Nachtwerk voor Pesach
DE ENKHUIZER 375 JAAR
Polis: geen
voer voor
verzekerden
door
Jeanne de Vlieger
Van voorspellingen komt 90 procent uit
t
1
„Er zal geen zuurdeeg bij u gezien worden", daarom zoeken vader
en de kinderen in het hele huis, aleer pesach begint, naar chameets.
ZATERDAG 28 MAART 1970
Vermoedelijk hebben de meeste Nederlanders, voorzover
meerderjarig, ergens in huis wel één of meer verzekerings
polissen liggen. Is het niet voor dat huis zelf, dan toch wel
voor hun leven, of voor hun auto of bromfiets, of voor hun
aansprakelijkheid als particulier, of voor hun hond, of voor
voor ongevallen, of voor hun bedrijf, of voor wat niet al
verzekerd kan worden. En dat is veel. In velerlei vorm. Want
de risico's zijn talrijk in een mensenleven. Evenzo de moge
lijkheden om ze door verzekering te dekken.
Welke grote verscheidenheid aan te verzekeren risico's er
ook is en hoeveel verschillende verzekeringsmogelijkheden
er zijn, één ding hebben al die verzekeringen gemeen: de in
houd van hun polissen is voor verreweg de meeste verzeker
den een onverteerbare kruiswoordpuzzel.
Geen zinnig mens zal het in zijn hoofd halen om een polis
bijvoorbeeld als vakantielectuur mee te nemen, zelfs niet als
het een polis zou zijn. die dekking biedt tegen een verre
gende vakantie. Want polissen zijn niet slechts in een van alle
Kraak en smaak ontblote taal gesteld, hun inhoud" gaat bo
vendien het verstand meestal verre te boven. Er kan dan ook
gerust worden vastgesteld, dat verzekeringspolissen tot de
minst gelezen geschriften behoren.
Maar omgekeerd evenredig aan deze uiterst geringe „lees-
dichtheid" is het belang van de polisinhoud. Want dat belang
is zeer groot. Dat zullen met name die verzekerden onder
schrijven, die ooit na een schade van hun verzekeringsmaat
schappij moesten horen, dat in hun polis juist die schade was
uitgesloten van de dekking en wel volgens hoofdstuk 4, ar
tikel 2, paragraaf 6, nummer 8 in verband met het gestelde
in hoofd stuk 5, artikel 1, paragraaf 4, nummer 6, één-na-laat
ste regel na de punt-komma; hetgeen dan door de verzekerde
moeizaam wordt nagelezen, met betraande ogen, zowel van
wege het niet gedekt zijn der schade als vanwege de klein
heid der lettertjes.
Nu moet evenwel onmiddellijk worden toegegeven, dat het
voor verzekeringsmaatschappijen en hun juristen een onmo
gelijke opgave is een polis zo te schrijven, dat zij gelezen
wordt als „De glazen stad" of „Doctor Vlimmen" om maar
iets te noemen.
Noch het onderwerp noch het karakter van polissen lenen
zich daarvoor, ondanks hun enorme oplage en de hoeveelhe
den, waarin ze van de hand gaan. In een polis moeten nu een
maal op juridisch waterdichte wijze de rechten en verplich
tingen van zowel de verzekerde als de verzekeringsmaatschap
pij worden vastgelegd. Een polis is tenslotte geen roman, maar
een contract, waarbij het om de dekking van zeer grote ri
sico's en om de betaling van zeer hoge bedragen kan gaan.
Een polis moet dus „waterproof' zijn, anders is het een waar
deloos vod papier, ook voor de verzekerde. En dat wordt het,
wanneer een polis zou worden opgesteld in de trant van: Beste
mensen, een schade is een erg nare zaak en daarom vinden we
het zo fijn om die narigheid van u op onze schouders te kun
nen nemen; maar dat gaat natuurlijk niet zomaar; dat kost
centjes; en die centjes moet u op tijd betalen, want tenslotte
moeten wij ook kunnen rondkomen enz., enz.
