Onze „Sahara" heet Lauwersze haak Als de eiken kleuren PUZZEL VAK DE WEEK door Ton Hulst Portretfotografie is niet dood Rode draad (1) Van alles wat t& ■la a ZATERDAG 25 OKTOBER 1959 Hor.t 1. bagger, 4. plaats in N.H., 8. jachthond, 12. aardsoort, 13. soort sleutel, 14. plaats in Utrecht, 15. landbouwwerktuig, 16. gereedschap, 17. Bporeplant, 18. familielid, 19. kleverige stof, 21. dorpje in Drente onder Vries, 22. beet, 24. vlug, 26. hemelgeest, 28. meertje, 31. kledingstuk, 33. sportterm, 34. werktuig, 36. voegwoord (Fr.), 38. vruchtenat, 40. honlgklaver, 41. verstandig, 43. zonder geld of goed, 44. ontkenning, 45. plaats in Limburg, 47. vreemde munt, 49. adellijke titel In Engeland (afk.), 50. brand- verf. 51. mandje, 53. duikereend, 55. slulskolk, 56. stuk geschut, 58. kreet, 61. stap, 62. paard, 64. kolenemmer, 66. water In N.-Brab., 68. voorzetsel, 69. éénjarig dier, 70. water in N.-Brab., 71. vreemde munt. 73. medicinaal gewicht, 74. zoon van Jacob, 75. mannelijk beroep, 76. straf (Lat.), 77. inwendig lichaamsdeel. VerL: 1. voedsel, 2. krijgsmacht, 3. slede, 4. troep ongeordende krijgers. 5. plotseling. 6. uitroep. 7. railroad (afk.), 8. bundel, 9. radio omroep (afk.), 10. lichaamsdeel. 11. welgevormd. 13. steensoort, 14. los omhulsel, 17. patroon, 20. voertuig, 22. lidwoord, 23. duivel, 25. visje. 27. krom, 28. ondergang, 29. plant, 30. bijrivier van de Vecht In Overijsel, 32. scheeps tras. 34. plaats in Gelderland. 35. bereids, 37. fijne haren zeef. 39. puntig voorwerp, 40. verkeerd, 42. zijde van het voorhoofd, 46. vordering. 48. bijwoord, 51. zangstem. 52. schikgodinnen (Germ. Myth.), 54. gaffel vormige stutpaal, 56. oude benaming voor liter, 57. begrip, 59. tropische slingerplant, 60. onverschillig, 61. puntig voorwerp. 63. vreemde munt, 65. werktuig, 67. lichaamsdeel. 68. vod, 69. eer. 72. onzes Inziens (afk.), 73. Japans spel, 74. muzieknoot. hang, 5. a.k., 6 los. 7. hek. 8. er. 9. rennen. 10. Lr. II. Eire, 12. meerval, 15. pip, 19. gagel. 21. nader. 24. Ie, 25. Neerandel. 26. martelaar, 27. Ir. 29. L.S., 30. V.E.. 32. notie. 34. toren, 35. basta, 37. gom, 40. bis. 44. klapper, 45. belet. 47. Arkel. 49. aanslag, 51. roemer, 52. en. 53. at. 54. eelene. 56. Mn. 58. la. 60. Arno, 61. por. 63. anti, 66. rad. 67. Son. 71. de. 72. An. 73. na, 75. o.l. INZENDINGEN Oplossingen, uitsluitend op brief kaart, worden voor donderdag aan ons bureau verwacht. In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzelop lossing". Er zijn drie prijzen: een van 10 en twee van ƒ.5. Hor. 1 stabiel. 7. Haarlem. 13. lade. 14. koper. 16. Erie, 17. el. 18. hg, 20 alk. 21. nn. 22. re, 23. Milaan. 26. manier 28. engel. 30. vader. 31 en. 33. Gees teren. 35. ba. 36. nog. 38. Lr. 39 tr. 40 bal. 41. tol. 42. aarde. 43. dis. 44. kim 45. Bn. 46. la. 48. sta. 50. Ie. 51. rede nsara. 55. Ae, 56. molen, 57. takel, 59. paneel, 62. relaaa. 64. pr, 65. mt. 66. ros. 68. Ie. 69. nl, 70. ende, 72. Aaron, 74. nota, 76. roerend, 77. nadelig. Vert. 1. slempen, 2. tall, 3. A.D., 4. be- Nog geen halfjaar na de afsluiting van de Lauwerszee is tweederde van dit voormalig zoutwaterbekken veranderd in een bijna onafzienbare „woestijn": de Sahara van het noor den. Biologen, altijd tuk op het waar nemen van eerste levensvormen op maagdelijke grond, konden er zich vergapen aan een zich langzaam ontwikkelende begroeiing met het vetplantje zeekraal; duizenden ge- woon-geïnteresseerden