rap les over leefmilieu voor Kamerbewoner benut rechten te weinig 9 9 Vijf iaar moord op caféhouder 7: VU-studenten Auke. Wout en Frans: Er moet iets gebeuren alles TE DUUR? GELD TERUG I 1971 DINSDAG 27 JANUARI 1970 Huib Goudriaan Hoger beroep moord in Oirschot zienl erom e ma| ïg vai AMSTERDAM „Een beest!" roept ze. Een levend beest op de bloemen!" Nu jen ze het allemaal. Op de plastic bloemen van het balkonnetje lit een zwart beest dat traag de vleugels open- en dichtklapt ,Een vlinder! roept vader. „Ik heb ze vroeger nog in hel wild \ezien. Ik dacht dat ze uitgestorven waren." Bovenstaande griezelige situatie beschreven in de brochure an het Nederlands Comité Europees Natuurbeschermingsjaar 1979 speelt zich af in de toekomst. Een gruwelijk fantasiebeeld dat werkelijkheid kan worden. De mens heeft het evenwicht in de natuur verstoord: korstmos sen op bomen en muren verdwijnen door vuile lucht, zeeën en ri- ieren worden dermate verontreinigd dat vissen uitsterven, en planten- en dierengemeenschappen onontbeerlijk voor weten schappelijk onderzoek en als „magazijn" voor recreatiecentra, worden vernietigd. Doet Nederland iets tegen de rampzalige aantasting van de natuur, ons aller „leefmilieu"? VU-studenten Auke Bijlsma (23), Wouter van der Weyden (23) en Frans Woltring (19): „Bestuur ders zeggen wel dat ze veront- rust zijn, maar ze doen bijna niets." Mèt andere jongemensen, die actiegroepen hebben opgericht, vinden Auke, Wouter en Frans dat er iets moet gebeuren. Om dat doel te bereiken hebben ze een plan opgesteld om de Vrije Universiteit, publieke opinie en bestuursorganen in Nederland beicwst te maken van het belang wan een goede bescherming van het leefmilieu. Open brief Het eerste teken naar buiten van [hun actie was een open brief, op 13 januari, aan de redacties van de Ne- lerlandse dagbladen. Hierin schrij- 'en ze dat Provinciale Staten en Ge muteerde Staten een belangrijk ituurslichaam zijn voor de milieu- :herming, maar dat de grote dag- „Jen zelden of nooit verslagen van 1 T* Statenvergaderingen brengen. ubST •De brief: -Met andere woorden: de kiezer weet niet wie of wat hij in mKei|maart gaat kiezen... Wij voorzien dat onze verkiezingen op 18 maart weer eens gaan ontaarden in een tot niets 'erplicntende voorjaarsloterij... met geen andere functie dan dat ieder de valse indruk krijgt dat hij mee beslist. Wij beschouwen dit soort Vertoningen als opium voor het Volk en, gezien de belangrijke fase in de milieuhygiëne waarin wij verkeren, als een gevaarlijk soort opium." „Want tegenover de belangen van de grote milieu verziekende in dustrieën bestaat maar één werkelijk imati taakt stree 'jt smjd t zijn gaal el- paai bijna hoen- aL In tegenwicht: democratie in combinatie met adequate berichtgeving." De open brief valt onder punt drie van hun actie-programma, namelijk: het wakker schudden van publiek en bestuursorganen. Daartoe willen ze ook nagaan hoe de partijen in de Tweede Kamer onder het kabinet-De Jong hebben gestemd ten aanzien van de milieuhygiëne. „We ziillen ook de Provinciale Staten van Noord-Holland en de raad van Amsterdam op deze manier onder de loep nemen. Andere studentengroe- pen in Nederland wordt (gevraagd de houding van de Staten van de andere provincies te analyseren." Te weinig inzicht Uit wat de drie VU-studenten tot nu toe hebben verzameld, conclude ren ze dat de politici de dringende noodzaak van natuur- of milieu bescherming niet beseffen. ..Toen het PSP-Kamerlid Van der Lek vragen stelde over het uitsterven van roof vogels in Zeeland, maakte de Kamer daar grapjes over. En de houding van industriëlen en planologen ligt in de sfeer van: Die mensen