DOOLHOF: ATTRACTIE VAN VROEGER
Potje bakken is favoriet
Noorden nog vol
potentaten
van
door Ton Hulst
Monique Floor
door
J. H. Kruizinga
ÏATCROAO rr JANUARI 1970
Labyrint in de abdijtuin van Toussaint-Marne Frankrijk
In Groningen, Friesland en Drenthe heten
de kastelen: hor gen, staten en havezathen.
Deze provincies, die wèl een veelbewogen
geschiedenis hebben, maar weinig, dat nog
aan die tijd herinnert, mogen zich beroemen
op een rijk bezit aan oude „riddersteden"
Het ruige werk van heel vroeger en de be-
Het is een wijdverbreid en in
het noorden betreurd misver
stand, dat Nederland bij Zwolle,
waar volgens een wrang grapje
de zaak zit dichtgeplakt met
kranten ophoudt. Inderdaad
zijn Groningen, Friesland en
Drenthe door de aanwezigheid
van uitgestrekte venen, moeras
sen, bossen en meren lang
geïsoleerd geweest, maar sinds
de grote ontginningen zo'n 150
jaar geleden is er van een isole
ment geen sprake meer.
Er is ruimte, dat wèl. Maar
ook uitgestrekte bossen, dyna
mische industrialisatie, Neder
lands derde havenstad Delfzijl.
En er zijn die zo bijzonder be
zienswaardige „kastelen".
Over en'kele van de Gro
ningse borgen ..loopt" zeifs
sinds kort een toeristische vlieg
route. zodat men ook van bo
ven eens kan zien hoe die mas-
sdt gebouwen uit het water
ia/5 de grachten oprijzen en
reikt „tekening" er zit in de
raai aangelegde parken, waar
van de meest spectaculaire
voorbeelden liggen bi.i de Men-
kemaborg in Uithuizen en de
Fraeylemaborg in Slochteren.
Men-zou de bewoners van de
ze huizen in de kleistreken
..landadel"- kunnen noemen. De
verdwijning van verreweg de
meeste borgen symboliseert het
tijdelijke van de aanwezigheid
van deze landadel.
Het ontstaan van de borgen
moet worden gezochtbij de
hoofdelingen. locale dorpspo
tentaten. die tijdens de vele ve
ten in de latere middeleeuwen
langrijkheid in rechtspraak en bestuur van
latere tijden is er echter niet meer bij. Nog
enkele borgen, staten en havezathen worden
bewoond, andere hebben een functie voor
overheid of onderwijs en een derde categorie
van deze monumentale gebouwen heeft- ten
slotte een bestemming als museum gevonden.
J:-
na de opheffing van de Oude
Doolhof kon .men gelukkig nog el-
ders in de stad terecht. Het be
roemde Panopticum, dat in 1882 In
de Amstelstraat (naar voorbeeld
van Madame Tussauds wassen
beeldengalerij in Londen) werd ge
opend. was eigenlijk een voortzet
ting van de oude doolhoven. Er
was daar ook een echte dwaaltuin,
een oosterse, met palmen en spie
gels, waartegen de bezoekers (e-
venals in het Musée Grévin te Pa-
rijs) onverwacht de neus konden
stoten.
In 1919 werd deze publieke ver
makelijkheid (in die dagen even
aantrekkelijk als een lunapark of
Artis in onze tijd) opgeheven. Er is
nog een doolhof geweest in de
tuin van het zgn. Broekerhuis aan
de Amstelveenseweg bij de ingang
van het Vondelpark. Er was een
doolhof naar het model van Hamp-
ton-Court bij Londen, ontworpen
door Leonard Springer.
Tijdelijke doolhoven verrezen
eveneens in de hoofdstad. Zo was
er in 1892 in het toenmalige café
Vondel in de Vondelstraat een
Labyrinth des Champs Elysées"
waar men zien kon dat de zotheid
lacht om de pogingen der mensen
om voor wijs en verstandig door
te gaan.
Op het Marktplein „Oud-Hol
land" (te vergelijken met
„Damstad"). aangelegd voor de
tentoonstelling van het Hotel- en
Reiswezen in 1895. was ook een
doolhof ingericht.
