ALS JE STAAT BOOT HEBT GEMIST NIEMAND ACHTER JE PARTIJEN Moeten wij toegeven aan kijkersi ZWARTBOEK TEGEN HET CHRISTEN DO DEZE WEEK Kanttekening ZATERDAG It APRIL 1970 Mejuffrouw P. Vilijn. „Je behoort gewoonweg tot een vergeten groep. Zelfs de dominee, die in de kerk voor alles en iedereen bidt, vergeet de ongehuwden.77 Een bittere en uiteraard ietwat ongenuanceerde uitspraak van een ongehuwde vrouw, die haar hele leven hard heeft gewerkt en er nu moet komen van een schamel pensioen. Het is mejuffrouw P. Vilijn en haar verhaal lijkt waarschijnlijk voor een groot deel op de levensgeschiedenis van alle oudere Ne derlandse vrouwen, die geen mevrouwen zijn en nog dagelijks lijden onder een discriminatie van de ongehuwde vrouw, die aan de oppervlakte nauwelijks merkbaar is, maar toch echt wel bestaat. HOE MEER taboes er op het gebied van de zeden worden verbroken, des te m,ser verbods bordjes worden er opgericht bij de onmiddellijke levensbehoeften. Vooral niet te veel eten (voor het hart) en natuurlijk niet roken (voor de longen) en nooit meer baden in zee (voor weer wat an ders) en geen ijs meer eten en geen yochurt meer en ook de appel is niet onverdacht en ademhalen ia niet zonder risico. En dat komt allemaal in één week tijd op de krantelezer af. rondheid óna niet bezighouden ala bijna de hela Kremlinploeg da griep heeft, en de derde maanreis door de rodehond wordt bedr/slgd? Kleine virussen hebben wereldschokkende ge volgen. Het hardere nieuws komt dit maal voornamelijk uit Guatema la, waar extremisten de gegijzel de Westduitse ambassadeur von Spreti (uit paniek?) vermoorden, wat felle Duitse reacties wekt, ook tegen de onbuigzame Guate malteekse regering. Verder uit Egypte, waar tientallen kinderen sterven onder een Israëlisch bombardement, dat volgens Dayan alleen militaire doelen trof. Voorts uit Zuid-Vietnam, dat zware militaire verliezen lijdt door de aanvallen van de communis ten. En uit Amerika, waar de senaat tegen Nixons voorstel stemt om de omstreden Carswell (negerdiscriminatie) in het hoog gerechtshof te zetten, en waar Edward Kennedy niet verder ver volgd zal worden in de zaak- Kopechne. Een Schots schip vergaat voor de r.ede van Genua; er zijn vele doden. Politiek geritsel in ons land na het paasreces. DS'70 doet mee aan de kamerverkiezingen. D'66 op zoek naar een duidelijker ge zicht. NVV-Kloos geen lijsttrek ker voor de PvdA. De Tweede Kamer stemt in met het enquêterecht naar het ondememinqsbeteid en publika- tieplicht van iaarrekeninqen. Er is nogal kritiek op Verinqa-Gros- heides ideeën over de democra tisering van het onderwijs. Er broeit trouwens het een en ander op de scholen. Veel dis cussie om de vraao of de School voor de lournalistir'r eerstejaars zal opnemen. De grote Haagse hoboïst Jaap Stotifn overliidt. 78 jaar oud. Minister Roolvink waarschuwt dat de lonen al gemiddeld 6.2 procent z'in qestenen. Zijn loon wet wordt sooediq van kracht. De reoerinq staat positief teien- over de aanleq van de Bijn- poorthaven. De melk man t juni een cent duurder worden, de boeren vinden dat te welnla. Hier dan een misschien wei nig schokkend verhaal, dat we toch even willen vertellen al zijn de feiten in al hun alle daagsheid soms overbekend. Mejuffrouw Vilijn heeft een leven van 51 jaar werken ach ter de rug. Zij was dertien toen ze haar eerste baantje kreeg in een atelier, daama volgde een kleermakerij, na de oorlog werkte zij enkele jaren in een strafgevangenis als arbeidscon tractante en zat toen, tot haar pensionering, op een kantoor, waar zij werkte op de afdeling boekhouding. Haar vader, die 85 jaar oud werd, heeft zij