GEVAAR BLIJFT LOKKEN
School zonder „zittenblijvers"
:r zijn nog steeds verstekelingen
ZATERDAG I NOVEMBER 1969
Een vrachtvervoerder op de luchthaven van New York kreeg
de schrik van zijn leven toen hij een krat hoorde vragen: „Hoe
laat is het? Wanneer vertrekken we?" De politie brak de kist
open en haalde er een opgevouwen jongeman uit. Michael Lu-
cien Schway (19) uit Philadelphia had als vrachtgoed naar
Australië willen reizen, maar de angst was hem vroegtijdig
de baas geworden. Schway vertelde de politie dat hij naar zijn
vroegere huis in Melbourne wilde reizen, maar er geen geld
voor had. Vrienden hadden hem in een kist gespijkerd en deze
als luchtvracht aangeboden. Ze moesten er 235 gulden voor
betalen. De verstekeling had in de kist bij zich: twee koffers,
een paar kussens, een kruik water, sandwiches, cake, een zak
lantaarn, sigaretten, pillen tegen luchtziekte en een paar num
mers van het tijdschrift Playboy.
Het zich in een kist verstoppen
om het als blinde passagier ver te
brengen is niet een uitvinding van
onze dagen. In de loop van het
jaar 1898 kwam men in een goe
derenloods van een van de Parijse
stations tot de verrassende ontdek
king dat in een kist, een levend
mens lag.
De man vertelde bedaard, dat nij
Hermann Zeitung heette en da
meskleermaker was in Warschau.
Hij had een reis van Wenen naar
Parijs op een niet alledaagse ma
nier willen maken en daarvoor vol
doende rantsoen brood, worst, wa
ter en wijn meegenomen. Op de
kist had hij met duidelijke letters
de waarschuwing aangebracht:
„Voorzichtig! Breekbare inhoud!"
Deze verstekeling werd wegens
ontduiking van het verschuldigde
reisgeld In hechtenis genomen.
Voor de rechtbank verklaarde de
man, dat hij noodgedwongen op
deze manier naar Parijs was geko
men. Hij had namelijk 'een uitvin
ding gedaan die hij in de Franse
hoofdstad produktief wilde maken,
maar hij had geen geld voor de
spoorkosten. Het blad „Le Petit
Journal" betaalde de boete voor
de avonturier en bracht een uit
voerig verhaal over de wederwaar
digheden van deze man.
Zeitung maakte school. In
verscheidene landen, niet alleen in
Europa, volgde men zijn voorbeeld,
vaak met succes. Soms ging het
om een weddenschap, soms ging
men „blind passagieren" voor re
clame.
De meest opzienbarende reis
werd in die dagen ondernomen
door een Mulat, samen met een
Spaans meisje. Een paar Parijse
fabrikanten, voor zaken in Barcelo
na, ontmoetten op een avond dat
tweetal aan de Promenade; ze za
ten op een bank wanhopig te snik
ken en te kermen. De heren spra
ken het zonderlinge stel aan, vroe
gen naar de oorzaak van hun ver
driet en hoorden dat zij het slacht
offer waren van een liefdestrage
die. Ze hielden zielsveel van el
kaar en wilden trouwen, maar de
ouders waren er tegen, daarom
waren ze van plan een eind aan
hun leven te maken.
De Parijzenaars waren onder de
indruk. Zij besloten het jonge paar
te helpen Met een Londense 'za
kenvriend, waarmee zij de volgen
de dag een conferentie hadden,
gingen de heren een weddenschap
aan van vijfduizend francs, dat de
jongelui veilig en wel, in een kist
verborgen, naar Parijs zouden ko
men.
Maar de blinde passagiers kwa
men niet verder dan Orléans; daar
werden ze ontdekt en gevangen
genomen. De fabrikanten kwamen
er niet ongemoeid af; de onge
paste grap kostte hen meer dan
de Inzet van de weddenschap.
Al beschouwde men het
in-kisten-reizen al spoedig als af
gezaagd en ouderwets, deson
danks trachtte een jongeman uit
Antwerpen nog eens een dergelijk
waarstuk te ondernemen. Hij legde
het niet verstandig aan. Hij liet
zich in een lange smalle kist pak
ken, waarin hij zich in zijn volle
lengte kon uitstrekken. Deze kist
droeg ook weer de Waarschuwing
„Niet kantelen".
