Ein breira-er is geen keus
KIND NIET PRIJSGEVEN
ALS EEN PROEFOBJECT
ANDEMBAANTJE VOOR TWEE
EEN MINISTER VAN POLITIE
65
n
door Kirsten Emous
door
Jeanne de Vlieger
Spuitje hier, spuitje daar
ZATERDAG 14 WAART 1970
Wie nu, na een jaar of drie buiten Israël te zijn geweest, in dat land
terugkomt, kan, als hij wat dieper onder de oppervlakte van het open
bare leven kijkt, niet ontkomen aan een gevoel van beklemming. Het
„ein breira" er is geen keus van Israël ten opzichte van zijn
Arabische buurlanden heeft een veel diepere betekenis dan men van
Nederland uit gezien zou denken.
door Chaïm Lewadi
kov, voor zijn goede vrienden
f, is even in de twintig. Hij
hai rouwd en heeft een paar heel
tij! kinderen. Hij reed me door
met zijn station-car". Van
slem naar Jericho en Bersjeba
>°fhet gebied dat Israël bezet
van Bersjeba in de Negev
dit de Beth-Sjeanvallei bezuiden
leer van Gennesareth aan de
o anse grens.
ky rijdt, zo constateerde een
mijn vrienden, als een dolle
Is niets bijzonders: de Israëli
nu eenmaal
minder-
digheidscomplex van tweedul-
jaar kwijt. Dat kan het beste
je achter het stuur van een
da
dau aël heeft veruit het hoogste
il verkeersongelukken per
j van de bevolking van de ge-
wereld.
indjjsr Jacky maakt er een heel
show van. Net of hij zijn
3 gebruikt om Iets te ver-
jen. Ergens tussen Hebron en
|eba, een half uur voor de
ei dschemer. kon hij het niet
bbtfrvoor zich houden,
rd
Hij trapte zijn gaspedaal hard in.
reed anderhalf maal de geldende
maximum-snelheid van tachtig kilo
meter. Zijn gezicht stond verbeten.
„We moeten weg. Het wordt hier
gevaarlijk" gromt hij tussen z'n
tanden.
Ik zag niet veel van de weg en
de omgeving. Ver in de omtrek
kaal land. Jacky deed nerveus.
Maar hij had gelijk: twee dagen
later horen we dat de volgende
dag op precies dezelfde plaats,
«aar Jacky het te kwaad kreeg,
een autobus was beschoten. Eén
dode. enige gewonden. De bus
chauffeur reed zo snel mogelijk
verder met kapotgeschoten ban
den.
Toen wij dit bericht in Beth
Sjean verwerkten, legde Jacky een
hand op m'n schouder. „Chaïm",
zei hij, „ik ben bang, misschien
voor het eerst van m'n leven."
Ik keek vragend, maar zei niets.
Jacky ging verder: „Kijk, vol
gende week moet ik voor herhaling
de militaire dienst in. Dat heb ik
natuurlijk elk jaar gedaan. Dat is
niets bijzonders. Maar nu heb ik
het koud bij het idee. Ik weet dat
het kinderachtig is, maar ik kan er
niets aan doen."
Jacky is in Israël geboren. Van
concentratiekampen in de oorlog
weet hij alleen maar door wat
ouderen er hem van vertelden.
„Ik heb me vroeger altijd afge
vraagd hoe dat mogelijk is. Hoe
die zes miljoen Joden, die in de
gaskamers omkwamen, zich zo lie
ten behandelen. Waarom er hele
maal niemand was, die zich daarte
gen verzette. Net een troep scha
pen! Als Je toch dood moet omdat
je Jood bent, waarom hadden die
Joden dan geen waardiger dood
verkozen?"
Hij zwijgt even, gaat dan verder:
„Ik begin nu pas iets te begrijpen
van het verlammende gevoel, dat
je krijgt als je beseft, dat je hele
maal alleen staat. Dat er niemand
in de wereld is, die zich iets van je
aantrekt."
In de Beth Sjean-vallel ligt de
kibboets Neve Ur, vlak aan de Jor
daanse grens. Tachtig gezinnetjes
in een communaal familieverband.
