lommen tegen heidenen
Werkende jeugd vergeten
groep in de politiek
Lars Persson: Missie en zending werken met gewéld "N Twee dagen verplicht onderwijs
■fr Zwartboek: vormingswerk is leugen
Hulp indianen
Kamerleden:
Grieks bewind
onder druk
Prins naar Japan
„RUIM TWEE JAAR IN VERWACHTING"
Ontroerde echtparen
begroeten Koreaantjes
Dodelijk schot
bij stoeipartij
Frankrijk wil
praten over
Nabije Oosten'
13
DONDERDAG 30 OKTOBER 1969
l LARS PERSSONteleurgesteld Nederland verlaten
(Foto Herbert Behrens)
DEN HAAG
l In de zeventiende eeuw wilde een negervorst geen slaven
i vangen voor de Oost-Indische compagnie. Toen twee predikanten
f hem op het onvoegzame van zijn gedrag wezen, antwoordde de
brutale hejden: .„dat menschen Je vercoopen niet alleen seer
schandelyck voor de werelt, maar ook grote sonde voor hare
goden gerekent wierde."
In de tweede helft van onze twintigste eeuw worden nog steeds
„heidenen verkocht", zonodig met behulp van zending en missie.
Sommige missionarissen lijken volgens persberichten te
evangeliseren onder het motto: christen worden óf bombardemen
ten met napalm.
De Zweedse antropoloog Lars Persson zegt: „In Zuid-Amerika
wordt een zogenaamde „integratiepolitiek" gevoerd, die voor de
Indianenstammen totale uitroeiing betekent. Het is genocide,
volkerenmoord, hetzelfde wat de joden is overkomen."
De 35-jarige Zweed, die het
met een mengeling van ironie en
verbittering heeft over de
„missie tegen Equador', kwam
vorige week vrijdag in Neder
land aan. Als gast van de Neder
landse afdeling van „Amnesty
International"de vereniging die
overal ter wereld opkomt voor de
rechten van groepen of personen
vervolgd of gehinderd op grond
van ras, taal of politieke en reli
gieuze overtuiging.
Gedurende de bijna vijf dagen
dat Lars Persson in Nederland
was, probeerde hij verontrusting
op te roepen over het lot van de
indianen in Zuid-Amerika en
andere werelddelen. Hij sprak
voor en met politici, studenten,
enkele collega-antropologen en
de werkgroep Sjaloom. Ver
der had hij een gesprek met
Kamerleden, onder wie de heren
Nederhorst, Van der Stoel en
senator prof. Van Hulst.
Teleurstelling
vertrok hij naar Ko
penhagen om daar te spreken met
vertegenwoordigers van het ministe
rie van buitenlandse zaken en we
tenschapsmensen. Hij heeft wat te
leurgesteld Nederland verlaten.
Na zijn gesprek met de Kamerle
den die wel interesse hadden ge
toond vertelt hij me: „Ik ben niet
helemaal tevreden over de reacties
hier, hoewel de studenten zich heb
ben ingezet, en het contact met de
politici ook bevredigend was. Maar
het is jammer dat de antropologen
in Nederland in tegenstelling tot
die uit Frankrijk, Engeland,
Duitsland en de Scandinavische lan
den zo weinig belangstelling heb
ben laten blijken.
Ik heb wel contact gehad met en
kele collega's, maar het was niet
meer dan een handvol." Waarom dat
zo is? Lars Persson veronderstelt dat
zijn Nederlandse collega's een zekere
vrees hebben zich met zijn activitei
ten in te laten, omdat dat van in
vloed zou kunnen zijn op faciliteiten
nodig voor wetenschappelijk onder
zoek. „Maar", zegt hij, „ik spreek
niet namens een randgroepering van
radicalen, maar namens 300 anthro-
pologen in 28 landen, met 60 actieve
leden en 1000 supporters."
De heer Persson is al anderhalf
jaar bezig met pogingen de openbare
mening te mobiliseren voor de strijd
tegen „de culturele vernietiging en
de fysieke uitroeiing van inheemse
Huib Goudriaan
bevolkingsgroepen over de gehele
wereld.
Werkgroep
In 1968 kwam door resoluties van
het „Congres International des
Américanistes" en het „International
Congres of Anthropological and Eth
nological Sciences" een werkgroep
tot stand, die het probleem van de
vernietiging van de culturen van de
Indianen wil te lijf gaan. De naam
van de werkgroep, bestaande uit be
oefenaren van de sociale wetenschap
pen uit een groot aantal landen, is
„International Woricgroup for Indige-
ous Affairs."