altijd verzorgd en ze zegt dan ook: „Als iemand, die in een dergelijk ge val verkeert mij zou vragen wat zij moest doen, zou ik haar nooit aanraden: „Ga weg", maar evenmin zou ik zeggen: „Je moet thuis blijven." Zij woont nu met een jongere zuster en vult haar dagen met de dingen, die ze graag doet en waarvoor ze altijd te weinig tijd had. Daarnaast is zij actief in het kerkelijk- en vereni gingsleven. Ze lijkt kloek en flink en draagt het wat vinnige masker van de vrouw die altijd voor zichzelf heeft moeten opkomen. „Als men weet dat je ongehuwd bent, is de houding van de mensen anders. Men durft je meer aan, omdat er niemand achter je staat. Vaak wordt er, ook in je werk, meer van je geëist, vooral door getrouwde vrouwen. Mijn zuster is even eens ongehuwd; haar getrouwde collega's vergen meer van haar dan van elkaar." „Een struikelblok is voor mij het feit geweest, dat mijn vader mij niet verder liet leren. Voor al in onze tijd was dat nog zo: een meisje trouwde toch wel. Maar toen ik zo op mijn dertig ste, zoals men dat noemt „de boot had gemist"., dacht ik: „Ik zie me al als een ouwe vrijgezel met mijn tasje aan de arm tot mijn 70ste lopen." „Ik besloot dus werk te zoe ken dat een levensvulling kon zijn. Mijn ideaal was, een huis in te richten voor kinderen uit gebroken gezinnen. Helaas kwam de oorlog er tussen. En na mijn tijd als arbeidscontrac tante In de Scheveningse straf gevangenis overigens een bijzonder interessante tijd was er geen ruimte en geen tijd meer voor mijn ideaal." „Hoewel ik, doordat ik zo'n gebrekkige schoolopleiding heb gehad, mijn geestelijke lacune trachtte aan te vullen met al lerlei cursussen, bleef mijn sa laris toch op een laag peU. Ge lukkig ben ik praktisch vanaf het begin georganiseerd geweest en ik moet het CNV dan ook alle eer geven, die het toekomt: het heeft gezorgd dat ik een goede loonsverhoging kreeg en staat mij nu nog, met de rege ling van mijn pensioen zegge en schrijve ƒ236 per jaar, want ik mocht pas zeven jaar geleien in het pensioenfonds terzij de." Ik zou iedere vrouw willen aanraden: word lid van de bond". Als je dat niet doet doe je jezelf schade." „Hoewel ik in mijn werk bij zonder goed met mannen kon omgaan, merkte ik toch wel dat zij zich, ook buiten het werk, vrijer gedragen tegen ongehuw de vrouwen, dan tegenover ge huwden. Het lijkt alsof ze een beetje op je neer kijken. Ik weet wel dat ik bij een levens verzekeringsmaatschappij kwam praten over mijn pen sioen. Tjonge, jonge, juffrouw, men zou niet zeggen dat u al 65 bent, zei de man achter zijn bu reau. En daar werd ik kriebelig van. Ik dacht: „Man, ik kom hier voor zaken en niet om be handeld te worden als een of andere giechelende ouwe vrij ster die dankbaar is voor een complimentje. „Misschien klinkt dit wat prikkelbaar. Maar vergeet niet: wij worden agressief. De massa dringt ons een minderwaardig heidsgevoel op, en behandelt ons daar ook naar. Men matigt zich vrijheden aan, stelt indis crete vragen over je sexuele le ven, behandelt je in de winkel al met minder respect, als men hoort dat je geen „mevrouw" bent, in een vrouwenkring kan je niet terecht, want ze denken allemaal: „Die ouwe, uitge droogde tut, waar kan die nou over meepraten?" „Al die factoren werken ertoe mee, dat je schuw wordt. Je durft niet voor jezelf op te ko men, als de gehuwde zusters het normaal vinden dat jij als onge huwde voor je vader blijft zor gen. Als de ongetrouwde tante, van wie de familie altijd te veel vergt, eens iets voor zichzelf vraagt, is zij een ruziezoekster." „Misschien denken ze dat wij, omdat we geen gezin hebben, beter voor de ouders