PROTESTANTSE VISIE OP ABORTUS
De mens zelf is in onrust
RAUW BOEK OVER INVALIDEN
Waarom trouwen zij
qr:
Nieuwe sprookjes
SINT-ALARM
Lakken
van
metaal
iS
ZATERDAG 29 NOVEMBER 194*
i'
De christelijke vrijheid waarmee we in het leven staan, levert
!e vrijmoedigheid om nieuwe vragen in nieuwe situaties te
lezien. Kan abortus daarbij een mogelijkheid, zelfs een nood-
:aak zijn voor de christen? Een forum bestaande uit prof. dr.
H. M. Kuitert, gereformeerd, mevrouw dr. A. J. Sikkel-Buffinga,
hervormd, vrouwenarts te Oegstgeest en de zenuwarts G. B.
Mastenbroek, hervormd, gaf op die vragen antwoord in het
oktobernummer van Gezond Gezin. Deze vragen rijzen, nu de
nieuwe hulp bij anti-conceptie fouten, een hormoonkuurtje met
stilboestrol, de eventueel bevruchte eicel in zijn ontwikkeling
belemmert.
Je begint met anti-conceptie, je
gaat door met abortus en je ein
digt bij kindermoord. Is dat zo?
Het forum kwam tot de conclusie
dat e&n echtpaar de opdracht
heeft, elk leven gewenst te laten
Een niet-gewenst kind kao
toch aanvaard worden. Maar dat is
praten achteraf.
Mevrouw dr. Sikkel is bijzonder
[voorzichtig: Abortus blijft voor de
erts een stuitende ingreep.
Nóg verantwoordelljker dan
aborteren, is 'het verwekken van
leven, is de mening van prof. Kui-
jtert.
Prof. dr. J. Jafissens, gynaeco-
jloog aan de VU: „Bij abortus is
jaltijd sprake van een botsing van
plichten ten aanzien van de onge
boren vrucht en de moeder".
En zo denkt mevrouw dr. A. A.
Terruwe, zenuwarts te Nijmegen er
over: „Abortus is ontkenning van
de vrouw; je neemt haar datgene
af waardoor ze bevestigd wordt".
De arts dokter C. P. Engel
vraagt wat meer geduld bij de
voorstanders van verruiming van
de wetgeving, hij vindt deze mani
pulaties een discriminatie ten aan
zien van het lichaam van de
vrouw.
Sommige Academische Zieken
huizen alsmede het Amsterdamse
Wilhelmlnagasthuis hebben Intus
sen abortus-commissies gevormd.
Als een soort rechtbank onderzoe
ken zij abortus-aanvragen. Zo'n
team bestaat uit een vrouwenarts,
een psycholoog en een maatschap
pelijk werker, naar behoefte uitge
breid met andere specialisten. Dit
alles om tot een weloverwogen
beslissing te komen.
Heeft de vrouw dan niet het
recht om te beslissen of zij al dan
niet zal bevallen? In feite niet.
Zo'n team van deskundigen kan de
draagwijdte van de beslissing
overzien.
Het oktobernummer van Gezond
Gezin (Duinweg 23 Den Haag)
geeft een reeks van achtergronden
van verzoeken, waarvan vele wer
den afgewezen. De vrouw werd
verder wel begeleid, in de vorm
van een definitieve anti-conceptie,
sterilisatie, verloskundige en
maatschappelijke begeleiding en
psychotherapeutische hulp.
Een werkelijk bevredigende op
lossing bestaat er niet. Er blijft
sprake van een compromis. Dat
wordt duidelijk uit het werkje
Abortus provocatue uit de Keper
reeks (uitg. Callenbach, 74 blz.
ƒ4.90).
Mevrouw dr Vlnke-Herfst predi
kante vindt voor één persoon de
verantwoording om over een even
tuele abortus te beslissen, te
groot. „Zij moet anderen be-
Waarom trouwen jonge mensen? Omdat ze van elkaar
houdenZet achter de laatste zin ook maar een vraagteken.
