VROUW OOK FISCAAL GELUKWAARDKj
O
Poëzie als klacht en aanklacht
DEZE
WEEK
STOOM UIT AARDE
ALS ENERGIEBRON
Kamerlid G. A. Kieft: taak voor volgend kabinet h
Gezegd
ZATfROAG 14 FEBRUARI 1970
Opvattingen verschuiven over de gehele linie. Dat wil op zich zelf niet zeggen, dat het
beginsel, het principiële uitgangspunt opzij wordt geschoven. „De tijden zijn anders geworden",
zei in zijn dagen reeds dr. A. Kuyper." Dat betekent, dat het menselijk bewustzijn ook mee
verandert."
Prof. dr. Bavinck verbond hieraan de conclusie: „Wat wij van onze vaderen erfden wordt al
leen dan ons geestelijk eigendom als wij het met inspanning van alle krachten verwerven en
dan hetgeen in zijn wezen een vrucht van de tijd is, de vorm geven van deze tijd."
Zo is er ook een verschuiving met betrekking tot de positie van de vrouw. Sedert 1937 moesf
de huwende ambtenares automatisch worden ontslagen. Dat is nu voorbij! De technische ont
wikkeling maakt het mogelijk, dat de gehuwde vrouw het gezin kan blijven verzorgen, ook i
werkt zij buitenshuis. Noch de positie van de vrouw, noch de waarde van het gezin
hierdoor te worden ondermijnd, indien de eigen verantwoordelijkheid wordt gezien.
In 1937 diende minister Romme nog een voorontwerp van de wet in, dat de gehu'
vrouw verbood tot betaald werk buitenshuis. Dat is nooit een wet geworden. De tijden
veranderd.
n, ook
behoef!
gehuwdi
jn wares
Die verschuiving heeft even
eens gevolgen voor de heffing
van belasting en vermoedelijk
ook voor de volksverzekeringen
(AOW, AWW e.d.). Feit is, dat
in deze maatschappij de vrouw
m.i. terecht een positie begint in
te nemen, gelijkwaardig aan die
van de man. Zowel de ontwik
keling van de techniek voor de
huishouding zelf (machines in
allerlei soort) als de nieuwe ef
ficiënte woningbouw en de hand
over hand toegenomen verkoop
van verpakte en klaargemaakte
levensmiddelen leggen de
weg naar verdergaande emanci
patie voor de gehuwde vrouw
open. Naar mijn mening zal de
fiscus zich aan deze verschui
ving van sociale en economische
opvattingen moeten aanpassen.
Het is b.v. voor mij de vraag
of de huidige wijze van belas
tingheffing voor buitenshuis
werkende gehuwde vrouwen
nog wel verantwoord is.
Voor 1938 ging de inkomsten
belastingwet er eenvoudig van
uit, dat de gehuwde vrouw fis
caal opging in de man. Haar in
komsten en haar aftrekposten
werden geacht de echtgenoot te
betreffen.
In 1959 werd een begin ge
maakt met een zekere aanpas
sing aan de nieuwe situatie. Ge
huwde vrouwen, die buitenshuis
werken en daaruit een inkomen
hebben, dragen bij tot het ge-
men woning buiten het verband
vaneen huwelijk.
Ik denk ook aan de ongehuw
de mannen en vrouwen, die na
hun werk al dan niet via extra
uitgaven, hun „eenpersoonsge
zin" moeten (willen) verzorgen.
In de praktijk is gebleken,
dat de bestaande reductieregel
niet gemakkelijk te hanteren is,
en de toepassing bij velen onbe
hagen oproept, vooral de mee
werkende middenstandsvrou
wen.
Het NW heeft aan dit onder
werp een gedegen studie ge
wijd, waarvoor ik bijzonder
veel waardering heb. Dit rap
port schenkt uitvoerig aandacht
aan de maatschappelijke positie
van de ongehuwde werkende
vrouw, aan de samenstelling
van de beroepsbevolking in ons
land en aan de achterblijvende
plaats die de gehuwde wer
kendevrouw daarin, heef t.