Doel van de groep de heer Pers
son heeft daar in Nederland ook voor
gewerkt is er bij politici op aan te
dringen via bestaande internationale
organisaties een oplossing te zoeken.
„Er zou een adviesraad van antro
pologen in de Commissie voor de
rechten van de mens bij de VN moe
ten komen. Zo'n adviesraad dient in
formatie en adviezen te geven over
deze zaak", aldus Lars Persson.
Hij vindt mèt de werkgroep dat de
indianen de normale burgerrechten
dienen te krijgen, die ze nog steeds
niet hebben. Ook moeten missie en
zending alleen kunnen optreden als
toestemming van de betrokken stam
men is verkregen. „Ons doel is niet
onszelf te dienen, maar voor de over
leveringskansen van deze mensen te
werken".
Is er al contact geweest met zen
ding en missie? „Ja, sommige missies
en zendingsposten waarderen ons
werk, andere weer niet. Het pro
testantse „Summer Institute of Lin
guistics" treedt ons nogal agressief
tegemoet".
Persson hij maakt de indruk een
nuchtere wetenschapsman te zijn
studeerde in Zweden, Canada en
Zuid-Amerika. Hij werkte onder an
dere drie jaar in Columbia. Hier
kwam hij in aanraking met de prak
tijken, .die hij nu zo fel kritiseert.
Hij woonde in 1963 te midden van
een indianenstam, de Yuko's in Sier
ra de Perija. „Het was een van de
gezondste stammen, die landbouw
producten exporteerde, een eigen li
teratuur en godsdienst (had, en uit
zonderlijk gastvrij was.
Er waren daar twee rooms-katho-
liefke missieposten: ze hebben de
mensen verboden hun traditionele
kleding te dragen, ze gedwongen voor
de kolonisten te werken; hun kinde
ren op de scholen geïndoctrineerd,
met westerse opvattingen opdat ze
hun eigen cultuur zouden verliezen,
en dit alles op een gewelddadige ma
nier.
Er werden zo'n vijftig indianen ge
dood. Het land werd onteigend en
door de rooms-katholieke kerk over
genomen. De missionarissen behoor
den tot de orde van de Capucijners.
Het was natuurlijk niet de opzet de
indianen te doden, maar ze wilden ze
civiliseren, maar het resultaat was
hetzelfde als in geval van een ge
welddadige verovering.
Het is ook zo grotesk dat deze
mensen wezenlijk toch niet
van ons verschillend werkter
rein van de missie worden, zonder
dat ze daarin worden gekend. En dit
terwijl ze niet worden erkend als
staatsburger, noch lid van een kerk
zijn".
Lars Persson maakte het in het
zuiden van Venezuela mee dat het
volk van de Saleciano missionarissen
uit zijn gebied verwijderde. Hierop
riep de missie de hulp in van de
Venezuelaanse regering; deze weiger
de zich erin te mengen. Toen werd
een beroep gedaan op de Braziliaanse
regering, die wel iets deed: er wer
den vliegtuigen gestuurd om te bom
barderen.
Vliegtuigen ingezet
Persson hoorde ook in Canada van
een Braziliaanse majoor van de
luchtmacht, Geroledo Guimoraes, dat
de twaalf De Havilland-vliegtuigen
die hij aan het kopen was voor „india-
nenbestrijding" zouden worden ge
bruikt.
Volgens Persson gebeurt het dat
vliegtuigen worden ingezet (en is het
gebeurd) om indiaanse dorpen te
bombarderen zonder dat de regering
er iets van weet. „Tot 1968 zijn er
ernstige vormen van wreedheid in
Brazilië geconstateerd, maar nu er
gebrek aan informatie is hierover
hoeft dat niet te betekenen dat er
geen wreedheden meer gebeuren.
De Braziliaanse regering meent
overigens dat de „integratie-politiek"
de oplossing is. Maar als je deze poli
tiek van met geweld opleggen van
westerse maatstaven aan en kolonise
ren van stammen met een schitteren
de cultuur, goedkeurt moet je ook de
Duitse invasie van 1940 in Nederland
verdedigen".
Persson heeft tussen de indianen
geleefd, en heel goed met ze kunnen'
omgaan. Hij gelooft ook dat missio
narissen en zendelingen, mits ze niet
als machthebbers komen, hun werk
kunnen doen. „Maar we moeten ons
ook tegenover de indianen conforme
ren aan de universele verklaring van
de rechten van de mens".
