Onze „Sahara" heet Lauwersze
haak
Als de eiken kleuren
PUZZEL VAK DE WEEK
door
Ton Hulst
Portretfotografie is niet dood
Rode draad (1)
Van alles wat
t&
■la
a
ZATERDAG 25 OKTOBER 1959
Hor.t 1. bagger, 4. plaats in N.H., 8. jachthond, 12. aardsoort, 13. soort
sleutel, 14. plaats in Utrecht, 15. landbouwwerktuig, 16. gereedschap, 17.
Bporeplant, 18. familielid, 19. kleverige stof, 21. dorpje in Drente onder
Vries, 22. beet, 24. vlug, 26. hemelgeest, 28. meertje, 31. kledingstuk, 33.
sportterm, 34. werktuig, 36. voegwoord (Fr.), 38. vruchtenat, 40. honlgklaver,
41. verstandig, 43. zonder geld of goed, 44. ontkenning, 45. plaats in
Limburg, 47. vreemde munt, 49. adellijke titel In Engeland (afk.), 50. brand-
verf. 51. mandje, 53. duikereend, 55. slulskolk, 56. stuk geschut, 58. kreet,
61. stap, 62. paard, 64. kolenemmer, 66. water In N.-Brab., 68. voorzetsel,
69. éénjarig dier, 70. water in N.-Brab., 71. vreemde munt. 73. medicinaal
gewicht, 74. zoon van Jacob, 75. mannelijk beroep, 76. straf (Lat.), 77.
inwendig lichaamsdeel.
VerL: 1. voedsel, 2. krijgsmacht, 3. slede, 4. troep ongeordende krijgers.
5. plotseling. 6. uitroep. 7. railroad (afk.), 8. bundel, 9. radio omroep (afk.),
10. lichaamsdeel. 11. welgevormd. 13. steensoort, 14. los omhulsel, 17.
patroon, 20. voertuig, 22. lidwoord, 23. duivel, 25. visje. 27. krom, 28.
ondergang, 29. plant, 30. bijrivier van de Vecht In Overijsel, 32. scheeps
tras. 34. plaats in Gelderland. 35. bereids, 37. fijne haren zeef. 39. puntig
voorwerp, 40. verkeerd, 42. zijde van het voorhoofd, 46. vordering. 48.
bijwoord, 51. zangstem. 52. schikgodinnen (Germ. Myth.), 54. gaffel
vormige stutpaal, 56. oude benaming voor liter, 57. begrip, 59. tropische
slingerplant, 60. onverschillig, 61. puntig voorwerp. 63. vreemde munt, 65.
werktuig, 67. lichaamsdeel. 68. vod, 69. eer. 72. onzes Inziens (afk.), 73.
Japans spel, 74. muzieknoot.
hang, 5. a.k., 6 los. 7. hek. 8. er. 9.
rennen. 10. Lr. II. Eire, 12. meerval, 15.
pip, 19. gagel. 21. nader. 24. Ie, 25.
Neerandel. 26. martelaar, 27. Ir. 29. L.S.,
30. V.E.. 32. notie. 34. toren, 35. basta,
37. gom, 40. bis. 44. klapper, 45. belet.
47. Arkel. 49. aanslag, 51. roemer, 52.
en. 53. at. 54. eelene. 56. Mn. 58. la.
60. Arno, 61. por. 63. anti, 66. rad. 67.
Son. 71. de. 72. An. 73. na, 75. o.l.
INZENDINGEN
Oplossingen, uitsluitend op brief
kaart, worden voor donderdag aan
ons bureau verwacht. In de linker
bovenhoek vermelden: „Puzzelop
lossing". Er zijn drie prijzen: een
van 10 en twee van ƒ.5.
Hor. 1 stabiel. 7. Haarlem. 13. lade. 14.
koper. 16. Erie, 17. el. 18. hg, 20 alk.
21. nn. 22. re, 23. Milaan. 26. manier
28. engel. 30. vader. 31 en. 33. Gees
teren. 35. ba. 36. nog. 38. Lr. 39 tr. 40
bal. 41. tol. 42. aarde. 43. dis. 44. kim
45. Bn. 46. la. 48. sta. 50. Ie. 51. rede
nsara. 55. Ae, 56. molen, 57. takel, 59.
paneel, 62. relaaa. 64. pr, 65. mt. 66. ros.
