Sleutel tot samenwerking WE MAKEN HET WEER: BONT RUIMTELIJKE ORDENING IS ZOEKEN NAAR EVENWICHT ZATERDAG 6 DECEMBER 1969 Moeilijk is vaak het zoeken van evenwicht tussen de erfenis van het verleden en de eisen van het heden Duizenden jaren lang werd het leven van de mens op deze planeet voor alles geregeerd door de noodzaak zich in leven le hbuden. Eerst de industrië le revolutie schiep een nieu we maatschappij, maar het groeiproces daarvan werd gekenmerkt door een brute, ongebreidelde expansie, waarbij niets en niemand werd ontzien. Pas na de tweede wereldoorlog begon men de kwalijke gevolgen van deze onafgeremde ont wikkeling te onderkennen en het belang in te zien van systematische planning op Europese schaal. Verschijnselen als de be volkingsexplosie en de ver stedelijking, de hogere le rensstandaard, de snelle communicatiemiddelen en de onderlinge afhankelijk heid der verschillende ge nschappen maken geza- "ijke actie noodzake lijk. De Raad van Europa zag het van de oprichting (if aan als zijn taak de weg t een dergelijke actie te irkennen en verkoos de •uimtelijke ordening tot 'één van zijn vier belang- •ijkste arbeidsterreinen. De cijfers in de regel Welsprekender danwoor- 'vjden worden bekend ver ondersteld. In 1800 telde Europa nauwelijks 200 mil joen inwoners; honderd laar later was dit cijfer' ver dubbeld en tegen 1950 was fcet verdriedubbeld. Terwijl in de vorige eeuw gemid deld twee generaties te gelijk in ons werelddeel woonden (een generatie is twintig jaar), leven nu drie generaties zij aan zij naast lkaar. In de achttiende eeuw woonde en werkte 80 pet. der Europeanen nog op het platteland. Indien, zoals ver- - wacht, de bevolking van Europa vanaf nu tot het 'aar 2000 verdubbelt, zal het percentage stedelingen nog veel méér toenemen Deskundigen hebben bere gend dat het percentage landelijke bevolking in de toekomst wel kan zakken tot 3,2 pet. Het is de boerenbevol- ing die de prijs betaalt >r de radicale verande- in de economische en :iale toestand; de hogere snsstandaard schenkt |meer voordelen aan de smens dan aan de plat- idsbewoner. Al deze verschijnselen ter zijn slechts het ge- lg van een ongeëven- economische groei. De algemene levensstan daard in West-Europa is vijf keer zo hoog als in 1880 en men verwacht, dat hij in 1995 nogmaals verdubbeld zal zijn. Tegelijkertijd ver andert ook de levenswijze van de mens: hij eist betere arbeidsvoorwaarden, recrea tiemogelijkheden en de kans op voortgezet onder wijs en beroepssdholing. De kolossale ontwikke ling van de industriële pro ductie, de overweldigende toename van het vervoer, de steeds zwellende stromen van mensen die zich in Europa naar alle richtingen verplaatsen, en de omvang en snelheid van informatieoverdracht zijn even zovele realiteiten, die ons dwingen ons met orde ning op Europese schaal be zig te houden. Een grote stap werd zo juist op dit pad gezet: in 1970 zal te Bonn een confe rentie van voor ruimtelijke ordening verantwoordelij ke ministers worden gehou den. Onder de vele voorstel len die daar ter discussie Ruimtelijke ordening is in feite ordening van onze gehele maatschappij. Alle aspecten van het leven van de mens (econo mie, opvoeding, woongelegenheid, vrije-tijdsbesteding in een provincie of een land, of zelfs een groep landen, zijn nauw met elkaar verbonden. Om ze tot een harmonieus geheel samen te smelten, is heel wat meer nodig dan ordening op het econo misch vlak alleen. het gebied van gezamenlij ke planning verricht, zoals de „Euregio" Rijn-Eems- IJssel tussen Duitsland en Nederland, de werkgroep van het Rijnlandgebied, „Regio Basiliensis" ge noemd, tussen Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Elk land zal dus zijn eigen bijdrage tot de discus sie leveren