Berlijn was de plaats van
bestemming. De reiziger strandde,
nog voordat hij de Belgisch-Duitse
grens had bereikt. Bij het overla
den hadden Spoorwegbeambten de
kist op een der smalle kanten ge
zet en wel zo, dat de blinde pas
sagier op zijn hoofd kwam te
staan.
Nog geen vijf minuten had hij
het uitgehouden in die onnatuur
lijke houding, of hij begon van be
nauwdheid te schreeuwen. Toen
men de kist had geopend, was de
man bewusteloos. Hi| werd voor
een verkapt anarchist gehoude-n en
in hechtenis gesteld. Veertien da
gen later liet men hem vrij: hij
wam er met een flinke boete af.
In diezelfde tijd gebeurde het
nog al eens, dat op boten die
voeren tussen San Francisco en
Oostelijk-Azië, verstekelingen de
tocht meemaakten. Vooral Chi
nezen probeerden het graag, op
die manier van het ene werelddeel
naar het andere te komen. Ge
woonlijk waren het personen, die
in Amerika geld hadden over
gespaard en die naar hun eigen
land terug wilden, maar de over
tocht te kostbaar vonden
Als deze lieden ontdekt werden
stonden zij vaak aan allerlei on
aangename plagerijen bloot.. Soms
werden ze met hun vlechten vast
gebonden en wel zo. dat ze op de
punten van hun tenen moesten
staan. Meer dan eens zijn Chine
zen als blinde passagiers in hun
door
J. H. Kruizinga
schuilplaatsen doodgehongerd. Dat
kon voorkomen, als door slecht
weer de boot grote vertraging on
dervond.
Het spreekt vanzelf, dat ook de
trein menigeen op de gedachte
bracht een gratis reis te maken.
Ondanks vrij strenge controle van
het spoorwegpersoneel, lukte het
velen.
Men verborg zich op de onmo
gelijkste plekjes, vaak met le
vensgevaar. Zo wist een Deens
arbeider het drie en vijftig uur uit
te houden tussen de as en een
van de veren van een slaapwagen
van de Oriënt-express, die hem
van Constantinopel naar Berlijn
bracht.
De waaghals kwam zonder .etse'
in de Duitse hoofdstad, waar hij
met veel branie vertelde, op welke
voordelige manier hit gewend was
te reizen. Als kwajongen van tien
iaar, verzekerde hij, had hij als
verstekeling op een locomotief be
zoekjes gebracht aan Bosnië. Ser
vië en Ti.irküe.
Parijs had hij op dezelfde ma
nier gezien; van daar was hl| naar
Le Havre gereisd, om tenslotte,
nog steeds als blinde passagier,
op een boot de Oceaan over te
steken en een kifcje te nemen in
New York.
In sommige streken van Amerika
bestond en bestaat nog een cate-
qorie van blinde passaaiers. die
oogluikend worden geduld op de
treinen. Dat zijn de „tramps", de
veldarbeiders, die gedurende de
wintermaanden in de grote stad
wonen en 's zomers op het land
werken, waar ze wat verdienen bij
het oogsten.
Deze „tramps" rijden honderden
mijlen mee, zonder dat ze iets be
talen; op bepaalde plaatsen, waar
de treinen met weinig vaart moe
ten rijden, springen ze er af, zon
der dat het personeel het hun be
let.
Een van de moderne manieren
van „blind passagieren" de
monstreerde de Zeppelinreiziger,
de man die van Friedrichshaven
naar Zuid-Frankrijk een tochtje per
luchtschip over de Alpen maakte.
In Toulon smokkelde hij zichzelf in
een trein, die hem naar Bordighie-
ra bracht. Vandaar passagierde hij
de volgende dag blind naar Genua,
kroop er in een vrachtboot naar
Southampton reisde per trein naar
Londen en kon toen vertellen dat
de overtocht hem niets meer had
gekost, dan wat kleingeld aan
scheepsbeschuit en limonade.
DOOR J. MUNK
■#- Dictee via bandrecorder
Er wordt de laatste tijd gelukkig zeer
veel geageerd tegen de klassikale
school en het „zitten blijven". In alle
toonaarden kan men horen en lezen wat
er aan ons onderwijs niet deugt. Als be
langrijk argument tegen het zittenblij
ven wordt aangevoerd, dat het zoveel
geld kost. Dit lijkt mij echter de zwakste
tegenwerping. Wat alleen belangrijk is,
is het geluk van het kind. En uit ver
scheidene onderzoeken is gebleken, dat
het geluk van de leerling allerminst is
gediend met hem te laten blijven zitten.
