Constance brengt kunst aan 't volk
Fabeltjeskrant sociologisch bezien
HB J
MEERDERHEID RECHTS; KERKELIJK PLURIFORM
J
door Ev. Grolle
De behoefte om te schilderen, te tekenen ze komt
met golven. Ineens is er de inspiratie, de innerlijke drang
en je werkt door tot het stuk af is. Tijd en geld zijn dan
niet belangrijk alleen je schepping is het voornaamste.
In de nacht is het goed om te werken; niemand stoort je.
Ga vaak om vier 's morgens pas naar bed. Maar vóór
twaalven ben ik meestal weer wakker. Mevrouw Backer,
de eigenaresse van dit kasteel, heeft een ongelooflijke
energie. Ze is in de zestig, maar ze kruipt rustig om twee
uur 's nachts pas onder de dekens en bij het krieken van
de dageraad is ze alweer op de been. Deuren klappen,
honden blaffen, rennen; het hele huis staat op stelten.
Ik kan dan geen oog meer dicht doen. Och, het is het goeie
mens niet te doen om. me te plagen, maar ze denkt ge
woon: Constance, Constance, blijf niet in bed het is
zonde, kijk naar het opkomen van de zon, zie toch eens
hoe mooi alles is".
Constance van Eif
Constance van Eif gekleed
in zwarte broek, zwarte trui,
suède jasje is kunstenares:
fijnbesnaard, impulsief, verzon
ken in een eigen wereld. Haar
'-^mer in het slot van Well
Huys van Malsen heette het
ude tijden staat vol met
ilderijen en andere dingen.
Kazan, de grote lichtbruine her
dershond, ligt gestrekt op de
vloer. Aan de wand een aantal
boeken, meest psychologische
werken. Boven de haard: het
beeld van oude kleurrijke tafe
relen en een belletje dat bewo
gen door de opstijgende
warmte, aanhoudend zacht klin
gelt.
De schilderes toont met
mi-ge aarzeling haar werk:
landschappen, afbeeldingen van
dieren, mensen; wisselend van
tint. Sommige stukken hebben
felle, uitspattende kleuren; an
dere zijn donker, melancho
lisch, raadselachtig. Sterk
spreekt het diep donkere schil
derij met de dorre boomstam.
Constance: „Ik weet niet wat
ik in totaal gemaakt heb. Ik
denk een zeventig weiken: pen
tekeningen, houtskooltekenin
gen, aquarellen, olieverven,
krijttekeningen, grafische wer
ken. Mijn voorkeur is steeds uit
gegaan naar landschappen en
dieren. Nu wil ik tot diepgaan
der werk zien te komen. Geen
schets van een huisje hier en
een boompje daar. Werk dat
vrijer van vorm en niet meer
zo vreselijk gebonden is aan
een vaste lijn. Wachtesn- op
inspiratie? Neen. mensen die
daar op wachten zijn ongelukki
ge wezens".
Constance van Eif woont al
vier jaar in deze streek, waar
van anderhalf jaar in Wijk en
Aalburg. Ze studeerde aan de
academie in Amsterdam, leidde
zeven jaar een schildersschool
in Toronto in Canada. Ging te-
De cfown die zijn tranen opvangt en bewaart.
Hoewei de Fabeltjeskrant een programma van de
NOS ie en zich angstvallig onthoudt van godsdienstige
en/of politieke voorkeuren en oordeelsvormingen heeft
de regering met het oog op enige dit jaar nog te var-
wachten vragen in de Tweede Kamer geruime tijd ge
leden reeds een bekwaam socioloog opdracht gege
ven een onderzoek In te stellen naar de levensbe
schouwelijke gezindheid van de dieren van Fabeltjes-
land.
Het rapport Ie als back-ground-informatie voor mi
nister Klompé bedoeld en als zodanig uiteraard ver
trouwelijk. Dezer dagen heeft de betrokken socioloog
niettemin in een exclusief Interview met een onzer
redacteuren zich enkele van zijn bevindingen laten ont
vallen. Er zijn er onder, die bepaaldelijk opzienbarend
genoemd mogen worden, waarom we de vrijheid
nemen nu reeds Iets uit het komende rapport te pu
bliceren. Uiteindelijk zijn er geen staatsgeheimen mee
gemoeid.
rug naar Amsterdam, maar kon
daar niet meer leven en wer
ken en „vluchtte" naar het zui
den.