Labyrinthen en doolhoven waren
reeds in de vroege oudheid een
zeer kostbaar speelgoed voor po
tentaten en tirannen. Tot de meest
beroemde behoorde die van Egyp
te. gesticht door koning Menes bij
het meer Moeris. Dit labyrinth
bestond uit een boven- en onder
gronds gedeelte. Het onder
grondse gedeelte was tot een be
graafplaats voor de Egyptische ko
ningen bestemd.
Ttjdens de kruistochten maakte
men labyrinthen van tegels in de
kathedralen voor het koor. Men
noemde ze Jeruzalemwegen en ze
werden hoog vereerd. De gelovi
gen volgden die weg op hun
knieën en deden als 't ware ook
pelgrimstochten terwijl hun ver
wanten streden in het Heilige
Land. We vinden deze tegellaby-
nnthen rvog in de kathedraal van
Chartres, vari Saint-Omer. van
Reims en in de abdij van Tous
saint-Marne.
Wanneer precies de labyrinthen
en doolhoven het eerst in tuinen
werden aangelegd, is niet bekend.
Waarschijnlijk gebeurde dit in de
grote kloostertuinen met dezelfde
bedoeling als in de kathedralen.
Later verviel het godsdienstig qe-
bruik van de labyrinthen en be
hield men de bestaande of legde
nieuwe aan, alleen als versiering
in de tuinen.
Oorspronkelijk werden zij ge
maakt van lage hagen, zodat men
een overzicht van het gehele laby
rinth en het einddoel voor ogen
had. Op alle tekeningen en pren
ten uit de zestiende eeuw worden
de labyrinthen afgebeeld als een
samenstel van wegen, op verschil
lende manier leidend naar het mid
delpunt, het einddoel. Van „dolen"
was dus nog geen sprake. J. Vre
deman de Vries gaf ons In zijn
boek „Hartarum Viridariorumque -
formae 1583" verschillende model
len, in de regel gevormd door lage
hagen, doch ook door bloembed
den.
De beroemde doolhof in Versail
les was het ontwerp van de Franse
abt A. Lenötre (1613-1700). Het
was er een met zeer hoge hagen,
oo elk kruispunt stond een of an
der ornament, fontein, beelden
groep of marmeren vaas. Er was
niet één middelpunt, maar 39 rust
punten, die elk versierd waren met
een bron of fontein, waarin een
der fabelen van Aesopus door een
zinrijke plastische groep werd uit
gebeeld. Deze doolhof kwam ge
reed in 1674alle grote kunste
naars van die tijd hadden er aan
meegewerkt tot meerdere eer en
glorie van Lodewijk XIV. de Zon
nekoning.
Lenötres geschoren hagen heb
ben in de gehele wereld navolging
gevonden, en als altijd hebben de
navoigers door overdrijving veel
bedorven. Ook in Engeland met
zijn grote en rijke tuinen is menige
doolhof gebouwd die beroemd
werd. Een voorbeeld daarvan was
die van de Horticultural Society te
South-Kensington, op initiatief van
prins Albert, koningin Victoria's
echtgenoot, aangelegd.
Van Lenótre zijn ook de ideeën
van de sterrenbossen afkomstig
Sterrenbossen werden gevormd
door een aantal bomenrijen of la
nen, die in stervorm alle op één
punt uitliepen, meestal een heuvel
tje of een vijver. In ons land ken
nen we dergelijke sterrenbossen in
het Baarnse Bos, op de Ame-
rongse Berg en in het Gooi bij het
öKÊi-i -
Het beroemde beeld van Goli
ath stond vroeger in het pan
opticum van het Oude Doolhof.
Nu kunt u de reus in het Historisch
Museum in de Kalverstraat bezich
tigen.
landgoed Flevorama en te Muider-
berg. In Utrecht droeg jaren gele
den een groene vlakte van de Ca-
tharijnenslngel die voor exercitie-
terrein werd gebruikt, de naam
Sterrenbosch, en Schiedam kent
nog een park van die naam.
