BROMFIETSER
roeten van Moe
schaak
„Onder de stenen lier"
Planten vragen licht
l -
is nu een wrak
door
J. H. Kruizinga
Tweelingen
kW
WM,
'f*
0
r
ra
ZATERDAG 6 DECEMBER 1969
4
BRIEFKAART 100 JAAR
Een eeuw geleden was dr. Emanuel Herrmann, hoogleraar
in de staathuishoudkunde te Wiener-Neustadt in Oostenrijk,
bezig aan zijn werk „Leitfragen der Wirtschaftslehre". Bij hel
hoofdstuk „Das Gesetz der Spezialisierung" zocht de geleerde
naar bewijzen om dit onderwerp breedvoerig toe te lichten. Hij
kwam op de idee van open brieven en kaarten, die, ongevo&
wen in de brievenbus gestopt, als gewoon poststuk konden
worden bezorgd.
Dat het gezegde: „Eén ogenblik van onbedachtzaamheid kan maken dat men jaren schreit"
vooral in het verkeer wordt bewaarheid, is iets waar iedere krantelezer vrijwel dagelijks met z'n
neus bovenop wordt gedrukt. Frontale botsingen bijvoorbeeld, ontstaan door net dat ene ogenblik
van onbedachtzaamheid bij het inhalen, kunnen de afschuwelijkste gevolgen voor lijf en goed
hebben. Het is verder iedere doorgewinterde verkeersdeelnemer bekend, dat bewust genomen
grote risico's en bewust gemaakte grove overtredingen lang niet altijd ongelukken tot gevolg
hebben, terwijl daartegenover door een heel klein foutje of onachtzaamheid levens voorgoed
kunnen worden verwoest.
Daar kan dan nog iets anders bij komen. Iets,
waardoor dat ene ogenblik van onbedachtzaam
heid in het verkeer jaren later het verdriet
alleen nog maar heviger maakt. Namelijk wan
neer het verkeersslachtoffer na jarenlange pro
cedures tegen degeen, die door hem schuldig
wordt geacht, zijn vordering tot schadevergoe
ding tenslotte door de rechter ziet afgewezen.
Een sprekend voorbeeld van al deze gevolgen
van zo'n onbedachtzaam ogenblik in het verkeer
levert het novembernummer van het blad „Ver
keersrecht", waarin Ls opgenomen een arrest van
de Hoge Raad van 14 maart, handelend over een
zeer ernstig ongeluk dat ongeveer acht jaar
daarvoor was gebeurd.
Bij het lezen van de dagvaarding in deze zaak
ziet men dat onbedachtzame ogenblik en de
verschrikkelijke gevolgen daarvan voor zich
alsof men er zelf bij is geweest.
De dagvaarding van het slachtoffer, brom
fietser A.. gericht aan het adres van wielrijdster
B., hield onder meer het volgende in:
..dat B. op of omstreeks 3 april 1961 te S. circa
16.30 uur reed op dc openbare weg, de
Hoofdstraat, op een rijwiel komende uit zuide
lijke richting op de rechterweghelft gezien haar
rijrichting;
dat B. onoplettend, zonder richting aan te
geven of achterom te zien druk pratend met
een rechts van haar in dezelfde richting rijden
de wielrijdster, naar links afboog;
dat A.. alstoen en aldaar rijdend op een rij
wiel met hulpmotor in dezelfde richting als B.,
terwijl verder geen verkeer aanwezig was, B.
wilde passeren aan haar linkerzijde, maar dat
A., haar inhalende, door gemelde roekeloze af
buigende manoeuvre van B. ter hoogte van de
wegas met haar en/of haar rijwiel in botsing is
gekomen, haar rakende aan haar linkerarm
en/of aan de uitstekende handle van de handrem
van haar rijwiel of aan het linkerpedaal:
dat A. daardoor ten val is gekomen en bij die
val met zijn hoofd tegen het wegdek is geslagen,
dat hij daardoor bloedde uit zijn mond, oren
neus en een aanvankelijk levensgevaarlijk en
blijvend hersenletsel heeft bekomen:
dat A. geheel arbeidsongeschikt is gebleven,
grotendeels verlamd is, zich nauwelijks meer
kan uiten en daardoor geworden is tot een
menselijk wrak;
dat A. door dat ongeval schade heeft geleden
en zal lijden van naar schatting omstreeks
95.000:
dat B. op grond van haar onrechtmatig hande
len voor die schade aansprakelijk is."