„Op de volkshogeschool in
Eerbeek was vorig jaar tussen
kerst en nieuwjaar een bijeen
komst van Nederlandse en Duit
se schilders. Bijzonder leer
zaam, maar mijn werk viel ver
geleken bij dat van mijn colle
ga's in het niet. De heer Ver-
kade, de man van de culturele
raad van Gelderland, zag mijn
scheppingen en toen heeft hij
iets gedaan waarvoor ik hem
erg dankbaar ben. Hij belde on
ze burgemeester op en zei te
gen hem: „doe eens wat bij
jullie, die juffrouw Van Eif zit
daar op dat kasteeltje maar te
verkommeren. Geef haar wat
meer ruimte."
„Het resultaat was een ten
toonstelling in het schoolge
bouw te Ammerzoden, een ex
positie van schilderijen, tekenin
gen en handvaardigheidspro-
dukten het meeste werk was
uiteraard van mij. In totaal
hébben een duizend mensen de
ze tentoonstelling bezocht. Afge
lopen zomer was er weer een
expositie in Ammerzoden en op
nieuw bleek hiervoor veel inter
esse te bestaan."
„Dat had ik niet verwacht.
De mensen waren enthousiast.
Ik dacht: verhip, daar zitten ga
ten in de muur. Ik kan ze mee
nemen naar een bepaald punt.
Ze gaan kunst waarderen. En
dat is al heel wat. Tegen een
kunstwerk kijken ze hier vaak
aan; ze zien er miet doorheen.
Kunst wordt nog te veel be
schouwd als een luxe, als een
overbodig iets.
„Ik zou willen dat er meer
-tt- Dieren en landschappen hebben haar voorkeur.
contact kwam tussen de beoefe
naars van de kunst in de Bom-
melerwaard en het Land van
Heusden en Altena. Het werkt
zo inspirerend. Men zou een
kring van kunstenaars kunnen
vormen en bijeenkomsten kun
nen gaan houden waar gespro
ken wordt over allerlei facetten
van de kunst. Hier in Well heb
ben we al zo'n groepje van tien
a vijftien kunstenaars (ama
teurs)".
„Ik wil wat lezingen gaan.
houden voor verenigingen en
gezelschappen over de kunst ln
het dagelijks leven. Lezingen
over kunst staan ook op het
programma voor scholen in de
omgeving. Veel belangstelling
blijkt er te zijn voor de cursus
sen die ik ga geven in tekenen
schilderen en boetseren. Er zou
den eigenlijk meer tentoonstel
lingen moeten komen. Ik zou
best willen, dat er ook eens een
expositie kwam in het oude ves
tingstadje Heusden. Maar ik
kan natuurlijk niet zelf voor
alles zorgen; dat is onbegonnen
werk".
Hoeveel kunstenaars (ama
teurs) er zijn in het Land van
Heusden en Altena en de Bom-
melerwaard?
„Daar heb ik geen idee van.
Er zijn natuurlijk aültijd en over
al. lieden die zich kunstenaar
noemen, maar het niet zijn; ze
werken gewoon voor de kunst
handel."
Kazan, de hond is wakker ge
worden. Staart naar zijn mees
teres. Constance staat op en
rommelt in een hoekje van de
kamer. Toont dia's van haar
stukken: paarden, de zonneko
ning, een naakt. Drinkt koffie.
Lacht, maar heeft meestentijds
een droefgeestige trek op haar
gezicht. Ze zegt: „Ik ben ge
scheiden, heb twee kinderen..."
Ze is nog niet zo lang geleden
begonnen met het schrijven
van een derde bundel gedich
ten, die ze ook wil illustreren.
Fijne gedichten, sterk van
vorm, poëtisch, soms schrij
nend, soms realistisch, andere
ondoorgrondelijk.
Constance: „Dichten is een
andere uitlaatklep". Zwijgt
„Het was hier te donker om
te schilderen. Ik heb nu een
ateliertje in Ammerzoden, waar
ik vrijwel elke dag heen ga".
Het belletje boven de haard
klingelt gestaag. Een schemer
lamp verlicht het vertrek. Bui
ten waait het. De regen slaat
tegen de kasteelramen.
„Een dokter zei eens tegen
me: een leven na dit leven...?
Dat is er niet. De mens is ge
woon een biologisch geval. En
een andere dokter zei precies
hetzelfde. Maar wat is een
biologische geval...? Ik ben van
huisuit protestant. Mijn moeder
zegt wel eens: waarom leef je
zo? Ach ja, waarom. Ik geloof
wel in een hiernamaals. Het le
ven eindigt niet met de dood".