Geen commune in moderne zin,
waarover we in Nederland zoveel
horen. Wel in alle opzichten ge
meenschappelijk materieel bezit,
tot de kleren toe. Maar een ver
houding tussen de gezinnen als
tussen die van broers en zusters.
Het leven in Neve Ur wordt be
heerst door de schuilkelder. De
kinderen in het kinderhuis slapen
daarin en niet in hun gewone bed
jes.
Pieter en Marja de Vries, 32 en
25 jaar, van Nederlandse afkomst,
wonen en werken hier met hun in
Israël geboren kinderen van vijf,
vier en één jaar.
„Je ziet hier veel", zegt Pieter,
als we door de kijker de Jordaanse
stellingen bezien. „Maar Je praat er
niet over. Het is een goed land om
te bewerken. We zitten in tweede
linie, vóór ons ligt het leger. Na
tuurlijk is er een druk, maar je
leert er mee leven. De daarbij be
horende glimlach heb Je binnen
twee en een half jaar."
Tweede linie. Jawel, de eerste
linie, die van het leger, is nauwe
lijks enige tientallen meters diep.
Ik voel me niet zo behaaglijk bo
ven op het topje van een heuvel,
waar ik de Jordaanse stellingen
goed kan zien. Uit die stellingen
komen op de alleronverwachtste
ogenblikken kanongranaten, mor
tiervuur, mitrailleurkogels. Ik heb
zo'n idee, dat ik een pracht van
een schietschijf ben.
„Niet op het pad lopen", waar
schuwt Pieter. „Daar kan allerlei
rommel liggen. Je hebt te maken
met moordenaars, die allerlei ge-
niepigheidjes uithalen. In het gras
naast het pad kunnen ze geen mijn
wegstoppen zonder dat je het
ziet."
De kinderen trekken zich van dat
alles niet eens zoveel aan, als de
dagelijkse routine van hun leventje
niet wordt verstoord.
„Vorig jaar mocht Ik met m'n
gezin mijn moeder in Amsterdam
bezoeken", vertelt Pieter.
„Op een avond kwam er een
loeiende brandweerwagen langs.
De kinderen zaten meteen rechtop
in bed, huilendomdat zij niet
wisten waar de schuilkelder was!
Toen we hier terugkwamen waren
zij weer helemaal tevreden: ze
hadden hun veilige schuilkelder
weer!"
In Neve Ur staat permanent een
ambulancewagen bedrijfsklaar.
Toegangen tot schuilkelders in Neve Ur. Op de achtergrond de bergen van Jordanië. De grens ligt direct
achter de bomen langs de Jordaan.
„Toen in de gemeenteraad het punt „kindercrèches" aan
de orde kwam, kreeg ik van sommige mannelijke collega's te
horen: Moeten we nou een uur lang praten over crèches? Het
lijkt er op dat deze mensen zich alleen interesseren voor zaken
van direct economisch en financieel belang. Maar zij vergeten,
dat, wanneer we het over het probleem „crèches" hebben, het
ook om hun kinderen gaat, of in elk geval hun kleinkinderen".
wm i 111
Mevrouw Dr. F. T. Diemer-Undeboom
Aan het woord mevr. dr. F. T. Die-
mer-Lindeboom, Rotterdams gemeente
raadslid, maar dat niet alleen. Deze ac
tieve vrouw houdt zich reeds jaren
lang intensief op wetenschappelijk ni
veau bezig met sociaal werk in onder
scheiden geledingen en vooral met de
rol van de vrouw in het gehele maat
schappelijk leven.
Vandaar een gesprek met haar over
een onderwerp dat meer en meer de
tongen in beweging zet; het probleem
dat nu gaandeweg meer en meer vrou
wen buiten de deur gaan werken, de
kinderen moeten worden opgevangen.
„Crèches" is de eerste oplossing waar
iedereen aan denkt, maar mevrouw
Diemer ziet de crèche als niet meer
dan een noodoplossing. Andere oplos
singen hebben de voorkeur.
„Ten eerste is daar de financiële
kant: als de vrouw de economie wil
steunen, heeft dat geen enkel nut als
zij haar kinderen buiten de deur moet
Jaten verzorgen. Wil een crèche goed
functioneren, dan heeft men een derge
lijk grote staf van personeel nodig, dat
de baten gewoonweg niot tegen de kos
ten opwegen."