Iets anders is, dat het stellig in een grote behoefte zou
voorzien, wanneer verzekeringsmaatschappijen er veel meer
toe zouden overgaan bij hun polissen een aantrekkelijke en tot
lezen uitnodigende folder te doen, waarin puntsgewijs en be
knopt op glasheldere en strikt openhartige wijze wordt ver
meld wat er wel en vooral ook wat er niet wordt gedekt en
wat de wederzijdse rechten en verplichtingen zijn. Daarbij kan
dan worden verwezen naar de desbetreffende uitvoerige, in
gewikkelde en waterdicht geformuleerde polisbepalingen zelf.
Als verzekeringsmaatschappijen dat zouden gaan doen,
och, dan zouden natuurlijk de kleine lettertjes in hun polis
sen gewoon kunnen worden vervangen door normale letters.
Het zou hun image niet alleen letterlijk veel goed kun
nen doen.
H. Larsen.
„Wij mogen het vlees van verscheidene diersoorten niet eten. Wat we mogen nuttigen,
moet op een bepaalde manier voor de consumptie geschikt worden gemaakt. Bij de bereiding
dient alles wat in contact komt met vlees, gescheiden te worden gehouden van alles wat in
contact komt met melkprodukten. Joodse instellingen hebben dan ook twee keukens: de melk
en de vleeskeuken. Deze scheiding wordt zeer streng doorgevoerd zodat zelfs materialen die
we gebruiken apart blijven. De orthodox-joodse huisvrouw heeft verschillende pannensets,
serviezen en gebruiksvoorwerpen voor de keuken. Wanneer ik een kip heb gebraden en
daarna cake wil bakken, dan maak ik de hele oven schoon en haal de bakplaten eruit. Ja, je
houdt natuurlijk rekening met je menu. Je kunt doen wat je wilt, als je het maar niet door
elkaar gooit! De Eeuwige maakt het ons niet gemakkelijk", constateert mevrouw S. VORST-
WEYL, vrouw van de opperrabbijn in Rotterdam, moeder van negen kinderen, oma van zeven
kleinkinderen. Het grootste deel van haar nakroost woont in Israël.
Mevrouw Vorst draagt een
hoofddoek, een gehuwde vrouw
moet (vanaf de huwelijksinze
gening) het hoofd bedekken. Die
strenge regeling van de huis
houding berust op de spijswet
ten, Exodus 34: 26: Gij zult het
bokje in de melk zijner moe
der niet koken, Ex. 23:19 en
Deuteronomium 14:21.
Moeilijk voor de joodse huis
vrouw? „Ach we zijn het van
kindsaf gewend, 't is een kwes
tie van organiseren," zegt me
vrouw Vorst.
De voorschriften worden dub
bel zo streng in de Pesachweek,
die dit jaar valt van 21 t/m
28 april. Dan geldt een strikt
verbod van chameets, dat is
gist, gezuurd brood. „Zeven da
gen zult gij ongezuurde bro
den eten en de zevende dag zal
de Heere een feest zijn. Ze
ven dagen zullen ongezuurde
broden gegeten worden en het
gedesemde zal bij u niet ge
zien worden, ja er zal geen
zuurdeeg bij u gezien worden
in al uw palen. Wie het gede
semde zal eten, diens ziel zal
uit de vergadering van Israël
uitgeroeid worden." „Het eten
van iets dat gerezen of ge
zuurd is wordt in 2 Mozes 12:17
bedreigd met de straf van het
„afgesneden worden" wij we
ten niet precies wat die straf
inhoudt maar het wordt ver
schillende malen door Mozes
genoemd.
Het zoeken van chameets is
een uitgebreid ritueel, het be
gin van de Pesachweek. Vader
gaat met de kinderen het hele
huis rond (vroeger met een
brandende kaars, nu met een
zaklantaarn) om te kijken of
er nog ergens in een hoekje
chameets ligt. Dat gebeurt zon
dagsavonds na donker worden.
