Kinderen van nu erven 21 ste eeuw NOG 30 BEKIJK HET MAAR Persoonlijk door Dick Ringlever I^E kinderen van nu: wat zullen dat straks in de nieuwe eeuw voor mensen zijn en hoe zullen zij leven? Twee vragen, waarop zelfs de gespecialiseerde deskundige nauwelijks een antwoord kan geven omdat de wetenschap zich niet graag waagt aan prognoses, die verdei dan tien jaar gaan. Maar hier over is men het wel zo ongeveer eens: de mens van straks zal nerveuzer zijn; ook: flexibeler en intelleetueler. Die karakter trekken, zegt men, kondigen zich nu al aan in de jeugd van vandaag. Niet dat men met statistieken in de hand kan stellen hoe en hoe snel de mens is veranderd en zal veranderen. Vroe ger is aan dit onderzoek nu eenmaal zo goed als niets gedaan, zodat vergelijkend materiaal ontbreekt. Maar het staat wel vast, dat de jeugd van nu anders is dan die van pakweg een jaar of dertig terug. De jeugd van vandaag is onzekerder, voelt zich minder geborgen en kent ondanks de gestegen welvaart méér problemen. Veel van die problemen heb- icn hun Wortel in het ouderlijk ïuis, waar een flink stuk lei- ling is weggevallen in vergelij king met vroeger. Veelal als ge volg van betere opleidingsmoge lijkheden raken de ouders hun greep op het kind van vandaag kwijt: zij weten vaak niet wat zij aanmoeten met de individua liteit van het kind. In hun kin deren herkennen zij nauwelijks meer het kind, dat zij eens wa ren. De nieuwe generatie is slag vaardiger, weet meer. heeft ver der leren kijken, is daardoor gaan twijfelen aan sinds lang gehanteerde normen en veroor zaakt daarmee ongewild een kloof tussen oud en jong. Een kloof, die tenslotte leidt tot on zekerheid en gedragsproble men. Veelbetekenend in dit ver- band is het resultaat van een psychodiagnostisch onderzoek van het Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskun de in de zesde klas van een grote stads-lagere school: daar uit bleek, dat twintig tot dertig procent van de twaalfjarigen wegens gedragsproblemen corri gerend ingrijpen behoefden. Natuurlijk zijn er meer oorza ken, die gebrek aan stabiliteit in de> hand werken. Een ervan is ook de verbeterde voeding en de vooruitgang van de me dische wetenschap, die veel ziekten heeft uitgebannen en de lichamelijke ontwikkeling van de mens heeft verbeterd. Het is geen toeval, dat .juist in deze tijd een groeiverschui- ving is ingetreden. Zuigelingen en kleuters van nu zijn gemid deld een cm langer dan die van tien jaar terug, de schoolkinde ren twee cm en de jonge vol wassenen zelfs drie cm. De mens van nu is lichamelijk eer der volwassen dan die van toen. wat ook blijkt uit de ver vroeging van de geslachtsrijp heid. Uit onderzoek is gebleken, dat deze er soms is bij meisjes in de laatste klas van de lagere school. Verschijnselen, die evenzeer gedragsproblemen in de hand werken. Onzekerheid bij de jeugd: ook door het gebrek aan per spectief bij een groot deel van de jongeren. Maatschappij en techniek ontwikkelen zich in een stormachtig tempo. En hoe wel wetenschappelijk niet is aangetoond, dat de mens die ontwikkeling geestelijk niet kan bijhouden, wordt hij er door alle indringende communi catiemedia wel dagelijks inten sief mee geconfronteerd en ziet hij door alle vraagstukken nau welijks meer een doel in zijn leven. Hij wordt overdonderd door een informatiebombardement, dat moeilijk te vereverken is. Informatie, die hem de toe komst met een zekere zorg te gemoet doet zien. Hoe zal hij moeten leven als in het jaar 2000 alleen al in Nederland ne gentien miljoen mensen zullen wonen? Zal het leefklimaat nog wel dragelijk zijn? Zal hij ooit nog wel rust vinden? Zal hij nog kunnen ademen zonder in dustrieafval naar binnen te krij gen? Allemaal vragen, die zijn onzekerheid in de hand wer ken, ook al omdat er zelfs door de wetenschap nauwelijks ant woord op kan worden gegeven. Hoewel in het verledpn elke tijd haar eigen problemen heeft gekend