„Dan is daar de opvoeding van het
kind in zijn eerste levensjaren. I.et is
wetenschappelijk aangetoond, dat de
moeder het kind in elk geval tot twee
a twee en een half jaar voor haar re
kening moet willen nemen. Juist dan
heeft het kind de meeste aandacht en
zorg nodig en vooral in het tweede le
vensjaar groeit het sneller in het gezin,
dan in de samengang met leeftijdge
nootjes.
In samengang met de volwassene
leert het sneller lopen, staan en praten.
Daarom ook zou een moeder, die uit
economische noodzaak buitenshuis
moet gaan werken, de eerste twee en
een half jaar in staat moeten worden
gesteld, thuis te blijven om voor het
kind te zorgen.
Peuterspeelzalen, waar het kind een
paar uur per week doorbrengt, zijn
volgens mij wel nuttig. In elk geval
krijgen we door de huidige woonsitua
tie en het drukker wordende verkeer
steeds meer behoefte aan dit soort cen
tra. En dan tevens omdat men inziet
illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
ho» belangrijk het spelen is voor de
ontplooiing van de intelligentie van het
kind.
Aan de andere kant moet het kind
ook voldoende gelegenheid krijgen
thuis te spelen. Jonge echtparen zou
den er goed aan doen, zodra zij trou
wen, hun flat, al is hij klein, dermate
functioneel in fe richten, zodat men
niet bang hoeft te zijn voor elk vlekje
of krasje dat het kind zou kunnen ma
ken. Een kind kan nu eenmaal niet
aarden in een interieur, dat je zo in de
etalage van een meubeltoonzaal zou
kunnen neerzetten.
Er zijn mensen, die als zij trouwen,
zich zeer functioneel inrichten en zij
vormen dan ook de gezinnen, waar, als
de kinderen groter worden, altijd
vriendjes en vriendinnetjes over de
vloer komen. Logisch: Men zegt tegen
deze mensen: 'bij jullie kan het.'
Helaas hebben de kinderen van nu
minder speel mogelijkheden dan wij
vroeger hadden. Zij kunnen bijvoor
beeld geen tent bouwen op zolder.
Maar ook daar is een oplossing voor te
vinden: ik meen dat al zeven jaar gele
den in Den Haag een flat is gebouwd,
waarvan de bovenste verdieping een
kurken vloerbedekking heeft, zodat de
kinderen daar vrijuit hun gang kunnen
gaan, zonder bang te zijn te veel la
waai te maken.
Een vrouwelijke collega in de ge
meenteraad maakte mij attent op een
artikel in het blad „Bouw," waarin de
vraag werd gesteld „Waarom hebben
bejaardencentra wel een gemeenschap
pelijke recreatiezaal en flatgebouwen
niet? Volgens mij is dat een zeer goede
opmerking: als elk flatgebouw van zo'n
atstig woningen een gemeenschappe
lijke speelruimte zou hebben, hoef je
niet eens meer te piekeren over het
probleem van oppas. In zo'n geval zul
len er altijd wel een paar moeders bij
c'e kinderen zitten. In Zwitserland
heeft men trouwens al benedengrondse
speelzalen."
Met degenen, die juichen over de ge
zamenlijke creativiteit en expressie, die
kinderen in de crèche beleven, waar
door zij evenwichtiger zouden opgroei
en, is mevrouw Diemer het niet
eens.
„De creativiteit in de crèche moet
aanvulling zijn, geen essentie. Het ge
zin hoort de basis te zijn voor de groei
van het kind. Ik las onlangs nog in een
studie van de beroemde Myrdal en
Viola Klein, dat als het kind tot zijn
vijfde levensjaar gedurig door ouder
lijke zorg omringd is geweest, men kan
gaan werken, zonder dat dit later
eventuele nadelige gevolgen zou heb
ben.