Het vreemde van de zaak is echter,
dat zelden of nooit in publicaties gewag
wordt gemaakt van het feit, dat er in
ons land enkele scholen zijn, die al ja
ren werken zonder klassen en dus zon
der „zitten blijven".
Voor de hand zou het liggen dat er
aandacht wordt geschonken aan de er
varingen op deze scholen opgedaan, zo
dat anderen daarmee hun voordeel kun
nen doen. Tevens slaat het voorbeeld
van deze scholen argumenten uit de
handen van degenen, die deze ontwik
keling in het onderwijs niet kunnen of
willen volgen Men voert bijvoorbeeld
vaak aan dat deze onderwijsvorm niet
zou aansluiten op het vervolgonderwijs.
Ervaringen met onze niet-klassikale
school bewijzen het tegendeel.
Vier jaar geleden zijn wij op
onze drie-mansschool begonnen
met de omschakeling naar een
niet klassikale- of liever een
flexibele school, nadat wij eerst
de ouiders volledig op de hoogte
hadden gebracht. Wij kwamen
tot deze ingrijpende verande
ring, omdat we het niet langer
konden aanzien, dat het kind
als individu geweld werd aan
gedaan.
Ons uitgangspunt is: ieder
kind is uniek. Ons opvoedings-
doel zij: de specifieke gaven
van ieder kind te ontwikkelen,
opdat het deze in dienst zal stel
len van de gemeenschap; ter
ere van God.
Uitgaande van dit standpunt
konden wij niet anders dan
gaan individualiseren. Hiervoor
is echter een geheel andere
schoolorganisatie noodzakelijk.
Deze organisatie is thans als
volgt: wij beginnen met een ba
sisgroep, die te vergelijken is
met een speelleerklas met dien
verstande, dat de meeste leerlin
gen ongeveer twee jaar in deze
groep verblijven.
Boven de basisgroep staan
twee stamgroepen, die beide
leerlingen herbergen van on
geveer acht tot twaalf jaar.
Voor de plaatsing in een van
deze groepen wordt uitsluitend
rekening gehouden met het ka
rakter van het kind en dat van
de leerkracht bij wie het in de
groep komt.
De overgang van de basis
groep naar een der stamgroe
pen is elk gewenst moment mo
gelijk. Als het kind vergenoeg
is, treedt het de stamgroep bin
nen. Binnen deze stamgroep
vormt de leerkracht weer nieu
we groepjes met kinderen van
verschillende leeftijd! In de
maatschappij werken immers
nooit uitsluitend mensen van
dezelfde leeftijd samen.
Tegenover de sterke indivi
dualisatie staat dan ook het
werken in deze groepjes en het
elkaar helpen.
Het onderwijs wordt op drie
manieren gegeven, te weten:
in een cursusvorm aan leerlin
gen, die op hetzelfde niveau
staan, dus niet van dezelfde
leeftijd;
individueel, waarbij elk kind
bij zijn specifieke moeilijkhe
den wordt geholpen;
door middel van groepsop-
drachten en groepenwerk. De
leerlingen moeten trachten be
paalde moeilijkheden samen op
te lossen.
Hoofdzaak blijft echter, dat
het kind naar eigen aanleg en
tempo kan werken. Om aan de
ze voorwaarde te voldoen
moest veel lesmateriaal zelf
worden vervaardigd.
Het is uiteraard zeer belang
rijk, dat het kind plezier heeft
in zijn werk. Om dit te verwe
zenlijken werden keuze-uren in
gevoerd. Ook werd er een einde
gemaakt aan de strenge vakken-
scheiding tussen aardrijkskun
de. geschiedenis en kennis der
natuur. Het is nu mogelijk dat
de leerling uit het aangeboden
materiaal een keuze maakl
overeenkomstig zijn belangstel
lingssfeer.
Bij het samenstellen van les
materiaal wordt vooral ook uit
gegaan van de actualiteit. De
krant neemt vanzelfsprekend
een grote plaats in.
Het zijn dikwijls de leerlin
gen zelf, die met onderwerpen
komen aandragen. Zo is een
werkstuk gemaakt over de
werkloosheid in de Achterhoek.
De leerlingen vonden het nodig,
ook een exemplaar te sturen
naar de minister van sociale za
ken. En ze kregen antwoord te
rug ook, van de minister!
Het laat zich verstaan, dat de
creativiteit veel aandacht
krijgt. Voor schilderen, teke
nen, handenarbeid, toneelspel.
zang en ritmiek Is in verhou
ding tot andere basisscholen
veel plaats in geruimd.
