Hebben we Couperus ontmoet?
Gerda van Hees kleedt ze aan
Meer ontroering
Clemens Holthaus
legde basis voor
Muziek-therapie
NADENKEN OVER „DE KLEINEZIELEN"
dialoog
Doodstraf
ZATERDAG 24 JANUARI 1970
„Het is opvallend dat er aan het begin
van 1970 vrijwel niet meer wordt gespro
ken over „goede voornemens". Je leest
het in de nieuwjaarsversjes van de kleu
terschool, je hoort het in de gesprekken:
dat ik het komend jaar beter zal pro
beren te leven zal ik maar niet beloven
want daar heb ik al bittere ervaringen
mee.'
„Zien we hier niet naar voren komen de
angst voor het besjf van eigen zwakheid?
Durven we, of willen we soms niet meer voor
onszelf en anderen bekennen dat we kunnen
falen? Zijn we soms vergeten dat door zelf
genoegzaamheid en vertrouwen op een an
ders medemenselijke gevoelens en goede be
doelingen twee wereldoorlogen zijn losge
brand?"
Een nieuw begin. Een enquête wees uit, dat
het Nederlandse volk aan de ene kant tevre
den is en aan de andere kant angst heeft
voor de toekomst. Logisch, doodsbang als we
zijn voor de razendsnelle technische ontwik
keling, verschuilen we ons in een schulp van
materiële welvaart en zien onze geestelijke
armoede niet meer. Als we opnieuw willen
beginnen, laten we het dan zo doen, dat we
onze eigen fouten inzien en de consequenties
willen dragen. Geen angstig wegduiken maar
verantwoordelijkheidsbesef aankweken en
onze materiële welvaart tot geestelijk nut
maken", aldus de heer M. van Vuuren, Rot
terdam.
Mevrouw Woudstra, Den Haag, zegt heel
praktisch: „We moeten steeds opnieuw begin
nen in het gewone dagelijkse leven. Wat is er
bijvoorbeeld in de huiskamer aan vernieu
wing toe. Dan zijn er jongelui die gaan trou
wen. Ik krijg nieuwe mensen op kamers -
wie zal het worden. Alweer aan iemand wen
nen. Zo kan je doorgaan".
Graag noem ik ook deze krant, die ik voor
geen geld zou willen missen. Het is een stuk
van mijn leven geworden. Elke* dag lees ik er
nieuwe dingen in, blijde en droevige. Vooral
ook „Dialoog", waarin telkens een onderwerp
wordt aangesneden.
„Het voornaamste is evenwel dat we steeds
weer opnieuw met God mogen beginnen. Met
Hem kunnen we al die dingen beleven - ik
hoop overigens dat og menig dialoogje mag
verschijnen en wens de redactie een inspire
rend jaar toe!"
Mevrouw C. de Groen, Dordrecht vindt het
niet nodig dat een nieuw begin per se bij de
intrede van een jaar begint. De Heer wil dat
wij beginnen Hem te zoeken, als wij Hem
hebben gevonden, begint er voor ons een
nieuw leven. Wij kunnen beginnen met meer
aan anderen te denken en minder aan
onszelf. We beginnen bij het begin van het
jaar het ons al moeilijk te maken over het
eind van het jaar. Zo'n begin is verkeerd en
dat is ook niet nodig voor een christen. Wij
moeten onze zorgen op de Heer werpen, dan
zorgt Hij voor ons. We beginnen dan steeds
weer opnieuw en zien dat zoveel mensen
onze hulp nodig hebben. Een zieke bezoeken,
een bejaarde helpen, dat is een gelukkig be
gin dat uitloopt op een zalig einde."