Zo'n sterrenbos was als publie
ke vermakelijkheid misschien wel
een zeldzaamheid, maar op de
grote particuliere landgoederen
was het een onmisbaar deel van
de inventaris. De ster van lanen,
waaruit het bestond, was meeetal
niet eenvoudig; de hoofdlanen
werden door zijlanen verbonden
die om het middelpunt van de ster,
verschillende ringen vormden.
Er is nog een oud spreekwoord
bekend, waarin de doolhof voor
komt; „Hij is in 't labyrinth". Dit
betekent: hi| is in 't nauw ge
bracht, zodat hij geen uitkomst
ziet. Op het hogeland van Gronin
gen zegt men nog van iemand, die
ziek of sukkelend is, dat hij in 't
labyrinth is.
Bij de aanleg van grote speeltul-
nen en vermaakcentra wordt nog
rekening gehouden met de aanleg
van een doolhof. Vooral voor kin
deren is zo'n dwaaltuin een prettig
onderdeel van het jaarlijkse
„schoolreisje".
In het beroemde mythologische
labyrinth op het eiland Kreta
huisde het vreselijke monster, de
Minotaurus. Wie er eenmaal in
verdoolde, raakte er nooit weer
uit Behalve Theseus, maar die had
de draad van Ariadne. U kent het
verhaal? Ariadne, dochter van ko
ning Minos, gaf aan haar minnaar
Theseus van Athene een kluwen
garen mee toen hij in de doolhof
moest afdalen, om daar te vechten
met de Minotauros. Ook al over
won hij. dan zou hij in het grote
labyrinth nooit de uitgang weer
vinden. Maar Ariadne redde hem
door haar liefde met baar
draad.
Dat de liefde in de doolhoven en
in de veel oudere labyrinthen een
belangrijke rol speelde bleek uit
de vrijmoedige vrijagiën uit de ze
ventiende eeuw in de doolhoven,
die de Amsterdamse jongelui be
dreven.
beschikten over een uiterst
klein legertje en een verster
king. Aan de activiteiten van
deze roerige elementen kwam
een einde door bemoeienis van
de stad Groningen en. de hoof
delingen behielden alleen het
recht op functies in de rechter
lijke macht en het bestuur. Hun
versterkte huizen werden om
gebouwd tot landhuizen, zij
gingen zich „heèr" van een be
paald dorp noemen en bouwden
„schathuizen", verzamelplaats
van bun landopbrengst.
Groningens landadel kreeg
nauwe familiebanden met het
stadspatriarchaat van de stad
Groningen; zij werden tot een
..club" van landedelen, die de
meeste ambten in het gewest en
in de Generaliteit bezetten. In
hun rechterlijke functies ge
droegen zij zich meermalen bij
zonder despotisch.
De landadel, die aan het eind
van de achttiende eeuw snel
begon uit te sterven, spreidde
grote rijkdom tentoon. Hiervan
getuigen nog het door Hemony
gegoten klokkenspel, dat jonker
Lewe in 1662 aan zijn
dorpskerk in Mlddelstum
Fogelsangh-state bij Zwagerveen.
Fraeylemaborg bij Slochteren.
schonk, en het rijk versierde
orgel in de kerk van Leens.
Prachtige voorbeelden van tot
landhuizen omgebouwde voor
malige versterkingen vindt men
nog in Uithuizen en Slochteren.
maar ook in Leens (de borg
Verhildersum), Midwolda (de
Ennemaborg) en Ezinge (de
kleine Allersmaborg). De Coen-
dersborg in Nuis is niet origi
neel en is eerder een havezathe.
met een aangebouwde boe
renschuur.
In Leek ligt het Huis Nien-
oord en in Wedde de Burcht.
De laatste is fraai gerestau
reerd. Menkamaborg is
museum. Verhilderum even
eens, Fraeylemaborg is be
woond en Ennemaborg wordt
cultureel ontmoetingspunt.
De Friese staten hebben een
vrijwel identieke geschiedenis,
ook teruggrijpend op de land
bouw en veeteelt. Daar staat bij
voorbeeld in Zwagerveen de
Fogelsanghstate, nu uithof van
het Friesch Museum, die zijn
oorsprong vindt in een klooster.
De kloosterlingen wisten zo
veel grondgebied te verwerven,
dat het bezit in 1644 bij de ver
koop aan Sjcuck van Fo-
gelsangh 250 bunder omvatte.