68. Ie. 69. nl, 70. ende, 72. Aaron, 74.
nota, 76. roerend, 77. nadelig.
Vert. 1. slempen, 2. tall, 3. A.D., 4. be-
Nog geen halfjaar na de afsluiting
van de Lauwerszee is tweederde
van dit voormalig zoutwaterbekken
veranderd in een bijna onafzienbare
„woestijn": de Sahara van het noor
den. Biologen, altijd tuk op het waar
nemen van eerste levensvormen op
maagdelijke grond, konden er zich
vergapen aan een zich langzaam
ontwikkelende begroeiing met het
vetplantje zeekraal; duizenden ge-
woon-geïnteresseerden lieten zich
op de vroegere zeebodem rond
leiden. Alleen de archeologen, die
zich van de droge Lauwerszee veel
hadden voorgesteld, kwamen nog
van 'n koude kermis thuis: geen
spóór van oude scheepswrakken en
verdronken dorpen.
Het enige, dat tot nu toe aan het
drooggevallen gedeelte van de Lau
werszee werd ontworsteld, kon de
archeologen niet beroeren: een
vleugel van een in de tweede
wereldoorlog dichtbij het haventje
van Zoutkamp neergeschoten vlieg
tuig. En ook dat was een wél heel
„magere" vangst, want heel Zout
kamp weet, dat In de oorlog enige
vliegtuigen in de Lauwerszee zijn
gestort, die nog lange tijd boven
het ondiepe zeewater zichtbaar zijn
geweest. De enige conclusie is:
alles wat hier kan worden gevon
den. moet diep onder de In de hete
zomer van 1969 hard-ingedroogde
bodem worden gezocht.
Wat eventuele oude scheeps
wrakken betreft: er bestaat weinig
hoop die, al dan niet diep onder de
oppervlakte, te vinden. Lauwerszee-
glds Johan Mulder (27), student
sociologie in Groningen en enthou
siast amateur-geoloog: „De situa
tie op de Wadden, en dus ook in de
Lauwerszee. was vroeger zo, dat
als er bij eb schepen vastliepen, er
eigenlijk helemaal geen man over
boord was. De schipper wachtte
tot zijn schip helemaal droog lag,
liep dan naar de wal om een schop
te halen en groef een geul. Bij de
volgende vloed kon hij dan rustig
wegvaren".
Johan Mulder meent, dat er al
licht In het Lauwerszeegebied nog
oude scheepswrakken kunnen wor
den gelocaliseerd: onder het slik
of in het diepere gedeelte, waar het
water is gebleven. Een plaats daar
voor kan zijn tussen Oostmahorn en
Ezumazijl, waar de Lauwerszee „om
de hoek" ging. Volgens Mulder
zullen juist daarheen de schepen
zijn gestuwd, die bij stormweer in
de Lauwerszee werden geperst.
Waarom zou je de herfst naargeestig moeten vinden? Nergens vierden wy het afscheid
van de zomer uitbundiger dan dezer dagen op een zonovergoten dag in de loofbossen van
de Veluwe. Het was er windstil en door de prachtige zomer en herfst kleurden de blade
ren mooier dan ooit. Juist als de beuken nog gedeeltelijk groen zyn, beleef je het bonte
kleurenspel van Amerikaanse en Hollandse eiken des te intenser.
De Amerikaanse eik met zijn
grote bladeren steekt het eerst
de vlag uit en kan verkleuren
van paarsrood tot scharlaken en
oranjebruin. In het eikenbos is
de herfst levendiger dan waar
ook, want het zijn niet alleen de
felle en gouden tinten die ons
bekoren, maar ook de pittige
kruidige looizuurgeuren.
Er is geen kind dat eikels
laat liggen. Zelfs wij kunnen
het soms niet laten, wat van die
gladde vruchten in hun beken
de napjes te verwerken in een
herfststukje. U weet het, onze
kinderen kunnen er met behulp
van lucifers van alles mee ma
ken, maar men verkoopt ze ook
aan boeren als varkensvoer.
Wie weet eigenlijk dat ook her
ten en reeën er verzot op zijn.
evenals egels, eekhoorns en mui
zen. duiven en kraaien zich er
te goed aan doen. De Vlaamse
gaai bewaart ze ergens als win
tervoorraad en omdat hij ver
geet waar hij ze begraven heeft,
zien we in het voorjaar vaak
zomaar ergens een groepje
eikels ontkiemen.