houden veel van plantjes, maar wij laten ons daar niet door beïnvloeden." „Zoals prof. (dr. M. F.) Mörzer Bruyns in het gastcollege, dat hij vanmiddag hier gaf. heeft gezegd zien we in Nederland nog niet vol doende in dat de verschillende leef gemeenschappen van dieren en plan ten moet worden bewaard in de vorm van reservaten. Vroeg of laat kunnen die van nut zijn. omdat deze natuurlijke syste men de enige zijn, waarin we nog kunnen nagaan hoe het is geweest. Maar in Nederland meent men dat de zogenaamde „woeste grond" (beter is: natuurgebieden) er ligt om er iets mee te doen. De meeste instanties denken nog dat de natuur gebrekkig is, en bestaat om de mens te kunnen laten ingrijpen. Met als gevolg dat als de zaak straks verpest is, we niet meer terug kunnen." Auke BijlsmaWouter van der Weyden en Frans Woltring: ...bestuurders belijden verontrusting met de mond... De „Werkgroep VU voor het We- reldnatuurforids". zoals het actieco mité heet, wil daarom de toe komstige academici met de neus op de noodzaak van milieuhygiëne druk ken. Voor dit doel wordt gewerkt aan de verwezenlijking van een instituut aan de VU. waar zij die hun kandi daats achter de rug hebben, zich zul len kunnen specialiseren in de diver se aspecten van de milieuhygiëne. Studenten en hoogleraren van ver- schillendè faculteiten, houden zich al bezig met de voorbereiding van zo'n instituut. De achtergrond hiervan is ook de visie van de werkgroep, dat er weliswaar biologen zijn, maar geen echte milieudeskundigen. Een ander programmapunt is het geven van bijzondere colleges voor studenten van alle faculteiten. Medici, planologen, biologen, econo men etc. zouden vanuit hun vakwe tenschap colleges moeten geven over milieuhygiëne en wat daarmee sa menhangt. Auka Bijlsma. zelf student in de biologie, probeert met zijn me destanders deze colleges opgenomen te krijgen in liet studieprogramma van het volgend jaar.' Tjeuk emeer Bovendien worden al lezingen voor heel de universitaire gemeenschap georganiseerd. Voor een lezing op 24 februari is, bij voorbeeld, het Am sterdamse raadslid Roel van Duyn uitgenodigd, die zich de laatste tijd nogal inzet voor de bescherming van het leefmilieu. Ook is er een werkgroep Tjeuke- meer gevormd. De studenten willen voorkomen dat het plan voor de bouw van een stad bij het Tjeukemeer doorgaat. „Als dat gebeurt verdwijnt een van de laatste natuurgebieden in Nederland, waar nog een echte na tuurlijke leefgemeenschap bestaat. iHet Tjeukemeer heeft een unieke be tekenis: het is een van de weinige meren in Europa, waar hydro-biolo gen de voedselkringloop nog kunnen onderzoeken iets wat zo belangrijk is voor de voedselproduktie van de .ontwikkelingslanden. Er zou dan trouwens weer een ge bied verloren gaan. waar de mensen nog rust vinden." Auke besluit: „Iedereen weet natuurlijk wel wat er gaande is, en er bestaat ook veel onbehagen bij het grote publiek. Maar de mensen weten dikwijls niet tot Afie ze zich moeten wenden; er is trouwens ehigè deskundigheid nodig om het onbehagen te kun nen uiten." „In Zweden is een Ministerie voor Milieubeheer en een wet op de handhaving van de milieu hygiëne aangenomen. In Neder land zijn er voor de milieuver ontreiniging acht ministeries en is er slechts één (ontoereikende) Hinderwet." DEN BOSCH Gistermiddag hoorde de 49-jarige zwerver J. V. uit Dordrecht in hoger be roep, vijf jaar en ter beschikking stelling van de regering tegen zich eisen. De rechtbank in Den Bosch had hem op 24 oktober 1968 door gebrek aan bewijs vrijgesproken van de moord op de 71-jarige caféhouder Jan Schoenmakers, die op 8 augustus 1967 in ziin i café „de Oase" in Oirschot de j schedel was