In de historie van het huis ko-*
men de namen voor van Van
Scheltinga's, Heemstra's en iHa-
rinxma's. Koning Willem III
verbleef tweemaal, in 1851 en
1873 op Fogelsangh-state.
De staten in Friesland zijn
oorspronkelijk ook versterkte
gebouwen geweest, die echter
met de tijd mee aangepast en
gemoderniseerd zijn. Wanneer
dat niet het geval is, heet het
gebouw een stins, waarvan een
Fraai voorbeeld de bekende
Schierstins bij Veenwouden is.
Enkele Friese staten (de
meeste zijn ook hier verdwe
nen. onder meer die bij de Lau-
werszee) zijn de Rinsma-state
bij Driesum, Stania-state bij
Oudkerk, Heemstra-state bij
Oenkerk, Dekema-state bij
Jelsum. De staten zijn nu
museum (Fogelsangh), worden
bewoond (Oudkerk) of hebben
een functie voor waterschap of
bestuur.
De geschiedenis van de
Drentse havezathen is afwij
kend. hoewel de bewoners ook
belangrijke functies in bestuur
en rechtspraak bekleedden, ter
wijl zij daarnaast hun uit
gestrekte grondbezit exploiteer
den of verpachtten. Drenthe
was een boerenland, waar wel.
een ridderschap was, maar deze
had weinig macht.
De eigenerfden hadden zowel
in de Etstoel (het hoogste
rechtscollege) als in de Landda
gen de meeste stemmen. Van de
24 etten in de Etstoel trad ieder
jaar de helft af: de nieuwe le
den werden gekozen door de
drost en de etlen van ieder
dingspil.
Om als riddermatige te kun-,
nen worden gekozen, moest
men onder meer aan twee eisen
voldoen: van lofwaardig en on
besproken gedrag zijn en een
havezathe of riddergoed, dat als
zodanig was erkend, bezitten.
Er was een bepaling, dat er niet
meer dan achttien havezathen
mochten zijn.
in Zuidlaren is dat „Laar
woud".. als gemeentehuis in ge
bruik en in z'n tegenwoordige
vorm daterend van 1750. Het
huis heeft twee haaks uitsprin
gende vleugels en wordt omge
ven door een gracht. Boven de
banderdeur van het op het
voorplein staande „schathuis"
komt een monogram voor van
Gerard van Selbach, die
landschrijver was en in 1691 op
.Laarwoud" woonde. Vanaf
1750 was het huis eigendom van
de grafelijke familie van Hei
den Reinestein.
De Havezathen Anssen, Ba-
thinge, Dunningen, Enthinghe,
de Helle. Peijsse, Rheebruggen.
Ruinen, Ther Borch zijn ver
dwenen evenals Vredeveld bij
Assen dat een paar jaar gele
den na schromelijke (onbewoon
de) verwaarlozing totaal
instortte.
Nog bestaande havezathen in
Drenthe zijn „Oldengaerde" en
..Westrup" in Dwingeloo (beide
bewoond). „Oosterbroek" bij
Eelde (bewoond), „Vennebroek"
bij Eelde (bewoond), „De Klenc-
ke" in Oosterhesselen (in ge
bruik als conferentieoord).
„Mengsinghe" in Roden (be
woond), „Echten" bij Ruinen
(bewoond), „Havixhorst" bij De
Wijk (bewoond) en „Laarwoud"
in Zuidlaren (gemeentehuis).
-#■ Yolanda van de Wijngaard omringd door enkele cursisten tijdens de theorieles over pottenbakkersmaterialen
Een enorme vrachtwagen met klei we horen
later met twaalf ton of 1200 broden van elk tien kilo
draait juist de smalle Amsterdamse Bloemgracht
op als wij het voorlichtingscentrum van mevrouw
Yolanda Dullervan de Wijngaard binnengaan.
Daar kan alles worden verteld over materialen en
gereedschappen voor het pottenbakken; daar worden
lessen gegeven in handvormen, draaien en glazuren
van aardewerk. Vooral leerkrachten en hobbyisten
zijn er regelmatige bezoekers. Kleiarbeid mag dan
al erg oud zijn, vooral de laatste jaren is de popula
riteit van het pottenbakken in Nederland snel toe
genomen. Op onze scholen is pottenbakken één van
de belangrijkste scheppende bezigheden geworden.