„Overigens vind ik het onjuist, dat
men alle structuren, die men in de
maatschappij fout vindt, terugspeelt
naar het gezin Neem nu bijvoorbeeld
het idee van de anti-autoritaire crèche,
waar ouders hun kinderen vanaf één
jaar al heen kunnen brengen en waar
men er van uitgaat, dat de kinderen
zonder gezag van bovenaf moeten op
groeien, maar in tegendeel het gezag
gemeenschappelijk moeten vormen.
Wat is er tegen de gezagssituatie in
het gezin? Als deze gezagssituatie
doortrokken is van liefde, is het goed.
Overigens: in bijbelse zin is het gezag
er nooit ten bate van de gezagsdrager,
doch bedoeld als dienstbetoon en zulk
een gezag kan nooit beter bestaan dan
in een gezin, dat in de aard een lief
desverhouding is. En dat laatste is de
gemeenschap niet. Als men dit in ogen
schouw neemt, zal men zich niet ver
zetten tegen autoriteit.
Maar nu er stemmen opgaan dat het
gezin een zichzelf overleefd hebbend
instituut zou zijn. raken wij de wortels
van onze maatschappij kwijt en wordt
het kind meer en meer vrijgegeven als
proefobject
En dan de werkende vrouw: men
mag zich niet afzetten tegen de vrouw
die uit verveling gaat werken. Als de
vrouw een bevredigend leven leidt,
heeft de samenleving daar baat bij.
Daarom moet de samenleving zich
openstellen voor de vrouw.
De samenleving heeft de vrouw
meer en meer nodig, onder meer al
omdat zij meer is betrokken bij het
leven in zijn totaliteit. Er is in onze
maatschappij vee' schuld, omdat wij
door de eeuwen heen veel te eenzijdig
verstandelijk hebben gedacht".
Een bedrijf vroeg vrouwen
j( voor een tweelingbaan. Er
I iwamen uit het hele land
Iriehonderd sollicitanten. Nu
s men met het combineren
»ezig. Daarmee begint voor
eerst op grote schaal in
Nederland iets wat in Ame
rika gemeengoed is.
Het huishouden werd daar
rder dan bij ons gemechani-
erd. Wanneer man en kroost
deur uit zijn, heeft de vrouw
n dertig, veertig jaar enige
en haar handen vrij. Boven-
en snakt ze vaak naar een, ge-
rek dat eens niet over de aard-
ipelen, de melkboer of de
nderen gaat. Ze wil gewoon
k meer zijn dan huisvrouw.
e wordt geaccepteerd als een
ort verlengstuk van het huis.
sn hele dag eruit, dat was net
wel gevergd en zo creëerde
•en de twin-job, de tweeling-
aan.
Twee vriendinnen nemen sa-
>en één betrekking aan. Wordt
één ziek dan valt de ander
In Amerika leiden zelfs twee
fendinnen één klas.
De heer F. Brandsma van Al-
*rt Heijn: „Wij hebben in
®fstgeest al een proef geno-
'en met de tweelingbaan voor
kassa. Die proef vinden wij
olledig geslaagd. In Amerika
'Jen de vrouwen samen het
Maris. Wij stellen ons voor,,
'der uit te betalen naar het
total uren dat gewerkt is. Ze
"ogen zelf uitmaken op welke
Ten er gewerkt wordt".
f hoe gaat dat bij ziekte?
L -De ander valt in voor de zie-
vriendin, de zieke ontvangt
lewoon ziekengeld en de inval
ster krijgt de extra gewerkte
uren uitbetaald".
Wie wil solliciteren, behoeft
niet persé bij buurvrouw of
vriendin aan te kloppen voor
zo'n tweeling baan. Men kan in
dividueel solliciteren, de zaak
stelt de duo's samen.
Bij de Bijenkorf heeft men
eerder de tweelingbaan gepro
beerd, maar „wij zijn er niet
happig op", aldus een perso
neelschef. „In de praktijk ble
ken de vriendinnen de afspraak,
(voor elkaar in te vallen indien
nodig) niet na te komen. Een
warenhuis is trouwens niet ver
gelijkbaar met een zelfbedie
ningswinkel, onze ervaring zggt
dus niets voor de proef bij Al-
bert Heijn".