kunnen zorgen, maar vergeet niet, dat wij een volledige dagtaak heb ben en daarna nog eens moeten gaan koken, afwassen, stoffen, stofzuigen, ramen lappen, bood schappen doen en noem maar opWat heus niet wegneemt dat ik achting heb voor de goe de huisvrouw. Ook zij, die c van moet zien te komen van een klein weekloontje, behoort een lintje te krijgen." „Nu kun je je als ongehuw den natuurlijk aaneensluiten en aan groepsvorming gaan doen. Maar ik vind dat groepsvor ming, of het nu ongehuwden, gehuwden, vergeten weduw naars of wie dan ook betreft, er noch in de kerk, noch in de maatschappij behoort te zijn." Ach, en wat de kerk betreft: van de gemeenteleden hebben wij ook niet onverdeeld goede ervaringen. We werden op zon dag wanneer zus van de vo rige avond 8 tot twee uur 's nachts had gewerkt wel eens gehaald voor de kerk. Tot de man die ons haalde een keer zei: „Je kunt ook nooit eens je eigen vrouw naar de kerk bren gen". ('t Was voor haar maar twintig meter lopen). Gelukkig zorgt sindsdien een jongeman er voor dat wij regelmatig in de kerk kunnen komen." „Door gemeenteleden worden wij nooit op visite genodigd en wij hebben het afgeleerd ande ren op visite te vragen. De mannen denken helaas: „Wat moeten wij bij die vrouwen doen?" En dan nog iets over de hou ding van menige gehuwde vrouw: ze stikt vaak van jaloe zie omdat wij gemakkelijker met mannen kunnen praten omdat wij nu eenmaal in de maatschappij staan en is even jaloers als je een aardig jurkje aan hebt: „Zij kan dat wel be talen", denkt ze dan, maar ze weet niet dat je voor vijftien gulden stof hebt gekocht en toen de jurk zelf gemaakt. Daarnaast dringt het niet tot haar door dat je, als er eens een karweitje in de tuin of in huis te doen is, je daar iemand an ders bij moet roepen en natuur lijk zwaar betalen. Tenslotte: een weduwe van bepaalde leeftijd hoeft niet te werken, omdat zij te lang uit het arbeidsproces is, maar de ongehuwde zit te lang in dat arbeidsproces en moet de pre mie opbrengen. Een vervroegd pensioen? Ja en nee. Als een vrouw graag wil blijven wer ken, moet dat mogelijk zijn. Aan de andere kant: ik heb mijn leven lang dingen moeten doen, die nu eenmaal gedaan moesten worden; nu ben ik 65 en kan doen wat ik graag wil, maar nu ben ik minder vitaal. Wat niet wegneemt dat ik nog steeds zo actief mogelijk ben. 11c moet een lans breken voor de ongehuwde vrouw, doordat zij haar leven lang in de maat schappij heeft gestaan, zal zij ook na haar pensionering langer vitaal blijven en meer open staan voor de dingen om haar heen. En ook daarom moet maar eens die zo tekènende uit spraak van een medewerker aan het CNV, die mij nog on langs zei: „Ja, jullie, de verge ten groep in de vergeten hoek", eindelijk eens ongedaan worden gemaakt" JN de perscommentaren van deze week is nog nagedokterd over het congres van D'66. Het gaf dan ook wel stof tot enig po litiek overdenken. In het dagblad De Tijd trof ik een aardige vergelijking tussen deze partij en die van DS'70. Deze nieuwste onder de nieuwe par tijen wil een voortzetting zijn van de PvdA, maar dan zonder de „houdgreep" van Nieuw Links. Welnu, De Tijd noemde D'66 een oude nieu we partij en DS'70 een nieuwe oude partij. Een juiste kenschetsing, lijkt me. D'66 is opgezet als metterdaad een nieuwe partij, die het bovendien op het bestaan van alle andere had gemunt. Die toch waren ge worteld In een foutief systeem en verdienden te ontploffen. Alleen op die puinhoop was nog hoop mogelijk. DS'70 daarentegen ziet de vernieuwing bin nen de PvdA met zorg aan en wil terug naar de toestand waarin Nieuw Links het nog niet voor het zeggen