De Mammoetwet zal dat nog stimuleren.
Pottenbakster Yolanda van de Wijn
gaard verkocht, in haar begintijd nu en
dan een potje of een pul en was gewel
dig blij als iemand haar werk mooi
vond. Ze begon met lesgeven en begaf
zich tevens op het voorlichtingspad:
voor een bedrijf in handenarbeidmate-
rialen reisde zij door Nederland om
op scholen voorlichting te brengen.
Eén van de belangrijkste bezittingen
van een pottenbakker is de oven. Het
kunstwerk staat of valt met het op
juiste wijze bakken. Het openen van
■de oven is altijd spannend: zowel de
vakman als de hobbyist is de honderd
ste keer nog even nieuwsgierig als
toen de ovendeur voor het eerst open
ging. Laat er dus niets aan die oven
haperen, dan is de kunstenaar ner
gens! Op zekere dag echter mankeerde
er wèl iets aan de oven van Yolanda.
De ovenbouwer kwam erbij en hoe
varing op scholen les moesten gaan
geven in het pottenbakken, kregen wij
allerlei vragen te beantwoorden.
Opeens was toen ons voorlichtingscen
trum er!"
Aan een commerciële opzet werd
nog niet gedacht. Maar van zèlf-bak-
ken kwam niets meer, laat staan van
nog eens een tentoonstedling van eigen
werk houden of opdrachten uitvoeren
(zij maakte verschillende tuinvazen).
Yolanda Duller is evenwel tevreden
met „het over de toonbank verkopen
van haar kunst".
„Ik zag dat het onvoldoende was
alleen te adviseren over op
gang-komen., over klei, glazuren, men
gen, technieken en variatiemogelijkhe
den". De onderwijsmensen vonden pot-
op deze hobby gaan toeleggen als de „Eén van de meest voorkomende fou-
kinderen op eigen benen staan, hebben ten is het niet tijdig uitschakelen van
een eigen kringetje van afnemers (o.a. de oven", vertelt hij. „Zelfs een vak-
kunstwinkels) opgebouwd: een aardig man overkomt dat wel een keer in zi.in
betalende liefhebberij! leven, zoals een huisvrouw de cake
wel eens laat verbranden. Het is van-
len te kunnen verkopen. Vooral de
chemicaliën die als basis nodig zijn om
glazuren te mengen, werden door gro
te concerns alleen per wagon- of
vrachtwagenlading verkocht. Nu kun
nen we voor ons acceptabele hoeveel-
Het bleef niet bij voorlichting en zelfsprekend een geldkwestie of er heden bestellen: 100 kilo of een ton.
cursussen. De hobbyisten zagen geen veel snufjes aan de oven zitten. Die
i kunnen geleidelijk aangebouwd wor
den."
kans de juiste materialen te kopen
het resultaat van hun werkstukken
was (daardoor vaak bedroevend. Me
vrouw Duller ging de goede klei en
een aantal glazuren verkopen. De heer
Duller (intussen met enkele collega-
ovenbouwers) plaatste door heel Ne
derland ovens; alleen al in Am-
Zijn onderhoudsdienst reist door Ne
derland voor kleine reparaties; ernsti
ge gevallen worden naar de fabriek
gehaald. Soms ontmoet hij nog een
oven van 15 jaar geleden: bij goed
sterdam op meer dan 500 scholen gebruik en regelmatige revisie heeft
en bij minstens evenveel particulieren, de oven een lange levensduur.
Zelfs voor de scholen is de aanschaf
fing van een oven meestal geen be-
tenbakken erg moeilijk, terwijl het toch zwaar, omdat de kosten in de orde van
vrij eenvoudig is. We gingen cursussen ƒ400 tot ƒ1000 liggen. Aansluiting op
Teven, aanvankelijk twee per week en het normale lichtnet elektrische
Intussen zijn zes man nog steeds be
zig de klei van de vrachtwagen in het
magazijn te laden. Het raakt er al
aardig vol, maar slechts voor korte
praktisch voor een pottenhakster zij voornamelijk aan onderwijzend perso- ovens overheersen is mogelijk zo- »,uu,r: ,a"j 'broden zullen weldra over gemaakt!
trouwde met hem „i t->„„ 1 v,.iiNederland Eredistrihueern ziin.