Tijdëns de speurtocht worden
lofprijzingen gesproken, de kin
deren mogen meezoeken maar
moeten ook weten dat het hier
geen lolletje, maar een gebod
geldt. Dit gebod wordt overi
gens vrolijk uitgevoerd (lees er
..Mijn beloofde land" van Mol
ly Lyons Bar David maar
op na).
In Amsterdam stookten de
kinderen in de Jodenbuurt vroe
ger vuurtjes op straat en ze rie
pen met schelle stemmen: is er
nog chameets, is er nog cha
meets?" In Israël stoken kin
deren die vuurtjes nog.
Gedurende de pesachweek
wordt ter herdenking van de
uittocht en naar aanleiding van
het gebod, gegeven in de eerste
nacht, in orthodox joodse ge
zinnen niets gegeten waarin ge
rezen deeg van meel is ver
werkt. In de woestijn konden
de inderen Israëls trouwens
niet anders dan platte koe
ken eten; die werden op hete
stenen gebakken.
Wil de joodse huisvrouw in
de Pesachweek iets bakken, dan
doet ze dat met amandelen, co-
cos of matzemeel. Zeven dagen
ongeuzen voedsel eten is een
eeuwige wet. In de meeste ge
zinnen met kleine kinderen
vind je altijd wel chameets. Kin
deren spelen met kaakjes. De
verstandige huisvrouw zal er
altijd rekening mee houden, het
hele jaar door. Kinderservies
jes? Meteen na gebruik hele
maal afwassen!
De gebedenboeken die aan
tafel gebruikt worden, kunnen
etensresten bevatten. Vandaar
dat mevrouw Vorst haar kinder
schare altijd inprentte: „geen
boeken op tafel, jongens!" Haar
kinderen zulllen het ook niet
in hun hoofd halen een rol bis
cuit in hun kastje te leggen
Toen het Russische schoon-
dochtertje hevig bezig was aan
het gordijnen wassen voor de
paasweek. maande moeder
Vorst: „kind, dat is Hollandse
helderheid, dat kan na Pesach
ook nog. Maar je mag beslist
niet toelaten dat je kind in de
box zo met biscuit zit te knoei
en".
Wie zich deze leefwijze niet
eigen maakt, moet het letter
lijk bezurenVindt men nog
chameets, dan wordt dat maan
dagmorgen bij het ontbijt ge
geten; er wordt nog eens ge
zocht en resten gaan in vlam
men op.
Vooral als er kleine kinderen
zijn, staat moeder de hele zon
dagnacht in de keuken te bak
ken en te koken. Je moet al
les wat je wilt bereiden op
nieuw doen. 't Is immers feest
van bevrijding!
Streken de kinderen Israëls
'.ij 'e instelling van Pesach niet
het bloed van een lam aan de
zijposten va:i hun huizen? Met
die daad bewezen ze, lak te
hebben aan de goden van Egyp
te. Wie geen kleur wilde be
kennen door het bloed van het
lam, werd door de Heer ook
niet gekend te middernacht.
„Wij zitten vol met traditie
en Iiebben allen een heel ou
de historische achtergrond,"
zegt mevrouw Vorst. Ze ver
telt, dat de matze van de jood
se huisvrouw verschilt van die
welke de Nederlander bij haar
bakker koopt. De matze is na-
melij' vierkant en wordt spe
ciaal voor Pesach gebakken on
der strenge controle.
Na de oogst zorgt men ervoor
dat de korrel niet meer voch
tig wordt. Wanneer het meel
in de matzefabriek komt, ver
mengt men het zeer snel met
water en begint men meteen
te bakken; 't mag geen moment
ongebruikt blijven. Meel dat zo
bewerkt wordt, rijst niet. Op
de fabricage van matzoth is ui
termate streng rabbinaal toe
zicht, zelfs op de schoonmaak
der machines. In zo'n fabriek
worden geen andere produkten
vervaardigd.