had. /"YVER DS'70 valt nog weinig te zeggèn. Veel zal afhangen van de steun die zij krijgt van socialisten-van-naam. Dan kan het wat worden. Maar niet uitgesloten lijkt, dat juist diegenen van wie zij het moet hebben even de kat uit de boom willen kijken. Een wat moeizame cirkelgang dus, die ergens doorbro ken moet worden, wil het met DS'70 inder daad wat worden. Maar D'66 op haar beurt krijgt al iets van een eigen verleden, zij het een kort verleden. Deze partij maakte een snelle start, en moest het daarvan ook hebben. Er stak een aanste kelijk enthousiasme in, en haar kritiek op de andere partijen, namelijk dat het deze aan duidelijkheid schortte, leek velen aan te spre ken. Echter, nu de start toch niet voldoende hoog reikt, keert juist deze kritiek zich tegen D'66 zelf. Want nu blijkt, dat een zwak punt van deze partij juist diezelfde onduidelijkheid is. Nu raakt zulk een verwijt natuurlijk minder een partij die zo snel omhoog schiet dat er voor vragen nauwelijks tijd overblijft. Maar door de vertraging in het omhoogschieten is die tijd vrijgekomen, en het resultaat is voor lopig aan de pijnlijke kant. rpERECHT hebben politieke commentatoren op de conferentie van D'66 dan ook een wat katerachtige stemming vastgesteld. had daar gewonnen maar niet óverwonn» En niet minder dan de overwinning was I doeld, en dan helpt het niet om bij de, zichzelf inderdaad respektabele, winst te blij' ven stilstaan. Anders geformuleerd: de Nederlandse kies hebben D'66 gedwongen om een blijvertje worden, gewoon tussen de andere partijen ij In het gebruikelijke „partij-establishment om zo te zeggen. Een „gevestigde" partij der] halve. Intussen een in de Nederlandse situatie i ongebruikelijke figuur. Onze geduldige i mocratie legt aan nieuw op te richten pu, tijen weinig moeilijkheden in de weg. Ih „drempel" is laag, de mogelijkheden tot wti ving zijn vele, van discriminatie is geen spri ke. Wie wil kan een kansje wagen. De moeilijkheid echter schuilt in de vootv zetting. In het zich blijvend waar maken. U: het ingroeien in de Nederlandse politiek; verhoudingen. En juist daaraan is al menlj jonge partij toch wel weer spoedig bezweki A/FEN mag belangstellend zijn hoe ook 1 zich op deze nieuwe situatie zal gaan ij stellen. Er zit in deze groep een interes portie geestdrift en tegelijk vindingrijkhelj Het is alles vaak van een ontwapenende bevangenheid. Er is geen traditie die als t last op de ranke schouders drukt. Aan de andere kant is er, mede daarom, t gebrek aan die diepgang die toch ook ons partijwezen kenmerkend is. In dit i zicht is deze partij zelfs al „on-Nederlani genoemd, en inderdaad willen wij Nederlaj ders graag ook onze politieke partijen op h punt van de „beginselen" toetsen. Binnen D'66 gaat men dat begrijpen. Er koj straks een gesprek met de ARP, maar i beseft dat juist daarvoor een vóórbera over „beginselen in de politiek" nuttig j nodig kan zijn. Het zou ons niet verwonderen, wanneer ARP dan bijvoorbeeld een inleidende opm king gaat maken over het gebruik van om ook op zondag te vergaderen een I ons land tot dusver ongewoon gedrag, i terecht. En in het gesprek komt men dan allicht i het een op het ander. DIEM In Duitsland is er heel wat gaande, sinds onlangs een kijkers-enquête duidelijk heeft gemaakt, dat er veel meer wordt afgestemd op ZDF, het tweede programma, dan op ARD, het eerste. Dat bete kent, dat de ijverige omroo- pen van de elf deelstaten, samenwerkend in de ARD, het moeten afleggen tegen de on afhankelijke tv-maatschappij ZDF in Mainz. Alleen als de ARD met sport of met groot amusement komt, wil het pu bliek wel op Duitsland I