Maar bromfietser A., een hulpbehoevend, ge
heel arbeidsongeschikt menselijk wTak door dat
onbedachtzame ogenblik bij de druk met een
vriendin babbelende wielrijdster B., kreeg op 15
juni 1967 nul op het rekest van de Rechtbank,
hetzelfde resultaat op 2 mei 1968 van het Ge
rechtshof. terwijl de Hoge Raad acht jaar na het
ongeval het beroep in cassatie van A.'s advocaat
verwierp. Dit ondanks de conclusie van de Ad
vocaat-Generaal bij de Hoge Raad. dat de
uitspraak van het Gerechtshof behoorde te wor
den vernietigd.
Bromfietser A. moest uit de uitspraken van de
rechters opmaken, dat het ongeval eigenlijk zijn
eigen schuld was. omdat hij wielrijdster B. niet
links had behoeven te passeren maar gewoon
rechtdoor had kunnen rijden. Uit de dagvaar
ding blijkt, dat A. zich nauwelijks meer kan
uiten. Het schreien om dat ogenblik van onbe
dachtzaamheid bij wielrijdster B. zal dan ook
wel erg moeilijk zijn voor hem.
Herrmann publiceerde zijn
denkbeelden als ingezonden
stuk en het vond zoveel bij
val, dat de directeur van de
Oostenrijkse posterijen di
rect pogingen in het werk
stelde om het in praktijk te
brengen. Het resultaat was
een kaart van dun karton en
lichtgeel van kleur.
Op 1 oktober 1869 voerden de
Oostenrijkse posterijen officieel
dé briefkaart in. Een jaar later
waren er reeds negen en een
half miljoen exemplaren gele
verd. Bij de nieuwe Postwet
van 22 juli 1870 werd ook in
ons land de invoering van de
briefkaart een feit.
In verscheidene landen verre
zen fabrieken; de prentbrief-:
kaarten-industrie ontstond. De
uitvinding is eigenlijk te dan
ken aan de boekdrukker A.
Schwartz in Oldenburg. In 1870
zag hij verscheidene van zijn
jonge tafelvrienden naar de ka
zerne vertrekken omdat de
Frans-Duitse oorlog was begon
nen.
Om de conversatie gaande te
houden, stuurde Schwartz die
vrienden briefkaarten na. En
om die kaarten een actueel ka
rakter te geven, drukte hij in
de linker bovenhoek, tegenover
de postzegel, een passende il
lustratie: een Duitse soldaat bij
een kanon.
Schwartz had materiaal ge
noeg voor een serie van 25
prentbriefkaarten en toen die
met groot succes aan de man
waren gebracht, maakte hij een
tweede reeks. Hij verdiende er
een slordige stuiver mee, maar
hij had toch niet voldoende uit-
vindersbloed om patent of oc
trooi op zijn vinding te nemen.
Een andere drukkerij, W.
Brandt's Kunstverlag in
Dresden, volgde als eerste zijn
voorbeeld en weinige jaren la-
Vlak voor een raam zonder vitrage of luxaflex doen planten het
's winters 't best
In deze donkerste tijd van
het jaar gaan heel wat planten
door lichtgebrek sterk achter
uit. Knopvorming bUjft dik
wijls achterwege of knoppen en
bloemen vallen af, stengels rek
ken en worden slap, en vaak
gaat de frisse groene kleur ver
loren.
Hel is nu eenmaal de natuur
lijke gang van zaken dat zodra
de planten minder daglicht
kunnen opvangen, de assimila
tie wordt geremd. Dat is de
ademhaling, waarbij koolzuur
wordt opgenomen en zuurstof
wordt afgescheiden. Door deze
remming wordt te weinig blad
groen gevormd.
Wie in de mening verkeert
dat alleen een hoge tempera
tuur de planten aan de groei
kan houden, zal bedrogen uit
komen, want zonder extra licht
wordt toch het groeiproces ver
traagd.
Misschien hebt U wel eens
gehoord van „lange dag" plan
ten. die minstens twaalf uur
licht nodig hebben om knop te
kunnen vormen. Ook bestaan
„korte dag" planten, die daar
entegen meer dan twaalf uur
duisternis verlangen om knop
te kunnen ontwikkelen.
Tenslotte zijn er dan nog „indif
ferente", „onverschillige" of
..dagneutrale" planten, voor wie
het aantal belichtingsuren geen
rol speelt.
In de praktijk gaat de lief
hebber er zelden toe over om
zijn planten een speciale belich
ting of verduistering te geven
om ze in bloei te trekken, maar
wèl zal hij het kunstlicht gaari
benutten om de daglengte aan
te vullen. De meest primitieve
vorm is wel om planten, waar
van de knoppen gaan afvallen,
in namiddag en avond vlak on
der een schemerlamp te
plaatsen. Zo kan het ons geluk
ken, Saintpaulia (Kaaps viool
tje), Impatiens sultani (vlijtig
Lies je). Hibiscus (Chinese roos),
geraniums en fuchsia's langer
in bloei te houden door ze van
vier uur af tot we 's avonds
naar bed gaan onder een lamp
van 60 watt te zetten.
