Tom Keuzenkamp poetst zijn Afrikaanse plak op ^^Ultra-geluid: nieuwe onderzoektechniek Terugkeer waardevol Baconclub helpt Stoma-patiënten door Jeanne de Vlieger Beroep op Surinamers: door Ton Hulst door Guno G. Kletter 5 ZATERDAG 28 FEBRUARI 1970 2. vol :s in di 24. dversl eisjei i voor I De dreun komt hard aan. De dokter •ertelt, dat je na de operatie zult moe- ën leven met een „huidmondje" in de fuik een „stoma". Een geestelijke isis is vaak het gevolg van een darm- ieratie. Zo'n stoma kan ook gemaakr •rden voor de afvoer van urine als t op de normale manier niet (meer) Je ontreddering wordt in deze jd gelukkig opgevangen door lotge- 'ten: leden van de Harry-Baconclub Ij 47. Jan hoor je tot je verbazing dat stoma na an<\atiënten met vakantie kunnen el; 64.] r In '6. leen w.; 5. c heb nu negen operaties ondergaan. eemdrat me verwonderde was dat on- N Bf lr>ks het feit dat ik suikerpatiënt ben 1 les zo vlot verliep. Thuis ving mijn hoekb an me goed op. Hij verzorgde me als jitter i in verpleegster. Ik ben erg gevoelig en 4 jn |i loest wel een paar maal per dag gehol- 51 vo31 verschoond worden". hek* „in die tijd ben ik anderhalf jaar de in D 5*>r niet uitgeweest. Ik kon moeilijk op voegy Uite gaan, hoewel er clubleden zijn die gaan zwemmen en dansen. „In het begin voelde ik me ongelukkig. gewoon op reis kunnen en zichzelf hel pen op het toilet. De club zegt: een ander hoeft er niets van te merken. Mijn huid bleef maar geïrriteerd. Vorig jaar ben ik na overleg met de huidspecialist weer geopereerd, en na drie ingrepen en acht weken opname, ben ik weer helemaal gezond teruggekomen". Dit zegt een dankbare mevrouw J. C>. van Eck-Heine die in het Brautigamhuis aan de Berberisweg in Rotterdam een flatje bewoont samen met haar man. Natuurlijk blijven we bij de Harry-Ba conclub, niet langer als lid maar als do nateur. Ik heb de meeste steun gehad aan de folders, je leest eens hoe een an der het doet. wat voor apparatuur er is, en met veel interesse lezen we het blad. Vooruitgang, met de nadruk op voor lacht mevrouw om de woordspeling. Zij werd door haar dochter op het be staan van de „club" opmerkzaam ge maakt, die daarvan had gelezen in een damesblad. „Club" want er wordt ge streefd naar samenwerking, samenspel, teamwork in deze vereniging van ex-pa tiënten die op 16 april 1966 werd opge richt door de doktoren W. H. Brummel- kamp chirurg en de uroloog H. W. ten Cate. De club startte met vijf leden. Nu zijn er ruim driehonderd. Nog altijd moeten, er vele honderden stoma-patiën ten zijri die in een hoekje zitten te ver kommeren. want, zo zegt de heer H. N. Blauw, secretaris van de HBC-club, ..we mogen aannemen dat er in ons land zo'n vierduizend stomapatiënten zijn. „Tobben is niet meer nodig dankzij de vele goede apparatuur die er voor onze handicap bestaat en die mede dankzij de hulp van de ziekenfondsen ook voor de man met de kleine beurs te verkrijgen is. We spreken niet graag openlijk over onze kwaal. We spreken wel graag met elkaar ter bemoediging. We houden contactbij eenkomsten met lezingen o.a. in Amster dam en in Rotterdam." „Om onze leden lange reizen te bespa ren, willen we overal ontmoetingsbijeen komsten organiseren en nieuwe afdelin gen oprichten. Dit jaar komt de afdeling Utrecht van de grond, er zijn al afdelin gen in Noord- en Zuid-Holland. Oost-Ne derland is in oprichting, en Zeeland. Wij zijn ook een belangenvereniging. We po gen de prijzen van onze hulpmiddelen zo laag mogelijk te houden en verzamelen adressen van fabrikanten en leveran ciers". De club kent een medische adviesraad met een revalidatiearts, en er zijn drie gespecialiseerde districtsverpleegsters. ..Harry Bacon was een Amerikaanse professor die zich