deze nieuwste onder de nieuwe par
tijen wil een voortzetting zijn van de PvdA,
maar dan zonder de „houdgreep" van Nieuw
Links.
Welnu, De Tijd noemde D'66 een oude nieu
we partij en DS'70 een nieuwe oude partij.
Een juiste kenschetsing, lijkt me.
D'66 is opgezet als metterdaad een nieuwe
partij, die het bovendien op het bestaan van
alle andere had gemunt. Die toch waren ge
worteld In een foutief systeem en verdienden
te ontploffen. Alleen op die puinhoop was
nog hoop mogelijk.
DS'70 daarentegen ziet de vernieuwing bin
nen de PvdA met zorg aan en wil terug naar
de toestand waarin Nieuw Links het nog niet
voor het zeggen had.
/"YVER DS'70 valt nog weinig te zeggèn. Veel
zal afhangen van de steun die zij krijgt
van socialisten-van-naam. Dan kan het wat
worden. Maar niet uitgesloten lijkt, dat juist
diegenen van wie zij het moet hebben even
de kat uit de boom willen kijken. Een wat
moeizame cirkelgang dus, die ergens doorbro
ken moet worden, wil het met DS'70 inder
daad wat worden.
Maar D'66 op haar beurt krijgt al iets van
een eigen verleden, zij het een kort verleden.
Deze partij maakte een snelle start, en moest
het daarvan ook hebben. Er stak een aanste
kelijk enthousiasme in, en haar kritiek op
de andere partijen, namelijk dat het deze aan
duidelijkheid schortte, leek velen aan te spre
ken.
Echter, nu de start toch niet voldoende hoog
reikt, keert juist deze kritiek zich tegen D'66
zelf. Want nu blijkt, dat een zwak punt van
deze partij juist diezelfde onduidelijkheid is.
Nu raakt zulk een verwijt natuurlijk minder
een partij die zo snel omhoog schiet dat er
voor vragen nauwelijks tijd overblijft. Maar
door de vertraging in het omhoogschieten is
die tijd vrijgekomen, en het resultaat is voor
lopig aan de pijnlijke kant.
rpERECHT hebben politieke commentatoren
op de conferentie van D'66 dan ook een
wat katerachtige stemming vastgesteld.
had daar gewonnen maar niet óverwonn»
En niet minder dan de overwinning was I
doeld, en dan helpt het niet om bij de,
zichzelf inderdaad respektabele, winst te blij'
ven stilstaan.
Anders geformuleerd: de Nederlandse kies
hebben D'66 gedwongen om een blijvertje
worden, gewoon tussen de andere partijen ij
In het gebruikelijke „partij-establishment
om zo te zeggen. Een „gevestigde" partij der]
halve.
Intussen een in de Nederlandse situatie i
ongebruikelijke figuur. Onze geduldige i
mocratie legt aan nieuw op te richten pu,
tijen weinig moeilijkheden in de weg. Ih
„drempel" is laag, de mogelijkheden tot wti
ving zijn vele, van discriminatie is geen spri
ke. Wie wil kan een kansje wagen.
De moeilijkheid echter schuilt in de vootv
zetting. In het zich blijvend waar maken. U:
het ingroeien in de Nederlandse politiek;
verhoudingen. En juist daaraan is al menlj
jonge partij toch wel weer spoedig bezweki
A/FEN mag belangstellend zijn hoe ook 1
zich op deze nieuwe situatie zal gaan ij
stellen. Er zit in deze groep een interes
portie geestdrift en tegelijk vindingrijkhelj
Het is alles vaak van een ontwapenende
bevangenheid. Er is geen traditie die als t
last op de ranke schouders drukt.
Aan de andere kant is er, mede daarom, t
gebrek aan die diepgang die toch ook
ons partijwezen kenmerkend is. In dit i
zicht is deze partij zelfs al „on-Nederlani
genoemd, en inderdaad willen wij Nederlaj
ders graag ook onze politieke partijen op h
punt van de „beginselen" toetsen.
Binnen D'66 gaat men dat begrijpen. Er koj
straks een gesprek met de ARP, maar i
beseft dat juist daarvoor een vóórbera
over „beginselen in de politiek" nuttig j
nodig kan zijn.
Het zou ons niet verwonderen, wanneer
ARP dan bijvoorbeeld een inleidende opm
king gaat maken over het gebruik van
om ook op zondag te vergaderen een I
ons land tot dusver ongewoon gedrag, i
terecht.
En in het gesprek komt men dan allicht i
het een op het ander.
