De vrouw liet zich
steeds door Parijs
wet voorschrijven
ALPHEN HEEFT TOEKOMST
41
'«ft
WAANNEER we eens al die vijftig jaar onze allermooiste jurk van elk jaar zuinig be-
waard hadden en keurig uitgehangen op een rijtjeals de golven van de zee
zou de zoomlijn op en neer, hoger en lager deinen. Maar de tachtigjarige van nu
heeft er geen kleerkast voorZomin als ze nog een linnenkast met zesendertig la
kens en vierentwintig hemden heeft. Ieder seizoen door de jaren heen heeft de
vrouw zieh steeds de wet laten voorsehrijven vanuit Parijs. En die wet waanzinnig en
helemaal mal gevonden en er toch aan gehoorzaamd.
1920 het tijdperk toen er nog
mevrouwen en dienstbodes waren.
Ieder met eigen begrippen om
trent de mode. Voor de mevrou
wen de enkellange japonnen van
crêpe en -fluweel, voor de dienst
bode krakend blauw linnen en
witte of bruingeruite schort,
Voor de een de salonvoor de
ander de keuken.
Voor de mevrouwen was er de
Gracieuse, voor de dienstbode het
geijkte patroon.
OPEENS ANDERS
QPEENS WORDT het allemaal an
ders. Door de Wereldoorlog, zeg
gen de meesten, door het vrouwen
kiesrecht, roepen de verschrikte
mannen en de zich vrijvechtende
vrouwen. Zedenverwildering, roepen
de degelijken, en „recht voor allen"
de opstandigen.
En de rok kruipt op, laat voorzich
tig de enkel zien en dan een stukje
kuit Die vrouwenbenen dragen geen
gebreide kousen meer, maar dunne
kousen van fil de cose. De vrouwen
hebben geen boezem meer en zelfs
geen taille. Maar erger dan dat alles
is, dat ze de vlechten afknippen en
met gestroomlijnde jongenskopjes
verschijnen.
Hoeveel huisvaders hebben toen
geroepen, dat het Schandalig was.
hebben dreigend de dochters verbo
de daaraan mee te doen?
Toch deden de dochters mee, en
de moeders... De kapper werd een
belangrijk persoon, want die kortge-
Lotte Blaauiv
knipte haren groeiden altijd weer
aan. En zelfs de deftigste mevrouw
had geen kamenier meer. want die
was allang naar de 'fabriek of het
kantoor verdwenen.
En de rok kroop omhoog.tot de
knie.en zelfs daarboven.
De benen werden lichtgekousd,
zacht rose, zoals de damessigaretten
die uit lange pijpjes werden gerookt
De kunst van het sierlijk roken had
het waaierspel vervangen.
De deftigheid van de notaris- en
burgemeestersvrouw is niet meer
het voorbeeld waar men zich naar
richt, maar de verre filmheldin, die
ongelooflijk gaaf en glad in de don
kere bioscoopzaal over het witte
doek wandelt. Ze kijkt met grote
tragische ogen de zaal in en heeft
een hartje als mond. Een hartje dat
elke vrouw kan natekenen met dat
wonderding, de lippenstift.
Vrolijk leven, veel lawaai, de jazz
is ontdekt en de charleston stampt
rond. Totdat de krach in New York
komt. De oorlogswinsten zijn allang
op. De mannen kijken somber en
manen de vrouwen tot zuinigheid.
TYE MODE kalmeert, de rokken
zakken. Heel voorzichtig, eerst
met slippen opzij of een halve staart
achter, dan helemaal recht De haren
groeien weer aan. De kappers heb
ben het nog drukker, want er moet
golf in komen. De frisuurtang kan
het niet meer aan en de permanent,
die helemaal niet permanent blijkt
te zijn, regeert de vrouw. Eenmaal
onder de kap, smorend en bradend,
tekent ze het abonnement om steeds
terug te komen.
De dienstbodes zijn verdwenen, er
zijn nog mevrouwen en juffrouwen,
dat wel, maar ze hebben allebei hun
zorgen, teveel om zich ook nog met
elkaar te bemoeien. Het geld is be
palend voor wat men aan kleren
besteedt. En het Is niet onfatsoenlijk
om zuinig te zijn. Langzaam maar
heel zeker nivelleren de klassen. De
werkman met een vast loon is soms
beter af dan de fabrikant, die zijn
hoge lasten niet meer kan opbren
gen.