„Zo tegen nieuwjaar, als de klok naar het
bewuste uur gaat tikken, dan, o, zijn we vol
van allerlei gevoelens. Behalve echte nieuwe,
want dit uur zegt niets, helpt niets, brengt
ons niets. Alleen een nieuw kalenderjaar. De
Mattheus-passion wekt ontroering - is dat
iets om mooi te vinden? Goddelijke ontroe
ring kan gewerkt worden op zo'n uur. Maar
het hele jaar door moet men ontroeTd zijn,
diep ontsteld, doordat men op zo grote zaak
geen acht gegeven heeft."
„In hoogheid gezeten kan men zeer moei
lijk God dienen, al is het maar uiterlijk. Er is
overal het gevaar van verzadiging door het
materiële. Er moet iets zijn in de kerk waar
nog serieus over gedacht kan worden. Al die
eeuwen gekoesterde hatelijkheden,
standsverschil, krenkingen, uit de hoogte
doen, terwijl de voeten zich op dezelfde
hoogte bevinden."
„Een nieuw begin in uiterlijke vorm zou de
mensen maar onzeker maken - laat los die
rommel en laat de vuilnisbak een goede
plaats zijn. God fluistert: Mijn kind, je staat
hier op aarde, wind je niet op, zet jezelf niet
op een voetstuk", aldus de heer K. Gelder
blom, Nieuw-Lekkerland.
Een psychiatrische patiënt lijkt
veelal geheel onbereikbaar voor
Iedere vorm van contact. De
enorme honger naar contact kan
hij vaak niet kenbaar maken!
Een middel tot contact Is muziek
therapie, een nieuwe we
tenschap. Het is de verdienste
van Clemens Holthaus uit
Bleiswijk, deze nieuwe we
tenschap in ons land een basis
te geven waarop verder kan wor
den gegaan.
In zijn boek MUZIEKTHERAPIE
(Agon Elsevier, 112 blz. ƒ16,50)
zet de musicus op heldere en
voor de geïnteresseerde leek be
grijpelijke wijze de genezende
kracht van muziek uiteen. Glo
baal geschat is zeker tachtig
procent van alle psychiatrische
patiënten via ritme benaderbaar.
Holthaus rafelt de muziek tot
haar oerelementen uiteen. Het
meest wezenlijke van muziek is
meten van het tijdruimtelijke. Vla
tests het werken met
tam-tams bepaalt de muziek-
therapeut het eigen tempo van
de patiënt. Vervolgens wordt dat
eigen ritme van de patiënt mee-
geslagen door de therapeut.
Soms wijst de patiënt dit mee
doen af, hij reageert met een
tempoverandering, gewoonlijk
langzamer, of stopt helemaal met
eigen actie. Is dit het gevolg van
een negatieve instelling dan is
deze mens ongeschikt voor ac
tieve muziektherapie en rest nog
elechtsxhet beluisteren van gram-
mofoonmuziek.
Af studerend en analyserend
kwam Holthaus tot verrassende
ontdekkingen. Voor muziekpsy
chologie bestaat (nog) geen fa
culteit. Holthaus schreef zijn
boek voor leraren schoolmuziek,
voor hen die therapeutisch werk
zaam zijn, voor de muzikaal ont
wikkelde leek en niet in het
minst voor hen die zich In de
muziektherapie willen bekwamen.
Zijn werkwijze ontwikkelde
Holthaus voornamelijk in het Si-
naï-centrum te Amersfoort en de
Stichting Rosenburg in Den
Haag. Hij verzorgt ook een
bescheiden opleiding tot muziek-
therapeut, die twee jaar duurt.
„Elk jaar neem ik twee nieuwe
leerlingen aan, zodat straks een
team muzlektherapeuten volgens
een gelijk denkpatroon in dit
land zullen kunnen werken. Er
ligt nog een niet te schatten hoe
veelheid werk en onderzoek te
wachten. Ik beperk me tot de
psychiatrische patiënt. Diens iso
lement doorbreken zodat hij
tot enigerlei contact komt heb
ik me tot doel gesteld. Ik hoop
een vervolg op dit boek te
schrijven, want in de muziekthe
rapie is een enorme evolutie
gaande".