lieten zich op de vroegere zeebodem rond leiden. Alleen de archeologen, die zich van de droge Lauwerszee veel hadden voorgesteld, kwamen nog van 'n koude kermis thuis: geen spóór van oude scheepswrakken en verdronken dorpen. Het enige, dat tot nu toe aan het drooggevallen gedeelte van de Lau werszee werd ontworsteld, kon de archeologen niet beroeren: een vleugel van een in de tweede wereldoorlog dichtbij het haventje van Zoutkamp neergeschoten vlieg tuig. En ook dat was een wél heel „magere" vangst, want heel Zout kamp weet, dat In de oorlog enige vliegtuigen in de Lauwerszee zijn gestort, die nog lange tijd boven het ondiepe zeewater zichtbaar zijn geweest. De enige conclusie is: alles wat hier kan worden gevon den. moet diep onder de In de hete zomer van 1969 hard-ingedroogde bodem worden gezocht. Wat eventuele oude scheeps wrakken betreft: er bestaat weinig hoop die, al dan niet diep onder de oppervlakte, te vinden. Lauwerszee- glds Johan Mulder (27), student sociologie in Groningen en enthou siast amateur-geoloog: „De situa tie op de Wadden, en dus ook in de Lauwerszee. was vroeger zo, dat als er bij eb schepen vastliepen, er eigenlijk helemaal geen man over boord was. De schipper wachtte tot zijn schip helemaal droog lag, liep dan naar de wal om een schop te halen en groef een geul. Bij de volgende vloed kon hij dan rustig wegvaren". Johan Mulder meent, dat er al licht In het Lauwerszeegebied nog oude scheepswrakken kunnen wor den gelocaliseerd: onder het slik of in het diepere gedeelte, waar het water is gebleven. Een plaats daar voor kan zijn tussen Oostmahorn en Ezumazijl, waar de Lauwerszee „om de hoek" ging. Volgens Mulder zullen juist daarheen de schepen zijn gestuwd, die bij stormweer in de Lauwerszee werden geperst. Waarom zou je de herfst naargeestig moeten vinden? Nergens vierden wy het afscheid van de zomer uitbundiger dan dezer dagen op een zonovergoten dag in de loofbossen van de Veluwe. Het was er windstil en door de prachtige zomer en herfst kleurden de blade ren mooier dan ooit. Juist als de beuken nog gedeeltelijk groen zyn, beleef je het bonte kleurenspel van Amerikaanse en Hollandse eiken des te intenser. De Amerikaanse eik met zijn grote bladeren steekt het eerst de vlag uit en kan verkleuren van paarsrood tot scharlaken en oranjebruin. In het eikenbos is de herfst levendiger dan waar ook, want het zijn niet alleen de felle en gouden tinten die ons bekoren, maar ook de pittige kruidige looizuurgeuren. Er is geen kind dat eikels laat liggen. Zelfs wij kunnen het soms niet laten, wat van die gladde vruchten in hun beken de napjes te verwerken in een herfststukje. U weet het, onze kinderen kunnen er met behulp van lucifers van alles mee ma ken, maar men verkoopt ze ook aan boeren als varkensvoer. Wie weet eigenlijk dat ook her ten en reeën er verzot op zijn. evenals egels, eekhoorns en mui zen. duiven en kraaien zich er te goed aan doen. De Vlaamse gaai bewaart ze ergens als win tervoorraad en omdat hij ver geet waar hij ze begraven heeft, zien we in het voorjaar vaak zomaar ergens een groepje eikels ontkiemen. Iedereen weet wel dat de eik een stoere krachtige indruk maakt en met zijn zware stam en brede kroon een respectabe le ouderdom kan bereiken. Niet de beuk maar de eik verwierf d« onderscheiding „koning van het bos". In de oudheid hielden de Germanen al hun plechtige feesten en rechtzittingen onder de kroon van een