En dan komen we nog even
op de temperatuur terug, want
die speelt hierin zeker een rol.
De aangegeven lichtsterkte
wordt gekoppeld aan een tem
peratuur van 20 gr. C.
Naar gelang van de plaats en
de hoeveelheid daglicht die een
plant daar kan opvangen, zal de
afstand tussen lamp en plant
van 40 - 100 cm moeten bedra
gen. Daar is geen uniforme re
gel voor te geven, omdat de be
lichting in iedere kamer anders
is. We zullen daarmee zelf moe
ten experimenteren.
Klim- en hangplanten of een
plantenbak, die als decoratie in
de hoek van de kamer of als
afscheiding ttissen eet- en zit
hoek gebruikt worden, zullen
uiteraard méér kunstlicht nodig
hebben. Eentwandlamp met re
OPLOSSING VAN D{
VORIGE PUZZEL
Hor. I hasst. 6 tronk II las. 12 els
14. ase. 16. en. 18. oraal. 20 Po. 21.
Lalden. 22. ovatie 23 aq 24 at. 26 o r
27. L.S 28 aga 30 Ena. 32. pan. 34
Ot. 35. fa. 37. nu. 38 ah 40 oola. 41
lemma. 42. baar. 43. ma 44 ik. 45 re.
47. am. 49. Son. 51. Oaa. S3 gat. 56
U.K.. 58. aa. 59. To. 61 Aa. 62 laaaer
64. petent. 65. er. 66 ereia. 69 ae. 70
neo. 72. een. 73 pos 75 Merne. 76
Vert.: 2. al. 3 aardig. 4 ss alak
7. ra. 8. oatara. 9. ne. 10 gelag. 12 er
13. aa. 15. noeat. 17 neg 18 one. 19
lor. 20. pil, 25 le. 26. oa. 28 atlaa. 29
af. 31. Nlmes. 32. pu. 33. naeat. 34
oom. 36. alk. 37. nar. 39 ham. 44. in
46. eg. 48. alles. 50. oeater 51 oa 52
st. 54. altoos 55 kater 57 kar 58 are
80. Opa. 61. Ans 63 deel 67 re 68 in
70. ne. 71. on. 73. pa. 74. el.
Horizontaal: 1. vis. 4. tas. 7. mondeling. 9. grondsoort. 10. riviertje
In de Krim. 12. soort hond. 13. strijdperk. 14. derhalve. 15. sterk-
oplopend. 18. reeks. 20. kwelling. 23. gemeentewelde. 25. klem. 26.
borrel aan boord. 27. Spaans paard. 29. terug, 31. maling, 32. appel,
37. vis. 39'. vrucht. 40. spoorstaaf. 41 meer op de grens van de
Ver. St. en Canada. 42. voegwoord. 43. papegaai als aanspreking. 44
zelfzuchtig mens. 45. bestuurder
Verticaal: 1. geraamte. 2. huisdier. 3. verhaal. 4. zijde van het hoofd.
5. behoeftige. 6. gevleugelde termiet. 8. bloedarmoede. 9. ongevulde.
11 zangstuk. 16. familielid. 17. elk. 18. deugniet, 19. vis, 21. bloem,
22. nooddruft, 23. insekt. 24. voorzetsel. 28. geaardheid, 29. leefregel.
30 trede. 33. akelig. 34. begaafdheid. 35. soort grove tarwe. 36 vat
met een hengsel. 38 groente. 40. stand
INZENDINGEN
Oplossingen, uitsluitend op brief
kaart, worden voor donderdag aan
ons bureau verwacht. In de linker
bovenhoek vermelden: „PUZZEL
OPLOSSING". Er zijn drie prijzen:
een van f 10 en twee van f 5.
Kunnen vitrages en luxaflex in voorjaar en zomer een uitkomst voor
onze kamerplanten zijn om het felle zonlicht te zevenin de late herfst
en in de winter als de dagen zichtbaar korten, is elke afscherming van
onze vensterbank uit den boze. We zullen maar niet zo ver gaan en met
getallen aantonen hoe veel licht er door vitrages wordt onderschept,
zelfs door uw ragdunne nylon gordijnen.
ter was de wereld overstroomd
met „Ansichten" oftewel prent
briefkaarten. In 1900 werden er
van 9-16 augustus in Duitsland
10.128.560 prentbriefkaarten
verzonden: bijna anderhalf mil
joen per dag. Thans in 1969,
worden er in ons land door één
firma in Rotterdam per jaar
zo'n vijftien miljoen prentbrief
kaarten verkocht. Er zijn enke
le tientallen leveranciers van
deze populaire kaarten, waar
van honderden verschillende
soorten zijn voor elke dag een
kaart, van de wieg tot het graf.