't Is voorbij. De tien delen von het dramatische werk „De
kleine zielen" naar de roman van Louis Couperus, een van
onze grootste Nederlandse schrijvers, zijn op het scherm ge
weest en bekeken door enkele miljoenen mensen. Maar nu is
de tijd gekomen om er over na te denken: wat heeft de
NCRV eigenlijk gedaan? Hebben de miljoenen een spannend,
soms wat triest verhaal uit vervlogen tijden gezien? Hebben
ze genoten von talentvol toneelspel en de inhoud van het
verhaol op de koop toe genomen of hebben ze werke
lijk Couperus ontmoet?
Dokter Addy van der Welcke en zijn vrouw Mathilde gespeeld door Lex van Delden en Margreet Heemskerk
Heeft de NCRV een goed feuille
ton vertoond, een brok dramati
sche televisiekunst op het scherm
gebracht of het Nederlandse volk
dichter bij Couperus gebracht, het
geleerd hem te verstaan in zijn
poëtische schrijfkunst.
Het totaal hiervan was de be
doeling, maar uit tal van reacties is
ons gebleken, dat deze drievou
dige opzet nooit ten volle werd be
reikt. Wél een heel andere....
Werkelijk literaire fijnproevers,
die Couperus bewonderen om zljr
uitzonderlijke stijl, ,tezamen me!
zijn knappe situatleschlldering en
de verfijning waarmee hij psycho
logisch zijn figuren ontleedde in
dialogen en overpeinzingen, zijn
zich ervan bewust, dat het onmo
gelijk is, zijn literatuur In een ge
comprimeerd spel-in-vervolgen
weer te geven.
Zij hebben de grote, blonde, jon
gensachtige ritmeester Gerrlt niet
herkend In de overigens goede ac
tie van Luc Lutz; zij moesten leren
zich te verenigen met de Interpre
taties die werden gegeven van Do-
rine, Cateau en Adolphlne, zij
stootten zich aan het overdadig
pousseren van de vage tantes, zij
misten de soepele lijn der ontwik
kelingen in het dikwijls afgebeten
fragmentische, kortom, zij had
den moeite met de concessies aan
noodzaak van de herkenbare reali
satie.
Toneelliefhebbers kwamen niet
voldoende aan hun trekken omdat
er zo sterk werd gewerkt met
close-ups waardoor het veelal niet
mogelijk was een totale situatie te
overzien, maar zij kregen het volle
pond door het bijeenbrengen van
zoveel talent dat zich van zijn bes
te zijde liet zien. Ellen Vogel, John
van Dreelen, Josephine van Gaste
ren, Eric Schneider als Paul en
vooral ook Ton Kuyl als Ernst en
Lex van Delden als Addy hebben
onvergetelijke herinneringen ach
tergelaten en zullen lang vereen
zelvigd blijven met de rollen die zij
speelden.
Voor het overgrote deel van de
kijkers echter is Couperus de ver-
haal-verteller gebleven, meer dan
hij het ooit is geweest. Zijn roman
„De kleine zielen" die hij tussen
februari 1901 en augustus 1902 in
Nice schreef, verscheen in 1903 in
3000 exemplaren die zeer moei
zaam van de hand gingen. Na de
tweede wereldoorlog was er een
herdruk in een oplage van 12000,
die bepaald niet snel uitverkocht
raakte, maar van de vlak vóór de
NCRV-uitzendingen verschenen
herdruk in één band (het boek telt
vier delen) zijn er nu al meer dan
80.000 verkocht en nog is de vraag
groot.
Dat doet de realisatie van een
aan alle kanten beknibbeld literair
werk tot een hier en daar nood
wendig rafelig gelaten familiever
haal via de televisie.