Een groep Duitse raadgevers in huwelijkszaken, waarin alle
gezindten zijn vertegenwoordigd, heeft onlangs in Bochum
een conferentie gehouden in verhand met het toenemend
aantal huwelijken dat in de Bondsrepubliek op de klippen
loopt. De conferentiegangers kwamen tot conclusies die
misschien ook voor ons land gelden.
Naast wederzijdse genegenheid spelen in de echtverbinte
nis een aantal nevenmotieven een rol. Maatschappelijke
redenen dwingen tot een huwelijk, maar ook de mogelijk
heid tot het krijgen van een woning. Het feit, dat men de
ouders ontgroeid is, en „een eigen leven wil gaan leven',
blijkt een sterke stimulans tot het huwelijk. Bij de vrouwen
geldt vaak het motief: al mijn vriendinnen zijn getrouwd
en ik wil geen overschotje zijn.
In zo'n huwelijk waarin allerhande wezensvreemde
motieven een rol spelen, leert men elkaar soms te laat
kennen en dan blijkt de echtvereniging geen succes. In
35% van de gevallen, die op de conferentie ter sprake
kwamen, bleek gebrek aan sexuele harmonie een reden
tot moeilijkheden. Voor 32% speelde gebrek aan geestelijk
contact een rol.
Een derde reden van vervreemding was, dat de man zó
in zijn werk opging dat hij zijn jonge vrouw tekort deed
Het feit dat men hoe langer hoe jonger, en dus voor de
karaktervorming is voltooid, huwt. is de vierde handicap
voor een gezonde samenleving. Meestal zien we, dat een
meisje van twintig meer volwassen is dan een jongen van
diezelfde leeftijd.
door
Jeanne de Vlieger
Mevrouw dr. A. L Ctkkel-Buffinga, vrouwenarts:
„De abortus blijft voor de arts een stuitende ingreep".
ft Mevrouw dr. Vinke-Herfst vindt de verantwoor
delijkheid voor één mens te groot.
trekken in de verantwoordelijkheid
voor een daad die voor veler ge
weten ongeoorloofd is-, zij maakt
medeplichtigen. Het beschik
kingsrecht over haar lichaam wordt
ook bepaald door de toekomstige
mens over wiens al of niet bestaan
zij beschikken wil. Het is tegen de
geest van Christus om schade toe
te brengen aan kleinen en weerlo
zen."
Dokter Dupuis viqdt de „mor-
ntng-after-pil" géén abortus; de
vrucht maakt nog geen organisch
deel uit van het lichaam der
vrouw. Vanaf de dertiende week
zijn er ernstige risico's van orga
nische aard aan de ingreep ver
bonden. Het moet tot nadenken
stemmen dat nu de kans op een
abortus op medische indicatie rela
tief gunstiger ligt naarmate men
over meer geld beschikt.
Dokter Dupuis komt tot deze
medische indicaties:
45- Ernstig levensgevaar voor de al
of niet gehuwde vrouw.
ft Soms ernstige stress-toestand
bij de vrouw als gevolg van drei
gend verlies van de echtgenoot.
ft Ernstige en veel zorg en
inspanning vereisende ziekten en
afwijkingen van reeds aan
wezige kinderen.
Hij zet een vraag bij de eugene
tische indicatie, op grond van de
verwachting dat het kind met aan
zienlijke lichamelijke gebreken of
ernstig geestelijk gestoord ter we
reld zal komen. Tenslotte moet
men een gynaecoloog bereid vin
den de Ingreep te verrichten. Die
zijn er wel, maar In onvoldoende
mate.
Met medewerking van het AR
Vrouwencomité kwam een docu
mentatie over abortus provocatus
tot stand voor het gesprek.sgroe-
penwerk (te bestellen voor 0,60
bij het Centraal Comité A.R.
Kiesverenigingen, Dr. Kuyperstraat
Den Haag, giro 89673).
Wanneer de arts naar eerjen
geweten handelt en in over
eenstemming met zijn beroespco-
de, is hij niet strafbaar wanneer hij
op medische indicatie een zwan
gerschap afbreekt. In de praktijk
hebben tal van artsen het daar
moeilijk mee, confrontatie met de
justitie blijft een mogelijkheid. Bo
vendien blijft het een vraag, wat
medische indicatie is. Sommigen
verstaan daar ook onder psy
chische druk, anderen niet. Deze
onzekerheid drijft vrouwen in nood
tot Illegale abortus.