een wereldnaam ver wierf door zijn nazorg voor patiënten. vandaar de naam. De club kent een le- denbezoekdienst, oud-patiënten steken na overleg met de behandelende genees heer, ccn bezoek af. We hebben finan ciële bijstand gekregen van Wilhelmina- Juliana- en Nationaal Revalidatiefonds. Alle leden van onze club kunnen, ook gratis advies krijgen van de ANIB (Alge mene Nederlandse Invaliden Bond). We geven eveneens voorlichting op het ge bied van sociale en belastingwetgeving." Stomapatiënten kunnen een zo goed als normaal leven leiden. Er is geen bezwaar tegen reizen. Ondeskundige hulp kan van de wal in de sloot helpen De club had een stand op de Medica in het Jaarbeursgebouw te Utrecht. Het wa ren drukke dagen voor standhoudster mevrouw G. van Eijk-Althoff. Zowel doktoren als verpleegsters stelden vragen en maakten notities. „Er bleek nog een grote onkunde ten opzichte van deze handicap". aldus de pa- tiënte-penningmeesteresse die dagelijks van Amsterdam naar Utrecht reisde om haar club aan de man te brengen. De nieuwste clubaktiviteiten zijn een enquête onder de leden en een ideeënbus. Tenslotte hier het secretariaat van deze aktieve groep mensen die het beste van hun handicap willen maken: Harry Ba con Club, Wilhelmina Gasthuis afd. Chi rurgie A, Amsterdam-W. it een len in deling: B 9 5 V 9 3 In een huis-driehoog in Brussels voorstad Ukkel, poetst een Nederlander, getrouwd mef een Franse vrouw, zijn in Zuid-Afrika „verdiende" onderscheiding op. Een al bijna antieke plak, voor Tom C. Keuzenkamp (90), tastbare herinnering aan de Boerenoorlog (1900) waaruit hij wellicht de enige nog levende oud-strijder is. Ook een wereldreiziger was hij, die zwervende over de aardbol onvervangbare ervaringen opdeed, bijvoorbeeld in Amerika, waar hij als res taurant-kelner de legendarische actrice Sarah Bernhardt bediende. Natuurli|k het ligt in de natuur van Suriname is de situatie niet zoals hij zich die had voorgesteld op grond van beloften en afspra ken. Toch staat hiertegenover iets waardevols van andere aard. Niet dadelijk op het vertrouwde specialistische terrein te kunnen werken, opent de mogelijkheid tot wijdere oriëntatie. Naast prozaïsche bezigheden ia daar eindelijk de gelegenheid de sociale situatie in eigen Suri naamse land werkelijk te onder kennen, een blik te werpen op de schoonheid van het binnenland, collega's in het district te ontmoe ten, hun problematiek te ervaren, daardoor b6tei in staat hun later van advies te dienen en gericht na te scholen. Het kan niet anders of een der gelijke oriëntatie moet de geest verhelderen en het besef doen rij pen, dat aanleg van waterleiding in het district vanuit volksgeneeskun dig oogpunt een reusachtige stap is. waarbij de eigen specialistische aktiviteit door middel van tech nisch hoog ontwikkelde apparatuur nuttig, doch In feite van beschei den betekenis is. Verrijkt met diploma's, specialisti sche scholing en wat dies meer zij; doch bovenal met een juister in zicht in de betekenis van zijn eigen kleine plaats in het grote geheel van een land in ontwikkeling, is elke terugkerende Surinamer van grote waarde. „Never a dull moment" voor hem, die komt. ziet en doet. was de' laatste in Watervalbo- ven. Ik heb hem toen op een lorrie met munitie gelegd en ben er zelf ook op gekropen. Er zat geen rem of iets dergelijks aan. maar ik zei: „Wat er ge beurt, gebeurt er, maar wij gaan." "We kwamen goed over en beneden in Watervalonder, waar een hospitaal was, is de gewonde opgenomen. Daar is hij later ook gestorven." „Er stond een trein uit Preto ria, waarmee ik naar Nelspruit ben gegaan. In die trein wenden ook de gouden pondjes van Oom Paul (president Krüger) vervoerd: hij moest vluchten. De