„Voor onze verkoopsters is
meer opleiding nodig. Wij heb
ben wel plaats voor de gehuwde
vrouw, mits zij „full time"
meedraait. Daarnaast hebben
we hulpverkoopsters in vele
,.part-time"-banen. Ze werken
een paar dagen per week of ze
komen van elf tot drie uur, vier
uur, dat is bij ons variabel".
Mevrouw J. Groenwoud-Ver-
beek te Rotterdam was al oma
toen ze samen met haar vrien
din zo'n tandemjob aanvaardde.
„Wij waren zowat de eersten,
en het ging prima. We kregen
ieder een apart salaris en vielen
voor elkaar in wanneer dat no
dig was. Financieel had ik het
niet nodig, maar ik vond het
gewoon fijn- om iets anders te
kunnen doen dan het huishou
den. Ik kreeg ontzettend veel
leuke relaties en had op den
duur een vaste klantenkring".
„We hadden samen een goede
taakverdeling, konden van el
kaar op aan. Nee, de vriend
schap heeft er niet onder gele
den. Maar je moet het niet te
gek maken en je partner niet
teveel belasten. Ik ben er on
langs mee opgehouden omdat
mijn gezin eigenlijk; nog teveel
van me vergt. Ik was wat
overwerkt. Mijn vriendin doet
het nog; ik heb samen met haar
drie jaar zo'n tandemjob waar
genomen en ik heb er geen dag
spijt van geh^d".
Wat vindt mevrouw Groene-
woud van de werktijden die de
Bijenkorf biedt aan hulpver
koopsters? „Van elf tot half drie
lijkt me heerlijk" ze had het
Kassière is een goed beroep
dat door twee vriendinnen kan
worden uitgeoefend als één baan:
de zogenaamde twin-job.
dolgraag gedaan: weer in de
verkoop.
Haar ervaring geeft de
nieuwkomers de moed dat 't
waarachtig wel zal gaan, mits
je de trouw aan baan en part
ner kunt opbrengen.
Waarom willen zij, die eindelijk
op 65-jarige leeftijd van hun ver
diende rust kunnen genieten, weer
aan de slag? Drijft hen het contact
hebben met de maatschappij, de
financiën. he« voor-de-voeten lopen
bij moeder de vrouw, het nog wil
len meetellen, het gebruiken van
hun wijsheid en ervaring?
Willen ook jongeren ons eens
schrijven hoe zij erover denken:
zou je na je pensioen weer gaan
werken, of wil je daarentegen eer
der pensioen? Mankeert het de
ouderen aan zinvolle vrijetijdsbe
steding of aan geld?
De werkende oudere mens als
onderwerp in Dialoog. Wie doet
mee? Na plaatsing zenden wij u
graag een pakje: De dokter zegt 1
of 2, Tip-parade, of een verrassing
naar keuze. Wie kort en bondig
schrijft loopt de kans dat haar of
zijn brief niet behoeft te worden
bekort.
Ik zou een voorstander zijn
van de doodstraf voor heel
zware misdaden, zoals moord
(dus niet voor doodslag), land
verraad enz., indien er geen
vergissing mogelijk was. Aan
gezien een rechterlijke dwaling
altijd mogelijk blijft, ben ik er
tegen.
Wat de overige straffen be
treft, beginsel is, dat elk geval
afzonderlijk en naar omstandig
heden beoordeeld wordt en
daarnaar straf wordt opgelegd.
Accoord, maar onvermijdelijk
is, dat de éne rechter of recht
bank een zaak anders beoor
deelt dan een ander en daar
door voor dezelfde feiten onder
dezelfde omstandigheden en
door gelijk verantwoordelijke
personen gepleegd, op de ene
plaats een zovee' zwaardere of
lichtere straf wordt opgelegd
dan elders
Dat een officier van justitie
ten aanzier van iemand, die al
meer dan twintig veroordelin
gen achter dr rug had, het nog
eens met een voorwaardelijke
veroordeling wilde proberen,
lijkt mij onjuist. Men zou eer
der voor dergelijke delinquen
ten, van wie vast staat, dat ze
niet meer in de maatschappij
kunnen (of willen) worden op
genomen kampen moeten stich
ten, waar ze werken kunnen en
hun eigen levensonderhoud
moeten "erc'ienen. In dergelijke
kampen zou men, na gerechte
lijk vonnis ook personen moe
ten kunnen plaatsen die blijk
geven te lui te zijn om te wer
ken.