In 1875 verschenen de eerste
kaarten met de opschriften
„hartelijke gelukwensen" en
„hartelijk gefeliciteerd". Maar
de briefkaartenindustrie
volstond daar niet mee. Liefde
en romantiek zijn altijd een
goed handelsartikel geweest en
zo deden de kaarten met geluk
kig kijkende verloofden hun in
trede.
U herinnert zich die kaarten
nog wel. De „mooie man" met
de gracieus omhoog gedraaide
punten van zijn snor, een bloem
in het knoopsgat van zijn col
bertjasje, en dan in een roman
tisch landschap verliefd kijkend
naar zijn verloofde of haar in
het geheim een kus ontstelend-
Honderdduizenden kaarten
met verliefde paartjes waren in
die tijd in omloop. Toch heeft
de topografische kaart ook iri
onze dagen nog de beste
kansen. De prachtige fotokaar
ten in kleuren gaan nog met
miljoenen tegelijk de wereld
over.
In 1886 bracht de uitgever N.
.Boon als een der eersten in ons
land prentbriefkaarten op de
markt. Er zijn ook tegenwoor
dig heel wat mensen, die oude
prentbriefkaarten verzamelen.
Die kaarten vormen vaak
uitstekend illustratiemateriaal
voor tijdschriften en boeken,
die willen laten zien „hoe het
vroeger was". Zo verscheen er
in Amsterdam, bij de Firma
Brouwer en De Veer rond 1910
een gekleurde serie van ruim
driehonderd genummerde
prentbriefkaarten, die thans
nog tot de curiosa behoren. Ook
actuele gebeurtenissen, zoals
stakingen, branden, dempingen
en relletjes vormden de onder
werpen voor deze kaarten. In
dit verband willen we u gaarne
wijzen op het door de heer L.
C. Schade van Westrum
geschreven boek „Groeten uit
Amsterdam" met als ondertitel:
„Prentbriefkaarten uit Grootva
ders Album", dat bij J. H. de
Bussy in Amsterdam verscheen.
Van dit boek (dat 7,90 kost
verscheen juist dezer dagen
derde druk, wel een bewijs dj
deze groeten uit Amsterdam
met bijval zijn begroet
„Onder de stenen lier", is de
titel van een door Philips bi] het
tachtigjarig bestaan van het -Con
certgebouworkest uitgegeven cas
sette met drie langspeelplaten,
waarop de drie belangrijkste diri
genten van het ensemble vertegen
woordigd zijn. Men heeft o.a. een
ook nu nog acceptabele prestatie
van het orkest onder Willem Men
gelberg en dan nog wel een
zaal-opname! op de schijf we
ten vast te leggen. Een zeer
poëtische en, waar nodig, drama
tische lezing, van Beethoven's Ze
vende in A, waarvan vooral het
beroemde Allegretto een hoogte
punt vormt.
Onder Eduard van Beinum is
het orkest, op zijn best, te be
luisteren in een diep gepeilde
lezing van Schuberts onvolpre
zen achtste symfonie, de z.g.
„Unvollendete", overigens in
zijn twee wèl afgewerkte delen
volmaakt als nauwelijks één an
der orkestraal werk van de
meester. Men krijgt hier nog
maals respect voor de bijzonder
natuurlijke wijze, waarop de
sympathieke orkestleider, de
muziek liet „stromen", zonder
forceringen in een voor ieder
een aanvaardbaar tempo en met
uiterst genuanceerd spel.
Dit is ook te horen op de
uidj
1 ÏÉ1
wti'
tweede kant van de plaat, n:
In de geliefde Notenkraker-a:
te van Tsjaikowsky. De plaat
nog niet stereo, maar hef!
vaak wel aan stereo grenzen
kwaliteiten, evenals trouwe
de meeste latere opnamen v
het orkest onder Van Beinu
Onder leiding van de hui
..man op de bok", Bernard
tink, zet het orkest zijn
Mahler-traditie op schone wï?
voort in een lofwaardige inte
pretatie van 's meesters Eerst
de z.g. „Titan". Deze plaat wei
afzonderlijk al eerder uitgi
bracht en had terecht algemef
succes. Wetenswaardighedi
omtrent orkest, leiders en we
ken vindt men in een bijg
voegd artikel, (Philips H
AX315, 39,-).