DIEM
In Duitsland is er heel wat
gaande, sinds onlangs een
kijkers-enquête duidelijk heeft
gemaakt, dat er veel meer
wordt afgestemd op ZDF, het
tweede programma, dan op
ARD, het eerste. Dat bete
kent, dat de ijverige omroo-
pen van de elf deelstaten,
samenwerkend in de ARD, het
moeten afleggen tegen de on
afhankelijke tv-maatschappij
ZDF in Mainz. Alleen als de
ARD met sport of met groot
amusement komt, wil het pu
bliek wel op Duitsland I in
schakelen. Maar al hun stre
ven naar het geven van cul
turele en goede informatieve
programma's valt in het niet
bij het luchtige aanbod van
ZDF.
Eens te meer is gebleken, dat
het grote publiek gewoon ple
zier wil beleven aan de tele
visie, verstrooiing opdoen. We
Misschien kijkt ook hij liever naar luchtig amusement.
kunnen nu met z'n allen „foei"
roepen, maar laten we de hand
eens in eigen boezem steken en
durven bekennen wat wij zelf
na een enerverende dagtaak op
de beeldbuis zoeken.
De echo van de bezorgdheid
over het nut van 't aandragen
van cultuur op het scherm
weerklinkt evengoed in ons
land. Hoeveel beroering ont
stond er niet, toen het NIPO
meedeelde dat een kijk-onder-
zoek had uitgewezen, dat er zo
druk wordt afgestemd op de
TROS, die zich openlijk werpt
op het amusement?
De grote omroepen, en ook de
VPRO, wilden er niet in gelo
ven. Kom nu.... en al die dege
lijke, voorlichtende program
ma's dan die zij geven? Al hun
toewijding om de actualiteiten
rubrieken nog indringender te
maken met discussies in de stu
dio, met het aansnijden van
problemen, problemen en nog
eens problemen?
In feite zit onze vaderlandse
beeldbuis even vol met zware
kost als met amusement. De tv-
criticus en ik kan U dit uit
jarenlange ervaring verzekeren
kijkt dikwijls na een tv-
avond verbaasd op, als hij
naarstig de documentaires en
informatierubrieken op beide
netten heeft gevolgd, en dan
bemerkt dat andere kijkers van
die beide netten ook een hele
avond amusement konden pluk
ken.
Onze vaderlandse televisie is
(over het geheel genomen) wél
aardig gecoördineerd. Men kan
ernst en luim bijna geheel
scheiden en dan toch van 7 tot
liaan het toestel zitten.
Maar.... welke kijker kan het
inderdaad opbrengen, zich
avond aan avond te laten vol
stoppen met problematiek, met
misstanden, alarmerende do
cumentaires en schokkende be
richtgeving?
Twee brede actualiteitenru
brieken op één avond is bij ons
schering en inslag. De criticus
ziet ze gewoonlijk beide: het
eigen werk van de omroepen is
belangrijker dan een aardige
filmserie. Toch.... is dit zware
pakket, altijd nog aangevuld
met leerzame documentaires of
discussies, niet teveel voor de
geïnteresseerde kijker, van wie
dan een behoorlijke dosis gees
telijke inspanning wordt ge
vraagd?
Inderdaad, de wet zegt dat el
ke omroep een totaalprogramma
moet bieden. Maar.... moet dit
ook telkens weer in vier uur
zendtijd?
Over dit probleem nu schrij
ven de Duitse kranten op het
ogenblik en breken de leiders
van de Duitse omroepen zich
het hoofd.
„Moeten wij", zo roepen deze
leiders vertwijfeld uit, „dan
toegeven aan de kijkerswil en
de cultuur op het scherm dras
tisch reduceren? Zijn wij bios
copen met leuke films? Neen,
wij hebben ook een taak in de
volksopvoeding, wij moeten on
ze kijkers desnoods tegen hun
wil onderwijzen op vele fron
ten, zeker in een zo brandende
maatschappij als wij nu hebben
en tegen de achtergrond van
het hele wereldgebeuren. Dat
moet de huiskamer in. Of....
toch niet?
ZDF intussen trekt zich er
niets van aan: „Wij zijn", zegt
een van de woordvoerders in
Mainz, „een onafhankelijke tv-
on derneming. Wij doen wat
ons goeddunkt en wij voelen
geen concurrentie van de om
roepen, van de ARD. Wij willen
natuurlijk wel coördineren om
de kijkers te gerieven, maar wij
geven net zoveel amusement als
we willen".