Er moet een bepaling komen,
dat voorwaardelijke veroorde
ling en voorwaardelijke invrij
heidstelling niet in onbeperkte
door
T. A. Voorkamp
herhaling kunnen worden toe
gepast. Als regel moet gelden,
dat als iemand tot een bepaalde
vrijheidstraf is veroordeeld, hij
die straf ook moet uitzitten. In
alle geval moet het niet moge
lijk zijn, da' iemand die tot le
venslang of twintig jaar is ver
oordeeld, tenslotte maar een
fractie van de straf, waartoe hij
veroordeel n was, ondergaat
Laat de rechter, behalve aan
de variërende maximumstraf,
Eer de morgen een uur oud is, heb ik al
vele malen gespoten. Een reiniger voor de
aanrecht met vlekken, tandspray voor 't gebit,
een deodorant voor de oksel en intiemspray
in een roze bus. Haarlak om het kapsel in be
dwang te houden, tapijtsneeuw, schoensmeer,
nagellakremover, stofdoekspray, een vlekken-
middel, spul om de luizen op m'n Chinese
roos een gewisse dood te bezorgen: pffft
een druk op de knop.
De moderne huisvrouw gaat al spuitend
door het leven en ze verbreidt een geuren-
melaoge gelijk aan die van een drogisterij,
een bloemententoonstelling en een fruithandel
samen.
De inhoud van zo'n bus bestaat uit het
produkt dat wordt verspoten plus een ten
dele vloeibaar gemaakt gas, dat nodig is om
het produkt uit de bus te verdrijven. Bij een
druk op de ventieiknop wordt de druk in de
bus verlaagd. Er komt drijfgas naar buiten dat
een deel van de werkstof met zich meevoert.
In het algemeen wordt een niet-giftig, on
brandbaar en reukloos gas toegepast dat ge
mengd met lucht geen explosief mengsel
vormt. Eer zo'n bus de fabriek verlaat, is hij
door een lauw bad gevoerd ter ontdekking
v4n lekkage en is er op gelet dat de druk in
de bus niet te hoog is.
Spuitbussen zijn géén kinderspeelgoed. Een
spuitbus mag nooit verhit worden, bij ver
warming boven 50 gr. C. zou dit barsten van
de verpakking tengevolge hebben. Een spuit
bus met zonnecrème mag niet in de zon lig
gen sudderen, autospray behoort niet het hele
jaar door in handschoenenkastje of bagage
ruimte te worden meegevoerd. Gooi een lege
spuitbus nooit in het vuur. Prik niet in de bus
en verwijder nooit het ventiel.
Lees de tekst op de bus met aandacht. De
Nederlandse Aerosol vereniging garandeert
na 1 jan. '70 de netto-inhoud van de bussen
harer leden. Veel bussen moeten voor het
gebruik goed worden geschud, zoals de
emailleer- en verfsprays, de produkten die
was bevatten, de schuim- en poedersprays.
Na flink schudden zullen de ingrediënten zich
pas vermengen.
Houd een spuitbus zoveel mogelijk rechtop.
Bij een schuine of ondersteboven-stand ont
snapt alleen drijfgas. Rook niet tijdens het
spuiten en ga zorgvuldig om met insecticiden.
't Gemak dient de mens daarom zal het
gebruik van spuitbussen ongetwijfeld toene
men. De hygiënische, luchtdichte verpakking
dient wel met zorg gehanteerd te wordenl
Deze wijsheid putten we uit een brochure
..Aerosols" samengesteld door o.m. het Vei
ligheidsinstituut, het Instituut voor Huishoud-
technisch Advies van de Ned. Ver. van Huis
vrouwen en de Nat. Federatie voor Huishou
delijke en Gezinsvoorlichting. Op dit laatste
adres te bestellen (Van Speykstr 19 Den
Haag) door betaling per briefkaart (per stuk
f 0.25) bijgeplakt op de adreszijde.
ook, eventueel voor bepaalde
feiten, aan een variërende mini
mumstraf gebonden zijn. Men
leest herhaaldelijk in gevallen
van (zij het lichte) misdrijven,
dat de mishandelde of bena
deelde geen aangifte wenst te
doen. Deze gang van zaken lijkt
mij niet juist. Misdrijven moe
ten in het algemeen ambtshalve
vervolgbaar zijn.