in schakelen. Maar al hun stre ven naar het geven van cul turele en goede informatieve programma's valt in het niet bij het luchtige aanbod van ZDF. Eens te meer is gebleken, dat het grote publiek gewoon ple zier wil beleven aan de tele visie, verstrooiing opdoen. We Misschien kijkt ook hij liever naar luchtig amusement. kunnen nu met z'n allen „foei" roepen, maar laten we de hand eens in eigen boezem steken en durven bekennen wat wij zelf na een enerverende dagtaak op de beeldbuis zoeken. De echo van de bezorgdheid over het nut van 't aandragen van cultuur op het scherm weerklinkt evengoed in ons land. Hoeveel beroering ont stond er niet, toen het NIPO meedeelde dat een kijk-onder- zoek had uitgewezen, dat er zo druk wordt afgestemd op de TROS, die zich openlijk werpt op het amusement? De grote omroepen, en ook de VPRO, wilden er niet in gelo ven. Kom nu.... en al die dege lijke, voorlichtende program ma's dan die zij geven? Al hun toewijding om de actualiteiten rubrieken nog indringender te maken met discussies in de stu dio, met het aansnijden van problemen, problemen en nog eens problemen? In feite zit onze vaderlandse beeldbuis even vol met zware kost als met amusement. De tv- criticus en ik kan U dit uit jarenlange ervaring verzekeren kijkt dikwijls na een tv- avond verbaasd op, als hij naarstig de documentaires en informatierubrieken op beide netten heeft gevolgd, en dan bemerkt dat andere kijkers van die beide netten ook een hele avond amusement konden pluk ken. Onze vaderlandse televisie is (over het geheel genomen) wél aardig gecoördineerd. Men kan ernst en luim bijna geheel scheiden en dan toch van 7 tot liaan het toestel zitten. Maar.... welke kijker kan het inderdaad opbrengen, zich avond aan avond te laten vol stoppen met problematiek, met misstanden, alarmerende do cumentaires en schokkende be richtgeving? Twee brede actualiteitenru brieken op één avond is bij ons schering en inslag. De criticus ziet ze gewoonlijk beide: het eigen werk van de omroepen is belangrijker dan een aardige filmserie. Toch.... is dit zware pakket, altijd nog aangevuld met leerzame documentaires of discussies, niet teveel voor de geïnteresseerde kijker, van wie dan een behoorlijke dosis gees telijke inspanning wordt ge vraagd? Inderdaad, de wet zegt dat el ke omroep een totaalprogramma moet bieden. Maar.... moet dit ook telkens weer in vier uur zendtijd? Over dit probleem nu schrij ven de Duitse kranten op het ogenblik en breken de leiders van de Duitse omroepen zich het hoofd. „Moeten wij", zo roepen deze leiders vertwijfeld uit, „dan toegeven aan de kijkerswil en de cultuur op het scherm dras tisch reduceren? Zijn wij bios copen met leuke films? Neen, wij hebben ook een taak in de volksopvoeding, wij moeten on ze kijkers desnoods tegen hun wil onderwijzen op vele fron ten, zeker in een zo brandende maatschappij als wij nu hebben en tegen de achtergrond van het hele wereldgebeuren. Dat moet de huiskamer in. Of.... toch niet? ZDF intussen trekt zich er niets van aan: „Wij zijn", zegt een van de woordvoerders in Mainz, „een onafhankelijke tv- on derneming. Wij doen wat ons goeddunkt en wij voelen geen concurrentie van de om roepen, van de ARD. Wij willen natuurlijk wel coördineren om de kijkers te gerieven, maar wij geven net zoveel amusement als we willen". ZDF doet en durft heel veel. In 1968 kwam de ARD op het scherm met een door de Noord- duitse omroep geprodl opvoering van Beethoveil ra Fidelio tevoorschijj heel mooie opvoering, meende de ARD, in dit ven jaar wel (op zondag S een herhaling te kunnen f Maar, tevoren liet het j weten, dat er