In de gezinnen is de toon veran
derd. De eeuw van het kind is be
gonnen. Het absolute gezag voert
niet meer de boventoon, men gaat
redeneren, analyseren. De huisvrouw
ontdekt de buitenwereld en de jeugd
de rebellie. De jongeren lopen nog
wel niet in demonstratieve tochten,
maar zitten rond het kampvuur. De
boorden van de mannen mogen slap
zijn en de mode wordt wat stoerder.
De fiets is algemeen goed geworden
en de rokken worden wat gemakke
lijker en wijder.
Dat heeft ook weer bezwaren,
want die rokken wapperen onwel
voeglijk hoog op en daarom komen
ir Ook onder deze hypermoderne creatie van de Salon de Boutique
te Parijs komen de enkels uit, maar de gehele benen zijn zichtbaar
door de doorschijnende onderkant.
er loden vlinders, bont beschilderd,
die aan de zoom worden geklapt
SLANK ZIJN
J^E NU wèl gecoiffeerde hoofden
gaanschuil onder een hoge pot-
gaan schuil onder een hoge pot-
echter de three-corner, die op één
oog staat. Maar de kleding Is niet
meer een samenstel van kleren,
klaar voor de draagster. De kleding
zelf gaat eisen stellen. Men moet er
slank voor zijn. En jong.Altijd
maar jong.
Die jongheid kan niet alleen uit
potjes en tubes komen en bovendien
is er zo het een en ander ontdekt in
de laatste tien jaar. De vitaminen
zijn onzichtbaar, maar ontegenzegge
lijk op het menu gekomen. De sui.-
kerdot is uit de wieg verbannen en
het spekzwoerd mag niet meer aan
de kleuter in de kinderstoel worden
gegeven. Ontelbaar veel moeders
hebben het met stomme verbazing
van de dokter aangehoord: „Geef
liever een korst bruinbrood.Och
arme, het schaap.
De tomaat is in het zicht gekomen,
de sinaasappel krijgt alle eer. Maar
de stevige Hollandse pot van aar
dappelen, vette jus en een stijve pap
blijft in alle ere. Er zijn nieuwlich
ters, die over rauwkost praten, maar
de huisvrouw suddert liever haar
andijvie nog smeuig gaar.
Totdat zuinigheid een deugd werd,
omdat in elke kring de crisis zich
laat voelen. In stad en dorp worden
cursussen gehouden om de vrouwen
te leren, dat aardappelen en groente
met weinig water in een gesloten
pan meer voedingswaarde behouden
dan op de oude manier, wanneer de
wasem snijdicht in de keuken stond.
Die voedingswaarde, dat moeten ze
maar geloven, maar het snellere ko
ken merken ze omdat ze langer met
het dubbeltje in de gasmeter doen.
De mode is mild, Een oude jurk
kan een overgooier worden en de
raglanmouw camoufleert een slijta-
geplek. Van twee één maken wordt
een kunst en een deugd.
In menig gezin zijn het de kinde
ren die het geld binnenbrengen met
kleine baantjes. De meisjes zo goed
als de jongens. Van de laatste
schooldag stappen ze in het dienstje.
Als er verder geleerd kan worden
gaan de jongens voor.
STILLE KRACHTEN
7O GROEIT de schare van vrou
wen, die nooit verder komt dan
een onaanzienlijk baantje, altijd
struikelend over de te geringe oplei
ding. Nederland heeft een enorm
vrouwenoverschot en de kreet der
ouders „Ze trouwt toch wel" is voor
menig meisje niet opgegaan.
Die meisjes worden de stille
krachten in ons volk. Ze hebben hel
pende handen en weinig eisen. Het
zijn nu de vrouwen, die in de nieu
we stijl van het sociaal welzijn ook
hun eisen stellen. Vervroegde AOW
met zestig jaar. Recht tegenover
haar staan de anderen. De vrouwen,
die wel de kansen kregen en de hin
derpalen overwonnen. De strijdba
ren. die gelijke rechten eisen.
Fel waren in de crisisjaren de
discussies over het recht van de ge
huwde vrouw op betaalde arbeid.
Nam iedere vrouw met een baan
niet het brood uit de mond van een
huisvader? Een ongehuwde mocht
dan carrière maken, een gehuwde
hoorde thuisl De emancipatiestrijd
bleek niet gestreden om het
kiesrecht alleen. Maar alle stemmen
zwijgen wanneer in de nacht van 10
mei 1940 het geweld komt. Onstuit
baar en verwoestend.
ALLEEN MENSEN
jyjANNEN EN vrouwen zijn alleen
nog mensen. Mensen, die voor
taken komen te staan waarvan ze
nooit hebben gedroomd. Dan blijkt
dat alles wat zo belangrijk scheen,
toch niet zoveel waarde voor de
vrouw heeft. De mode is een verge
ten grootheid geworden.