Het is opgehouden met rege
nen. Met lichte tred loopt de
kunstenares, Kazan aan de lijn,
door de lange in het duister
gehulde oprijlaan van het oude
kasteel. Een verfomfaaid hoedje
schuin op het hoofd. Ze staat
rillend in de wind en begint
aan haar wandeling door het
slapende dorp. Nergens brandt
meer licht. Het is half een.
De algemene conclusie van dit sociologisch onderzoek wijst uit, dat de huidige
regering goed „zit" in Fabeltjesland. Zou het daar om Kamerverkiezingen gaan,
dan zijn er van de 23 geënquêteerde dieren twaalf het huidige kabinet toege
daan, acht behoren tot de oppositie, één tot de Boerenpartij en is derhalve
moeilijk te plaatsen en twee stemmen blanco.
Godsdienstig zijn de Inwoners
van Fabeltjesland In meerderheid
protestant (13); vier zi|n er R.K. en
zee moeten onkerkelijk genoemd
worden. Naar de kerkgenootschap
pen zijn er zes Hervormd, twee
behoren tot de Gereformeerde
Kerken (synodaal), twee zijn
Doopsgezind, een Is Remonstrants
Gereformeerd, een is Vrijzinnig
Protestant zonder nadere denomi
natie, een is de Youth for Christ
toegedaan, maar niet aangesloten
bij enig kerkgenootschap, vier zijn
er Rooms-Katholiek, en van de zes
onkerkelljken zijn er drie van pro
testantse afkomst, twee uit
R.K.-geslachten en een van Joodse
origine.
Wat de godsdienstige meele
vendheid betreft, behoren drie her
vormden tot de z.g. "papieren le
den". terwijl de drie anderen min
of meer meelevend genoemd mo
gen worden. De rooms-katholieken
zijn alle vier praktiserend. De twee
Gereformeerden (synodaal) mogen
meelevend heten. Wat de vrijzinni
ge protestanten betreft, hierover
waren geen betrouwbare gegevens
voorhanden. De Youth for
Chrlst-aanhanger mag zeker mee
levend worden genoemd en onder
de onkerkelijken bevindt zich één
actieve Humanist.
Diverse politieke partijen hebben
hun aanhang onder de Fabel-
t|ealanders. De PvdA Is vertegen
woordigd met vier aanhangers, de
AR eveneens met vier (onevenre
dig hoog vanwege toevallige fami
lierelaties). 4 KVP. 2 CHU. 2 PSP.
2 WD. 1 D'66. 1 CPN. 1 Boeren
partij en 2 Partijloos.
Over het algemeen kan gezegd
worden, dat Fabeltjesland geen fa
natieke partijgangers kent. noch
politiek, noch qodsdlenstlg. Men is
verdraagzaam in de Nederlandse
zin van het woord.
Maatschappelijk valt op. dat het
z.g. generatieconflict hier nage
noeg ontbreekt. Wel zi|n er enkele
Inwoners, die wat minder makkelijk
„liggen" In het geheel en daardoor
wel eens in botsing komen met de
algemene orde, maar dit Is toch
meer te verklaren uit een bepaalde
karaktereigenschap, dan afleidbaar
tik bepaalde opvattingen omtrent
establishment en maatschap
pij-structuur.
Een zekere tendens naar
„inspraak" Is wel merkbaar, maar
dit verschijnsel blijft toch binnen
democratische grenzen en zal ze
ker niet leiden tot het gooien met
rookbommen en/of tomaten. Al
thans zolang de Industriële ontwik
keling niet leidt tot een ernstige
vorm van urbanisatie en andere
welvaartsverschijnselen In het al
gemeen met al de aankleve van
dien als daar zi|n bezitsvergrotlng
aan de ene en verpaupering aan
de andere kant.
De sociaal-economische struc
tuur van Fabeltjesland is betrekke
lijk eenvoudig en hierin moet de
oorzaak qezocht worden van de
afwezlqheid van de moderne
maatschappil-problematiek. In de
industriële ontwikkeling, zoals de
ze met name door de nijvere aard
der Gebroeders Bever wordt gesti
muleerd. zitten ongetwijfeld kie
men voor een fatale escalatie ver
borgen, maar zolang de Fabel-
tieslanders deze blllven onderken
nen, hoeven ernstige conflicten
->iet verwacht te worden.