ingeslagen. Als enig bewijsmateriaal werd ook nu weer aangevoerd dat de verdachte de laatste bezoeker van het café zou zijn geweest voor de moord. Op enkele glazen zijn de vingeraf drukken van de verdachte gevonden en tijdens een politieonderzoek met sorteerproeven wees een speurhond de 49-jarige ijzerhandelaar aan. „De bloedspatten op zijn kleren wijzen erop," zo verklaarde getuige-deskun- dige dr. Witte, „dat er in het bloed geslagen is." Labiel Omdat verdachte een psychiatrisch onderzoek had geweigerd, moest de psychiater dr. Lely volstaan met een omschrijving van het karakter van de verdachte. Hij schilderde J. V. als een zwakke labiele figuur met een zeer zwakke begaafdheid, en die aan gewakkerd door een overmatige alco holgebruik in staat moest worden ge acht in paniek tot agressieve hande lingen over te gaan. De advokaat-generaal Mr. Pfeil achtte dan ook mede op grond van de onafdoende beweringen. als zou verdachte het geld dat hij bij zich had op de avond van de moord, heb ben gekregen voor een motorboot, die hij had gestolen. doodslag, ge- l pleegd in paniekstemming bewezen. Hij was «het niet eens met de eis van j de officier van justitie tot vijftien jaar gevangenisstraf. Amateurisme De verdediger mr. M. Mol achtte de bewijsvoering onvolledig en pleit te voor vrijspraak. ..Wij moeten uit gaan van de waarheid van de verkla- ring van verdachte, dat hij niet de lèatste is geweest die het café heeft 'bezocht." aldus de raadsman. De proeven met de speurhond noemde hij „goedwillend intensief amateurisme" en hij had ook kritiek •j op het onderzoek van de rijkspolitie, I die naar zijn. zeggen niet ov r gespe cialiseerde krachten zou beschikken. Hij noemde het verder onlogisch I dat voorbij was gegaan agn de ver klaring van een getuige, die later op de avond van de moord nog een auto j voor het café heeft zien staan. Woensdag 4 februari zal het ge- rechtshof in Den Bosch uitspraak •doen. sloten contract de weg naar beroep heeft afgesneden. Dat is volkomen onjuist. De overeenkomst zal wel blijven bestaan, maar de huurprijs kan gewijzigd worden. De handteke ning van de huurder is. wat dat be treft, geen enkel beletsel, als hij in zijn recht staat". Studenten Dat die bescherming door de wet bij zeer velen nog onbekend is, blijkt uit het geringe aantal kamerbewoners dat een beroep op bemiddeling doet. Waar in de grote steden jaarlijks en kele duizenden huurconflicten wor den behandeld, zijn er meestal niet meer dan honderd kamerhuurders, die de weg naar de commissie zoeken. Studenten maken daarop een be scheiden uitzondering. Velen van hen kennen de trucs. Zij huren voor korte of lange tijd een kamer, betalen net jes de huur, maar stappen vlak voor dat zij de huur opzeggen, naar de huuradviescommissie. In verreweg de meeste gevallen doet deze een dan voor hen positieveuitspraak. Met als gevolg een boos gezicht bij de verhuurder. Maar de huurder is dan al met een gevulde beurs ver dwenen Te huur: op gevels en in volle advertentiepagina's. een die- icht- na- een >rden isme Irene „Rijk vlagt niet voor Irene's kind", zo las ik in de krant. Dat is nu weer icht Nederland op z'n'smalst! Prinses rene is toch ook een kind van ons vorstenhuis? Waarom dan niet ook vlaggen voor haar kina? Ik kan hier geen andere woorden voor vinden dan: akelig, misselijk en miserabel! Rotterdam Mevrouw S. Pot Crematie (3) De heer A. van Gameren schrijft dat volgens ds. H. G. Abma in de bijbel niets over het verbod van cre matie wordt gezegd en hij is het daar niet mee eens in verband met Amos 2 vs 1. Ofschoon ik helemaal geen voorstander van crematie ben, meen ik toch dat hij de genoemde tekst niet goed heeft gelezen