zg. heilige eik. Een krans van eikebladeren be tekende in vele culturen een bijzondere onderscheiding. Wie heeft niet eens een eikel in de grond gestopt om te zien wat er van kwam? En wat hebben we er van geleerd? Dat het harde groeiers zijn en na een jaar of tien de uit het zaad gegroeide boom al te groot is geworden voor onze kleine tuin. Wist u dat een eik wel 35 meter hoog kan worden en zo'n 300 400 jaar meegaat? Het schijnt dat men met de 1000-ja- rige eik wel een tikje aan de overdreven kant is. De zomereik Quercus robur is wel onze voornaamste loof boom, die knoestige takken vormt met vrij vroeg kleurend kort gesteeld blad. De eikels in hun napjes zijn lang gesteeld (pijpekoppen) en hebben een spits puntje. De wintereik Quer cus sessiliflora komt veel min der voor. Hij leent zich beter voor droge grond en kan zee wind verdragen. De vorm is re gelmatiger en slanker, maar hij is vrijwel door zijn broer ver drongen. De eikels zijn onge steeld. Zijn er eigenlijk eiken voor Daar. aan de Friese kant, was de bodem echter slikkerig (nü in gedroogd). Misschien dat ooit nog eens vondsten in het Lauwerszeegebied ons een ruimer inzicht zuilen geven In de scheepvaart van een grijs verleden, want zolang er water is geweest, is er ook gevaren, hebben rampen plaatsgegrepen, zijn dorpen en steden overspoeld en mensen verdronken. Op twee namen van dorpen of stadjes in het Lauwerszeegebied hebben archeologen zich gespitst: Marns en Esonstad. Van Marns doet nog altijd de legende de ronde, dat de stenen van dit ver dronken dorp ooit hebben gediend voor de bouw van het achter de dijk gelegen Vierhuizen, met name voor de kerk van dit Groningse dorpje. Marns is echter een legende en niet méér, Esonstad daarentegen houdt de archeologen toch wel be zig. Dit dorpje of stadje zou gelegen hebben ter hoogte van het huidige gehucht Ezumazijl, waarmee de oude naam in ieder geval wèl alli tereert. In 1948 en 1951 zijn zelfs sporen onderzocht, die bij de uit monding van het Dokkumerdiep op ongeveer 250 tot 625 meter uit de kust waren aangetroffen. Sommigen zagen hierin (in een veenlaag ge- graven kuilen, gevuld met klei) spo ren van Esonstad, anderen schrij ven de kuilen toe aan zoutveen- winning. die in de middeleeuwen in zwang is geweest. Wat de oorsprong van de kuilen dan ook mag zijn geweest, feit is, dat Esonstad voor veel archeolo gen een „levend" gegeven vormt. Het stadje zou zelfs zijn beschre ven in een niet bekende kroniek van Martlnu8 llstanus, Carmeliet uit IJlst; hij wordt echter in een kro niek van een anoniem auteur aan gehaald. Daarin staat onder meer: „lek hebbe tot Dockum int clooster van de Premonstratensen op haar lib(r)arie aengeteckent gevonden zeer oude monumenten, waeronder oock verhaelt stondt dat, hoe als men duysent twee hondert ende dertich screef. is Ezonstadt aen de Louwert8 zee geleegen deur een ongehoorden zeer hoogen waeter- vloedt ende stormachtigen tempeest geheelijck vergangen ende wech gedreven, oock alsoe geheel ver- droncken, zoe datter geen thien huysen staande bleven. Die poorten ende wallen sterten omme. die grachten spoelden toe. zoe dat men niet mochte zien, dattet een stadt geweest hadde, dan dat die zeer dicke muyren van een vergangen slot, dat Cammingha- burch hiete, want die helft van dien was noch blijven staen. Ende hoewel dus hier geen seeker getall van menschen by gestelt wort van de geenen, die in deesen grouwe- lycken