een. kleurenopvoering in pre is bij Intertel en dat zij I 16 december, Beethovep boortedag, zullen uitzendT Onverdroten verklaarl Junkers, operaspecialisjf ZDF: „Wij steken hier z geld in, want wij wetei dat ons publiek het ons li zou nemen, indien wij oil hovens geboortedag ni® enige opera zouden verte En dat, terwijl slecht| van de kijkers in fers van zondag jl. zijn ij bekend) afstemden op i" stelling van de ARD! Met dit grootse zelfj wen gaal ZDF te trekt aan het langste eii| waarschijnlijk zal de uit! op 16 december inderd" topper worden. Is het wonder, dat staatomroepen met de in hét haar zitten? Tot goed begrip van i tie herinner ik U er aan, dat ZDF indertiid I is onder Adenauer, die! ver het monopolie vanl roepen, die tezamen op f ste Duitse net verschijn" staats-televisiemaatscl wilde formeren. Dat lui niet, en daarom werd er en k geharrewar besloten een en net ter beschikking te van een nieuwe, zelf tv-onderneming, ook me| doeling een tegenhangei omroepen te scheppen. ZDF heeft, evenmin j Duitse omroepen, leden, roepen worden gefinand| de kijk- en luistergeldef de reclame-opbrengst derlinge concurrentie li£ Bondsrepubliek dus gelf ders dan bij ons. Maar ze is er, en hoe! I Regeringen kennen kleurboeken, waarin zij hun volksvertegenwoordigin gen en het publiek in het algemeen in lichten over het gevoerde buitenlandse beleid. België heeft grijs. Frankrijk geel en Nederland oranje. Verslagen over bepaalde aangelegenheden worden in Nederland gedaan in witboeken. Deze kleuren hebben niets met de inhoud te maken; een witboek is dus niet een boek waarin alles blank wordt voorge steld. Toch is het een suggestief woord en onwillekeurig is men geneigd een verbinding te leggen tussen kleur en Inhoud. Dat komt omdat men die ver binding wèl legt als het over bladzijden gaat. Men spreekt van een gouden of van een zwarte bladzijde. Denk u een boek in van louter (figuurlijk gesproken) zwarte bladzijden. Dan hebt u niet •en regeringsdocument, maar een particuliere •anval op het christelijk geloof, de christelijke kerken, de kerkgeschiedenis en de gang van zaken In de kerken vandaag. Dat zwartboek (merkwaardigerwijze in een gele kaft) heet: Het onheil van het christendom, of pleidooi van een humaniteit zonder God. De schrijver is Joachim Kahl. een kennis blijkbaar van de Keulse theologe Dorothee Sölle; hij vertelt dat hij een jaar of acht in het Westduitse kerkewerk heeft meegelopen en dat mevrouw Sölle, toen hij tegenover haar zijn plan had uiteengezet om uit de kerk té treden, hem bezworen heeft dit niet te doen. Zij herinnerde daarbij aan een gedicht van Bertold Brecht, dat in het boekje in het Duits vordt geciteerd en dat in het Nederlands als 'olgt kan worden weergegeven. (Het is een ragment) „Wijs ons de weg die we gaan moeten, en wij zullen die gaan zoals jij. maar ga niet zonder ons op de goede weg. Zonder ons is hij de meest verkeerde. Maak je niet van ons los! Wij kunnen dwalen, en Jij kunt gelijk heb ben, daarom maak Je niet van ons los...." Dit pleidooi van Joachim Kahl voor een hu maniteit zonder God, dat zwartboek tegen het christendom (uitg. Bruna, Utrecht/Antwerpen, 171 blz„ f 2,75) wordt ingeleid door Gerhard Szczesny: In ons land reeds bekend door zijn boek Die Zukunft des Unglaubens (München 1958), destijds door Johan Winkler vertaald on der de titel De toekomst van het ongeloof. Deze vertaling verscheen in 1960 bij Mous- sault's Uitgeverij N.V. te Amsterdam; er zullen wel lezers zijn die ter vergelijking het oude boek van Szczesny te voorschijn zullen halen. Dit ligt echter buiten ons bestek: Kahls boekje is al compact genoeg. De