Jonge moeders bellen me
vrouw Vorst om advies: „Ik
kan mijn kind in de Pesach
week geen liga geven, wat nu?"
„Kind geef het gewoon een
extra warme maaltijd," zegt ze
dan heel lakoniek.
Toen mevrouw Vorst onder
gedoken was (bij de broer van
Johannes Post) at ze bijvoor
beeld bruine bonen in plaats
van brood. Uit heel het gesprek
blijkt een lakonieke levenshou
ding. ,,'t Hoeft allemaal niet zo
filosofisch te zijn. Wij kennen
geen geleerden en leken, jong
en oud leert uit dezelfde boe
ken als de rabbijn. De rabbijn
is overigens een jurist die
recht spreekt, en hoe!
Bij veel wat de godsdienst
betreft worden de kinderen be
trokken.
Dat is bij lies van het Jood
se geloof: kinderen gaan vóór.
Het is ongelofelijk wat zij voor
.inderen doen, ook in Israël.
De Joodse huisvrouw heeft,
als het éven kan, nog een der
de en vierde servies. Het is
vaak heel mooi en soms fami
liebezit. De wijnbeker wordt
speciaal bewaard in de fami
lie. Voor paasfeest dekt zij de
tafel met prachtig linnen, zil
ver bestek en bloemen: de sei-
dertafel, eens per jaar, aan het
begin, de eerste en tweede
avond van de Pesachweek.
Seideravond is de beroemde
avond waarin aan tafel verteld
In een matze happen ter her
denking van de uittocht en
naar aanleiding van het gebod; al
les is „chinoeg", voorlichting en
inwijding.
wordt van de uittocht uit
Egypte. Er wordt gesproken en
gezongen, het is een familiefeest
bij uitstek. Na de oorlog hou
den Joden hun seideravonden
met grote groepen onder des
kundige leiding. Mevrouw
Vorst: „Wij hebben dit jaar de
eerste seider in de bovenzaal
van Atlanta.
Een grote seider staat open
voor alle Joodse gezinnen die
daar komen willen. De maal
tijd is eenvoudig, matzes met
een slaatje. Een voorzanger
leidt de seideravond. De klein-
tjes zingen de beroemde vraag:
„waarom is deze avond anders
dan alle andere avonden van
het jaar?" „Bij ons is alles on
derwijs en voorlichting: chinoeg.
Paasfeest is het feest van de
•bevrijding, nu meer dan ooit.
„We zijn zelf door de Rode Zee
gegaan," schreven de kinderen
vanuit Israël naar moeder Vorst.
Rustig vertelt mevrouw Vorst
dat ze een schoonzoon verloor
tijdens een aktie in Israël. Haar
zoon. de rabbijn, kreeg opdracht
het zijn zuster persoonlijk te
gaan vertellen. Deze leefde in de
verondersteLing dat David niet
bij de vijf doden van die dag
was, want zijn naam werd niet
genoemd over de radio. Dat ge
beurt pas, wanneer de fami
lie is ingelicht.
Nu heeft haar dochter een
organisatie voor weduwen in
het leven geroepen, weduwen
die elkaar troosten en bijstaan.
„Er vloeit veel bloed in Is
raël." Mevrouw Vorst wordt
heftig als ze de fouten van Is
raël noemt, en emotioneel als
het gaat, om wandaden van
christenen. Ik luister beschaamd
en denk: konden we nog eens
helemaal samen bü het begin
beginnen.
Maar we verschillen tweedui
zend jaar in denkwijze. _j
Voor de seideravond wordt speciaal servies, bestek en linnengoed gebruikt. De kleintjes vragen: „Waarom
is deze avond anders dan alle andere avonden van het jaar?"