ontwikkeling en dus verandering is er altijd geweest is die onevenwichtigheid een typisch verschijnsel van deze tijd. Meer dan vroeger zijn de problemen in het psychische vlak gekomen. Was in het verle den de belangrijkste zorg van de mens het ..vege lijf" te red den. thans staat hij voor de vraag: hoe wordt wat menselijk geluk in huis gebracht, hoe kan het menswordingsproces wor den gerealiseerd? Dat bij een zo belangrijke re volutie in de menselijke denk wereld de drang naar het wel voelen in plaats van naar het wel zijn levensgrote vra gen worden opgeroepen, is be grijpelijk. Psychiaters hebben ook volledig begrip voor de on zekerheid bij de jeugd van van daag. En een verklaring ervoor bieden zij ook. Dat gebrek aan stabiliteit is ontstaan, zeggen zij, omdat er in het verleden te weinig aan dacht is besteed aan de emotio nele ontwikkeling van de mens. Men heeft de laatste vijftig jaar te veel accent gelegd op hel intellectuele. En omdat het evenwicht in de mens wordt be paald door de mogelijkheid in de opvoeding om de emotionele apparatuur net zo doeltreffend te ontwikkelen als die van het intellect, zit men nu met stabili- teitsstoornissen. Zij vinden om met een Leidse hoogleraar te spreken b= de opvoeding (zeker ook de ouderlijke) „allerbelabberdst". AI op jonge leeftijd wordt het kind geleerd zijn gevoelens te verdringen. Angst en pijn bij voorbeeld mag het niet kennen. Emoties moeten verdrongen worden en mogen niet naar de buitenkant komen. En dat, zeg gen psychiaters, terwijl juist het gevoelsleven een zo be langrijke functie heeft. Het werkt als een alarmeringsappa raat: het gevoel laat ons tijdig weten hoe het er met ons en met onze omgeving voorstaat. Zij benadrukken dan ook, dat men nooit alleen het accent moet leggen op de verbale capa citeiten van het kind, maar evenveel op zijn gevoelsvermo gen. Het kind moet zo worden opgevoed, dat het van zijn emo ties later een optimaal gebruik kan maken. Hoe verwerkelijkt men dat? Psychiaters noemen als een van de belangrijkste middelen daar toe het spel. Al dansende en spelende realiseert men een stuk gevoel, dat van onschatba re waarde is voor het menszijn. Het helpt ook te leren om gaan met de medemens, een vermogen dat van groot belang is in een overbevolkt land als het onze. In het spelen, in de sportieve wedstrijd, leert de mens gezond te rivaliseren zon der in elke medemens een vijand te zien. Daarom, zo vindt men. zal er op de scholen veel meer dan thans het geval is aan sport moeten worden ge daan. De plaats, die de lichame lijke ontwikkeling in het onder wijs op het ogenblik inneemt, is volgens de psychiaters zeer bescheiden en hoogst on voldoende. Evenwicht te hervinden is een van de belangrijkste voor waarden voor het overwinnen van problemen. Daarom zal aan dat herstel van de stabiliteit van de jeugd van vandaag ge werkt moeten worden. Dit bete kent, niet alleen dat ouders en andere opvoeders nieuwe inzich ten moet worden bijgebracht, het houdt evenzeer een doeltref fende geestelijke begeleiding van het kind in. En daarin schiet men overal ter wereld nog ernstig tekort. De artsenopleidingen om maar één voorbeeld te noemen zijn nog té weinig gericht op de mens in zijn totaliteit. De fysieke kant wordt nog te veel benadrukt. Iemand, die zich van zijn blindedarm wil laten verlossen, is binnen drie uur geholpen, maar een moeder, d'.e een mongooltje ter wereld brengt, laat men in de woestijn staan. Het aantal psychiaters is even als dat van de medisch op voedkundige bureaus in Neder land te gering: een druppel op een gloeiende plaat. Bij een zo belangrijk geestelijk cvoluti-- proces, zuials zich dat thans vol trekt. wordt een veel intensie vere begeleiding vereist. Wil men problemen gaan be stormen, dan zal men daartoe door Paul v. Langstraat gen initiatieven te ontplooien. In de speeltuinen staan klaargemaak te werktuigen waaraan zij kunnen hangen of hun