Iedereen weet wel dat de eik
een stoere krachtige indruk
maakt en met zijn zware stam
en brede kroon een respectabe
le ouderdom kan bereiken. Niet
de beuk maar de eik verwierf
d« onderscheiding „koning van
het bos". In de oudheid hielden
de Germanen al hun plechtige
feesten en rechtzittingen onder
de kroon van een zg. heilige eik.
Een krans van eikebladeren be
tekende in vele culturen een
bijzondere onderscheiding.
Wie heeft niet eens een eikel
in de grond gestopt om te zien
wat er van kwam? En wat
hebben we er van geleerd?
Dat het harde groeiers zijn en
na een jaar of tien de uit het
zaad gegroeide boom al te groot
is geworden voor onze kleine
tuin. Wist u dat een eik wel 35
meter hoog kan worden en zo'n
300 400 jaar meegaat? Het
schijnt dat men met de 1000-ja-
rige eik wel een tikje aan de
overdreven kant is.
De zomereik Quercus robur
is wel onze voornaamste loof
boom, die knoestige takken
vormt met vrij vroeg kleurend
kort gesteeld blad. De eikels in
hun napjes zijn lang gesteeld
(pijpekoppen) en hebben een
spits puntje. De wintereik Quer
cus sessiliflora komt veel min
der voor. Hij leent zich beter
voor droge grond en kan zee
wind verdragen. De vorm is re
gelmatiger en slanker, maar hij
is vrijwel door zijn broer ver
drongen. De eikels zijn onge
steeld.
Zijn er eigenlijk eiken voor
Daar. aan de Friese kant, was de
bodem echter slikkerig (nü in
gedroogd).
Misschien dat ooit nog eens
vondsten in het Lauwerszeegebied
ons een ruimer inzicht zuilen geven
In de scheepvaart van een grijs
verleden, want zolang er water is
geweest, is er ook gevaren, hebben
rampen plaatsgegrepen, zijn dorpen
en steden overspoeld en mensen
verdronken.
Op twee namen van dorpen of
stadjes in het Lauwerszeegebied
hebben archeologen zich gespitst:
Marns en Esonstad. Van Marns
doet nog altijd de legende de
ronde, dat de stenen van dit ver
dronken dorp ooit hebben gediend
voor de bouw van het achter de
dijk gelegen Vierhuizen, met name
voor de kerk van dit Groningse
dorpje.
Marns is echter een legende en
niet méér, Esonstad daarentegen
houdt de archeologen toch wel be
zig. Dit dorpje of stadje zou gelegen
hebben ter hoogte van het huidige
gehucht Ezumazijl, waarmee de
oude naam in ieder geval wèl alli
tereert. In 1948 en 1951 zijn zelfs
sporen onderzocht, die bij de uit
monding van het Dokkumerdiep op
ongeveer 250 tot 625 meter uit de
kust waren aangetroffen. Sommigen
zagen hierin (in een veenlaag ge-
graven kuilen, gevuld met klei) spo
ren van Esonstad, anderen schrij
ven de kuilen toe aan zoutveen-
winning. die in de middeleeuwen
in zwang is geweest.
Wat de oorsprong van de kuilen
dan ook mag zijn geweest, feit is,
dat Esonstad voor veel archeolo
gen een „levend" gegeven vormt.
Het stadje zou zelfs zijn beschre
ven in een niet bekende kroniek
van Martlnu8 llstanus, Carmeliet uit
IJlst; hij wordt echter in een kro
niek van een anoniem auteur aan
gehaald.
Daarin staat onder meer: „lek
hebbe tot Dockum int clooster van
de Premonstratensen op haar
lib(r)arie aengeteckent gevonden
zeer oude monumenten, waeronder
oock verhaelt stondt dat, hoe als
men duysent twee hondert ende
dertich screef. is Ezonstadt aen de
Louwert8 zee geleegen deur een
ongehoorden zeer hoogen waeter-
vloedt ende stormachtigen tempeest
geheelijck vergangen ende wech
gedreven, oock alsoe geheel ver-
droncken, zoe datter geen thien
huysen staande bleven.