Er is geen mode meer. Er zijn
alleen nog kleren. Schoenen waren
een probleem van versleten zolen.
Een hoofddoek gemakkelijker dan
een hoed. Een trui van zelf gespon
nen wol een weelde.
Zelfs wanneer we bevrijd zijn
blijft de mode een onbelangrijke
zaak. Er wordt jacht gemaakt op
textiel, dat is alles. Een gelukkige
weet iets te bemachtigen uit de Sha-
fegoederen, „net gedragen" kleding
die naar mottenballen ruikt, de weg
geschonken garderobes van onbe
kende Amerikaanse vrouwen.
Maar in Parijs is de mode geen fri
vool versiersel van het leven. Daar
is het pure zakelijkheid en de hau-
te-couture-huizen werken hard om
weer met iets voor de dag te komen.
Ze brengen het niet verder dan wat
rechte jurken met nauwe rokken.
Niemand protesteerde. niemand
kwam op een ander idee. Hoe nau
wer de rok. des te minder materiaal
was er nodig.
Maar in 1947 gaat de sensatie over
de wereld. In Parijs heeft Christian
Dior de lange wijde rok gelanceerd.
De New Look.Stroken en ruches,
het kan niet overdadig genoeg zijn.
Bandfluweeltjes om de hals en rok
ken tot ver over de kuit, wijde klok
ken en genepen taille.
De vrouw is weer vrouw gewor
den. Een reactie op de benarde
oorlogsjaren, toen de vrouw de over
all en het uniform moest dragen;
een reactie op de armoede van
versleten kleren en gebrek.
De cosmetische industrie krijgt
een miljardenomzet. Geen vrouw
schaamt zich meer om poeder en
lipstick te gebruiken, integendeel,
het hoort er bij. Het oog zelfs krijgt
een beurt, niet door eenvoudig aan
dikken van wimpers en wenkbrau
wen maar met een ingewikkeld palet
van tinten, en wanneer ook dat alge
meen is geworden, komen de valse
wimpers, de valse nagels, de valse
haren. Alles natuurlijk onder veel
aardiger namen.
Parijs werkt op topkracht. De
vrouw mag wispelturig zijn. Per sei
zoen een andere mode. Na de New
Look komt de H-lijn, de A-lijn. De
rok neemt centimeter voor centime
ter af. De jeugd lacht om de da
mesmode en de dames roepen ver
ontwaardigd dat geen ontwerper
meer aan haar denkt!
De huisvrouw draagt geen schort
meer. Den Haag, eens de stad waar
de meeste schorten werden verkocht,
omdat het mevrouwtje haar japon
netje wilde sparen en toch altijd
pront en schoon te voorschijn ko
men, kent alleen nog het cock
tailschortje of de barbecuelap, die
meneer voorbindt. Ze boent niet
meer zoveel, want elk huis heeft
formicatafels en zwabbervloeren. Ze
zwoegt niet meer met het wasbord,
maar draait de knop van de wasma
chine.
De zondagse maaltijd van langge-
trokken soep, rollade en boontjes
met aardappelen en griesmeelpud
ding met bessesap toe bestaat niet
meer. We reizen en leren de paella,
de gevulde aubergines en de fondue
kennen. De varkens moeten mager
blijven, want dierlijk vet is slecht
voor het hart. en de plantenolie ver
vangt de in de pan bruisende boter.
IS tijd, ruimte cn geld gekomen
voor duizend dipgèn en de mode
eist daar veel van op En zo zijn we
In de chaos van de mode gekomen,
die het jaar 1970 kenmerkt. Kort.
lang, middelmatig. De modekoningen
geven tegenstrijdige orders. En wie
niet wil verandert niet.
Niemand kan het zeggen, maar
misschien is 1970 het meest revolutio
naire jaar in de geschiedenis der
mode, omdat er geen eigenlijke mo
de meer is. Een bevrijdingsjaar,
waarin de grootste dictator der
vrouwen, de mode. zijn macht heeft
verloren.
1923: de rok liet de enkels zien.
door
H. Nooinen
ONZE KRANT is slechts twee
jaar jonger dan de gemeente
Alphen aan den Rijn. Vijftig
jaar geleden was het agrarische
Alphen een gemeente met een
inwonertal, dat ongeveer de
helft bedroeg van het cijfer van
nu, dus omstreeks 17.000. Wan
neer men in Alphen uit de trein
stapte, dan waren er wel de
Stationsstraat (toen nog Spoor-
laan) en nog wat andere korte
straatjes in de richting Gouw-
sluis, maar de omgeving van de
Riji Zaalbergstraat en het Hazeveld
- bestond nog geheel uit weiland
en volkstuinen.