hoofd door de ga ten van de bouwsels steken. Ook dit avontuur staat onder toezicht, dat zij voor een gezonde geeste lijke ontwikkeling op zijn tijd moe ten kunnen vluchten. De klassen in de kleuterschool en op de lagere school worden afgestemd op de persoonlijke be hoeften van het kind. Een groot aantal zittenblijvers is daarvan het gevolg. Niet omdat zij de intelli gentie voor het onderwijs zouden missen, maar omdat de school zich niet aan het kind weet aan te passen. Pas na de lagere school wordt het kind wettelijk gezien in teressant, als er de keuze gemaakt moet worden tussen de verschei dene vormen van voortgezet on derwijs. De onevenredige verdeling van de bevolking over Nederland volgt voor een belangrijk deel uit dezelf de onevenredige verdeling van de werkgelegenheid. Wanneer ons land echter leefbaar wil blijven zal op veel grotere schaal dan tot nu het geval is geweest de industrie zioh moeten spreiden. We dreigen in een vicieuze cirkel te komen: omdat In West-Neder land de meest gevarieerde be roepsbevolking aanwezig Is en er een betere kwaliteit infrastructuur voorkomt, worden hierdoor meer industrieën aangetrokken. Deze redenering geidt inomge keerde zin voor het noorden en zuiden van Nederland. Deskundi gen hebben verklaard dat de werk loosheid In het noorden en oosten kan worden bestreden door de be trokkenen te migreren naar het westen, waar een voortdurend te kort is aan werknemers. Het is echter niet te ontkennen dat de Nederlander op het platte land honkvast is en niet graag de gemeenschap verlaat waarin hij is opgegroeid. Dit wordt gestimu leerd door de arbeidswetgeving die een uitkering geeft bij werk loosheid en alleen eist dat men werk van gelijkwaardige aard aan vaard. Dat behoeven zij niet op te zoeken in West Nederland. Zij wil len dat ook niet, want het veront reinigde milieu is voor hen nauwe lijks aantrekkelijk. Het gevolg is dat buitenlandse arbeiders van ver over de grenzen moeten worden aangetrokken om de lacunes op te vullen. Wanneer men de werklozen in Noord- en Oost-Nederland zover zou krijgen naar het westen te komen, zou dit resulteren in een blijvende in dustriële cancenWfetie in het westen van het land. Dit is ook noodzakelijk zeggen de deskundi gen. want de Gouden Delta is de motor van de Nederlandse econo mie en deze moet ongestoord kun nen lopen. Zolang echter de wet geving op de afgewerkte stoffen en de geluidshinder nog niet opti maal is, hebben de bewoners wei nig te verwachten van deze plan nen. In steeds breder kringen vraagt men zich af wat de toenemende milieuverontreiniging voor gevol gen heeft voor het menselijk ras. Het leven is gebonden aan een bepaalde samenstelling van lucht, water en bodem. Dit is niet einde loos te veranderen. Een ding staat vast: men gelooft niet dat de mensheid er ouder van wordt Het gehalte aan zwavel, koolstof en stikstof, de rivieren die een te hoog gehalte aan Industrie- zouten bevatten, gevoegd bij een stijgende temperatuur vanwege het warme afvalwater van de koelinstal laties, de overdadige bemesting en ZAT6RDAG 3 JANUARI 1970 bespuiting van het land met irisec- tenverdelgers, dragen niet bij tot een gezonder leven Ook in maatschappelijk opzicht leven wij in benarde tijden. On danks eeuwen van betoonde hulp aan vluchtelingen, slagen wij er niet in de vreemdeling van van daag te ontvangen. Het is ook mff- qelijk dat wij de buitenlandse arr beider er niet in herkennen. Maar de moeilijkheden zijn er niet min der om. Hoe gaat het als de EEG werkelijkheid wordt en vrijheid van wonen en werken een realiteit Is? Dan zullen wij er ons aan moeten wennen dat onze buren van een andere nationaliteit kunnen zijn. Wij hebben de eerste sociale rel volutie de maatschappelijke ge lijkwaardigheid van man en vrouw, arm en rijk gewonnen, maar wé dreigen de tweede te verliezen. Men ontkomt niet aan de indruk dat het steeds moeilijker wordt de consequenties van