Het rapport concludeert o.m.
dat de te kleine Nederlandse
beroepsbevolking vergroot moet
worden om te bereiken dat per
hoofd van de bevolking een
groter nationaal produkt wordt
gehaald. Opnemen ook van ge
huwde vrouwen in het arbeids
proces is daartoe praktisch het
enige middel. Stimuleer daarom
een groter aantal gehuwde
vrouwen tot buitenshuis werken
Kamerlid G. A. Kieft, de schrijver van dit artikel
acht ik het uitgangspunt van dit
NW-rapport niet acceptabel,
nl. om via fiscale tegemoetko
mingen te proberen de gehuwde
matiek niet bij de kern is aan
gepakt. Het gaat niet om het
vraagstuk van reducties voor
buitenshuis werkende gehuwde
Het vasthouden aan het uit
gangspunt van het NW-rap
port (waarbij een grotere reduc
tie wordt voorgesteld) heeft bo
vendien tot gevolg dat buitens
huis werkende vrouwen, die
niet (meer) gehuwd zijn, óók
extra kosten moeten dragen,
zich naar mijn mening terecht
gediscrimineerd zullen achten.
Ik geef de voorkeur aan een.
oplossing, die gebaseerd is op de
verdergaande ontwikkeling van
een met haar man gelijkwaar
dige positie van de gehuwde
vrouw. De fiscus zal daarbij
moeten blijven uitgaan van de
erkenning van het huwelijk.
Alle inkomsten van de man en
die van zijn vrouw zullen
daarom wel moeten worden sa
mengeteld. Maar met dit grote
verschil in vergelijking tot de
huidige wettige regeling: deel
daarna de helft Van het geza
menlijke inkomen toe aan de
man en de andere helft aan de
vrouw afzonderlijk ook al
heeft de gehuwde vrouw geen
inkomen.
De gelijkwaardigheid van
man en vrouw wordt hierdoor
fiscaal erkend een erkenning
waarvan reeds eerder het nieu
we burgerlijk wetboek is uitge
gaan.
Het is voorts een politieke
zaak, op welke wijze op basis
van deze uitgangspunten de ta
rieven moeten worden opge
bouwd, mede in vergelijking
In de Verenigde Staten is opnieuw belangstelling ont
staan voor het gebruik van de hitte binnenin de aarde in
de vorm van ontsnappende stoom om electriciteit op te
wekken. Er zyn zelfs onderzoekers die menen dat in de
niet eens verre toekomst deze geothermische energie een
concurrent zal zijn voor de atoomenergie. In de strijd te
gen de milieuvervuiling biedt de toepassing van geother
mische energie veel voordelen: er vormen zich geen radio
actieve afvalstoffen of kooldioxyde afkomstig van ver
brande steenkool.
De laatste jaren heeft men in vele delen van de wereld brede
gordels ontdekt waar op grote schaal geothermische verschijnselen
optreden. In de Verenigde Staten loopt een geothermische gordel
van Alaska naar Californië. In deze bergstreek ligt het magma
gesmolten rots relatief dicht onder de oppervlakte en dat ver
warmt het water in het gesteente daarboven.
Onder invloed van de hoge temperaturen gaat dit water over in
stoom dat naar de oppervlakte ontsnapt via spleten. Deze stoom die
onder druk staat, kan turbines aandrijven en dus elektriciteit op
wekken. In het algemeen neemt de temperatuur van de aarde toe
naarmate men dieper komt. Op 3000 m diepte heerst een tempera
tuur van 260 graden C, oplopend tot 650 graden op een diepte van
6000 m.
Het idee van de opwekking van geothermische energie is niet
nieuw. Reeds in 1904 fungeerde in Noord-Italië op dit principe een
elektriciteitscentrale. Deze is afgezien van een korte onderbre
king gedurende de Tweede Wereldoorlog nog steeds in werking.
Thans worden overal in vulkanische streken de mogelijkheden
van vestiging van elektriciteitscentrales op basis van de ontsnap
pende stoom overwogen. Volgens de Pacific Gas en Electriciteits
maatschappij zijn de kosten gelijk aan die voor een conventionele
centrale.
Behalve dat men gebruik maakt van bestaande „stoomspleten is
het ook mogelijk deze aan te boren. Dit kan een spectaculair gezicht
zijn als het niet snel lukt het gat aan te sluiten op de centrale, maar
voortdurend groter wordt en op een gegeven ogenblik uit elkaar
barst. Enkele jaren geleden is iets dergelijks gebeurd ten zuiden
van Los Angclcs. Duizenden tonnen gesteente gingen de lucht in en
het bleek onmogelijk te zijn het gat te dichten. Vandaag de dag
spuit de geiser nog. Maar dit blijven uitzonderingen, te vergelijken
met mislukte gasaanboringen.