en zo zal tenslot te een gemeenschappelijk beleid kunnen worden ge vonden. Zijn in het centrum van West-Europa al niet de Roer, de Randstad Holland, Rijssel en Antwerpen geografisch verbonden tot een steeds evoluerende megapolis? Ook bij de planning van de bekkens van Londen, Pa rijs, Milaan en het Rijnland staat men, ondanks de af stand tussen deze gebieden, voor gelijkluidende proble men. Hetzelfde geldt voor streken die afhankelijk zijn van één enkele teruglo pende activiteit, zoals bijv. kolenmijnen. Buiten deze zich steeds uitbreidende steden en het verstedelijkte centrum van Europa, bevinden zich an dere streken die niet verge ten mogen worden, met na me sommige delen van Griekenland, Turkije, Zuid- Italië, Ierland, Schotland West-Frankrijk en Noord- Scandinavië. Hier zijn de zullen komen, kan men reeds nu de kiem van belangrijke ideeën onder scheiden. Alvorens te spreken over gemeenschappelijke Euro pese uitgangspunten en doelstellingen op lange ter mijn, diept eigenlijk eerst vermeld te worden wat nu al gedaan wordt. Er zijn in derdaad in verschillende landen projecten aan de gang, sommige zelfs in een zeer vergevorderd stadium, waaraan veel publiciteit is gegeven. Hiertoe behoren bijv. het industriële ontwik kelingsplan van de Mezzo- giorno in Italië en het Lan- guedoc-Roussillon zeekust- project. Ook op supranationaal ni veau wordt onderzoek op -8- Fascinerend toonbeeld van ruimtelijke ordening voor de stad van de toekomst nieuwe problemen van het platteland duidelijk te mer ken, evenals de dringende behoefte aan grote verbin dingswegen die ze uit hun isolement kunnen verlos sen. Naast deze hoofdthema's zal de conferentie zich be zig moeten houden met de methodes en technieken van ruimtelijke ordening, zoals medezeggenschap van plaatselijke gemeenschap pen, de betrekkingen met de economische autoritei ten, het gebruik van compu ters, inventarisatie van de inkomstenbronnen en de herziening van bepaalde ad ministratieve procedures. Wat betekent nu dez* ruimtelijke ordening eigenlijk voor iedere bur ger afzonderlijk, in zijn per soonlijk leven? -8- In de eerste plaats de mogelijkheid tot directe inspraak in wat er in zijn dorp, stad of provincie ge beurt. -8- Vervolgens de vreugde van te kunnen leven en werken in een harmonieuze omgeving, alle beroeringen ten spijt. -8- De zekerheid dat hij zuivere lucht kan inademen en gezond voedsel eten. ■8- Een grote keuze van recreatiemogelijkheden waardoor hij zijn persoon lijkheid in een beschermde omgeving kan ontwikkelen. -8- Tenslotte, de kans op voorlichting en uitwisseling van ideeën. Het moet wel voor ieder duidelijk zijn, dat al deze factoren op elkaar inspelen en dat, zonder een alomvat tende visie op Europese schaal, geen enkel project ten volle kan slagen. In dit opzicht is het werk van de Raadgevende Verga dering van de Raad van Europa veelzeggend. Deze is niet van plan zich nog slechts te beperken tot de specifieke problemen van industriële zones, verstede lijking of plattelandsont wikkeling. Zij beschouwt de ruimtelijke ordening als „een ambitieuze oriëntatie van de ontwikkeling der maatschappij". Daarom moet zij met alle factoren rekening houden, en niet al leen met de directe econo mische behoeftes en de on middellijke noden. Ruimtelijke ordening tracht het evenwicht te vin den tussen de eisen van het heden en de erfenis van het verleden en dient in wezen om dé grondslagen te leg gen van de maatschappij van morgen. Omstreeks de eeuwwisseling was er sprake van een ware chinchilla-rush. Bij miljoenen werden de in het droge en woeste Zuidameri- kaanse Andesgebergte levende knaagdiertjes door de trappers gevangen om de enorme vraag naar hun pelsjes te benaderen. De en kele inmiddels beschermde nog in