De Moabieten heb ben de beenderen van een reeds gestorven Edomitische koning, op wie ze blijkbaar bijzonder vergramd wa ren, opgegraven en verbrand. Het gaat hier niet om het verbranden maar om de grafschennis, waaraan ze zich heb ben schuldig gemaakt. Een wraakoefe ning, die door God werd gestraft. Overigens ben ik het geheel eens met hetgeen rabbijn dr. J. Soetendorp 'n zijn „Symboliek der joodse religie" over de crematie heeft geschreven. Op bladzijde 105 haalt hij aan een woord van wijlen rabbijn S. Ph. de Vries: „We leven in een wereld, waarin alles gebeurt door een druk op de knop. Maar de geboorte van de mens niet gemechaniseerd. Langzaam vlecht God de mens in het moederli chaam samen. Draad door draad ver bindt Hij tot. hel wonderlijkste pre visie-instrument. Negen maanden duurt het Laat zo ook langzaam het vlechtsel weer ontbonden worden. Van ■tof werd mens. de mens weer stof. Niet door een druk op de knop". (Van een onzer redacteuren) ROTTERDAM De woningbureaus illustreren het in hun vitrines, de kranten in hun advertentiepagina's en de huurder merkt het elke maand in zijn beurs: de nog steeds heersende wo ningnood heeft de kamerhuren opgejaagd tot hoogten die tien jaar terug nog onvoorspelbaar waren. Honderdduizenden in ons land, vooral geconcentreerd in de grote steden, zijn er het slachtoffer van. Voor een groot deel jonge vrijgezellen, voor een ander deel jonge echtparen en alleenstaan de ouderen. Voor een dak boven hun hoofd betalen zij prijzen, die soms in geen verhouding staan tot het gebodene: vaak schamele kamer tjes, zonder comfort of ruimte en met niet meer dan het allernood zakelijkste om de kamer het etiket gestoffeerd en gemeubileerd te geven. In de grote steden moeten daarvoor bedragen worden neer geteld, die vaak de 200 gulden per maand niet veel ontlopen. Voor etages van twee kamers en een keukentje bewegen ze zich zelfs naar de 400 gulden. l>«n Haag MOET DE HUURDER zich hierin schikken? Heeft hij geen wapens in handen om zich van deze, voor velen nauwelijks te dragen, last, te ontdoen? Of heeft hy zich neer te leggen bij de door woningnood in de hand gewerkte ontwikkeling? Bij het ministerie van volkshuis vesting zegt men onomwonden: „De 1 kamerhuurder staat zeker niet mach- j teloos; hij is door de wel beschermd en als hij vindt dat hij te veel be- taalt, kan hij daar wat aan doen J daarvoor zijn de huuradviescommis- I sies". In een brochure onder de titel „Ka- i merhuren" wordt het nog eens minis terieel onderstreept. En bij de commissies elk arron dissement heeft er één bevestigt D. A. Laansma i men het: „Voor de huurder die onre delijke bedragen moet betalen, is er altijd een kans, een zeer grote zelfs, dat de huur wordt teruggeschroefd en hij het teveel betaalde terugkrijgt. De meeste gevallen die wij in behande ling nemen, lopen positief voor de huurder af." Men wijst er echter ook op, dal het aantal echte kamerbewonews dat een beroep doet op de huuradviescommis sie, vrij gering is. Enerzijds doordat ze niet weten welke mogelijkheden, er zijn, anderzijds doordat zij geen ruzie willen hebben met de verhuurder. Voorbeelden Welke mogelijkheden zijn er en hoe bepaalt men of men teveel betaalt? Het ministerie heeft hier op grond van de huurwet duidelijke richtlijnen voor gegeven. Regels die zowel de huur van kale kamers betreffen als gestoffeerde of gemeubileerde. Voor de ^eerste categorie is dat vrij gemakkelijk als men de huur prijs van het hele huis weet. Is deze niet bekend, dan zal men deze moe ten schatten door vergelijking met gelijksoortige woningen. Stel dat deze huurprijs 200 gulden is, en stel dat men van deze woning de helft huurt en