Zoals gezegd, kan men alleen gebruik maken van geothermische
energie in vulkaangebieden. Daar staat het magma in contact met
bovenliggende steenlagen en kan het het water verhitten. Dit opent
voor deze vaak moeilijk toegankelijke gebieden zeer gunstige
perspectieven voor energiewinning. Men hoeft geen steenkool, gas of
aardolie naar de centrale te transporteren. Ook voorkomt men de
moeilijke aanleg van een atoomcentrale, die in deze schaars be
volkte gebieden in dc meeste gevallen niet rendabel is.
Er zit genoeg stoom in de grond om voor eeuwen elektrische
centrales te laten werken.
PAUL VAN LANGSTRAAT
Foto boven: de vermaarde stoomfontein in Yellowstone Park, Wyo
ming. Daaronder: een geothermische centrale is klein, aangezien de stoom
ketel ontbreekt. Een dergelijke centrale kan op afstand worden bediend.
zinsinkomen dat uiteraard via
de man moet worden belast.
Maar, aldus de redenering, het
echtpaar heeft toch een gerin
gere draagkracht, dan een echt
paar met een zelfde inkomen,
waarvan de echtgenote zich uit
sluitend wijdt aan haar huis
houdelijke taak.
Er zijn extra kosten aan huis
houding, terwijl de grotere zelf
standigheid van deze vrouw
zich uit in haar levenssfeer en
behoeftenpatroon. Vandaar de
ingevoerde reductie: Een aftrek
van een derde deel van de ar
beidsinkomsten van echtgenote
met een minimum van 500 gul
den en een maximum van 2000.
Voor meewerkende midden
standsvrouwen in eigen bedrijf
gold een wat ruimere regeling.
Die huidige regeling is niet
langer volledig juist. Bovendien
stuit de toepassing van deze re
geling in de praktijk vaak op
onoverkomelijke moeilijkheden.
Niet juist, omdat ten onrechte
bij de belastingstructuur er
vanuit gegaan is, dat, in
dien de vrouw het huishouden
doet, er besparing optreedt. Als
die besparing in een huishouden
wegvalt, doordat de vrouw bui
tenshuis gaat werken, zou er
aanleiding zijn, volgens deze re
denering, een reductie op het
gezamenlijke inkomen van man
en vrouw te verlenen.
Overigens ook al zou dat
wellicht zo zijn dan nog is
het niet redelijk te stellen dat
de niet-werkende huisvrouw
niet ook extra kosten zou heb
ben, optredend in het maat
schappelijk verkeer van deze
tijd, evenals buitenshuis wer
kende gehuwde vrouwen.
Als de redenering achter de
(fiscale) reductieregeling juist
zou zijn, waarom dan niet een
reductie ook voor buitenshuis
werkende weduwen, gescheiden
vrouwen en in geval van sa-
en verruim dus de bestaande
reductie.
Geadviseerd wordt de reduc
tie voor de gehuwde vrouw te
baseren op het aantal uren dat
zij werkt èn op het aantal kin
deren. Bij een werktijd van
b.v. 1500 uren een reductie op
het inkomen van ƒ2000. Voor
elk inwonend kind beneden 16
jaar komt daar 450 gulden bij,
als zij meer dan 1500 uren
werkt, anders dit bedrag lager,
's Rijks schatkist kan de kosten
hiervan (rond 70 miljoen) wel
lijden, want er ontstaat immers
een groter nationaal produkt,
waardoor de belastingopbrengst
zal stijgen.
Afgezien van de vraag of de
voorgestelde methode, die inge
wikkelder is dan de huidige,
praktisch hanteerbaar zal zijn,
hetgeen ik betwijfel (zeker in
een tijd van computorisatie, ook
in de fiscale uitvoeringssfeer)
vrouwen aan het produktiepro-
ces te laten deelnemen. Als men,
een dergelijke stimulans wil in
voeren, zal het m.i. noodzakelijk
zijn een veel breder opgezet be
leid voor te staan: Voldoende
:rèches, overblijfmogelijkheden
op scholen, daaraan aangepaste
werktijden en vakanties, enz.
Ik wil er óók voor waarschu
wen, al is dat niet mijn sterkste
argument, dat men het fiscale
instrument niet moet gebruiken
om van alles en nog wat in de
economische, culturele of sociale
sector te bereiken. Niet verge
ten mag worden, dat een in
komstenbelasting is gecreëerd
om de bijdrage van de burgers
ten behoeve van de overheids
uitgaven zo reëel mogelijk naar
draagkracht te verdelen.