Alleen de officier van justitie
moet beoordelen of een feit al
dan niet vervolgd wordt, waar
bij hij de belangen van de ge
meenschap tegen persoonlijke
belangen moet afwegen. Het
lijkt mij, dat men door de nu
gevolgde werkwijze het in de
hand werkt, dat mensen uit
vrees voor wraak geen aangifte
durven doen, waardoor de mis
daad meer en meer een Ameri
kaans karakter dreigt te krij
gen.
Het zijn echter niet alleen de
straffen, welke van belang zijn
de misdaad te bestrijden. De
politie speelt daarbij een zeer
grote rol Als de politie met vol
doende en kundig personeel,
met de modernste hulpmiddelen
uitgerust, in staat zou zijn het
overgrote deel van de misdaden
in korte tijd op te helderen en
de daderfs' voor het gerecht te
brengen en de rechter op korte
termijn tot eer. veroordeling zou
kunnen overgaan, zou men m.i.
met lichtere straffen kunnen
volstaan, dan bij de huidige
stand van zaken het geval is.
We hebben meermalen in ons
land een aantal soorten politie
gehad. Militaire politie, stadspo
litie, dorpspolitie, marechaussee
(in feite ook militaire politie) en
rijkspolitie Deze verscheiden
heid werkt een harmonisch sa
mengaan niet in de hand, wel
onderlinge naijver, die ten
hoogste schadelijk voor de op
sporingkan zijn.
Naar mijn overtuiging moeten
we komen tot één korps rijks
politie. waarvan het personeel
van hoog to' laag opsporingsbe
voegdheid heeft over het gehele
gebied van ons land, met de be
paling, dat optreden buiten de
eigen standplaats alleen zal
fmag) geschieden in bepaalde
gevallen en dan zo mogelijk
met medeweten en eventueel
met medewerking van de plaat
selijke politie.
Voor het geheel van dat per
soneel moei één ranglijst komen
en het personeel moet al naar
behoefte kunnen worden over
geplaatst naar elders. Is er een
Ter afsluiting van onze dialoog
over de doodstraf publiceren
wij een artikel van de heer T. A.
Voorkamp, oud-hoofdinspecteur van
politie in het voormalig Nederlands-
Indië. Van 1921 tot 1948 heeft hij
als politle-officier met velerlei as
pecten van de rechtspleging in de
praktijk te maken gehad. De heer
Voorkamp leidde in het toenmalige
Batavia o.a. het onderzoek naar een
grote verduisteringszaak, was chef
van de afdeling bestrijding valse
munterij in Soerabaja, hoofd van de
opiumrecherche voor het gewest
Soerakarta en werd na de oorlog
belast met het onderzoek van per
sonen die met de Japanners had
den gecollaboreerd of op andere
wijze vóór dan wel tijdens de oor
log een dubieuze rol hadden ge
speeld.
vacature In een hogere rang,
dan moet diegene daartoe be
vorderd worden, die volgens de
ranglijst voor bevordering aan
de beurt is en volgens ?ijn con
duite geschikt is. Voor de lagere
rangen zullen daarvoor waar
schijnlijk niet dikwijls over
plaatsingen nodig zijn, maar
voor de hogere .rangen moet het
bijvoorbee' mogelijk zijn, dat
iemand uit het westen van het
land naar het oosten wordt ge
dirigeerd, enz
Er moet een centraal bureau
komen met aan het hoofd een
hoge politie-ambtenaar, waar
alle belangrijke politionele ge
gevens uit het gehele land sa
menkomen er van waaruit over
het gehele land inlichtingen
kunnen worden verstrekt.
Er zou een ministerie van po
litie moeter komen, met een
minister van politie, die een
voldoende tegenwicht kan vor
men tegen krachten die een
aanval (willen) doen op de zelf
standigheid van de politie.