Als de voorspellingen van de 73-jarige
J. C. van der Schaar kunnen worden
geloofd, zullen augustus en septem
ber de beste maanden zijn voor wie
vakantie in eigen land gaat vieren.
Juni, de zoveel gepropageerde maand,
krijgt van hem ook wel ruim vol
doende en hogere temperaturen dan
normaal, maar het weer zal wissel
valliger zijn.
u
„Het korte Cronycxken" in een van de oudste edities.
In zijn villaatje annex kantoor
even buiten Apeldoorn poneert
Je uitgeverijdirecteur zijn voor
spellingen met stelligheid. Even
stellig als hij ze neerpende in de
375ste jaargang van de Enkhuizer
Almanak, die elk jaar bij hem in
de wat sombere werkkamer het
levenslicht ziet.
Wijst de wetenschap zijn me
teorologische verziendheid zon
der omhaal van de hand, de
voorspeller zelf gelooft nog
steeds in het systeem: „Ik kan
rustig zeggen, dat 90 procent van
al onze voorspellingen zijn uitge
komen. De Enkhuizer gokt zelden
mis; anders hadden we toch ook
nooit zo lang bestaan? Het grote
publiek hecht er zeker waarde
aan".
Een waardering, die hij niet al
leen bewezen meent te zien met
een vorstelijke oplage van
203.000 exemplaren in vier uit
voeringen, maar ook met de jaar
lijkse bestelling van een grote
zaak in vakantie- en sportartike
len en een Brabantse frisdran-
kenfabriek. die mede op de weer
voorspellingen van de Enkhuizer
hun voorraadvorming baseren.
„Nee, met astrologie heeft het
allemaal niets te maken. Onze
voorspellingen worden gemaakt
op grond van statistische gege
vens, die we van 1806 af in ar
chief hebben".
Met die gegevens bepaalt hij
het weer voor volgend jaar en
desnoods voor de volgende
eeuw. Onder het motto, dat er
„niets nieuws onder de zon is".
„Er zit een zekere wetmatig
heid in het weer. Meestal zie je
bepaalde weertypen op dezelfde
tijden binnen een periode van ze
ven tot elf jaar weer terugkomen.
Soms duurt het wat langer. Dat
hangt ook af van de zonnevlek
ken. Een heel complex van facto
ren speelt mee. Maar als je die
allemaal kent, Is het mogelijk
goede globale voorspellingen te
doen"
Hij zegt er echter gelijk bij, die
wijsheid niet van zichzelf te heb
ben. Vroegere medewerkers aan
de almanak een meteoroloog
en een ballonvaarder met weer-
onderzoek als hobby hebben
hem de kunst geleerd. En op hun
beurt hadden zij hun wijsheid
weer opgedaan van vroegere on
derzoekers
„Het systeem is al heel oua.
En hoewel de officiële weten
schap het afwijst, is er al vaak
gebruik van gemaakt. Door
Eisenhower bijvoorbeeld, bij de
invasie. Hij kreeg er de gunstig
ste dag mee van de dagen, die
kern ter beschikking stonden. Hit-
Ier geloofde er ook in en liet ei
zelfs een instituut in Homburg
voor oprichten, 't Is toch wel
treffend, dat hij zowel bij de inval
in Noorwegen als die in Neder
land, prachtig weer had. Alleen
bij de aanval op Rusland gokte
hij mis en toen heeft hij ook ge
lijk het hele instituut opgedoekt".
Die weervoorspellingen vormen
overigens maar een deel van de
inhoud, waarmee de Enkhuizer de
weg heeft gevonden naar nu een
op de dertig vaderlandse gezin
nen. De watergetijden beslaan meer
dan de acht mini-paginaatjes van
het weer en het is ook vooral hier
voor dat het boekje wordt gekocht.
„Als je weet dat er in Neder
land 50.000 mensen wonen, die
aan de kust hun brood moeten
verdienen en dat er geen bagge
raar aan het werk kan zonder
precies het getijverloop te ken
nen, dan is het duidelijk hoe be
langrijk die gegevens zijn".