het wild levende chinchilla's worden ernstig be dreigd door natuurlijke vijanden als woestijn- vossen en condors. Hun pelsjes zijn te klein van stuk en te bruin van kleur voor de bont handel. „In 1923 is een klein aantal gevangen chinchilla's naar Noord-Amerika gesmokkeld en door een selectieve kweek is het diertje in middels totaal veredeld. De heer A. Bósch (36) uit Aalst (N.B.), die via de redactie van een Amerikaans modeblad In contact kwam met fokkers, vertelt ons: „In jeugdige overmoed liet ik in 1956 voor 4.000 twee chin chilla-paartjes overvliegen, waarmee ik de eerste Neder landse chinchillakweker werdik ben in de Benelux de enige be- roeps-chinchUlafarmbezitter. Ik ging de aantrekkelijke fi nanciële kant inzien en gaf -8- Een chinchilla neemt zijn poe- derbad. Daar boven tonen twee modellen kostbare chinchillamantels vooral uit liefhebberij worden opgevat en beleefd. In het be gin moet je er vele ui-en uit pure belangstelling in steken: die uren leveren dan geen geld op, maar in het achterhoofd moet je de financiële kant niet vergeten en er dan ook voor zorgen dat er goéde dieren wor den gefokt", verklaÉrt farmbe- zitter Bosch. „Het pelsje is vanzelfspre kend het einddoel van een kwe- v ker. In paren wordt tegenwoor dig niet meer gekweekt; het is moderner met een polygame groep te starten, dus één manne tje met vijf tot acht vrouwtjes. Jaarlijks brengt het vrouwtje in twee worpen drie tot vier jon- honderd dieren) zien toch nog slechts een aantrekkelijke bij verdienste in hun liefhebberij. Er is een beginkapitaal van 4.000 tot 6.000 nodig en een aanloopperiode van enkele ja ren. Daarin zullen de ontwikke lingskosten jaarlijks circa 1.500 bedragen. Maar intussen is een bron van inkomsten van zeker enige duizenden guldens per jaar groeiende! Daarbij komt dat de nacht dieren best 's avonds dus nè de werktijd verzorgd kunnen worden. „Wie in het klein be gint, hoeft geen vergunning te vragen. Een chinchilla stinkt niet, zoals de vis- en vleesafval- Kweker Bosch bij enkele op een plankje gespannen chinchillapelsjes Plattelandsbevolking Stedelijke bevolking Lidstaten in de Raad van Europa België Denemarken Duitse Bondsrepubliek Frankrijk Griekenland Engeland en Wales Ierland Italië Luxemburg Nederland Noord-lerland Noorwegen Oostenrijk Turkije Zweden Zwitserland Uitgangs- i jaartal Bevolking uitgangs jaartal in Bevolking in 1960 in Bevolking uitgangs jaartal in Bevolking In 1960 in 1846 67 34 33 66 1850 55 40 45 60 1871 77 35 23 65 1850 78 45 22 55 1920 77 58 23 42 1901 26 21 74 79 1830 86 61 14 39 1861 75 41 25 60 87 49 13 51 1840 69 32 31 68 1850 89 54 11 46 1850 91 55 9 45 1869 66 45 34 55 1927 74 72 26 28 1850 92 58 8 42 1850 83 46 17 54 mijn functie van elektrotechni cus op." In zijn nieuwbouw hoopt hij tot 2000 blauwgrijze chinchilla's (met een lichaamslengte van 25 cm en een pluimstaart van 15 cm) te komen. Hij is al lang de tijd voorbij, in elk jong diertje een waarde van ƒ1.000 te zien. Toch gaat een goed geselecteerd stamboekdier soms weg voor ƒ4.000 a ƒ5.000, maar daarin zit dan minstens zes jaar lijnteelt. Meestal wordt een lévende chinchilla, bestemd voor pro- duktie, verkocht voor 800 tot 1.000. Dat staat totaal los van de bontwaarde. die 75 tot 160 per pelsje bedraagt. Wel vijf tien internationaal vastgestelde factoren spelen een rol bij de kwaliteitsbeoordeling van pels en kweekdier. De waarde hangt onder meer af van een gladde en dichte beharing en een mooie blauwe kleur. Inca's verwerk ten reeds in hun doeken deze haren om hun fijne en zijdeach tige eigenschappen. „Een chinchillakwekerij moet gen ter wereld.. De dracht duurt 111 dagen. Per vrouwtje zouden dus drie tot vier pelsjes per jaar geproduceerd kunnen worden, maar regelmatig moe ien