Het zijn overwegend 80 pet. ge
huwde» vrouwen met twee of meer
kinderen die zich laten aborteren.
Men is niet i-n staat de juiste cij
fers op tafel te brengen. Een onder
zoek op last van het Nederlands
Huisartsen Genootschap kwam tot
2 pet. illegale abortussen in de
stad en 0.3 pet. op het platteland
van het totale aantal zwanger
schappen.
Dr. Treffers komt tot een per
centage van 21 pet. abortussen;
11 pet. illegaal, 10 pet. spontaan,
naar aanleiding van onderzoekin
gen in het W.G. te Amsterdam.
Men spreekt van twintig tot zestig
duizend abortussen per jaar in ons
land.
In de brochure van de ARP
wordt handhaving van de straf
wetsartikelen bepleit, met wijziging
van de wettekst i-n die zin dat
abortus op medisch-soclale en be
paalde sociale indicaties mogelijk
wordt. Met name de sociale indi
caties dienen nader te worden
omschreven, daar er strikt sociale
indicaties kunnen zijn die niet zijn
te aanvaarden.
In alle gevallen bedenke men
dat het gaat om een vrouw in
nood, die in elk geval moet wor
den geholpen, hetzij door zeer
goede sociale en psychologische
begeleiding gedurende de zwan
gerschap en daarna, hetzij voor,
tijdens en na de verstoring van de
zwangerschap.
Na al deze meningen klemt de
vraag destemeer: hoe voorkomen
we abortus?
Als toekomst voor de kerk-als-instituut ziet mejuffrouw C. A.
K. te O. ,,een zich buigen onder een eventuele vreemde (mo
gelijk communistische) machthebber en aan diens wensen zo
veel mogelijk voldoen. Voor de kerk als vergedering-der-gelovi-
gen: mogelijk véél vervolging, veel stille, verborgen samen
komsten in groepen, de huisgemeenten, met als uitkomst: wie
volharden zal tot het einde die zal zalig worden. Gods kracht
wordt irt zwakheid volbracht. Daarop hopeni dan is er toekomst.
Mevrouw C. te A. kan zich
niet voorstellen, dat die paar
uurtjes rust die we 's zondags
in de kerk genieten, verdwij
nen. God gaf de tijd, over haast
heeft Hij niet gesproken. De
mens zelf is in onrust, ook deze
tijd zal voorbijgaan.
De heer D. K. te H.: „Laten
we gelovig luisteren naar het
evangelie van Christus in
plaats van uitdagende verwij
ten te publiceren. Meewerken
en steunverlenen, de kerk trach
ten te hervormen, niet vervor
men. Er is veel ten goede veran
derd, geen preken van twee
uur, alle gemeenteleden nemen
deel aan de eredienst, gezamen
lijk het Onze - Vader bidden
en het uitspreken van de ge
loofsbelijdenis. Dat hoort bij de
gemeenschap der heiligen, mèt
de offerande."
De heer J. K. te G.: Plaatselij
ke kerken zijn ais paddestoelen
op aarde. Ieder zegt: wij zijn
het. Er is maar één ware kerk,
velen dwalen. Om lid van de
ware levende kerk van
Christus te zijn, moeten wij der
zonde sterven, er is geen an
dere weg mogelijk.
De heer L. B. te L.: „Als de
menselijke kerk toekomst wil
hebben, zal ze veel meer kerk
van Christus moeten worden.
Met behoud van het goede, be
diening van Woord en sacra
menten, zal er veel moeten ver
anderen. Dure kerkgebouwen
.al of niet met torens zie ik lie
ver vervangen door gemeente-
centra waarvan de kerkzaal een
onderdeel is. Veel aktiviteiten,
ook op het sociale vlak kunnen
dan tot ontplooiing komen.