pondjes waren aan de ene kant geslagen en aan de andere kant nog gaaf, want er was geen tijd geweest ze af te ma ken. In Nelspruit was een con centratiekamp voor Engelse ge vangenen, die begonnen uit te breken toen zij het Engelse ge schut in de verte hoorden. Wij waren nog met te weinig en daarom trokken we verder via Hectorspruit naar Komatipoort: van daaruit maakten we pa trouilles terug per trein en te paard." „We zaten met honderden Boeren in Komatipoort en toen er ten slotte geen paarden meer waren, kwam de order van ge neraal Pienar: „wie geen paard meer heeft, moet zich aan de Portugezen overgeven." We werden ontwapend en over de grens teruggebracht naar Lou- rengo Marques, waar de door koningin Wilhelmina gestuurde H.M. Gelderland Oom Paul kwam afhalen. Ik ben daar ziek geworden, malaria, en heb er drie weken in het Nederlandse Rode-Kruisziekenhuis gelegen. Er was daar een vrijwilligster, zuster Schippers, die ik nooit zal vergeten." Tom Keuzenkamps Boerena- vontuur duurde slechts ruim zes maanden, waarna de nasleep echter heel wat meer tijd nam. Toen in Lourengo Marques de Boeren bij honderden lagen te sterven van uitputting, werd hij per schip naar Portugal ge bracht, waar hij in het plaatsje Alcobaca, op 80 kilometer van Lissabon, tot 1902 krijgsgevan gene was. Toen hij ten slotte vrij kwam, ging hij terug naar Rottendam, maar niet voor lang. Amerika trok; en twaalf jaar lang zwierf Keuzenkamp van de -X- Tom C. Keuzenkamp: „Het is soms net een film, d'w aan m« voorbijgaat". ene stad naar de andere: New York, St. Louis, New Orleans. In New York bediende hij in 1906 ..mevrouw Sarah Bern hardt". Die gebeurtenis staat vast in zijn geheugen gegrift: „Zij was een heel bijzondere vrouw." Tom Keuzenkamp werkte er niet alleen in het ho telvak, maar ook als reisgids. In 1914 kwam hij terug naar Ne derland, waar hij de hele Eerste Wereldoorlog in Rumpt onder de wapenen lag: „Ik was daar in gekwartierd bij de boerenfami lie Krul, hele lieve mensen." In 1920, nadat hij in Amsterdam en Rotterdam nog voor de Ame rican Express Company had ge werkt, vertrok hij wéér: Rouaan in Frankrijk was het doel. „Op 29 december 1922 ben ik in Rouaan getrouwd met mijn twintig jaar jongere vrouw, die afkomstig was uit een vissersfa milie in Le Treport", vertelt hij. „Ik mocht daar niet werken als gids en daarom liep ik alle schepen af om alles te kopen wat maar te koop was: oud ko per, lood, zeil. In 1925 gingen we naar België, waar ik weer in mijn oude vak als gids aan het werk kwam. Sindsdien ben ik nog steeds met Lissone Linde man bezig. Het zijn maar vier maanden per jaar, dat ik zo mensen door Waterloo, Brussel, Gent en Brugge gids: het is hier geen Parijs!" In de tussentijd, vanaf 1944, werkte de heer Keuzenkamp nog op de Nederlandse ambas sade in Brussel. Lachend: „Ik ben bij het corps diplomatique geweest tot ik 65 was. Daarna ben ik maar weer gids gewor den. Ik moet dat noodgedwon gen, want van mijn pensioentje van 230 gulden per maand ko men we niet ver. Aan wie ik dat geld nog te danken heb weet ik niet, maar dat het niet genoeg is. weet ik wel. Ziekte moeten we zelf betalen: een operatie een paar jaar geleden kostte me 2100 gulden! Mijn, vrouw verdient ook nog wat bij, anders komen we er niet." De toestand in Nederland in teresseert de heer Keuzenkamp nóg steeds. Fel is hij over de drie oorlogsmisdadigers in Bre da: „Die moesten ze aan hun neus ophangen." Ondanks zijn hoge leeftijd is zijn gezondheid nog uitstekend: „Als ik werk voel ik me het beste, maar als ik niets meer zou kunnen doen zou het schluss met me zijn." Zuid-Afrika interesseert hem niet zo erg meer, hoewel hij toch wel graag een uitnodiging had aangenomen om drie