Het opdringen van de westerse
maatschappij vorm, de „coca-colacul
tuur", zonder een andere cultuur er
naast te dulden, heeft als uiterste
consequentie: uitroeiing. Zuidameri-
kaanse ondernemers kunnen bij
voorbeeld grond kopen als ze kunnen
aantonen dat er geen indianen wo
nen. Dit werkt het verdrijven en het
uitmoorden van indianen in de hand.
En natuurlijk is ontginning een deel
van de politiek van de Zuidameri-
kaanse landen.
Wordt de missie dus gebruikt om
de regeringspolitiek te dienen? „Nee,
Lezers, die de pas opgerichte
„Vereniging Indiaanse bescha
ving" en 'Amnesty International'
willen steunen in het recht
verschaffen aan de indianen, kun
nen dat doen door geld te storten
op giro 489237 t.n.v. Penningmees
ter Amnesty International Rotter
dam met als verwijzing „Voor
Indianen".
De gastheren van Lars Persson
komen enkele honderden guldens
te kort, omdat hun initiatief on
voldoende weerklank vond.
de rooms-katholieke kerk is meestal
de grootste grondbezitter."
Weinig hoop
De Zweedse antropoloog is niet
van oordeel dat de indianen helemaal
aan hun lot moeten worden overgela
ten. Hij is voor culturele uitwisseling
en eventuele hulp aan de indianen.
Maar de westerling moet zich niet zo
opdringen dat de indiaan een ont
wortelde wordt, die vervreemdt van
de eigen cultuur zonder de westerse
te kunnen aanvaarden.
Het probleem van de „integra
tie-politiek" is overigens niet typisch
Zuidamerikaans. Slachtoffers ervan
zijn ook de bewoners van eilanden in
de Grote Oceaan, Nieuw-Guinea,
Noord-Australië, gebieden in Cen-
traal-Afrika, Iran, Irak en Siberië.
„En we moeten hiertegen in
actie komen. Het is een kwestie
van praktische erecode. Als we
dit toestaan kunnen we ons af-
(Van onze onderwysredacteur)
AMSTERDAM De werkende jeugd is een vergeten groep, al
thans wanneer het om haar behoeften gaat. Niet waar het haar nut
betreft, want zij levert goedkope werkkrachten, vooral meisjes. En
ze vormt ook een grote groep consumenten. Met deze kritische op
merkingen opent een „Zwartboek Werkende Jeugd", samengesteld
door een werkgroep van studenten en werkende jongeren. De uit
gave vloeit voort uit het streven een solidariteit tussen arbeiders en
studenten tot stand te brengen.
Werkende jongeren verdienen wei
nig, krijgen een geringe opleiding,
hebben niets te vertellen op hun
werk, wonen meestal nog bij hun ou
ders thuis, hebben zich ook daar
maar aan te passen, krijgen als ze uit
huis willen, nog meer dan anderen
met de woningnood te maken, krij
gen nooit uit- of afstel van militaire
dienst en hebben van de kant van de
politici de geringste aandacht. Over
de problematiek van studenten en
scholieren is voldoende bekend ook
dank zij hun eigen activiteit. De wer
kende jeugd viel tot voor kort buiten
de aandacht van journalisten, soci
aal-wetenschappers, kunstenaars en
beleidsvormers, aldus het Zwartboek.
Het ,boek' schetst de bekende on
derwijsproblematiek van arbei
derekinderen en merkt daarbij op:
het kind is niet schoolzwak, maar de
school is kindzwak. Gevraagd wordt
om verlaging van de leerplichtige
leeftijd tot bijvoorbeeld 3 of 4 jaar.
In buurten met een overwegende ar
beidersbevolking zouden crèches en
peuterscholen moeten worden opge
richt. Kleuter- en basisscholen zou
den na schooltijd en in de vakanties
open moeten staan voor vrije expres-
DEN HAAG Twcede-Kamerle-
den uit zeven fracties hebben de mi
nister van buitenlandse zaken erop
gewezen, dat de steeds meer veront
rustende gang van zaken in Grieken
land het noodzakelijk maakt dat de
Navo-landen, met name de Verenigde
Staten, snel besluiten tot een geza
menlijk handelen teneinde de terug
keer naar democratische verhoudin
gen in Griekenland te bevorderen.