Wanneer we de taken verdelen,
in persoonlijke verantwoording
aan Christus, is de toekomst
verzekerd."
Mejuffrouw C. v. d. S. tc S.
vraagt: Waar is de samenbin
ding, de éénmakende liefde? O
ja, we zijn wel lief tegen de hon
gerige neger. Je kunt geven uit
oogpunt van naastenliefde, ook
omdat je niet anders kén. Wie
ziet nog uit naar de toekomst
van Jezus, ik bedoel, wie ver
wacht Hem vandaag al? Hoe
vaak wordt er nog gepreekt
over het „klaar - zijn"? De bij
bel lezen, beste mensen, of je
leven ervan hangt, zonder Hei
delberg of Dordt tienmaal zo
veel lezen".
De heer G. L. te S. zegt:
„Dwaalgeesten trekken velen
van de rechte weg af, waardoor
de kerk steeds minder mensen
aantrekt. Door conflict tussen
belijdenis en wandel stoten
christenen velen af. Opspringen
van vreugde met Christus voor
ogen wordt steeds minder ge
vonden. Wie gelooft: „Dat deed
Hij voor mij", mag jubelen: „De
Heer is mijn Herder!" Toon
hierover vreugde door woord en
daad en ge aijt Gods medewer
ker voor de toekomtt."
Mejuffrouw E. O. tc B. ziel
als toekomst „veel samenwer
ken met andere kerken, waar
wij in het zuiden al fijn mee
bezig zijn. Mooi zijn de interker
kelijke diensten, je ziet nonnen
en geestelijken om je heen. Hoe
is het mogelijk vergeleken bij
vroeger! Overigens zie je overal
in de kerken teruggang. Heeft
de welvaart schuld? Wie voelt
zich afhankelijk met een volle
porteroonnaie?"
Ook mejuffrouw A. G. V. te
K. a/d IJ. ziet als toekomst dat
de kerken naar elkaar toe
groeien. Wat zou het groot zijn
als de kerk weer een stad op
een berg en een licht op de
kandelaar zou zijn. Beleef ik de
gemeenschap der heiligen niet?
Dan ligt dat niet aan de Kerk,
maar aan onszelf."
Mevrouw J. v. d. H.-de H. te
Den H. Toekomst? Je zou haast
zeggen nee. Als je hoort zingen,
„Want deze God is onze God",
dan vraag je je af wat bedoelen
ze met „onze"? Als je verneemt
dat mensen uit één gezin, maar
van verschillende kerkgenoot
schappen niet samen avond
maal mogen vieren. We moes
ten als grote mensen leren zin
gen: „Kind'ren van één Vader,
reikt elkaar de hand", en dan
niet denken aan zwart en bruin
(dat is ver genoeg weg en dus
gemakkelijk). Dan vallen on
zichtbare muren weg, wat een
gevoel van bevrijding geeft. De
verwondering komt: het is gro
ter, er is meer dan ik dacht! Zo
alleen heeft de kerk toekomst."
„Wij ouderen moeten ons aan
passen aan de grote veranderin
gen van de laatste tien jaar.
Voorbeeld: mavo - leerlinge
ging naar een dans- en platen-
avond; opbrengst bestemd voor
de Surinaamse zending. Zij ga
ven van hun lage zakgeld een
hoog entree, is dit zoveel min
der dan ons geld voor het „nik
kertje" van de zending dat
dankbaar met een hoofdknik be
dankte? We dachten 't toen ook
goed te doen!", aldus mevr. A.
te A.
Mejuffrouw C. K. te D. is te
gen vernieuwingen. „Er komen
steeds minder mensen, omdat
het niet meer in de eerste
plaats gaat om het Woord,
maar om andere dingen zoals
ritmisch zingen, nieuwe psalm
berijming en vertaling.
De heer D. D. te V. meent:
„De kerk staat verdrukking te
wachten. Wij denken wel eens
dat er veel christenen weg
gaan, dat dacht Elia ook. Als je
een goede kijk op de kerk wilt
hebben, dan moet je dat
hoofdstuk (1 Kon. 19) maar
eens lezen".