Bij dit alles is het echter ook
noodzakelijk, dat het kind zich
door middel van zijn spraak
leert uiten. Dit gebeurt in een
kring. De leerlingen van een
stamgroep zitten in een grote
kring. De leerlingen van een
allerlei onderwerpen aan te snij
den. of iets voor te lezen. Som
mige leerlingen houden een le
zing over een bepaald onder
werp. Anderen mogen vragen
stellen en kritiek leveren op
het gebodene. Opbouwende kri
tiek!
Zelfs in de basisgroep wordt
op deze wijze gewerkt U zou
eens moeten kunnen horen wat
deze kinderen allemaal te ver
tellen hebben.
Normaal blijft een kind on
geveer vier jaar in een
stamgroep, maar er wordt nim
mer gesproken van „overgang",
omdat het kind steeds verder
gaat in zijn eigen tempo en
naar eigen aanleg.
Wat is nu het vreemde? Het
komt zelden voor dat een kind
langer dan zes jaar over de la-
Schrijver van nevenstaand
irtikei is de heer J. Munk (34),
hoofd van de niet-klassikale
Chr. Nationale School in
Westendorp (Gld.). Al heel
gauw in zijn onderwijsloopbaan
kon hij zich niet verenigen met
het traditionele systeem. Na les
te hebben gegeven aan een la;
gere school en aan een
Amsterdamse mulo In welke
periode hij ook aan de VU stu
deerde en de akte middelbaar
pedagogiek A behaalde
kwam hij in 1965 aan het hoofd
te staan van zi|n flexibele
school, waarover het hier gaat
Uit binnen- en buitenland trekt
de school belanstellino
gere school doet, ook niet die
kinderen, die aanvankelijk een
wat langzame start hadden.
Doet een kind er langer over,
dan blijkt het over het al
gemeen eeen wat laat rijp kind
te zijn.
De lesstof is door ons zo ge
rangschikt, dat ieder niet-
blo-kind de lessen kan volgen.
Omdat ieder kind op eigen
niveau werkt en zich als het
ware alleen met zichzelf meet,
kan men niet meer spreken van
voldoende of onvoldoende. Het
enige waarin het kind onvol
doende kan zijn, is dat het niet
zijn best doet. En een kind doet
zijn best, als hij het werk aan
kan!
Wij. willen met onze werkwij-
Het winkeltje in de basisgroep, waar dc kinderen met geld leren
omgaan
Samen doen, elkaar helpen, dat
praktijk wordt gebracht
is een regel die voortdurend in
Een van de kinderen „geeft les" aan leerlingen van hetzelfde taal
niveau
ze de kinderen verantwoorde
lijkheidsgevoel bijbrengen,
vandaar dat zij ook zorg dragen
voor het schoolgebouw. De leer
lingen houden dit zelf schoon,
op het hele zware werk na.
Ook de dieren, die bij de school
horen, moeten door de leerlin
gen mede worden verzorgd.
Maar daar blijft het niet bij.
Zij hebben een eigen school-
krantredaktie en eigen commis
sies, die de feesten organiseren.
Ook de weekopening en -slui
ting worden door de leerlingen
zelf verzorgd. En elke dag gaat
een van de kinderen voor in
gebed.
Ons hele onderwijs is er op
gericht dat de kinderen doen,
aktief zijn, onderzoeken en vra
gen De leerkrachten zijn de lei
ders, die bijsturen, waar het
mis gaat.
Het spreekt bijna vanzelf, dat
wij bij onze onderwijsvorm ge
bruik maken van wat de mo
derne techniek ons biedt Band
recorders, typemachines, fotoap
paratuur enz. worden dagelijks
door de leerlingen zelf ge
bruikt. De kinderen trekken er
op uit om reportages en inter
views te maken.
Het zal u niet vreemd voorko
men, dat wij geen cijfers geven
op onze school, maar dat wij op
een totaal afwijkende manier
de ouders informeren omtrent
de vorderingen van hun kinde
ren.
Het is onmogelijk in één artikel
alles wat wij doen. te belichten.
Wel mag worden vermeld, dat
wij zonder enige steun dan al
leen van de Rijksinspecteur,
aan dit werk zijn begonnen. Ge-
ukkig heeft het Chr. Pedago
gisch Studiecentrum, zij het na
lange aarzeling, per één januari
van dit jaar een speciale consu
lent ten behoeve van niet-klas
sikale scholen benoemd. Hope
lijk niet tevergeefs!