de maatschap pelijke gelijkwaardigheid te earr- vaarden. Wij zijn niet verdraagzamer ga- worden jegens hen die hulp nodig hebben. Het onderwijs geeft wél de feiten om een latere loopbaap met succes te volgen, maar geen ideologie om andere mensen of vreemde situaties te kunnen be oordelen. Wij leren niet onj vreemde handelingen of gebruiken te beoordelen naar de bedoeling. Onze samenleving neigt tot het aanvaarden van slechts een noe"- mer, een norm die opgevolgd moet worden op straffe van uitsluiting. De werkelijkheid van het kind van nu ziet er niet vrolijk uit. Dp dreiging van het onzichtbare Is er ger dan de dreiging van een ve». nietigingsoorlog. Het lijkt gerecht vaardigd pessimistisch te zi|n ovdr de eerstkomende dertig jaar en optimistisch voor de eeuwen daar na. De wetenschap wordt veron dersteld het toekomstige geluk te brengen. Wij mogen dan ook veel verwachten. Er zal ongetwijfeld een oplos sing komen voor de milieuvervuii ling. De kwaliteit van de woning zal beter worden. We zullen er meer in doen. want de werktijden worden korter. Wij zullen ook we ten wat wij in die vrije tijd moeten doen. Gevaarlijke ziekten zullen bedwongen worden. Misschien zul len wij zelfs langer leven. Maar zullen wij er gelukkiger op worden? In dit eerste nummer van het nieuwe jaar richten wij uw belangstelling op een levensfeit dat ons persoon lijk in hoge mate boeit en waarmee iedereen te maken heeft, namelijk: we zijn nog slechts dertig jaar verwijderd van de eeuwwisseling. Een wending in de tijd die. naar velen vermoeden, welhaast onvoorstelbare veranderingen in het bestaan van alle le ven zal inluiden. Het „Wie dan leeft, wie dan zorgt", is niet meer te hanteren. Dat zou duiden op een ontoelaatbaar tekort aan verantwoordelijkheidsbesef. Als wij ons nu onttrekken aan verantwoordelijkheden, zuilen de gevolgen vóórbij 2000 merkbaar zijn. Dan staan wij schuldig tegenover onze erfgenamen. We móe ten wel meedenken en mede handelen. Wat op deze pagina over die dertig jaren is geschre ven, behelst natuurlijk niet het laatste woord. Veel is onvermeld en ongedacht ge bleven. Misschien hebben wij wel nieuwe vraagtekens op geworpen. Daarover willen wij graag meer horen van U. En uw mening behoeft zich niet te beperken tot de openings pagina, noch tot deze eerste weekeifTdbïjlage in 1970. Eer lijk gezegd rekenen wij op uw voortdurende attentie; tips misschien, of het ver zoek om een bepaalde kwes tie te belichten, zekere ver schijnselen te signaleren. Het laat zich verstaan dat wij niet aan alle wensen kun nen voldoen, maar U kunt wel verzekerd zijn van een verdubbelde inspanning om ZO te maken tot een leven dige communicatie in deze fascinerends wenteling van de tijd. -#■ Te weinig avontuur Milieuvervuiling: een halszaak (Uit de brochure N 70 van het Comité t beschermingsjaer 1970) i het Europees Natuur- uitgerust moeten zijn. Zeker waar het gaat om de diep in het menszijn ingrijpende vraag stukken van vandaag: de over bevolking, de woningnood, het computerspook, de toenemende industrialisering met zijn mi lieuverontreiniging. Vraagstuk ken die elk perspectief lijkcin te verduisteren. Overigens zijn dat proble men. die de mens van vandaag technisch kan oplossen. Het wn- ningprohUiMTi hoeft geen vraagstuk te zijn, in Nederland is ruimte voor negentietn mil joen mensen, het spook van de lucht- en waterverontreiniging kan worden verslagen, de we reld kan voldoende worden ge voed, het verkeersprobleem kan worden opgelost. De techni sche wetenschapsman zegt: vrij wel alles kan, als er maar geld op tafel komt. De mens kan een stad op de maan houwen, als hij de financiën ervoor heeft. En evenzeer geldt, hoe een voudig het wellicht ook klinkt, dat de mens geestelijk niet in de put hoeft te raken. Als er maar onderzoek kan worden verricht en als er maar koppen voor kunnen worden aangetrok ken. De mens heeft de potentie de dreiging van een somber per