medegebruik heeft van keuken en toilet, dan mag voor deze ruimte wet telijk niet meer dan 100 gulden wor den berekend. Alleen wanneer de hoofdhuurder of eigenaar zélf ook in het huis woont, mag deze kamerhuur met 20 procent worden verhoogd (voor het ongerief .dat hij van de 'huurders ondervindt). Bij gestoffeerde of gemeubileerde kamers zal men voor bepaling van de huurprijs ook nog de verkoopwaarde (niet de aanschaffingsprijs) van meu belen en stoffering moeten vaststel len, zowel van die in de gehuurde ruimten als van die in gang. trap en keuken, wanneer men hiervan het medegebruik heeft. Van deze verkoopwaarde mag 20 procent per jaar op de huur worden gelegd. Stel dat in het bovengenoem de geval de waarde van meubelen en stoffering 600 gulden is, dan betaalt men daar wettelijk 120 gulden voor, of wel een tientje in de maand en wordt de maandhuur dus 100 gulden plus 20 gulden plus (als de verhuur der in hetzelfde huis woont) 10 gul den, maakt samen 130 gulden in de ipaand. Beroep In de meeste gevallen liggen de ge vraagde huren echter ver boven de hier berekende. Is het verschil groot, dan doet de huurder er verstandig aan naar de huuradviescommissie te stappen. Hij haalt daar voor een rijksdaalder een formulier, stelt zijn klacht op schrift en wacht tot hij (sa men met de verhuurder) wordt opge roepen. Beide partijen worden gehoord en met de huurwet als basis doet de commissie uitspraak. Wanneer een van de partijen het Theoretisch Overigens geeft men bij huurad viescommissies toe, dat de hierboven gegeven berekening, gebaseerd op richtlijnen van het ministerie, erg theoretisch zijn. Wanneer ze in de praktijk zouden worden gevolgd, zou het verhuren van kamers voor de meeste verhuurders nauwelijks een aantrekkelijke zaak zijn. Daarom probeert men meestal in een gesprek de partijen tot elkaar te brengen, op een prijs, die ligt „ergens tussen de vraagprijs en de huur die wettelijk wordt vastgesteld". In veel gevallen is zo'n gesprek al voldoende om een nieuw akkoord te bereiken. De verhuurder is daartoe meestal wel bereid, omdat hij weet dat wanneer de zaak bij het kantongerecht komt. hij waarschijnlijk nadeliger af is. Bovendien zou de verhouding tus- seen de partijen er alleen maar (nóg slechter door worden. Voor veel ka merbewoners is dat vaak ook een re den om er maar helemaal geen werk van te maken. De verhuurder zou hem weliswaar niet uit huis kunnen zetten, maar zou wél op andese ma nieren hem het leven zuur kunnen maken. De meesten voelen daar weinig voor. „Anderen," aldus een com missie-secretaris in een grote stad. „weten niet welke bescherming de wet biedt; van de pro- edure zijn zij niet op de hoogte. Soms ook denkt men dat eén met de verhuurder ge daarmee niet eens is, staat hem nog de mogelijkheid open naar de kan tonrechter te gaan. Met deze rechter lijke uitspraak is de zaak dan beslist. Huurder cn verhuurder zijn eraan gebonden en beroep is onmogelijk. Wordt de huurder in het gelijk ge steld. dan betekent dit dat de ver huurder al het te veel betaalde met terugwerkende kracht moet terugbe talen. Dit geldt ook wanneer de huur der de woning inmiddels heeft verla ten, als hij althans een kale kamer huurde. Wanneer de' zaak binnen een jaar na het verlaten van de kamers bij de kantonrechter ligt, wordt zij nog be handeld en heeft de huurder kans op restitutie van het teveel. Wanneer het echter gaat om gestoffeerde of ge meubileerde kamers, heeft hij die mogelijkheid-niet. De huuradviescom missie heeft dan immers geen gele genheid meer vast te stellen hoe hoog de verkoopwaarde van meubels, vloerbedekking en gordijnen was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 7