CHARLES DICKENS
DE LOTGEVALLEN VAN
NICOLAAS NICKLEBY
40
'Die reden is duidelijk.' - 'Laat dat mij nooit meer horen,' her
vatte Fanny. 'Nooit, begrijp je! Mathilda heeft haar gebreken, vele ge
breken, maar ik wens haar niets dan goed, en vooral wens ik haar spoedig
getrouwd te zien, want dat acht ik zeer wenselijk voor h^ar. Laat zij me
neer Browdie krijgen. Misschien spijt het mij, maar ik ben Mathilda
altijd genegen geweest, en ik hoop dat ze een goede vrouw voor hem zal
worden.'
Na deze ontboezeming ging Fanny naar bed.
Ze wist heel goed, dat alles wat het ellendige dienstmeisje gezegd had,
slechts leugenachtige vleierij was.
Toen er de andere dag aan de huisdeur werd geklopt, en men de mole
naarsdochter aandiende begaf Fanny zich naar de voorkamer met een
zielsgesteldheid, die verrukkelijk was om aan te zien.
'Wel, Fannyzei de molenaarsdochter. 'Je ziet, ik kom je een bezoek
brengen, al hebben we gisteren woorden gehad.' - 'Ik heb medelijden
met je gebreken, Tildaantwoordde Fanny. 'Maar ik draag je geen
kwaad hart toe. Ik ben boven zo iets verheven.' -.'Wees nu niet dwars,
Fanny,' hervatte Mathilda. 'Ik ben gekomen, om je iets te zeggen, waar
van ik weet datje het fijn zal vinden. Toen wij gisteravond hier vandaan
gingen, had ik met John vreselijke ruzie.' - 'Dat is niet leuk', zei Fanny,
hoewel ze een glimlach niet onderdrukken kon. - "Nadat wij lang hadden
gekibbeld en gezegd dat wij elkaar niet meer wilden zien,' vervolgde
Mathilda, 'legden wij het weer bij, en vanmorgen is John onze namen we
zen aantekenen, zodatze aanstaande zondag voor het eerst van de preek
stoel worden afgelezen. We gaan over drie wéken trouwen.'
In deze mededeling lag een mengsel van gal en honing. Het vooruitzicht
dat haar vriendin zo spoedig in het huwelijk zou treden was de gal; en de
zekerheid, dat ze geen ernstige bedoelingen ten oprichtevan Nicolaas had,
was de honing.
'Ik wil nog een paar woorden met je over meneer Nickleby spreken,' zei
Mathilda. 'Hij is niets voor mij,' viel Fanny haar met ontroering in de
rede. 'Ik veracht hem.' - 'Dat meen je niet,' hernam haar vriendin. 'Be
ken maar, Fanny! hou je niet veel van hem?'
Nu barstten beide partijen in een stroom van tranen los. En het eind«
was dat zij elkander in de armen vielen en eeuwige vriendschap zwoeren,
een aandoenlijke plechtigheid, die bij deze gelegenheid voor de tweeën-
vijftigste keer dat jaar plaats had.
Nadat de vrede volkomen hersteld was, volgde een gesprek over de kle
ding, die ter gelegenheid van Mathilda's huwëlijk nodig zou rijn. Fanny
bracht het gesprek op haar eigen garderobe en nadat zij de voornaamste
bestanddelen daarvan uitvoerig had opgeteld, leidde zij haar vriendin de
trap op naar haar kamer. Toen werd het tijd voor Mathilda om naar huis
te gaan en daar ze over de hele garderobe verrukt was, zei Fanny tevreden
dat zij haar vriendin een eind zou vergezellen. Zo gingen ze samen heen,
en onderweg vertelde Fanny van de voortreffelijke hoedanigheden van
haar vader en vcrtiendubbelde zij zijn inkomen.
Het toeval wilde dat dit juist voorviel in het uur, dat men schertsend de
etenstijd van de kwekelingen van de heer Squeers noemde, en het was de
tijd waarop Nicolaas gewend was een eenzame wandeling te maken en
over zijn treurig lot na te denken. Fanny wist dit, maar was het nu verge
ten; want toen rij Nicolaas zag aankomen, vertoonde zij verrassing en
ontsteltenis en verzekerde rij Iiaar vriendin dat zij door de grond zon
zinken.