Mijn hoofdbezwaar, zoals
reeds lag opgesloten in het eer
ste deel van dit artikel, is gele
gen in het feit, dat de proble-
vrouwen. In deze tijd is niet al
leen aan de orde de verande
rende positie van deze vrouw,
maar ook die van de gehuwde
die zelf geen salaris (loon) ver
dient.
Het gaat er om, dat, gelet op
de veranderingen in opvatting
over de zelfstandige inkomens
verwerving van de gehuwde
vrouw, en die met betrekking
tot de echtgenote die geen geld
verdient, de fiscale structuur
moet worden herzien. Ik meen
dat wij moeten afstappen van
het uitgangspunt dat het huwe
lijk een „besparende" werking
heeft. Deze factor dient bij het
fiscale tarief buiten beschou
wing te blijven.
Niet alleen omdat de praktijk
aannemelijk maakt dat dit niet
zo is, (Een gezin „trekt" overi
gens ook extra kosten aan)
maar veeleer gelet op de gelijk
waardigheid van man en vrouw.
met het ongehuwdentarief. Poli
tiek daarom, omdat belastingta-
riefszaken uitkomst zijn van
beleidsprioriteiten die door Ka
binet en Kamer worden vastge
steld.
Ik weet niet of deze oplossing
nu al een haalbare zaak is; mis
schien is de tijd voor een reële
structurele aanpak nog te on
rijp. Als dit het geval is, meen
ik dat het niet verstandig zou
zijn de huidige reductieregeling
anders op te zetten dan nu het
geval is. Niet dus in de geest
van het NW-advies, noch vol
gens de oplossing van de com-
missie-Hofstra, die omtrent deze
zaak een rapport aan de staats
secretaris van financiën heeft
uitgebracht. De structurele her
zieningskansen verminderen
dan in sterke mate.
Maar omdat de huidige re
ductieregeling sedert de invoe
ring qua bedrag niet is aange
past aan de inflatie, zou in dat
geval er veel voor te zeggen
zijn, de huidige vaste bedragen
te verhogen met een X-percen-
tage.
In zoverre vind ik dat de
staatssecretaris die ook met
een nota kwam over deze zaak
er goed aan heeft gedaan,
hiervoor de aandacht van de
Kamer te vragen. Maar hiermee
komen we nog niet uit dë pro
blemen. Ook de staatssecretaris
niet, omdat hij helaas blijft uit
gaan van de huidige „belasting
techniek". Misschien kon hij
daartoe nog geen opdracht krij
gen dit lijkt mij dan wel een
beleidspunt te worden voor het
komende kabinet.
U weet toch dat het ongeveer zó
gegaan is: in de poëzie ging het
vroeger om schoonheid en verhe
venheid. Er was een betrekkelijk
vaste wereldorde; Europa had al
thans de hegemonie. De hiërarchi
sche orde in de Rooms-Katholieke
kerk, geërfd van de Constantijnse
staatsinrichting, weerspiegelde zich
in de maatschappelijke samenleving.
Er waren wel geen kasten in de
meest strikte zin van het woord,
maar rangen en standen, ook in de
taal. De dichter bediende zich van
dure, hoge en grote woorden en
dat moet er bij gezegd worden,
met smaak en distinctie.
Na de eerste wereldoorlog waarin
Negers en Marokkanen de blanken in
hun broedertwist moesten helpen
bleek aan die hiërarchische opvatting een
slag te zijn toegebracht. De dichter ver
leerde het zingen en ging praten. En
Europa kon niet meer zonder Amerika.
Bovendien liet de techniek zich niet meer
negeren. Woorden als vliegtuig en fiets
deden hun intrede in gedichten. Maar
hoeveel van het oude leefde nog in de
poezie van Marsman en Nijhoffl
In die tijd brak in Spanje de burgeroor
log uit. Over de hoofden van de idealisti
sche republikeinen heen werd Spanje een
oefenslagveld voor de elkaar bestrijdende
totalitaire machten van rechts en links.
Als ik me niet vergis is toen in de mo
derne poëzie het politiek engagement ge
boren.
Het boek van deze week heet Dichters
buiten zichzelf. Het bevat een bloemle
zing uit de hedendaagse Spaanse poëzie
1936-1967. samengesteld door F. M. Lor-
da Alaiz en door hem van een inleiding
voorzien. F. M. Lorda Alaiz. aldus de
achterkant van het boek. is vluchteling uit
Franco-Spanje. medewerker van Wereld
omroep Nederland en lektor in de Spaan
se literatuur aan de Universiteit van Am
sterdam. In 1968 werd hij bekroond met
de Martinus Nijhoff Vertaalprijs voor zijn
uitstekende vertalingen van Nederlandse
poëzie in het Spaans. Het boek in kwes
tie is een uitgave van De Bezige Bij.