ZDF doet en durft heel veel.
In 1968 kwam de ARD op het
scherm met een door de Noord-
duitse omroep geprodl
opvoering van Beethoveil
ra Fidelio tevoorschijj
heel mooie opvoering,
meende de ARD, in dit
ven jaar wel (op zondag S
een herhaling te kunnen f
Maar, tevoren liet het j
weten, dat er een.
kleurenopvoering in pre
is bij Intertel en dat zij I
16 december, Beethovep
boortedag, zullen uitzendT
Onverdroten verklaarl
Junkers, operaspecialisjf
ZDF: „Wij steken hier z
geld in, want wij wetei
dat ons publiek het ons li
zou nemen, indien wij oil
hovens geboortedag ni®
enige opera zouden verte
En dat, terwijl slecht|
van de kijkers in
fers van zondag jl. zijn ij
bekend) afstemden op i"
stelling van de ARD!
Met dit grootse zelfj
wen gaal ZDF te
trekt aan het langste eii|
waarschijnlijk zal de uit!
op 16 december inderd"
topper worden.
Is het wonder, dat
staatomroepen met de
in hét haar zitten?
Tot goed begrip van i
tie herinner ik U er
aan, dat ZDF indertiid I
is onder Adenauer, die!
ver het monopolie vanl
roepen, die tezamen op f
ste Duitse net verschijn"
staats-televisiemaatscl
wilde formeren. Dat lui
niet, en daarom werd er en k
geharrewar besloten een en
net ter beschikking te
van een nieuwe, zelf
tv-onderneming, ook me|
doeling een tegenhangei
omroepen te scheppen.
ZDF heeft, evenmin j
Duitse omroepen, leden,
roepen worden gefinand|
de kijk- en luistergeldef
de reclame-opbrengst
derlinge concurrentie li£
Bondsrepubliek dus gelf
ders dan bij ons.
Maar ze is er, en hoe! I
Regeringen kennen kleurboeken,
waarin zij hun volksvertegenwoordigin
gen en het publiek in het algemeen in
lichten over het gevoerde buitenlandse
beleid. België heeft grijs. Frankrijk geel
en Nederland oranje. Verslagen over
bepaalde aangelegenheden worden in
Nederland gedaan in witboeken. Deze
kleuren hebben niets met de inhoud te
maken; een witboek is dus niet een
boek waarin alles blank wordt voorge
steld. Toch is het een suggestief woord
en onwillekeurig is men geneigd een
verbinding te leggen tussen kleur en
Inhoud. Dat komt omdat men die ver
binding wèl legt als het over bladzijden
gaat. Men spreekt van een gouden of
van een zwarte bladzijde.
Denk u een boek in van louter (figuurlijk
gesproken) zwarte bladzijden. Dan hebt u niet
•en regeringsdocument, maar een particuliere
•anval op het christelijk geloof, de christelijke
kerken, de kerkgeschiedenis en de gang van
zaken In de kerken vandaag. Dat zwartboek
(merkwaardigerwijze in een gele kaft) heet:
Het onheil van het christendom, of pleidooi
van een humaniteit zonder God.
De schrijver is Joachim Kahl. een kennis
blijkbaar van de Keulse theologe Dorothee
Sölle; hij vertelt dat hij een jaar of acht in het
Westduitse kerkewerk heeft meegelopen en
dat mevrouw Sölle, toen hij tegenover haar
zijn plan had uiteengezet om uit de kerk té
treden, hem bezworen heeft dit niet te doen.
Zij herinnerde daarbij aan een gedicht van
Bertold Brecht, dat in het boekje in het Duits
vordt geciteerd en dat in het Nederlands als
'olgt kan worden weergegeven. (Het is een
ragment)
„Wijs ons de weg die we gaan moeten, en
wij
zullen die gaan zoals jij. maar
ga niet zonder ons op de goede weg.
Zonder ons is hij
de meest verkeerde.
Maak je niet van ons los!
Wij kunnen dwalen, en Jij kunt gelijk heb
ben, daarom
maak Je niet van ons los...."
Dit pleidooi van Joachim Kahl voor een hu
maniteit zonder God, dat zwartboek tegen het
christendom (uitg. Bruna, Utrecht/Antwerpen,
171 blz„ f 2,75) wordt ingeleid door Gerhard
Szczesny: In ons land reeds bekend door zijn
boek Die Zukunft des Unglaubens (München
1958), destijds door Johan Winkler vertaald on
der de titel De toekomst van het ongeloof.