Gevraagd wordt of de regering be
reid is, zo mogelijk samen met rege
ringen van gelijkgezinde landen, een
dringend beroep op de Verenigde
Staten te doen om een actieve en
leidende rol te spelen bij een geza
menlijk handelen, zoals in de resolu
tie van de Navo-assemblee op 20 ok
tober jl. werd aangenomen.
DEN HAAG Prins Bernhard ls
van plan om op uitnodiging van de
Japanse regering in 1970 de wereld
tentoonstelling in Osaka te bezoeken.
De Prins heeft zich bereid verklaard
om op de Nederlandse dag, 1 april
1970, het Nederlandse paviljoen te
openen.
vragen welke volgende groep aan
de beurt zal komen. Als we hier
niet tegen ageren kunnen we ook
niet ageren tegen het groeiend
imperialisme van het Oosten en
het Westen; tegen het optreden
van de Amerikanen in Vietnam
en dat van de Chinezen in Tibet."
Heeft hij enige hoop dat de
werkgroep succes zal hebben?
Antwoord: „Niet veel".
SCHIPHOL „Normaal ben je ne
gen maanden in verwachting; nu ben
ik ruim twee jaar in verwachting ge
weest" Dit zei een van de negen
vrouwen, die met hun echtgenoten
gistermiddag op Schiphol de komst
afwachtten van tien Koreaanse kin
dertjes. Deze echtparen hebben de
kleintjes geadopteerd. Ze hadden
twee jaar op dit moment gewacht.
De spanning die aan dit gebeuren
voorafging ontlaadde zich in nauwe
lijks bedwongen ontroering. Maandag
waren de kinderen vanaf Seoul naar
Vancouver gevlogen, vanwaar ze
dinsdagmiddag naar Schiphol zouden
vertrekken. Door moterstoring liep
het vliegtuig echter acht .uur vertra
ging op, waardoor de wachtende
echtparen eerst gistermiddag om half
vijf hun beschermelingen konden be
groeten.
Er zijn ettelijke instanties die aan
dit onderbrengen van „onechte" Ko
reaanse kinderen (de vaders zijn
Amerikaanse militairen) bij nieuwe
ouders in het buitenland meewerken,
zoals de Nederlandse stichting voor
interlandelijke adoptie, de afdeling
Nederland van de international social
service en de Korea social service te
Seoul, die in Korea de overtocht van
de kinderen naar Nederland voorbe
reidt.
Men kan zich afvragen welke
noodzaak er is om deze kinderen, al
zijn zij dan zoals de wettelijke term
luidt „onecht", van hun natuurlijke
moeders te scheiden. Op Schiphol
deelden de organisatoren mee, dat
hiermee zegenrijk werk wordt ver
richt, omdat de Koreaanse meisjes
die na een verhouding door Ameri
kaanse militairen in de steek worden
gelaten, zelf geen enkele kans hebben
hun kinderen behoorlijk op te voe
den.
„De meeste van die ongehuwde
moeders worden door de bevolking
met de nek aangekeken. In verreweg
de meeste gevallen krijgen ze ook
geen geld meer van deze militairen.
Er blijft deze ongehuwde moeders
vrijwel geen andere weg open, dan
door prostitutie in hun onderhoud en
dat van de baby te voorzien. De kin
deren zelf zouden het later ook niet
gemakkelijk hebben, omdat zij aan
de rondere vorm van de ogen eeuwig
herkend worden als nakomelingen
van Amerikanen."
De familie Planteydt-Witmans uit
Middelburg, die zelf al vier kinderen
heeft, heeft twee Koreaantjes gead
opteerd, de zusjes Linda en Donna
Kim, resp. vijf en drie jaar oud. De
overige adoptieouders wonen in Pur-
merend, Arnhem, Zwolle, Eemnes,
Borne, Maarssen, Zuid-Laren en Al
melo.
sie, gymnastiek enz. De basisschool
dient een cultuurcentrum van de
buurt te worden.
Middenschool
Zich aansluitend bij een pleidooi
van (o.a.) het NW spreekt het
Zwartboek zich uit voor een „mid
denschool" voor iedereen; de be
roepskeuze vindt dan plaats na het
15e jaar. De Mammoetwet biedt te
weinig overstapmogelijkheden in het
voortgezet onderwijs. Een tussen
tijdse oplossing wordt gegeven als de
werkende jeugd twee dagen per
week verplicht onderwijs krijgt. Die
vorming moet afgestemd worden en
tot stand komen in samenwerking
met de werkende jongeren zelf. Alle
gelegenheid en gemakken tot verdere
ontwikkeling dienen gratis gegeven
te worden. Men pleit verder voor een
meer democratische inrichting van
het onderwijs.