En als je dan leest wat een brief
aan de NCRV meldt, gaat er toch
wel even iets door je heen: „Door
een aanbieding heb ik het boek
kunnen kopen, maar ik was zo te
leurgesteld dat er geen illustraties
In stonden, daarvoor kocht ik het
eigenlijk. Ik vond het verhaal zo
fantastisch. Nu heb ik alle plaatjes
uit de gids geknipt en mijn boek
zelf geïllustreerd".
Toch.... hier komt plotseling een
heel nieuw aspect van de Coupe
rus-verbeelding naar voren:
NCRV is er in geslaagd, de rorrl
figuren als werkelijk levende n
sen onder het publiek te brenj
een groot deel van het kijkpubl
heeft de acteurs en actrices
hen vereenzelvigd: het verhaal
niet meer los te denken van
figuren, die het hebben geïnterp
teerd.
Couperus heeft, lang na
dood, een familiegeschiedenis zo
der meer gestalte gegeven,
persoon, zijn kunst is waarschijn jf
meestal niet herkend, maar vel
die Ellen Vogel op straat zien, 2
len nu zeggen: „Kijk, daar h
je Constance!" Laten we daaroi
niet triest zijn: het is een postui :rs
jlijnpute
Op de voorpagina van
deze „ZO"-aflevering kunt
u een artikel lezen over de
Franse guillotine, aan het
slot waarvan wij uw me
ning vragen over de dood
straf en de strafmaat voor
veroordeelden in het alge
meen. Dit actuele vraag
stuk leent zich In het bij
zonder voor de Dialoog
tussen onze lezers.
Uw geplaatste brieven
worden beloond met een
verrassing dan wel een
pocket naar keuze: „Tip-
parade", „De dokter zegt"
deel 1 of 2.
-*• 'tHuis póilt uit van de poppen, hier „slechts" 34 voorbeelden uit de collectie van honderdvijf verschillende klederdrachten.
Deze week hield de blonde energieke mevrouw G. H.
J. van Hees-Cino uit Amstelveen een lezing in Oostvoor-
ne voor de CPB-leden en de Ned. Ver. van Huisvrouwen
over en metpoppen. Gerda van Hees leeft van en
voor poppen. Atelier Cinois een begrip geworden
dertigduizend poppen maakt mevrouw Van Hees per jaar.
Liever gezegd: ze kleedt ze aan. De poppen zelf word
geïmporteerd uit Italië, maar de kleertjes worden hier
maakt. Alle poppen kunnen worden uil- en .aangekle
De kleertjes zijn alle genaaid en dus niet geplakt. Vo
verzamelaars levert Cino 18 cm popjes, voor show popp
van 35 cm.
Het
roluti
d in
inig
boor
dere
iderl
de c
wes
De bestellijst vermeldt hon
derd en vijf verschillende mo
gelijkheden. De poppen van
mevrouw Van Hees dragen na
melijk alle originele Neder
landse klederdrachten. Wilt u
een Amsterdammer een plezier
doen? Kan, met een 'Jordaan-
man of Jordaanvroüw. De kle
derdrachten uit Vlaardingen,
Kampen, Katwijk, Goedereede,
Schouwen zijn er evenals die
van Cadzand. Barneveld, Bra
bant. Tholen, Stein en Hierde.
Nu de streekkleding ver
dwijnt en bijgezet wordt in het
hoofdstuk „folklore", vliegen de
duizenden klederdrachtpoppen
de deur uit.
Mevrouw Van Hees: „Ik vatte
het. verplegen weer op na de
dood van mijn man. Hij was
houthandelaar en bracht voor
de dochters dikwijls kleder
drachtpopjes uit het buitenland
mee. Toen ik voor hun verza
meling een pop uit eigen land
kocht, schaamde ik me voor de
manier waarop de kleertjes wa
ren geplakt. Ik ging aan dp slag
om die pop beter aan te kleden.
Ik kom uit Valkenswaard, en
uit mijn hoofd maakte ik een
Brabants kostuum met poffer."