weken op kosten van de Zuid-Afri kaanse regering het land te be zoeken: „De dokter heeft me die inspanning afgeraden, maar eigenlijk was ik er toch wel graag eens teruggeweest." De keuze tussen blijven werken in Nederland of terug naar Suriname om zijn kunde in eigen land te ontplooien ter verbetering van het alge meen welzijn, is voor de af gestudeerde Surinamer vaak niet makkelijk. Goede sa,ariëring en sociale voorzieningen alleen zijn niet „za ligmakend". Het steeds meer el kaar voor de voeten lopen de (vaak noodzakelijke) overorganisa- tie, een toenemende chemische vervuiling van het milieu en het onpersoonlijk karakter van de sa menleving zijn factoren, die zeer wel tot het geluk ondermijnende onlustgevoelens kunnen leiden, wanneer wij besluiten ons te voe gen bij de dertien miljoen Neder landers oo 33.600 km2 Het vertrouwd raken met en ver wend zijn door Nederlandse werk- condities blokkeert vaak herinte gratie in de Surinaamse ge meenschap. Beseft de afgestudeerde Surina mer dat zijn land een gebied in ontwikkeling is, het ontgaat hem dat zijn ervaringen, reeds bij de eerste stappen tot terugkeer en zeker bij aankomst, van verbijste rende aard zijn, juist doordat de onvoldoende medewerking de be krompenheid, de veelheid van or ganisatorische tekortkomingen der officiële Instanties absoluut inhe- arts in Arnhem rent zijn aan de status van ontwik kelingsgebied. Door dit raam gezien, zal de terugkerende Surinamer de afwe zigheid van het gespreide bedje niet ervaren als een slag onder de gordel, die hem al zijn enthousi asme beneemt en zijn koffers doet pakken, aldus de blauwe oneindig heid vaft zijr tropische hemel rui lend voor de nadrukkelijke sombe re zekerheid der lage landen. lijks had hij die afgelegd of hij vertrok, fn 1900, naar het Zuid-Afrikaanse Boerenfrónt. Hij zegt: „Het waren daar alle maal Nedêrlanders, die voor de Boeren waren, dus het was toch ons volk? Ik vertrok uit Ant werpen per schip en na drie of vier weken kwam ik in Louren- qo Marques aan, waar ik nog een paar weken op mijn pas poort van de Portugese regering moest wachten." „Er heerste daar een ver schrikkelijke toestand: malaria, gele koorts en wat je verder maar kon bedenken. Dat kwam allemaal door de muskieten. Mijn koffer met kleren droeg ik af bij de Nederlandse consul Pot en op een dag trok ik door het hele Mozambique tot de grenzen van Transvaal. De eer ste plaats in Transvaal was Ko matipoort aan de Limpopo-ri- vier, die vol zit met krokodillen. Voorbij de douane werd ik ont vangen door de Boerencomman- dant en daarna verder Trans vaal ingeleid." Die tocht door Transvaal staat de heer Keuzenkamp nog bij ala de dag van gisteren: „We kwa men over Nelspruit en Hector spruit in Watervalonder en van daaruit gingen we door de grote spoorwegtunnel naar Waterval- boven. Ik werd daar ingedeeld bij een Boerencommando onder commandant Krüger. Er waren daar ook Hollanders, zelfs twee broers Douwes Dekker, die uit Indië waren gekomen om met ons mee te vechten. Vanuit Wa- tervalboven zijn we op pa trouille gegaan, maar even voor Pretoria, dat door de Engelsen was bezet, moesten we snel te rugtrekken." Het kwam tot een slag, bij Dalmanuta. Voor Keuzenkamp betekende dat het eerste gewa pende treffen. Hij lag er op een „kopje" (bergje) naast de Jo- hannesburgse politie. Al na een paar uur was het pleit beslecht: Boerengeneraal Botha gaf de or der "Ons moet terugtrek". Keuzenkamp: „Er zijn daar heel wat van ons gevallen, het schijnt verraad geweest te zijn. Iedereen te paard trokken we ons terug naar Watervalboven. Een jonge Boer, ook een Krü ger, was gewond: dumdum- kogel in de borst, dat is ver schrikkelijk. Zo'n ding scheurt het vlees uit elkaar." „Die