Het onderwijs volgens het leerlin
genstelsel en de bedrijfsopleidingen
moet gegeven worden op school of
onder leiding van de school. Alle
avondonderwijs dient omgezet te
worden in dagonderwijs. Schriftelijk
onderwijs moet voor zover het com
mercieel is opgezet verdwijnen.
Het Zwartboek spreekt zich ook
erg kritisch uit over het bestaande
vormingswerk; men noemt dit een
leugen. Het vormingswerk leert de
werkende jeugd zich tevreden te stel
len met haar situatie. Het leidt de
levensdrift van de jongeren in banen
en leert hun één ding: zich aanpassen.
Meisjes, toch al benadeeld in de on-
derwijsafvalrace, krijgen niet dezelf
de vorming als jongens omdat de
instituten vaak niet gemengd zijn.
Rijp maken
Het gaat ook niet om algemene
vorming, maar om het rijp maken
van jongeren voor verschillende posi
ties in de maatschappij. Voor meisjes
geldt dat ze over het algemeen ande
re, namelijk mindere posities zullen
innemen. Dat er vormingsinstituten
bestaan, is plezierig vooral voor de
werkgever. Hij kan de ouders en de
jongeren zelf laten geloven dat ze bij
hem kunnen leren en geld verdienen
tegelijk. De vormingscursus houdt de
jongeren van school, aldus de kritiek.
Overigens kritiseert het Zwartboek
toch ook het feit dat de overheid
haar eigen jeugdige ambtenaren weg
houdt van de vormingscursussen. Ter
illustratie hiervan is een brief van
staatssecretaris Grapperhaus (Finan-
Blies hij zomaar een nummertje
weg of was nu werkelijk de
verjonging van de militaire
muziek een feit? Maar ergernis
verwekte hij toch wel, want zijn
muzikale progressiviteit paste
niet geheel in het kader van het
plechtstatig ceremonieel tijdens
de rondrit van de Engelse
koningin na de opening van het
parlement, en misschien was
zijn nummer niet goedgekeurd
door de directeur van de mili
taire muziekkorpsen
Staatssecretaris Grapperhaus
ciën) afgedrukt, die gericht was aan
een vormingsinstituut. In die brief
wordt meegedeeld dat jongens en
meisjes die bij de belastingdienst
werken, niet mogen deelnemen aan
het vormingswerk. Commentaar in
het Zwartboek: Zijne Excellentie
heeft niet het flauwste benul van
wat het vormingswerk wil en wat
jongeren nodig hebben.
De uitgave van het Zwartboek
(prijs 1,35) is gesteund door de Ka
tholieke Werkende Jongeren, de Ne
derlandse Studentenraad, de
NVV-jongerenraad, Socialistische
Jeugd en de Werkgroep Geus.
DEN HAAG Bij een stoeipartij
tussen twee soldaten van een Neder
lands bewakingssquadron in
Bramsche (Did.) is de 21-jarige dienst
plichtig soldaat P. van Moorsel uit
Tilburg dodelijk getroffen door een
schot uit een pistoolmitrailleur. Het
ongeval gebeurde bij het aflossen
van de wacht op het luchtmacht-
onderdeel van de eerste groep geleide
wapens in VÖrden, kring Münster.
Soldaat Van Moorsel werd in de
buik getroffen door een van de twee
schoten uit de mitrailleur, die door
het stoeien werden gelost Hij over
leed in een ziekenhuis. De mare
chaussee stelt een onderzoek in.
In de Bondsrepubliek wordt, an
ders dan sinds enige tijd in Neder
land, wacht gelopen met geladen wa
pens als gevolg van overvallen en
wapendiefstallen.
PARIJS Frankrijk wil opnieuw
gaan praten met de Sowjetunie, En
geland en de Verenigde Staten over
het conflict in het Nabije-Oosten.
In een regeringsverklaring wordt
gezegd, dat het nu meer dan ooit
gewenst is om zo snel mogelijk tot
een blijvende en billijke regeling van
het conflict tussen Israël en de Ara
bische landen te komen, omdat dit
geschil de grondslag vormt voor de
crisis in Libanon.