inleider begint met te zeggen: „In dit boek valt iemand die het weten kan het chris tendom aan in zijn dogma's, moraal en instel lingen. Heftig, soms woedend. Hij neemt het christendom serieus." En verderop: „Zijn toorn wordt opgewekt door arrogantie en onredelijkheid... Nog erger dan arrogantie en onredelijkheid van de chris tenen is het feit dat zij die geen christen zijn, zoiets laten begaan... Omdat men maar niet kan beslissen op te ruimen wat men niet meer gelooft, kan ook niet zichtbaar worden of de poblemen waarop de christelijke boodschap destijds een antwoord wilde zijn, ook voor ons problemen zouden kunnen zijn." Merkwaardig dat Szczesny aan het eind van zijn inleiding een toets grijs wil aanbrengen tegenover het volstrekte zwart van Kahl. Hij ziet na de grote opruimingsactie een plaats voor het bijbels geloof, „een christendom dat in beelden, gelijkenissen en cijfers (bedoeld zal zijn Chiffren. C.R.) weer in haar eerste vorm hersteld wordt; een van de vele verha len, waarin de mensen van hun verwachtingen en van hun misère spreken." Kahl echter wil alleen maar bestrijden en vernietigen, begrijpelijk als je acht kostbare levensjaren voor een verkeerde zaak gewerkt hebt Hij begint met uiteen te zetten dat het onmogelijk is precies samenvattend en ondub belzinnig te zeggen wat christelijk is. Dan openbaart hij de naakte feiten van de kerkge schiedenis („anarchie in de ethiek") en vertelt van de kerk als slavenhoudster, over de bloe dige vervolgingen, van heidenen en Joden, van christenen onder elkaar, over het duivels ka rakter van de seksualiteit en de vernedering van de vrouw. De historische Jezus Is onken baar. Vervolgens komen aan de beurt de naakte feiten van de geschiedenis der theologie („chaos in de dogmatiek"), aan de hand van het Nieuwe Testament, de Oude Kerk, de mid deleeuwen, de tijd van de reformatie, de nieu we tijd en tegenwoordig. Kahl noemt als wezenlijk bestanddeel van het theologisch denken zijn Irrationaliteit; hij kritiseert Bultmann en Ebellng en noemt het programma van de ontmythologisering een ro mantische poging om het gezicht van het christelijk geloof te redden. Het resultaat, vriendelijk geformeerd is: Veel geschreeuw maar weinig wol. Na een hoofdstuk te hebben gewijd aan de verhouding tussen kerk en staat in de Bonds republiek. bestrijdt hij de opvatting dat de westerse cultuur aan het christendom is te danken in die mate waarin de voorstanders dit willen doen geloven; men vergeet dan volgens hem nog vijf andere stromingen: de continenta le Germaanse erfenis, de Joodse gedachtenwe- reld, de erfenis van de Romeinse en Griekse oudheid, de Arabisch-Saraceense cullg achttiende-eeuwse Verlichting met f ten: liberalisme en marxisme. Men ziet: een bekwaam, scherpzinij gedocumenteerd betoog; een Ingespl ging eens en vooral met het chrisll hem en bulten hem af te rekenen; j van louter zwarte bladzijden, een I kend strafregister, een „verklaging c' ren". Ik vind dat ieder ontwikkeld chris^ quisitoir over zich moet laten heenjL terecht zégt de auteur ergens datl tendom zijn voortbestaan mede danlf onwetendheid van zijn aanhangers looft, moet geloven met open ogei moet niet al te gemakkelijk zeggen: 1 der is. dat die boze. domme, bloedigf achtige, innerlijk verdeelde kerk steeds voortbestaat." De auteur wijt dat voortbestaan a heid van vele Duitse naamchristen^ grote stap niet durven wagen. Er z wel heel wat afval loskomen. Eén il ker: als God zijn kerk in stand ho« niet haér verdienste. Nee, dat gaat met in. Het zijn de woorden van eeuwig van niet kunnen sterven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 14