Ging men linksaf, dan zag men,
i staande op de hoek Gastlaan
j Hoflaan de uitgestrekte polder
De Kievit, bouwland en wei-
j land. En wandelde men de rich
ting wijk Hoorn in, dan was er
wel sprake van lintbebouwing,
met enkele oude, korte straat-
jes, maar wat daar achter was,
dus waar men nu de Ambon-
straat en het Oosthoekdorp
aantreft, was vrijwel alles nog
groen. Om maar niet te spreken
van het huidige Alphen-West.
gelegen over de Prins Bernhard-
laan.
1 Keerde men terug om via de zeer
luwe Brugstraat met de brug der
ichten (twee schuine klappen), de
ge zijde te bereiken, dan vond men
gftr wel een polder van die naam,
"laar geen wooncomplex Nabij. En
richting, Oudshoorn uit werd het
;ld van een plattelandsgemeente
[ecompleteerd. Geen Thorbecke-
traat en omgeving, geen Schilders-
ijk.
Toch rookten in Al'phen ook de
abrieksschoorstenen; wellicht nog
néér dan nu. Want Alphen stond
icn bekend om zijn steen- en pan-
enbakkerijen, die vrijwel alle in de
matste halve eeuw de strijd om het
estaan moesten opgeven. En, zij het
an niet met rokende schoorstenen,
1 een andere wijze werkte men
ch rookverwekkend, want Alphen
aide vrij veel sigarenfabrieken en
abriekjes, eveneens alle verdwenen.
We denken aan de opheffing van
wel 1955 eer men daaraan goed kon
gaan werken. Maar met succes! Al
phen van 1970 geeft een geheel an
der beeld. Symbolisch daarvoor is
wel de vernieuwing van het hart der
gemeente, met een ruime Pieter
Doelmanstraat en Alphense brug.
Uitgebouwd in westelijke en noor
delijke richting, aangevuld met nieu
we industrieën, begint Alphen zich
nu pas goed te ontwikkelen. Er is
momenteel geen reden om een spec
taculaire groei te verwachten. Dan
zouden de nieuwe woningbouwpro
jecten veel grotere aantallen moeten
omvatten of nieuwe industrieën met
groot werknemerspotentieel moeten
worden aangetrokken. Men mag veel
eerder verwachten, dat de groei zich
in gelijkmatig tempo zal voltrekken,
en dat brengt clan tevens de waar
borg dat Al'phen een innerlijk
krachtige gemeente zal worden.
Aan de toekomst van Alphen twij
felt niemand. Over het groeitempo
wordt verschillend gedacht. Zullen
er 50.000 inwoners zijn in 1980, gaat
men naar de 70.000 of worden het er
wel 150.000 zoals de Waddinxveense
burgemeesterv. d. Hooff enige tijd
geleden als zijn verwachting uit
sprak? De tijd zal het leren. Een
gemeentebestuur mag nog zo ijverig
zijn, men heeft niet alle factoren in
de hand.
TEGEmiiSD
TS7IJ MOGEN gerust stellen, dat
Alphen dertig van deze vijftig
jaar de wind niet In de zeilen heeft
gehad. Eerst moest men de oor
logsjaren van 1914-1918 te boven ko
men. En toen men meende zover te
Uit die tijd dateren het Bospark
en de Oosterbegraafplaats als werk
verschaffingsobjecten. Daarna de pe
riode 1940-1945, waarin onze ge
meente ook haar doden telde en niet
ontkwam aan materiële schade.
Daarbij was aan het overheidsappa
raat in de bezettingsjaren onvol
doende de aandacht geschonken.
Men name onder burgemeester
Schokking heeft men tal van zaken
eerst moeten ordenen.
Toch tekenden ln die tijd zich de
contouren af van een bloeiende, voor
de randstad Holland in betekenis
toenemende fcOmmnt» was toch
„Bello", het stoomtreintje, dat van
Alphen. via Gouwsluis, Aarlander-
veen, Nieuwkoop en Uithoorn door
de polders slingerend, naar Amster
dam en terug reed, tegen de ophef
fing waarvan fel is geprotesteerd.
Om nog een ander verdwenen ver
voermiddel te nomen uit die tijd:
de bootdienst „De Volharding", die
passagiers- en vrachtvervoer onder
hield met Gouda en Leiden.
zijn, kwamen de beruchte crisisjaren
met massale werkloosheid en mini
male kansen op uithouw.