Hoewel de socioloog geen op-
de broodkruimels steken!) is in
Fabeltjesland nergens sprake.
Samenvattend mag van de Fa-
beltjeslanders getuigd worden: zij
leven vrij, zij leven blii te land, te
water en In de lucht.
Het rapport behelst uiteraard
veel case-work. De 23 geënquêteer
de dieren krijgen er elk hun socio
logisch portret in, dikwijls verleven
digd met saillante uitspraken die zij
hebben gedaan. Het zou natuurlijk
te ver voeren deze portretten stuk
voor stuk uitvoerig weer te geven,
maar enkele opmerkelijke trekken
en/of uitspraken mogen zeker niet
worden gemist.
Jakob de Uil, gevraagd naar zijn
godsdienstige gezindheid, was op
dit punt uiterst spaarzaam. Hij wist
zich te herinneren, dat zijn vader
altijd met klem bétoogde bl) de
„grote" kerk op de Dam te horen
en hij had dat maar zo gelaten.
Wat de politiek betrof was hij
spraakzamer. Hij had Indertijd voor
de PvdA gekozen vanwege
„Drees" en wilde pertinent niet tot
„nleuw-IInks" behoren
Dit had hl| gemeen met Ome
Gerrit de Postduif. Ook een zeer
trouwe PvdA-er. Hij was het er
wat godsdienst en politiek betrof
met volle overtuiging de Oude Pa
den te begaan. Zii waren wars van
vernieuwingen, behalve waar het
industrie en techniek betrof. Hier
wilden zi| volop een pioniersplaats
innemen In de Vaart der Volken.
Beiden zijn Hervormd en behoren
tot de Geref. Bond. Wat de ruimte
vaart betrof, waren zij enigszins
bezwaard, maar voor het onder
zoek van de atoomenergie waren
ze enthousiast
De Gezusters Hamster wisten
zich nog goed te herinneren, dat
hun grootvader indertijd met Kuy-
per was meegegaan en zo wilden
ze het houden. In de Gereformeer
de Kerken, ook In de huidige ge
daante, voelden ze zich volkomen
thuis en Myra liet zich zelfs een
Franse uitspraak ontvallen „De
uit: „Fabeltjes!ander8 zijn Fabel-
tjeslanders en daarmee uit!", zei
hij kort maar krachtig.
Juffrouw Ooievaar wilde maar al
te graag en al te omstandig uit
eenzetten, waarom zl| Vrijzin
nig-Protestant (zonder nadere aan
duiding) was en waarom zij poli
tiek de PSP was toegedaan. „Ik
kan het niet genoeg uitroepen:
„Dieren vecht toch voor de Vre-
del". want pacifisten zijn geen
zachte eitjes, maar echte vechtjas
sen. Hun scherpe snavel hebben
ze echt niet voor niets gekregen.
Wie niet voor De Vrede Is, zullen
we dat wel even Inpeperen", aldus
luchtte ze haar pacifistische over
tuiging.
Haar zuster was van oudere en
meer bezadigde signatuur. Zij
bleef daarom Remonstrants-Gere
formeerd en stemde WD. Zij wil
de er rond voor uitkomen en deed
dit In vlekkeloos Frans, dat ze nog
op het Zwitsers meisjespensionaat
van de Dames Plattfuss In
Neuchatel had geleerd, zij wilde er
dus rond voor uitkomen in Fabel
tjesland het Was8enaar8e element
te vertegenwoordigen.
Isadora Paradijsvogel was ga6t-
beschaafde fles wl|n konden krij
gen. Hij stemt D'66.
Lowleke de Vos meende, als je
het goed aanlegde, bij de PvdA,
de lekkerste hap|e9 té kunnen ha
len en Bor de Wolf was in een
balorige bui en vervloekte de hele
democratie. Hij ging op Marcus
Bakker stemmen de volgende keer.
„Reken daar maar opl", riep hi|
uit met stemverheffing.
Zoef de Haas, in net zo'n
dwarse bul als Bor. was de andere
kant uitgestoven en riep Koekoek,
maar zorgde wel, dat juffrouw Ooie
vaar dit niet te horen kreeg.
Jodocus de Marmot en Droe6 de
Beer bleken Hervormd te zijn en
CHU te stemmen. „De partij van
die freule, of jonkvrouw, of weet ik
veel", zei Droes, die overigens
kerkelijk liet bleek mee te leven.