spectief te keren, maar dan zal hij eerst, zeggen psychiaters, bij zichzelf orde op zaken moeten stellen. Hij zal er zich voor moeten hoeden als een machine door het leven te gaan en zich als een robot te laten hanteren. Hij zal het geluk moeten leren vin den om erht mens te kunnen zijn. Over dertig jaar begint een nieuwe eeuw. Nog één generatie scheidt ons van de, door velen gedroomde, toekomst waarin de hedendaagse problemen door de wetenschap zijn op gelost. Het is echter de vraag of men voortbouwend aan de tegenwoordige maatschappij daar aan wel toekomt. De sterke groei van de bevolking doet de vraag rijzen of wel iedereen in de toekomst van de vooruitgang op velerlei gebied zal profiteren. Dit geldt in het bijzonder voor Nederland. Rond de eeuwwisseling verwacht men achttien a negentien miljoen inwoners in Nederland. De bewoonde oppervlakte zal echter nagenoeg hetzelfde zijn als honderd jaar geleden. Waar blijft de ruimte waarin men zichzelf kan zijn, onbespied en ongestoord door de anderen. Op de speelterreinen van de nieuwbouwwijken hangen de kinderen vermoeid als oude apen aan de stalen rekken of fantasieloze stenen bouwsels. De doelstellingen van een volk kunnen het best worden beoordeeld, naar datgene wat voor de kinderen wordt gedaan, want zij zijn de volwassenen van de toekomst. De plannen die gemaakt worden voor 2000 zijn in feite voor de kinderen van nu, want zij moeten de 21ste eeuw erven. Nederland telt thans ongeveer twaalf en driekwart miljoen inwo ners. Afhankelijk van de leeftijd waarop men trouwt en het aantal kinderen dat men wil (het geboor- tencljfer in Nederland is noq steeds het hoogste in West Europa) zul len er over dertig jaar nog eens zes of acht miljoen bijkomen. De denkbeeldige lijn Alkmaar - Arnhem zal dan de globale scheiding zijn tussen verstedelijkt gebied en plat teland. De tweede regeringsnota over de ruimtelijke ordening in Neder land schat dat in 200Ó ten zuiden van deze lijn ca vijftien miljoe-n mensen wonen en ten noorden daarvan vijf miljoen. West- en Zuid- Nederland zal het volle gewicht krijgen van de bevolkingsvermeer dering. Wat dat betekent is nu al te merken. Oude steden worden omgeven door een krans van nieu we wijken, waardoor centra afster ven. De vaak eeuwenoude kernen zijn niet berekend op een moderne technologie. Het heeft er alle schijn van dat de mens een macht heeft opgeroe pen die hij niet meer bedwingen kan Nog meer dan het rijdende verkeer dreigt het stilstaande ver keer de geparkeerde auto's de centra te verstoppen. En het openbaar vervoer kampt met een jaarlijks slinkend passagiersaan bod. In sommige steden van West Nederland is .de gemiddelde snel heid van een tram geiijk aan die van een voetganger. De voorzie ningen die getroffen moeten wor den metronetten of sneltram op gescheiden baan zijn zo duur dat de gemeenten deze niet meer zelf kunnen betalen. Een totale verkeershervorming zal dringend noodzakelijk zijn. Thuis te weinig speelruimte want voor het eind van deze eeuw hebben de rijksplannenmakers ste delijke gebieden ontworpen die zelfs de Randstad opslokken in een veel groter geheel. De noor delijke vleugel (IJmuiden - Utrecht) loopt dan vra de Utrechtse heuvel rug door naar Arnhem en Nijme gen. De zuidelijke vleugel groeit uit tot een stedenvierkant, waarvan Rotterdam - Den Haag en Dor drecht de kernen zijn. Dan omspant tegen die tijd de Bra bantse stedenrij Bergen op Zoom. Breda. Tilburg 's-Hertogenbosch en Eindhoven. De grootste verliezer in de stad is het kind. Deskundigen hebben erop gewezen dat ongeveer 20 pet van de schoolgaande kinderen in een of andere mate psychisch gestoord is. Gevolg van een om geving die niet voor hen is ge bouwd. De woningen ztjn klein en gehorig en de gezinnen voor die ruimte te groot. Zowel binnen als buiten is er geen ruimte om vrij te spelen, ei- BIJLAGE VAN HET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 11