Daarvan komen de klanten dan per
100 gram kopen!"
Soms zijn de ouders van leerlingen
door de kinderen zo enthousiast gewor
den dat de onderwijzer tijdens avondu
ren aan die ouders les in pottenbak
ken geeft.
„Vele ouders kopen aan het begin
van de vakantie een brood klei, zodat
het hele gezin thuis aan het werk kan.
De kleikosten voor "een pulletje zijn
slechts een centenkwestie; het glazuur
vraagt weinig meer, De klei kan zeker
een half jaar worden bewaard en er
kan héél wat uit één brood worden
trouwde met hem. neej per aVond hadden we circa vijf-
IT tien cursisten, meest heren. Tegenwoor-
„Het was mijn bedoeling na mijn ^ig hebben we elke avond en ook op
huwelijk door te gaan met pottenbak- woensdag- en zaterdagmiddag cursus-
ken, waarvoor ik mijn opleiding had sm met dames de meerderheid,
gehad", vertelt mevrouw Duller, die -
ook een akte handenarbeid bezit.
lang de pottenbakker genoegen neemt
met een (voor een hobbyist ruim
schoots voldoende) oven van 30 x 30 x
31 cm binnenwerk.
Onze leerlingen zijn. van uiteenlopende
■®P leeftijden, en hebben allerlei beroepen.
Nederland gedistribueerd zijn.
„Elke morgen komt een vrachtwa
gen voorrijden om bestellingen van
plaatselijke leveranciers en scholen af
te halen", licht mevrouw Duller toe.
„Voor de ene school twee broden, voor
Van kleuter tot bejaarde kan iets
van deze handenarbeid terechtbren
gen. Op -de kleuterschool kan worden
volstaan met het later weer verkneed-
bare plasticine, maar reeds op lagere-
schoolleeftijd komt de leerling aan
M^MÉ|HHvan_èctite klei toe.
Wie geen oven bezit, kan in het voor-
Pi jivhtingscentrum zijn keramiek laten ^.lw..„,.ul
de Amsterdamse kunstacademie leerde pjet leuke is dat twee andere lesgeven- bakken. Dat is het terrein van de heer een andere misschien vijftig. Aanvan- het bakken
ik vooral glazuren en op de kleischool de pottenbakkers In Amsterdam hier Duller: reken erop dat hij bij zijn kelijk waren wij de enige kleinhandel Aan pottenbakken wordt ook steeds
van Gouda voornamelijk de techniek hun opleiding kregen." ovens de mooiste voorzieningen heeft in klei; tegenwoordig zijn er nog twee meer aandacht geschonken in revalida-
yan draaien en kneden Toen vele leer- getroffen om er zo min mogelijk om- of drie verkopers. We hebben enorm tiecentra. ziekenhuizen, psychiatrische
krachten zonder noemenswaardige er- Verscheidene huisvrouwen, die zich kijk naar te hebben. veel werk verzet om de juiste materia- inrichtingen en bejaardencentra!
Ongeveer honderd jaar geleden werd in Amsterdam de Oude Doolhof afgebroken. Dit oord
van vermaak werd omstreeks 1620 gesticht aan de Prinsengracht hoek Looiersgracht. Het was
hef eerste vermaakcentrum van dit soort in de hoofdstad, een grote dwaaltuin, die al spoedig
populair werd. Vooral jongelui konden zich er best amuseren en zij minnekoosden naar hartelust
in de verborgen dwaalpaadjes. Natuurlijk waren er ook in die dagen reeds mensen die over de
„losbandige jeugd" hun veto uitspraken. De vroedschap werd er zelfs over benaderd; er werd
een keur in hef leven geroepen, waarbij „vrijagiën in dwaaltuinen" zouden worden gestraft. Het
gevolg was dat andere doolhoven in de hoofdstad als paddestoelen uit de grond verrezen!