Tegelijkertijd verscheen
der dezelfde titel bij Ploegsm
Amsterdam een informatii
boekwerk 16,90) van 011
Glastra van Loon. die zijn
ren op 'dit terrein ruimschott i
heeft verdiend. Hij heeft
tekst gekruid met veelal
weinig bekende anecdotes.
Het geschrift is trouwens i
leen al de moeite van
aanschaf waard om de talrijl
interessante foto's, copieën
andere wetenswaardigheden.
flector, die bij somber weer de
gehele dag brandt, kan hiervoor
de oplossing zijn. Waar het hier
om bladplanten gaat zal een
lamp van 25 - 40 watt voldoen
de blijken bij een ophanghoogte
van 40 - 60 cm.
TL-buizen van 40 watt zijn
ideaal voor planten en speciaal
voor lange bloembakken gezien
de lengte (1.20 m), waardoor
planten niet scheef naar het
licht groeien. Daarbij geven ze
koud licht, waardoor ze lager
boven de planten aangebracht
kunnen worden (30 - 50 cm). In
de huiskamer zullen we ons
evenwel uit gezelligheidsover-
wegingen meestal bepalen tot
gloeilampen.
A. C. MULLER-IDZERDA
Ook ditmaal ontlenen wij de
opgaven van de week aan het
boek van Haring en De Veer
(Schaak maar raak!) dat wij
verleden week hebben bespro
ken. Opnieuw drie problemen.
De eerste twee vormen een
„tweeling": vrijwel identieke stel
lingen. Het enige verschil is dat
de witte loper in opgave 1 op a8.
in opgave 2 op g8 staat. De
aardigheid is natuurlijk dat beide
problemen verschillende oplos
singen hebben. Dat is wat voor
ongeoefenden zulke tweelingen
zo aantrekkelijk maakt. Waarom
gaat de ene sleutelzet niet op in
het andere probleem, en omge
keerd? Dit noopt tot nauwkeurig
onderzoek van de stelling, tol
het opspeuren van pro en contra,
en tenslotte tot het zeer nauw
keurig en vastberaden kiezen
van de juiste oplossing!
Het probleem van Nordiohne
plaatst U voor de .vraag: Mag
zwart rocheren, ja of neen? U
moet daar maar eens goed over
nadenken, want het antwoord op
deze vraag ligt in de stelling zel
ve besloten. En daarmee is dan
een deel van de oplossma qeqe-
ven. Of juist niet??
Correspondentie aan de heer
H J J. Slavekoorde, Goud-
reinetstraat 125, Den Haag
S
A
1
Kr
TT
5
Wit begin en geeft mat in twee zetten,
OPLOSSINGEN
Hieronder volgen de opl ssingen van
de opgaven uit de rubriek ven 29
november.
(1) Visserman. Niet goed is de ty
pische .,partlj"-voortzetting I. Txh6?
om met 2 Lb7 voort te zetten, went
met 1. Ph4l houdt zwart het mat in
twee op; het wordt dan mat In vier.
Oplossing: 1. PdfSI met de volgende
varianten: a) 1. Kf3 2. 0—0 mat: b)
1. Kxh3 2. Pe3 mat; c) 1. Pq6
speelt 2 Ph4 mat: d) 1. Ph6 speelt
2. Lb7 mat.
(2) Nlemeljer Wit moet een tempo
zet doen. d.w.z. een zodanige zet dat
aan zijn mogelijkheden in de dia
gramstelling niets veranderd wordt. De
juiste zet Is 1. Ka4ll Nu U dit weet
moet U zelf eens uitzoeken hoe de
volgende (onjuiste) sleutelzetten weer
legd kunnen worden: a) Ke3. Kb4; b)
Ka2. Kb2. Kc2; c) Kc2. Kc3. Kc4. Ja
Inderdaad: De zet Kc2 kan op twee
manieren worden weerlegdl
(3) Le Grand. Ook dit is een tempo
probleem. De sleutelzet is 1. Th3l
waarmee wit niets dreigt. Maar zwart
moet zichzelf verzwakken. Men zie: a)
1 g2 2. Pgl e2 3. Ta3 mat; b) 1.
e2 2. Pel g2 3. Ta3 mat Heel simpel
als U de mopelijkhoden van de ste'
llng doorzien hebt
Wit begint en geeft met in twee zetten.
i
■1¥
•jl
i
'ÓM
pr-jj
p ih-
L..
i
Wit begint en geeft mat in drie zetten.