Amsterdam (263 blz.. f 14.50).
De bloemlezing heet „gericht", dat wil
zeggen: er zijn sinds de jaren dertig
in Spanje ook „fraaie" verzen geschre
ven. maar die kiiken óf terug, óf ze ver
bloemen (prachtig woord in dit verband)
de vreselijke werkelijkheid. Esthetische
poëzie hoort thuis In een context van
stabiliteit, van rust en orde. zó een name
lijk die niet is opgelegd. De stabiliteit die
door de dictatoren wordt opgelegd, is
een valse context, die nooit werkelijk in-
spiratief kan werken.
Joodse en andere emigranten uit de
Duitse landen keken over het algemeen
liever terug en verkwijnden soms van
heimwee over het verloren verleden. Ze
lieten hun verachting voor Hitier en zijn
trawanten wel duidelijk blijken, maar die
gevoelens van haat en afkeer vormden
over het geheel nbt hun inspiratiebron.
Met de Spaanse dichters die Lorda
Ahiz in dit boek bijeenbrengt, is dat wel
het geval. En daarom geloof ik dat het
politiek engagement in de dichtkunst (de
moderne moet Ik er bij zeggen) van
Spaanse oorsprong is. al kwam het na
tuurlijk incidenteel ook vroeger wel voor.
denk b.v. wat Nederland betreft aan de
Geuzenliederen en de tijdzangen van Da
Costa.
De bloemlezing is niet voortgekomen
aldus de samensteller uit een kri-
tisch-esthetische bekommernis, en even
min uit een alles omvattend overzicht.
Maar deze politieke keuze ontneemt hem
niet het recht over poëzie te spreken
zegt, hij. Het gaat hem er niet om slim of
handig te zijn; men moet rechtschapen
zijn. desnoods naief, individuele redding
of zelfheiliging zijn opvattingen die de
inleider niet begrijpt en waarvan hij een
instinctieve afkeer heeft.
Nu ga ik iets ongebruikelijks doen. na
melijk de bundel als zodanig verder laten
rusten. De gedichten zijn letterlijk ver
taald en geven dus alleen de inhoud aan
de Nederlandse lezers door. Ik ken geen
Spaans en de meeste dichternamen wa
ren mij onbekend. Veel belangrijker dan
hier en daar een ingreepje te doen en u
een snuifje voor te houden, lijkt mij het
verschijnsel te bespreken dat achter dit
boek zit. Wel wil ik nog zeggen dat
geëngageerde poëzie in vertaling een
voorsprong heeft op esthetische poëzie.
De geest komt over, springt heen over
de barrière van de taal. Men zet dit boek
naast verzetspoëzie en Joodse stemmen.
Maar terzake.
Niet alleen de schoonheid, maar ook
de macht heeft haar gezicht verbrand. In
de alles omwoelende overgangstijd die
wij beleven houden de oude machtsstruc
turen het niet meer. Er zijn te veel men
sen. we hebben weet van al onze mede
mensen en er staat te veel. ja alles op
het spel. Vandaar die alles meesleurende
wending van het verticale naar het hori
zontale. en van het individuele naar het
collectieve.
In dit ve-band wordt de hierboven ge
citeerde uitspraak van de samensteller
over „individuele redding of zelfheiliging"
(blz. 16) duidelijk. Wat vandaag bankroet
gaat is niet een tweeduizendjarig chris
tendom. maar alles wat zich met die
naam heeft gedekt en daarvan heeft ge
profiteerd.
Fraaie poëzie kan in deze tijd alleen
nog maar geschreven worden als herin
nering of vlucht. Ook in enkele geïnspi
reerde moderne kerkliederen kunnen ont-
spanrjing, rust. vrede, zielsgenoegen nog
stem verkrijgen. Maar verder hebben we
weet gekregen van zoveel verdrukking en
onrecht dat zich vroeger achter onze ho
rizon afspeelde, en zijn de dreigingen
voor de menselijke samenleving zo totaal
en zo acuut, dat het protest bijna een
waarde op zichzelf is geworden.