Die poorten ende wallen sterten
omme. die grachten spoelden toe.
zoe dat men niet mochte zien, dattet
een stadt geweest hadde, dan dat
die zeer dicke muyren van een
vergangen slot, dat Cammingha-
burch hiete, want die helft van dien
was noch blijven staen. Ende
hoewel dus hier geen seeker getall
van menschen by gestelt wort van
de geenen, die in deesen grouwe-
lycken watervloedt vergingen,
schryven nochtans verscheyden
historieschryveren, datter over die
twee hondert duysent menscen zyn
gebleven, ende het soude vreemdt
ende ongelooflyk schynen te zyn,
waert zaecke dat men op die twee
voorgenoemde steden (Esonstad en
Britsenburch - red.) ende de groot-
heyt des landes destyts geen acht
sloech".
In 1230 juister nog: op 17
februari van dat jaar zou Eson
stad dus zijn „verdronken". Het
zou de moeite waard zijn, wan
neer de Lauwerszee tenslotte nog
resten zou prijsgeven. Gids en
amateur-geoloog Johan Mulder, die
al vele duizenden mensen over de
onafzienbare vlakte van de voor
malige Lauwerszee rondleidde, be
hoort tot degenen, die een zeker
geloof hechten aan Esonstad. Geen
steentje, dat hij op de zeebodem
bij Ezumazijl vindt, ontsnapt aan
zijn aandacht, want het zou eens
de sleutel tot het oplossen van het
mysterie kunnen zijnl
Johan Mulder trad in 1963 ais
werkstudent-gids in dienst bij de
stichting Noord-Groningen voor
rondleidingen in het noordelijke
deel van deze provincie; sinds 1964
is hij „reisleider" in het Lauwers
zeegebied. Met zijn coliega-gidsen
leidde hij alleen in de maand mei
van dit jaar (de afsluiting was op
23 mei) 52.000 mensen (van 44 na
tionaliteiten) op de Lauwerszee
rond.
Hij combineerde deze werkzaam
heden met zijn hobby, de geologie:
„Voor een geoloog waren de Lau-
werszeewerken erg belangrijk.
it Johan Mulder: speuren naar resten van Esonstad.
Tussen het materiaal voor de sluit-
dam en voor de zlnkstukken heb ik
mijn mooiste vondsten gedaan".
Op de zouthoudende droge bo
dem (door de lange, hete zomer
zover het oog reikt gescheurd en
gebarsten) heeft zich in de af
gelopen maanden een soort „woes-
tijnplantje". de zeekraal, ontwikkeld.
Volgend jaar zal deze begroei
ing voor een deel zijn verdrongen
en zal de hele Lauwerszee paars
zijn van de bloeiende zeeasters.
In tegenstelling tot de IJsselmeer-
polders, waar riet is ingezaaid, is in
de Lauwerszee gebruik gemaakt
van een mengsel van granen en
gras. Dit zou een strop kunnen
worden, want het zaadmengsel is
van vorig jaar en heeft daardoor
een geringere kiemkracht.
Inmiddels heeft zich rond het
militaire oefenterrein, dat op het
zandgedeelte van de Lauwerszee
bij de Groningse kust is gepland,
een strijd ontwikkeld, waarin drie
ministeries hun partijtje mee-
blazen.
Defensie wilde de weg, die op
de vastewal al klaar is en die
door het toekomstige oefenterrein
naar het voormalige werkeiland en
verder zal lopen, in zuidelijke rich
ting verplaatst hebben.
Het ministerie van verkeer en
waterstaat mengde zich In de dis
cussie door de weigering om voor
militair verkeer ongelijkvloerse
kruisingen te maken.
Toen gesproken werd over het
kleinere tuinen? De Amerikaan
se eik Quercus rubra groeit niet
zoweelderig, maar niet ieder
een waardeert het grove blad.
Ergens in een hoek, waar zijn
jubelende rode herfsttinten tus
sen andere heesters zichbaar
zijn, is hij wel op zijn plaats.
Zijn eikels hebben twee jaar
nodig om te rijpen.
Een variëteit van de zomer
eik die minder plaats inneemt,
is Quercus .robur „Fastigiata",
zuilvormig groeiend en mooi als
alleenstaande boom.
Geheel afwijkend en voor
kleine tuinen aan te bevelen is
Quercus turneri „Pseudoturne-
ri", voor de verandering groen-
blijvend in de winter en zijn
blad pas verliezend als het nieu
we geboren wordt. Hij wil wel
enige beschutting tegen felle
oostenwind en niet in de volle
zon staan.