Als bijverdienste, naast de
verpleging, ging zij voor ande
ren poppen maken, en kocht de
popjes bloot in de winkel. Ze
liet haar handwerkprodukten
aan haar patiënten zien en die
waren er verrukt o-ver!
Mevrouw Van Hees verdiepte
zich in de klederdrachten van
allerlei streken en zo werd ze
een expert. Mond-tot-mondre-
clame is nog altijd de beste en
bijzonderheden over kleder
drachten bleven niet uit. Oude
ren vertelden haarfijn hoe een
beuk of kap werd gevouwen en
gespeld, welke kraplap op feest
dagen, in de rouw en voor het
dagelijks leven werd gedragen.
Ze weet, dat je een vrouw uit
Putten die iri rouwkleding loopt,
geen bloedkoralen maar een
gitten ketting geeft. Haar pa
tiënten werkten graag mee bij
het aankleden van de popjes en
zo ontstond een spontane ar-
beidstherapie.
Nu heeft zij enkele naaisters
in dienst, onder meer een
vluchtelingen uit Hongarije,
want zij heeft het verpleegsters-
bestaan eraan gegeven om zich
geheel aan de poppen te wijden.
Ze rijdt nu in een bestelwagen
rond, levert aan. winkels en op
markten. Waar veel toeristen
komen 25eeland, de Veluwe,
Limburg is grote vraag. En
in de avonduren houdt ze op
verzoek lezingen over allerlei
wetenswaardigheden van kle
derdrachten, bijv. dat aan de
hoofdtooi de godsdienst van
drager of draagster is af te le
zen.
De showpop heeft er alles op
en aan: kralenketting met slot.
beugeltasje, zwarte kousjes en
klompjes naar maat, de feest
kleding wordt gecompleteerd
door piepkleine schoen' ;es en de
originele onderkleding en
daar droegen onze grootmoeders
wat van! is er ook, compleet
met bandjesbroeken en baaien
hemden. Gerda van Hees vond
ook nog uit hoe je poppenpruik-
-)(- Gerda van Hees
jes maakt. Het haar wordt uit
Italië geïmporteerd.
Het huis puilt uit van de pop
pen, want er moet altijd een
voorraad zijn en het zorgvt
dige priegelwerk verdraagt
eenmaal geen hoog tempo.
Zo'n lezing zorgt altijd w
voor de nodige hilariteit on
de aanwezigen: de jongeren
chen vermaakt om het hare
waarin vrouwen zich vroe!
persten, de ouderen tillen,
de waartieid van de lezing
onderstrepen, de rokken
haar moderne kleding op: dai
onder wil nog wel eens
borstrok zitten hoewel
ook andersom voorkomt:
klassiek boerinnetje met prac
tig nylon ondergoed.
Van verzorgend beroep
zakenvrouw 't was een
stap maar een boeiende,
vrouw Van Hees verzorgt hi
gezin en weet daarnaast alt
weer nieuwe relaties aan te
ren. Ze runt de zaak zelf
wanneer ze eens tijd oveThoi
komt er wellicht nog eens
boek van!
De oudste dochter, Gerdien,
medisch analiste geword
Adri wordt verpleegster
volgt moeders voetsporen
wat Freek, de jongste g>
doen, is nog niet te zeggen,
meisjes kozen de sociale,
verzorgende taak in. het lev£
Dat vind ik zelf de boeiend
kant van mijn poppenzaak.
vasthouden van wegsterven
tradities en de ontmoeting 0
mensen."
lis de
slsch
da'
w ni
feit,
il zo
oni
|ör
nger
i Pr
op
e ning
F
l Jlerm
moed
len v
rifl van
Azia1
len.
ultge
1 >mste
e kir
tot
leide
k zoi
ite
Isdel
al
len. S
id de
»og
de S
Ina
rdt b>
dit
mt.