Als het waar is. dat de moderne
geëngageerde poëzie in Spanje is gebo
ren, dan stijgen dichterlijke kreten van
pijn en opstandigheid vandaag uit vele
landen op. voor en achter het ijzeren
gordijn. Wat het christendom ook nagela
ten heeft, het heeft normen in de samen
leving gelegd, normen van rechtvaar
digheid. barmhartigheid, onzelfzuchtigheid
en aan die normen meet de wereld van
daag de werkelijkheid af, met inbegrip
van de empirische kerken. En dat terecht.
De winst voor de poëzie Is dat ze haar
profetisch karakter heeft hervonden, en
voor de kerken dat de boodschap van
het evangelie zich losmaakt, zonder aan
zien des persoons, van de Here Here-
zeggers en vrome verballsten. Want
dacht u dat God ook hier niet de touw
tjes in handen had?
DE SPANNING In het Nabij e™
Oosten lijkt deze week met d
dag te stijgen, al heeft alles zij j|-
ups en downs. Toppunt is wel dnijn
vergissing van het Israëlischen
bombardement van een Egypl
sche fabriek, en de tip die Daje i
aan Kairo geeft, dat er tijdbonde i
men zijn meegegooid, die indefeeJ
daad op tijd kunnen worden gi
demonteerd. ]>;ei
ratt
Al Fatah verklaart Jordanië d and>
oorlog, maar toegeven over «scha
weer doet de lucht even opkl
ren. Een Arabische aanslag
een El Al-vliegtuig in Münchihet
wordt eigenlijk een mislukkln bevi
hoeveel indruk de terreur ook ra
laat wellicht (voor de komst w jen
Abba Eban naar o.a. Nederlai als
maakt de politie zich al dni Soe:
Luns zegt in de Kamer de t« waa
stand somber in te zien (Et
komt ook met hem praten en
gekeerd gaat hij naar Libanl
Palestijnen overleggen in Ml X
kou.
Moskou fs bereid tot ove\i
over Berlijn en Ooat-Dultsle jl
wil deze maand nog met Bon
gaan praten, maar daarmee is
wereldnieuws ook wel uitgeput.
Wel veel ongelukken oven
Lawines eisen tientallen doden li
het Franse Va! d' Isère. Elde i
scheepsrampen, treinongeiukke j
branden, doden in het verköj-
door gladheid (en carnavalsve
moeidheid resp. dronkenschap), j
De doop van prinsje Carlos Ir
Lïgnières; de eis van 4 maandf
in hoger beroep tegen de Ha»|
lemse rechter mr. R.; het Haag
plan voor Het Nieuwe Hout; c
Haags-Bonn akkoord over same»!
werking bij onderzoek naar lucbl
en waterverontreiniging; de wiri
nende Heart% of Soul; verdvfl
nende taptoes (Arnhem
Delft volgend jaar),
Op economisch gebied het sti |j|
ken van de produktie bij E. li
Jaarsma, haarden, Hilversum;
procent hogere premies voor
ziektekostenverzekering in h| gr(
voorjaar; grote bundeling vl
ziekenfondsen; sociale onrust 4
Wilton Pijenoord; tot 1980 P»
jaar 200 miljoen nodig voor ope
baar vervoer in de Rijnmond
100 miljoen voor wegen
oevers.
Verder komt alle nieuws de
week van het Binnenhof,
breuk in de koninkrijksregeri
rondom het intrekken van
gouverneursbenoeming van dr.
Jonckheer. Maar vooral veel K
ir. De Loonwet komt door
(minister Roolvink bel»
het gewraakte artikel 8 zeld
passen en zijn best
voor een nieuw inkomen
beleid, en krijgt een ruggesteu
tje in de vorm van een a.r.-m
tie). Men tracht NVV en NK
over te halen, weer aan het loc
overleg mee te doen.
De Tweede Kamer verwf
een stel moties, o.a. over
aardgasprijs. Verder Buitenland!
zaken en ontwikkelingshulp: b
spiegelingen over het Nab Eei
Oosten en Afrika en de econon ta.
sche boycot van Cuba en £n,
apartheid en de vrede.
dei
De laatste twee jaar zijn 1
geen rassenonlusten van ba"
kenis geweest in Amerika en »en
schenkt grote voldoening. (Core1
ta King).
Belangrijk is goede voorW
ting over ontwikkelingssamenw*
king. Reportagereizen zoud»
daarom nuttiger zijn dan de zo?
naamde oriëntatiereizen van ai^
tenaren. (Drs. R. Zijlstra)
Sc;