De steeneik Quercus ilex, die
op een hulst gelijkt en even
eens groen blijft, vormt meer
een struik dan een boom. Hij
kan goed zeewind verdragen,
maar wordt weinig aangetrof
fen. Vanaf eind oktober kun
nen we eiken planten en ver
planten zodra ze in rust zijn.
A. C. MULLEB-IDZERDA
Ons land telt vier en een half miljoen
camerabezitters en ruim vierhonderd foto
clubs. Het is in deze clubs dat men elkaar
af en toe tracht te vertellen dat de portret
fotografie eigenlijk ,,dood" is.
Wat doen we, als we pas een camera
hebben gekochtPrecies: de familie foto
graferen of de vriend, het vriendinnetje. De
afbeelding van het figuur, het gezicht, geniet
een duidelijke voorkeur.
Later breidt de belangstelling van de
amateurfotograaf zich verder uit; hij neemt
b.v. het landschap of de directe omgeving
als motief. De gevorderde amateur echter
experimenteert nog graag met het gelaat
alleen. Hij manipuleert met lampen en sta
tieven en tracht niet alleen de uiterlijke
gelijkenis van het model, maar ook iets van
het innerlijk te vangen.
Dat het experiment zich ook graag richt
op meer extreme vormen van portretfoto
grafie, toont bijgaande foto, genomen met
behulp van een holle spiegel. Zo'n spiegel
kan b.v. zijn een z.g. glansplaat, een ver
chroomde metalen plaat die men hol of bol
opstelt.
Portretfotografie is een terrein waar men
nooit uitgekeken raakt.
Correapondantle aan de heer H. J. J.
Slavekoorde, Goudrelnetstraat 125,
Den HBag.
De rode draad heeft om on
naspeurlijke redenen overigens
voorzover de kleur betreft een
goede reputatie. Zij is begeerlijk.
Zij verzinnebeeldt de vaste lijn, het
strakke plan. Zij verschaft we
zi)n nu bij het schaken het hel
dere motief dat zich duidelijk uit
het beloop van een partij laat af
lezen.
Het verliezen van de rode draad
is weinig aangenaam. Niet zelden
staat dit gelijk met: het hoofd ver
liezen. planloos spelen, opportu
nistisch spel waarin geen lijn valt
te onderkennen. Dèt is het thema
van deze rubriek: het verliezen
van de rode draad!
In opgave 1 gebeurde dit met de
witspeler, die zojuist Tabl gespeeld
had om na 1. Dxb5 met 2.Pd4 te
kunnen voortzetten. Maar zwart
behoefde hiervoor helemaal niet in
zorg te zitten. Sterker nog. hij had
veel béter dan zich hiertegen de
fensief op te stellen.
In opgave 2 begon wit uitste
kend met 1.T1c6t Kh5 (Anders
slaat wit op g5 en ka,n zwart het
wel opgeven). Hij zette zijn aanval
nog enkele zetten zeer goed voort
en berustte toen plotseling in re
mise: de rode draad was hem
opeens uit de hand gelopen!
In zijn ijver om zijn tegenstander
met gelijke munt terug te betalen,
zag in opgave 3 de witsDeler af
van de gezonde zet 1.Lg3 en
speelde 1.Pxc5, om de zwarte pi-
onnenformatie op de damevleugel
net zo te ruïneren als zijn eigen
pionnenstelling was. Het was een
plan. toegegeven, maar een heel
slecht.
nóg zuidelijker verleggen
weg naar de gepland»
sche gebieden kwam 1
nisterie van landbouw in
weer: dat zou te veel
landbouwgrond kosten!
In elk geval ziet het er
dat het al klaargekomen
van de weg (versneld
t.g.v. de aanwezigheid van
ningin bij de sluiting op
weggegooid geld zal zijn
Alle moeilijkheden ten sp
nog steeds gerekend op e
bezoek van 70.000 mensen
in het Lauwerszeegebied:
evenveel als tot nu toe jaai
de „pier van Noord-Grc
(het vroegere Groningse
de afsluitdijk) zijn gewee»
wonder, dat vele ingewlji
toekomstig bezoekersaantal
melijk overschat vinden! Ba
achten velen de voorspeld»
vlucht", die de waterspor
Lauwersmeer zal moeten gr
men, nogal overtrokken.