man was stervende en ik -X- De 77-jarige mevrouw J. G. van Eck-Heine: „Natuurlijk werd ik meteen lid van de club en mijn man bezocht de lezingen van artsen. Ik ben helemaal genezen nu. maar blijf lid!" Nu, in de winter van zijn lan ge leven, zegt hij: „Ik zou, als dat kon, alles nog wel eens wil len meemaken, want ik heb heel wat gezien. Soms lig ik opeens midden in de nacht in bed te lachen en dan vraagt mijn vrouw: "Wat heb je nu weer?" Dan zeg ik: „Het is net een film die aan me voorbij gaat!" Ik zou er uren en uren over kunnen praten. Mijn lief ste wens is om nog eens New York terug te zien. Toen ik er was, was het hoogste gebouw er 30 verdiepingen en nu schijnen ze er al van 100 verdiepingen te staan." Deze Tom Keuzenkamp werd in Rotterdam geboren, waar de naar alle windstreken uitva rende schepen wellicht zijn fan tasie en reislust prikkelden. Hij droeg in Bergen op Zoom 's lands wapenrok, maar nauwe- i en hu rde gezd licht eze hi neer vn liet erg» leermuizen kunnen 's nachts door een bos vliegen :onder een takje te raken. Op oorlogsschepen ge- griiienbruikt men sonar om onderzeeërs die diep in het lcpon|yater verborgen zijn, op te sporen. Een hond komt laarmfcp zijn baas aangelopen die, voor de omstanders was.wj :htigho ook M schad pjt zijn a|te verschijnselen die !'fPn£iree(jg vrjj |ang bekend zijn en ierove^aarvan op ruime schaal gebruik wordt gemaakt. Nieuw is de tame- recente ontdekking dat ultraso- noete* (6che golven verschillende soor- ig* ui i4* ÏQftrten signalen terugkaatsen afhanke- udctill van 'iet wee^se' 'n ^et mense- 'olgde)iikllchaam roortg* Het was direct duidelijk dat art- j'n toc^en hierdoor een zeer bruikbaar jiagnostisch instrument in handen *fc ras gegeven In bepaalde opzich- is het superieur aan X-stralen, lie niet altiid het onderscheid aan- even tussen been, weefsel en 1 tocht en die een stralingsrisico in- ouden bij regelmatige toepassing, g geb irtsen gebruikten deze techniek eerst bij het opsporen van direct loeilijk te localiseren tumors in de i ong< otterdai onhoorbaar, op een fluitje blaast. Al deze voorbeel den zijn toepassingen van ultrasonische geluidsgol ven, dat zijn golven die een frequentie hebben van meer dan 20.000 trillingen per seconde on hoorbaar voor het menselijk oor. hersenen. Maar ook elders in het lichaam bleek het mógelijk kwaad aardige nieuwvormingen op te spo ren. Een andere toepassing van ultra sonische geluidsgolven ligt op het gebied van de gynaecologie. Tot voor kort was het uiterst moeilijk, onderzoek te doen bij de zwangere vrouw en het nog ongeboren kind. Veel technieken X-stralen, iso topen zijn te agressief om zon der gevaar te kunnen worden ge bruikt. Ultrasonische trillingen brachten hier een uitkomst. Het is mogelijk gebleken met be hulp van deze techniek een twee dimensionaal beeld te krijgen van de baarmoeder. Zo kunnen afwij kingen, maar ook bewegingen wor den waargenomen en beoordeeld. Meerlingenzwangerschap kan wor den aangetoond en door meting van de doorsnede van de kinder schedel kan de geboortedatum nauwkeurig worden bepaald. Een dergelijk onderzoek duurt vijf tot twintig minuten, waarvan de patiënt niets merkt. Een ander voordeel Is dat een dergelijk on derzoek net zo vaak als nodig is, geluidloos kar- worden herhaald. PAUL van LANGSTRAAT -X- Bij de foto: Schematisch voor beeld van het gebruik van ultra sonisch geluid bij het opsporen van afwijkingen in het menselijk weefsel. De teruggekaatste golven worden geregistreerd In een be paald patroon. Voorwaarde voor het herkennen van afwijkingen is vanzelfsprekend een overzicht van „gezonde patronen". Hiernaar zijn uitvoerige onderzoekingen gaande.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17