oude fokdieren door jonge worden vervangen. Bovendien wil elke kweker zijn bedrijf blijven uitbreiden. We rekenen daarom op een jaarlijks gemid delde van twee voor de bont veiling bestemde pelsjes per vrouwtje." In de Benelux zijn reeds een kleine 2.000 chinchilla-kwekers gevestigd met gemiddeld vijf tien dieren. Ook de circa tien grote kwekers (met minstens len etende nerts! Op zolder, in een schuur of in een kamer mits bij een temperatuur van 15 tot 20 graden C en voorzien van frisse lucht worden de in kooien levende chinchilla's gehuisvest. Als eenling kun je makkelijk 50 tot 100 dieren naast een ander beroep bijhou den." De heer Bosch toont ons vele rijen van boven elkaar aange brachte ijzeren kooitjes, elk uit gerust met een drinkfles en een voerbak je. De afvalbak onder de gaasbodem wordt wekelijks schoongemaakt. De kooi (amper 5 kg) is kant-en-klaar lever baar) een doe-het-zelver maakt hem natuurlijk zelf! We zien de grote plantaardige korrels, waarvan de chinchilla dagelijks een portie van ca. dertig gram opeet. Die korrels bestaan o.a. uit granen, vitami nen en mineralen; de sa menstelling is gebaseerd op de leefgewoonten in het Andesge bergte, op in "het proefstation gedane onderzoekingen en op praktijkervaring. Bovendien krijgen chinchilla's nog. een hooimengsel. Vervolgens krijgen we een „demonstratie" van een water- vlugge chinchilla die heerlijk rondtolt in een diepe emaille schaal met fijn poeder (alumi- nium-magnesium-hydrosilicaat). Dagelijks neemt de chinchilla daarin zijn bad, waarmee vocht en vuil uit de dichte vacht ver dwijnen. Uit één haarwortel groeien wel 40 of nog meer ha ren; ongedierte komt dan ook nimmer voor bij chinchilla's. In de pelserij toont onze gastheer een aantal ter verzen ding klaarliggende pelsjes; elk pelsje is ongeveer twee vier kante decimeter groot en weegt nauwelijks dertig gram. Chinchilla's worden volgens voorschrift elektrisch gedood de dierenbescherming komt re gelmatig controleren. Een pelsje wordt met speciale pennen op een plankje geprikt en met spray besproeid. Zodra er ruim 300 van deze geconserveerde pelsjes zijn zij kunnen maandenlang worden bewaard zendt deze farmbezitter ze veelal naar de veilingen van München of New York. Voor een bontmantel zijn ge middeld 150 chinohillapelsjes nodig. Amerika, dat ca. 70 pet. van de wereldproduktie voor zijn rekening neemt, verbruikt tweederde van de wereldmarkt. Europa biedt een concurrerende kwaliteit. Een verhaal apart is de ver koop van kostbaar bont aan de cliënte. Zij koopt niet een bont mantel of -stola, maar pèlzen van een bepaalde kwaliteit. Met een speciaal pennetje parafeert zij elke pels (van ƒ100 tot 150). Na een privé-modeshow- tje kiest zij het model voor haar bontwerk. Chinchillabont laat zich niet gemakkelijk verwerken omdat het een „niet-zelfdragende" soort is. De chinchillapelsjes kunnen niet zonder meer aan elkaar-worden genaaid: een mantel zou dan op essentiële punten (zoals bij de schouders) spoedig kunnen scheuren. Van daar dat deze pelsjes op een lichtgewicht maar sterke linnen voering worden genaaid. De le vensduur van een bontstuk wordt echter al lang niet meer bepaald door zijn technische le vensduur, doch door de mode! Koopt men bij „edelpels" zo als nerts, sabel of hermelijn in de duurste kwaliteiten „al" voor 60.000, een chinchilla mantel kost zonder meer 100.000. In Nederland is geen markt voor dit kostbare bont! In èndere Europese landen o.a. in Duitsland, België, Frank rijk en Zwitserland draagt wél de „beau monde" een chin chilla-mantel. Dat doen ook „zichzelf respecterende" filmsterren als bijvoorbeeld Sophia Loren. Er is een stijgen- de vraag naar chinchillabont! BIJLAGE VAN HET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 11