In de voormalige Lauv
staat nog voor de komende
het volgende te wachten: h
gen van de ongeveer twlnt
honden, die zijn achtergeble
die naar open water moeten i
overgebracht, en het houd»
een visbiologisch onderzoek
zoeter wordende water. Ge
is. dat de paling al ver i
gedrongen, want tot bij de
werken in het sluitgat
palingfuiken waargenomen.
Aan u deze week de ror
den te vinden en stevig
houden!
OPLOSSINGEN
(1) Leonard-Kaltenecker. Het li
lijk dat zwart niet begrepen had
remise In de hand had. Met 3.
had hl) een half punt kunnen VI
want na 4.Kxc7 Is het patl
(2) Zinn-Georgadse. Zwart 1
voorzien dat zijn tegenstander i
De5? nu niet zijn toren maar zl
op h5 zou offeren, waardoor het
men van de zwarte koning eer
werd. Dus: 2.Dxh5tll Kg8 (2.
3.Txh5 mat) 3.Txg6tl (Nu kont
niet meer op adem) 3. c
Kf8 5.D
Dh6 moeten spelen.
(3) Schmldt-Flacher.
v/aren: 1.e4 c5 2 Pf3
4.Pxd4a6 5. Pc3 e6 6.Le2 Dc7 7.1
8 Dxd4 Pge7 9.Le3 b5 10.0-0-0 Pcf
Lb7 12.Lf3 Tc8. Dèt Is de l
Gelijke stand zegt Pachman. M
Boleslavski: 12. Tc8? is fout
Tc8 speelt wit 13 Lb6l!
stuk omdat zwart 13. Dd6 rw
woorden. In plaats van 12.
zwart 12. Td8! moeten spelen
Boleslavski!
(1) Uit een partij Golz—Fuchs
s
1
Al
i
1
A
A
p/
W
iH
a
-
1*
Wat geschiedde na 1 TabW
„Bridge-van alles wat" moge dan geen
specifiek leerboek zijn. iedere bridger zal
dit nieuwste werk van drs. J. K. Kroes met
aandacht doornemen. En dan vooral om de
leerzame fragmenten, die in deze door W. van
Hoeve in Den Haag uitgegeven pocket zijn
verzameld.
Leerzaam, omdat zelfs de sterkste bridger
wel eens een steek laat vallen, wat de heer
Kroes maar al te duidelijk aantoont. Ook het
„gewone" werk kreeg een plaats, waardoor
de zinsnede in de inleiding van de schrijver:
„men kan er zijn kennis wel degelijk mee ver
rijken". stellig wordt bewaarheid.
Eén fragment willen wij de lezers van deze
rubriek niet onthouden. Het komt voor in het
hoofdstuk: „Gelukkig In een hoekje met een
boekje", en is afkomstig uit het boek van
Le Dentu
C? H VB 1065432
O VB
HV
Zuid speelde zes schoppen, waartegen
west met harten heer uitkwam. Met open
kaarten is duidelijk te 2len, dat het klein
slem geen gemakkelijke zaak Is. Oost heeft
Correspondentie aan de heer 8 1. Nuys
Burgemeester Baumannlaan 163, Rotterdam
van troef vier de vrouw en west van klaver
heer en vrouw.
Niettemin kan ook dit probleem fraai wor
den opgelost. De enige winnende speelwijze
is namelijk dat zuid zich inkort in troef. Men
ziet hoe dat gaat.
Noord troef harten heer in met de drie en
ondertroeft in zuid met de twee. Daarna
snijdt zuid met de negen. Vervolgens slaat
hij aas en heer van ruiten en daarna speelt
hij klaver aas en vijf, zo west dwingend om
met harten terug te komen. De blinde troeft
harten in met de zes en zuid ondertroeft
nogmaals, nu met de vijfl
Noord speelt nu ruiten af totdat oost besluit
in te troeven! Zuid troeft dan over en haalt
de resterende troeven weg bij oost. ten slotte
met de resterende klavers zijn contract rea
liserend. Een uniek spel!
Hiermee is voldoende de waarde aan
getoond van „Bridge-van alles wat". Het
boekje staat vol van dergelijke interessante
spellen, die U als verwoed bridger aangenaam
zullen bezighouden
- I
'/M
W'
A
m
r
i
A
A
\ll£
I
-
A
Wï,
a
Al
A
Sü
AS
c
Door 1 P*c5'< knapte ie rode
Mei welk gevolg denkt U?