watervloedt vergingen, schryven nochtans verscheyden historieschryveren, datter over die twee hondert duysent menscen zyn gebleven, ende het soude vreemdt ende ongelooflyk schynen te zyn, waert zaecke dat men op die twee voorgenoemde steden (Esonstad en Britsenburch - red.) ende de groot- heyt des landes destyts geen acht sloech". In 1230 juister nog: op 17 februari van dat jaar zou Eson stad dus zijn „verdronken". Het zou de moeite waard zijn, wan neer de Lauwerszee tenslotte nog resten zou prijsgeven. Gids en amateur-geoloog Johan Mulder, die al vele duizenden mensen over de onafzienbare vlakte van de voor malige Lauwerszee rondleidde, be hoort tot degenen, die een zeker geloof hechten aan Esonstad. Geen steentje, dat hij op de zeebodem bij Ezumazijl vindt, ontsnapt aan zijn aandacht, want het zou eens de sleutel tot het oplossen van het mysterie kunnen zijnl Johan Mulder trad in 1963 ais werkstudent-gids in dienst bij de stichting Noord-Groningen voor rondleidingen in het noordelijke deel van deze provincie; sinds 1964 is hij „reisleider" in het Lauwers zeegebied. Met zijn coliega-gidsen leidde hij alleen in de maand mei van dit jaar (de afsluiting was op 23 mei) 52.000 mensen (van 44 na tionaliteiten) op de Lauwerszee rond. Hij combineerde deze werkzaam heden met zijn hobby, de geologie: „Voor een geoloog waren de Lau- werszeewerken erg belangrijk. it Johan Mulder: speuren naar resten van Esonstad. Tussen het materiaal voor de sluit- dam en voor de zlnkstukken heb ik mijn mooiste vondsten gedaan". Op de zouthoudende droge bo dem (door de lange, hete zomer zover het oog reikt gescheurd en gebarsten) heeft zich in de af gelopen maanden een soort „woes- tijnplantje". de zeekraal, ontwikkeld. Volgend jaar zal deze begroei ing voor een deel zijn verdrongen en zal de hele Lauwerszee paars zijn van de bloeiende zeeasters. In tegenstelling tot de IJsselmeer- polders, waar riet is ingezaaid, is in de Lauwerszee gebruik gemaakt van een mengsel van granen en gras. Dit zou een strop kunnen worden, want het zaadmengsel is van vorig jaar en heeft daardoor een geringere kiemkracht. Inmiddels heeft zich rond het militaire oefenterrein, dat op het zandgedeelte van de Lauwerszee bij de Groningse kust is gepland, een strijd ontwikkeld, waarin drie ministeries hun partijtje mee- blazen. Defensie wilde de weg, die op de vastewal al klaar is en die door het toekomstige oefenterrein naar het voormalige werkeiland en verder zal lopen, in zuidelijke rich ting verplaatst hebben. Het ministerie van verkeer en waterstaat mengde zich In de dis cussie door de weigering om voor militair verkeer ongelijkvloerse kruisingen te maken. Toen gesproken werd over het kleinere tuinen? De Amerikaan se eik Quercus rubra groeit niet zoweelderig, maar niet ieder een waardeert het grove blad. Ergens in een hoek, waar zijn jubelende rode herfsttinten tus sen andere heesters zichbaar zijn, is hij wel op zijn plaats. Zijn eikels hebben twee jaar nodig om te rijpen. Een variëteit van de zomer eik die minder plaats inneemt, is Quercus .robur „Fastigiata", zuilvormig groeiend en mooi als alleenstaande boom. Geheel afwijkend en voor kleine tuinen aan te bevelen is Quercus turneri „Pseudoturne- ri", voor de verandering groen- blijvend in de winter en zijn blad pas verliezend als het nieu we geboren wordt. Hij wil wel enige beschutting tegen felle oostenwind en niet in de volle zon staan. De steeneik