Jodocus daarentegen hoorde vat
tijd tot tijd (niet te vaak) wel eens
graag een aoed woord. „Dat houdt
je van het nagelbijten af!" ver
trouwde hij onze socioloog toe.
Bllnkert de Vis en Freya zijn
huisvrouw waren Doopsgezind,
Het bleken zwijgzame figuren te
zijn, die veel van water hielden, en
-#■ Fabeltjeskrantfiguren voor de kinderkamer dank zij Sanders Behang in
Delfgauw.
poogde zelfs de socioloog, die
ambtshalve in alle opzichten neu
traal Is, te bekeren. In het rapport
staat dit niet vermeld opdat iedere
schijn van ook maar enige beïn
vloeding vermeden wordt.
Tenslotte waren daar de drie ka
tholieken: Momfer de Mol, die jo
viaal een grote sigaar offreerde.
dracht had een onderzoek In te
stellen naar het sexueel gedrag
der Fabeltleslanders. rijn bij een
vluchtige verkenning wel enige op
merkelijke feiten aan het licht ge
komen. Zo ontbreekt de homofilie
zo goed als aeheel, hoewel er wel
celibatairen zl|n. Van enige sexue-
'e gefrustreerdheid, zoals deze al-
lerweaen samenhangt met de hui-
diae welvaartsmaatschappij (de
volksmond zegt het zo kernachtig:
niet mee eens. dat hl| onder de
ongodsdienstlgen, althans onkerke
lijken werd Gerubriceerd, want zijn
vader, die tot een van de eerste
abonnees van Het Vrije Volk had
behoord, had altijd met Sam de
Wolff en Herman Heliermans het
socialisme (beklemtoond uit
gesproken) als zijn godsdienst
beschouwd O. Zo!
De Gebroeders Bever bleken
Kuyper Kultert: if n"v a qu'un
pasl"
Truus de Mier had het te druk
met de schoonmaak om zich uit te
spreken over Kerk en Politiek. Ze
ging trouw naar de Mis en
Schmelzer vond ze een heldere
Meneer de Raaf bleek positief
onkerkelijk en Het zich over zijn
verre Joodse afkomst niet nader
vrij, bood iets Schots aan, maar
had verder aeen mening. Ze wilde
wel iets declameren.
Haar vriend Melndert het Paard
daarentegen ontpopte zich als een
overtuigde Humanist, altijd
naarstig In de weer voor Humanl-
ta8, opdat ook de onkerkelijke
nooddruftlqen eindelijk met de
Kerst een sinaasappel en een
politiek tot de stillen in den lande
behoorden: Bllnkert bewonderde
Haya zeer. maar Freya hield meer
van De Vrede! en koos daarom uit
vreedzame overtuiging voor de
PSP.
Bij Rocus de Vrije Vogel werd
de onderzoeker ontvangen met
blllmoedig qezsng. Hli was oehee!
de Youth for Christ toegedaan en
(Bl| zijn' zilveren priesterfeest had
hll er van beminde gelovigen
kisten en kisten vol cadeau gekre
gen); Stoffel de Schildpad betreur
de het te laat te zl|n geweest voor
het pastoraal concilie (misschien
kon hi| er volgende keer per
stoomwagen noa tlidio asnwezlo
zijn): en Plons de Kikker was ka
tholiek zonder meer. Zijn favoriet
bleek de bisschop van Haarlem te
zijn, die zo goed gesproken had
over G. K. van het Reve, ook een
bewoner van het Friese plassenge-
bled en zoiets trekt toch altijd,
„Niets qaat er boven de Friese
plompeblöeren!" vond Plons.
Ongetwijfeld zal dit alleszins le
zenswaardige rapport t.z.t. na vrt|-
gave door onze Kamerleden met
grote graagte verslonden worden,
want het is op en top voer voor
Kamerleden. Hier treffen zij einde
lijk eens die langverbeide duide
lijkheid aan, waarop zij, blijkens
algemene uitspraak, zo bijzonder
verzot zijn.
In dit verslag konden uiteraard
nog niet alle zaken uit het rapport
gepubliceerd worden. Egards voor
Kamer en minister weerhouden
ons van een volledige publicatie.
Maar dat er nog verrassingen In
het vat zitten, prettige en onprettl-
qe, daarvan kan men zeker zi|n,
want Fabeltleslanders zijn net als
Nederlanders: als le ze denkt te
hebben, heb ie ze heel vaak NET
NIET!
De verkiezingen zullen dat be
wijzen.