'Zullen we omkeren of een boerderij binnengaan?' vroeg Mathilda. 'Hij
riet ons nog niet.' - "Nee Tilda l' antwoordde Fanny. 'Het is mijn plicht
te volharden.'
•Goedemorgen 1' zei Nicolaas, en liep met een buiging voorbij. -*Hij gaat
voorbij,' mompelde Fanny. 'Ik «tik, Hldal' - 'O, kom toch terug, n»
neer Nickleby 1' riep Mathilda, die de boosaardige wens koesterde te ho
ren wat Nicolaas zeggen zou.
(WORDT VERVOLGD)
Een kundig journalist en
radioman, charmant en met
veel flair, strijdbaar en zeer
energiek, beweegt zich al ja
ren in de publiciteitsgelede-
ren. Bijna iedere collega kent
kern. Hij is invalide. Nou en?
Bijna ook iedere collega had,
vooral na zijn indringende betogen
over de gehandicapten-pro
blematiek die hij een en ander
maal in het openbaar hield, al wel
eens een boekje met zi|n ontboe
zemingen en visie over dit
vraagstuk verwacht. Het kwam er
niet van. Kennelijk omdat zijn da-
flelijks werk hem zozeer In beslag
neemt.
Auteur Hans L. Koekoek is nu
documentator opgetreden. Dat
deed hij kundig. De „boodschap",
oorspronkelijk van conceptie, komt
er duidelijk en veelzeggend in
over. Voorbeeld: „De goeie inva
lide distantieert zich van zijn lot
genoten. Nee, zeggen de mensen
van de invalidenbonden. Zet al die
sukkels bij elkaar en laat ze een
ziek en verrot maatschappijtje vor
men. Wij, eenoglgen, zijn dan de
koningen.
Wat is er met de tien miljoen
indertijd gebeurd? Een groot dorp,
een groot ziek dorp Is er mee
gebouwd. De invalide die daar in
komt, blijft altijd een misbaksel.
Hij kijkt de hele dag tegen een
ander aan, die nog erger is en
weet niet beter. Hij komt er nooit
meer uit. Hij is voor altijd verloren.
Voor die tien miljoen hadden
veel beter een groot aantal sport
centra gebouwd ku-nnen worden,
waar de invalide goede lichame
lijke oefening kan krijgen. De
restanten van hun spieren moeten
ze opfokken tot een maxlmumpeil.
Het is goed om als |e uit een
revalidatiecentrum komt, op herha
ling te gaan.
Zou er nog geld van die tien
miljoen over zijn, dan zou ik maar
een commissie honoreren die al
onze sociale wetten eens goed op
de helling zet. Ik geloof dat je het
hele pakket uit Den Haag wel zo
In de Noordzee kunt gooien.
Nieuwe sociale wetten moeten
•r komen, die de invalide daad
werkelijk helpen. Bijstand in de
goede zin van het woord. Geen
onderhoud op rijkskoeten". Tot zo
ver het citaat.
Hoe men over deze en andere
visies denken moge, ze zullen op
zijn minst aan het denken zetten.
Hief spreekt Iemand vanuit de in-
validenbelevlngswereld-zelf, al Is
hij dan een aparte vogel. Een man,
die zijn zelfbewustzijn niet kapot
wil maken door het vele goedbe-
doele bemoederen.
Koekoeks boek „invalide, nou
en!" is rauw, te rauw naar onze
smaak. Men struikelt over de
schuttingwoorden, platte uitroepen
en vloeken. Waarom? Dat IS de
man, over wie het gaat, gewoon
niet. Een concessie aan „wat men
nu eenmaal wil?", of een techniek
om het nog maar wat provoceren-
der te brengen?
Beide overwegingen zijn verwer
pelijk en doen de zaak waar het
om gaat eerder kwaad dan goed.
Jammer, dat de lournallst-zegsman
niet zelf in de pen is geklommen.