Quercus ilex, die op een hulst gelijkt en even eens groen blijft, vormt meer een struik dan een boom. Hij kan goed zeewind verdragen, maar wordt weinig aangetrof fen. Vanaf eind oktober kun nen we eiken planten en ver planten zodra ze in rust zijn. A. C. MULLEB-IDZERDA Ons land telt vier en een half miljoen camerabezitters en ruim vierhonderd foto clubs. Het is in deze clubs dat men elkaar af en toe tracht te vertellen dat de portret fotografie eigenlijk ,,dood" is. Wat doen we, als we pas een camera hebben gekochtPrecies: de familie foto graferen of de vriend, het vriendinnetje. De afbeelding van het figuur, het gezicht, geniet een duidelijke voorkeur. Later breidt de belangstelling van de amateurfotograaf zich verder uit; hij neemt b.v. het landschap of de directe omgeving als motief. De gevorderde amateur echter experimenteert nog graag met het gelaat alleen. Hij manipuleert met lampen en sta tieven en tracht niet alleen de uiterlijke gelijkenis van het model, maar ook iets van het innerlijk te vangen. Dat het experiment zich ook graag richt op meer extreme vormen van portretfoto grafie, toont bijgaande foto, genomen met behulp van een holle spiegel. Zo'n spiegel kan b.v. zijn een z.g. glansplaat, een ver chroomde metalen plaat die men hol of bol opstelt. Portretfotografie is een terrein waar men nooit uitgekeken raakt. Correapondantle aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudrelnetstraat 125, Den HBag. De rode draad heeft om on naspeurlijke redenen overigens voorzover de kleur betreft een goede reputatie. Zij is begeerlijk. Zij verzinnebeeldt de vaste lijn, het strakke plan. Zij verschaft we zi)n nu bij het schaken het hel dere motief dat zich duidelijk uit het beloop van een partij laat af lezen. Het verliezen van de rode draad is weinig aangenaam. Niet zelden staat dit gelijk met: het hoofd ver liezen. planloos spelen, opportu nistisch spel waarin geen lijn valt te onderkennen. Dèt is het thema van deze rubriek: het verliezen van de rode draad! In opgave 1 gebeurde dit met de witspeler, die zojuist Tabl gespeeld had om na 1. Dxb5 met 2.Pd4 te kunnen voortzetten. Maar zwart behoefde hiervoor helemaal niet in zorg te zitten. Sterker nog. hij had veel béter dan zich hiertegen de fensief op te stellen. In opgave 2 begon wit uitste kend met 1.T1c6t Kh5 (Anders slaat wit op g5 en ka,n zwart het wel opgeven). Hij zette zijn aanval nog enkele zetten zeer goed voort en berustte toen plotseling in re mise: de rode draad was hem opeens uit de hand gelopen! In zijn ijver om zijn tegenstander met gelijke munt terug te betalen, zag in opgave 3 de witsDeler af van de gezonde zet 1.Lg3 en speelde 1.Pxc5, om de zwarte pi- onnenformatie op de damevleugel net zo te ruïneren als zijn eigen pionnenstelling was. Het was een plan. toegegeven, maar een heel slecht. nóg zuidelijker verleggen weg naar de gepland» sche gebieden kwam 1 nisterie van landbouw in weer: dat zou te veel landbouwgrond kosten! In elk geval ziet het er dat het al klaargekomen van de weg (versneld t.g.v. de aanwezigheid van ningin bij de sluiting op weggegooid geld zal zijn Alle moeilijkheden ten sp nog steeds gerekend op e bezoek van 70.000 mensen in het Lauwerszeegebied: evenveel als tot nu toe jaai de „pier van Noord-Grc (het vroegere Groningse de afsluitdijk) zijn gewee» wonder, dat vele ingewlji toekomstig bezoekersaantal melijk overschat vinden! Ba achten velen de