Grinnikend: „De Duitsers von
den ze in de laatste oorlog ken
nelijk ook belangrijk, want ze
verboden me ze te publiceren
Met het ooo op de Atlantic Wall.
De Engelsen mochten niet weten
wanneer het hier laag water was.
Belachelijk natuurlijk, want als er
een matroos met een horloge aan
de Thames gaat staan, weet hij
precies hoe hoog bij ons de wa
terstand >s Maar dat wisten de
moffen waarschijnlijk nog niet.
Van getijden hadden ze geen be
nul, anders hadden ze op het
strand van Bloemendaal ook nooit
Juist op de vloedlijn mitrailleurnes
ten gebouwd. Ik heb er hard om
gelachen toen ze bij springvloed
allemaal onder water kwamen te
staan".
Naast het weer en de waterge
tijden ook een schat aan andere
gegevens, verpakt in 288 volge
stouwde paginaatjes. waaraan di
recteur Van der Schaar en drie
medewerkers meer dan een half
jaar handen vol werk hebben.
Weekmarkten en kermissen („be
langrijk voor boeren en handels
reizigers"). zon- en maanstanden,
christelijke en algemene feestda
gen, een bijbelrooster, een kro
niek van de vaderlandse geschie
denis vanaf 1900 („die schrijf ik
altijd zelf") en zelfs tips voor het
verwijderen van vlekken.
Een bont geheel, dat veel ver
schilt van de Inhoud van de oor
spronkelijke Enkhuizer. voor zo
ver men althans die oorspronke
lijke uitgaven kent. Want dit jaar
mag dan de 375ste jaargang zijn
verschenen, de heer Van der
Schaar is ervan overtuigd, dat de
almanak al veel ouder is.
„Maar dat hebben we nooit
kunnen bewijzen. Het oudste be
staansbewijs stamt uit 1596: een
paar vergeelde pagina's van de
almanak uit dat jaar. die rond
1870 door een Brit op Nova Zem-
bla werden gevonden Ze hadden
toebehoord aan Willem Ba-
rendtsz. De oudste complete uit
gave bij ons in archief is er een
uit 1686. Een prachtig bewerkt
perkamenten boekwerkje, waar
voor op een Amerikaanse ten
toonstelling al eens 20.000 dollar
is geboden."
In de werkkamer van de direc
teur staan meer van zulke exem
plaren. Ze worden er gekoesterd
als kleinoden en zijn voor geen
qeld te koop. „Een belangrijk
J. C. van der Schaar: ,,'t Heeft
niets met astrologie te maken."
brok historie, doe je niet zomaar
weg, zeker niet als er ook beken
de schrijvers aan hebben bijge
dragen. Nicolaas Beets is er een
Die historie heeft overigens
niets met Enkhuizen te maken,
zoals velen denken. Uitgeverij en
drukkerij hebben er nooit ge
staan. Wel in Amsterdam, Haar
lem en nu nadat de Duitsers
het technisch bedrijf in Haarlem
hadden vernield in Apeldoorn
(uitgeverij gebr. Van Staden,
drukker Wegener).
De heer Van der Schaar: „De
enige leden, waarom hij Enkhui
zer Almanak werd genoemd, is.
dat de schepen van de Oostindi-
sche Compagnie meer hadden
aan de waterstanden in Enkhui
zen dan aan die van Amsterdam.
Daar moesten ze namelijk hun la
ding lossen en innemen omdat
Pampus volgeladen schepen de
toegang tot het IJ onmogelijk
maakte"
Sindsdien is die naam gehand
haafd omdat zij door de eeuwen
heen een begrip werd. Zelfs nu
nog bij de 375ste jaargang. De
heer Van der Schaar: „Elk jaar
groeit de oplage, er is geen spra
ke van vergrijzing. De Enkhuizer
is nog steeds populair ondanks
het wetenschappelijk schouderop»
halen