(L. J. Veen's Uitgeversmij Amster
dam, 112 blz. ƒ7,50).
Vroeger waren eprookjes alleen voor de kinderkamer, maar nóg vroe
ger waren het grotemensenverhelen. Onze eeuw heeft dat weer ontdekt.
Het aardige Is echter dat ze ook voor de kinderen haast onovertrefbare
lectuur zijn gebleven, en dat ze zich zo uitnemend lenen om voor te lezen
en te vertellen.
Daarom mag Iedereen die iets van de sfeer van het sprookje met zijn
diepe symbolen en warme menselijkheid kan aanvoelen, wel blij zijn met
elke nieuwe verzameling. Met vreugde kondigen we dan ook aan:
Sprookjes van overal het reuzenboek met sprookjes uit alle landen,
verzameld en bewerkt door Margreet Bruijn, een uitgave van Van Goor
Zonen, 256 bladzijden en pfachtlg uitgevoerd met bijzonder goede teke
ningen van Jetty Krever.
Over de stijl en de vondsten van Margreet Bruijn niets dan lof:
50 sprookjes uit 25 landen, veel uit Scandinavië natuurlijk, maar ook uit
zuidelijke en oostelijke landen, van de Zigeuners, de Friezen en de Belgen.
Wanneer moeder 's morgens de kamer binnenkomt ziet ze haar dochter
tje, met de telefoon aan haar oor. aandachtig luisterend. De kleine is
twee turven hoog en maar nét in staat over de vensterbank naar buiten
te kijken. Daar staat ze dan, benen gestrekt, turend in de verte als een
volleerd telefoniste. Moeder hoort haar zeggen: „Ja Sinterklaas Nee
Sinterklaas." Vervolgens komt er een verhaal over wat ze van Sint weet
en verwacht.
Moeder ziet dit spelletje eens even aan, neemt dan de telefoon van
haar over en hoort aan de andere kant een donkere mannenstem geijkte
sinterklaasvragen stellen al9: „Wat krijg je nu wel" en „Ben Je altijd wel
lief?", enzovoort.
Tenslotte vraagt ze: „Maar wie bent u eigenlijk, en hoe komt u zo met
mijn dochtertje aan de praat?" De mannenstem antwoordt: „Mevrouw, u
spreekt met 44, de alarmcentrale van de Haagse politie. Wij werden door
uw dochter opgebeld en hadden meteen al in de gaten dat deze dame
nog niet zoveel lentes teldel"
Zonder branden, met nagel-
lak en inkten, kan men een aar
dige vorm van vrijetijdsbeste
ding vinden in het lakken van
metaal: De resultaten lijken op
emailleren, er komt echter geen
oventje aan te pas. Wel een gro
te dosis geduld en enige hand
vaardigheid.
Schaaltjes, bordjes, armban
den, bonbonschaaltjes, haar-
sierspelden, hangers, manchet
knopen, oorsieraden, knopen en
vele andere voorwerpen kun
nen op deze manier worden
versierd.
Hoe u met inkten, lakken, ko
perdraad, ringetjes en tangetjes
te werk gaat wordt uiteengezet
in een bijzonder aardig boekje
in de serie „Vaardige handen"
van Zomer Keunings „Lak
ken van Metaal" door Eleonore
Huni (30 blz., 3.75).
Het fijne is de voldoening
van iets moois maken met je
handen, dat nog verhoogd
wordt als het tot een origineel
geschenkje groeit.
Dit boekje komt mooi van
pas voor artistieke Sinterkla
zen, en is op tich al een aardig
presentje; niet duur en fraai uit
gevoerd met vele kleurenfoto's.
Op onze foto ziet u: een han
ger linksboven^ met begrensd*
vlakken en versiering met rin
getjes, daarnaast een dekseltje
dat versierd werd met ringe
tjes, in het midden een gewolkt
kleurvak. In de ringetjes is een
druppel gekleurde lak aange
bracht. De andere voorwerpjes
zijn mooie voorbeelden voor
het rangschikken van haakjes
en ringetjes tot een sierlijk mo
tief. Gereedschap: een aange
punt lucifershoutje!