voorspeld» vlucht", die de waterspor Lauwersmeer zal moeten gr men, nogal overtrokken. In de voormalige Lauv staat nog voor de komende het volgende te wachten: h gen van de ongeveer twlnt honden, die zijn achtergeble die naar open water moeten i overgebracht, en het houd» een visbiologisch onderzoek zoeter wordende water. Ge is. dat de paling al ver i gedrongen, want tot bij de werken in het sluitgat palingfuiken waargenomen. Aan u deze week de ror den te vinden en stevig houden! OPLOSSINGEN (1) Leonard-Kaltenecker. Het li lijk dat zwart niet begrepen had remise In de hand had. Met 3. had hl) een half punt kunnen VI want na 4.Kxc7 Is het patl (2) Zinn-Georgadse. Zwart 1 voorzien dat zijn tegenstander i De5? nu niet zijn toren maar zl op h5 zou offeren, waardoor het men van de zwarte koning eer werd. Dus: 2.Dxh5tll Kg8 (2. 3.Txh5 mat) 3.Txg6tl (Nu kont niet meer op adem) 3. c Kf8 5.D Dh6 moeten spelen. (3) Schmldt-Flacher. v/aren: 1.e4 c5 2 Pf3 4.Pxd4a6 5. Pc3 e6 6.Le2 Dc7 7.1 8 Dxd4 Pge7 9.Le3 b5 10.0-0-0 Pcf Lb7 12.Lf3 Tc8. Dèt Is de l Gelijke stand zegt Pachman. M Boleslavski: 12. Tc8? is fout Tc8 speelt wit 13 Lb6l! stuk omdat zwart 13. Dd6 rw woorden. In plaats van 12. zwart 12. Td8! moeten spelen Boleslavski! (1) Uit een partij Golz—Fuchs s 1 Al i 1 A A p/ W iH a - 1* Wat geschiedde na 1 TabW „Bridge-van alles wat" moge dan geen specifiek leerboek zijn. iedere bridger zal dit nieuwste werk van drs. J. K. Kroes met aandacht doornemen. En dan vooral om de leerzame fragmenten, die in deze door W. van Hoeve in Den Haag uitgegeven pocket zijn verzameld. Leerzaam, omdat zelfs de sterkste bridger wel eens een steek laat vallen, wat de heer Kroes maar al te duidelijk aantoont. Ook het „gewone" werk kreeg een plaats, waardoor de zinsnede in de inleiding van de schrijver: „men kan er zijn kennis wel degelijk mee ver rijken". stellig wordt bewaarheid. Eén fragment willen wij de lezers van deze rubriek niet onthouden. Het komt voor in het hoofdstuk: „Gelukkig In een hoekje met een boekje", en is afkomstig uit het boek van Le Dentu C? H VB 1065432 O VB HV Zuid speelde zes schoppen, waartegen west met harten heer uitkwam. Met open kaarten is duidelijk te 2len, dat het klein slem geen gemakkelijke zaak Is. Oost heeft Correspondentie aan de heer 8 1. Nuys Burgemeester Baumannlaan 163, Rotterdam van troef vier de vrouw en west van klaver heer en vrouw. Niettemin kan ook dit probleem fraai wor den opgelost. De enige winnende speelwijze is namelijk dat zuid zich inkort in troef. Men ziet hoe dat gaat. Noord troef harten heer in met de drie en ondertroeft in zuid met de twee. Daarna snijdt zuid met de negen. Vervolgens slaat hij aas en heer van ruiten en daarna speelt hij klaver aas en vijf, zo west dwingend om met harten terug te komen. De blinde troeft harten in met de zes en zuid ondertroeft nogmaals, nu met de vijfl Noord speelt nu ruiten af totdat oost besluit in te troeven! Zuid troeft dan over en haalt de resterende troeven weg bij oost. ten slotte met de resterende klavers zijn contract rea liserend. Een uniek spel! Hiermee is voldoende de waarde aan getoond van „Bridge-van alles wat". Het boekje staat vol van dergelijke interessante spellen, die U als verwoed bridger aangenaam zullen bezighouden - I '/M W' A m r i A A \ll£ I - A Wï, a Al A Sü AS c Door 1 P*c5'< knapte ie rode Mei welk gevolg denkt U?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 16