Deze vertaling verscheen in 1960 bij Mous-
sault's Uitgeverij N.V. te Amsterdam; er zullen
wel lezers zijn die ter vergelijking het oude
boek van Szczesny te voorschijn zullen halen.
Dit ligt echter buiten ons bestek: Kahls boekje
is al compact genoeg.
De inleider begint met te zeggen: „In dit
boek valt iemand die het weten kan het chris
tendom aan in zijn dogma's, moraal en instel
lingen. Heftig, soms woedend. Hij neemt het
christendom serieus."
En verderop: „Zijn toorn wordt opgewekt
door arrogantie en onredelijkheid... Nog erger
dan arrogantie en onredelijkheid van de chris
tenen is het feit dat zij die geen christen zijn,
zoiets laten begaan... Omdat men maar niet
kan beslissen op te ruimen wat men niet meer
gelooft, kan ook niet zichtbaar worden of de
poblemen waarop de christelijke boodschap
destijds een antwoord wilde zijn, ook voor ons
problemen zouden kunnen zijn."
Merkwaardig dat Szczesny aan het eind van
zijn inleiding een toets grijs wil aanbrengen
tegenover het volstrekte zwart van Kahl. Hij
ziet na de grote opruimingsactie een plaats
voor het bijbels geloof, „een christendom dat
in beelden, gelijkenissen en cijfers (bedoeld
zal zijn Chiffren. C.R.) weer in haar eerste
vorm hersteld wordt; een van de vele verha
len, waarin de mensen van hun verwachtingen
en van hun misère spreken."
Kahl echter wil alleen maar bestrijden en
vernietigen, begrijpelijk als je acht kostbare
levensjaren voor een verkeerde zaak gewerkt
hebt Hij begint met uiteen te zetten dat het
onmogelijk is precies samenvattend en ondub
belzinnig te zeggen wat christelijk is. Dan
openbaart hij de naakte feiten van de kerkge
schiedenis („anarchie in de ethiek") en vertelt
van de kerk als slavenhoudster, over de bloe
dige vervolgingen, van heidenen en Joden, van
christenen onder elkaar, over het duivels ka
rakter van de seksualiteit en de vernedering
van de vrouw. De historische Jezus Is onken
baar.
Vervolgens komen aan de beurt de naakte
feiten van de geschiedenis der theologie
(„chaos in de dogmatiek"), aan de hand van
het Nieuwe Testament, de Oude Kerk, de mid
deleeuwen, de tijd van de reformatie, de nieu
we tijd en tegenwoordig.
Kahl noemt als wezenlijk bestanddeel van
het theologisch denken zijn Irrationaliteit; hij
kritiseert Bultmann en Ebellng en noemt het
programma van de ontmythologisering een ro
mantische poging om het gezicht van het
christelijk geloof te redden. Het resultaat,
vriendelijk geformeerd is: Veel geschreeuw
maar weinig wol.
Na een hoofdstuk te hebben gewijd aan de
verhouding tussen kerk en staat in de Bonds
republiek. bestrijdt hij de opvatting dat de
westerse cultuur aan het christendom is te
danken in die mate waarin de voorstanders dit
willen doen geloven; men vergeet dan volgens
hem nog vijf andere stromingen: de continenta
le Germaanse erfenis, de Joodse gedachtenwe-
reld, de erfenis van de Romeinse en Griekse
oudheid, de Arabisch-Saraceense cullg
achttiende-eeuwse Verlichting met f
ten: liberalisme en marxisme.
Men ziet: een bekwaam, scherpzinij
gedocumenteerd betoog; een Ingespl
ging eens en vooral met het chrisll
hem en bulten hem af te rekenen; j
van louter zwarte bladzijden, een I
kend strafregister, een „verklaging c'
ren".
Ik vind dat ieder ontwikkeld chris^
quisitoir over zich moet laten heenjL
terecht zégt de auteur ergens datl
tendom zijn voortbestaan mede danlf
onwetendheid van zijn aanhangers
looft, moet geloven met open ogei
moet niet al te gemakkelijk zeggen: 1
der is. dat die boze. domme, bloedigf
achtige, innerlijk verdeelde kerk
steeds voortbestaat."
De auteur wijt dat voortbestaan a
heid van vele Duitse naamchristen^
grote stap niet durven wagen. Er z
wel heel wat afval loskomen. Eén il
ker: als God zijn kerk in stand ho«
niet haér verdienste. Nee, dat gaat met
in. Het zijn de woorden van eeuwig van
niet kunnen sterven.