schaak Kinderwereld in 'n mini-museum Drie Vissers" exposeren Moeder de Gans kostelijke kluif Voorjaarsboden Drie keer één PUZZEL VAH DE WEËK NU DE GROND Verrassingen ZATERDAG 1) OKTOBER 1969 Ot en Sien H. Dorenbos: Kinderwereld bewaren In het Drentse dorp Roden, waar ook een beeldje van de kinder-,,symbolen'7 Ot en Sien een plaats vond, krijgt in een oud huisje aan de Brink de wereld van het kind gestalte. De Stichting Neder lands Museum Kinderwereld, die zich daarvoor beijvert, wil een uitgebreide collectie voorwerpen bijeen brengen, die nu nog wellicht in vergeten hoekjes op vele Nederlandse zolders liggen. „Ouders bewaren nu eenmaal de dingen van hun kinderen", zegt stichting-voorzitter H. Dorenbos. Het ontbreken of het missen van één slag bepaalt over het algemeen of een ge boden contract kan worden gemaakt. Men mag immers verwachten dat de spelers el- kaars biedingen zo goed aanvoelen, dat op dit punt weinig fouten kunnen worden ge maakt. Toch. die ene slag. In vele spellen blijkt die nu juist de doorslag te geven. In een drietal voorbeelden kan dit gege ven eenvoudig worden toegelicht. Zuid was in het eerste geval nogal zelfverzekerd van start gegaan, al zal men zijn eindcontract vier schoppen niet snel betwisten. Hij kwam evenwel van een koude kermis thuis, omdat west de downslag tevoorschijn to verde. 84 H 7 6 4 O 102 AHB95 6 C? A V 8 3 2 O A 8 7 6 4 V 3 AHVB10 D 9 O HVB93 64 West kwam namelijk uit met ruiten aas en de tweede rultenslag werd tot zuids ver bazing door oost ingetroefd. Toen oost ook nog met harten terugkwam voor de aas van west en die weer ruiten vervolgde, was het hek van de dam, omdat oost altijd kan over troeven. Weliswaar wordt de rest voor zuid, maar de downslag kon niet worden voor komen. Dit kon evenmin in het tweede spel, (vijf klaver) waartegen noord ondanks het har tenbod van oost, met harten aas en zeven kwam. Zuid kwam met de heer aan slag en speelde weer harten, die noord introefde. Simpeler kan het al niet. Overigens is dit de enige speelwijze, die tot down-gaan leidt. H 9 7 4 2 9A7 O V52 1092 A AB 10 N W O z 853 B 5 2 V 109 B co X HV7653 A 8 V 6 H 4 3 O 1098764 B 4 Minder gemakkelijk is het derde voorbeeld, waarin noord vier harten had te spelen, waartegen oost met klaver acht uitkwam. Een Correspondentie aan de heer B. J. Nu Burg. Baumannlaan 163c, Rotterdam. goede keus zoals bleek. Zuid moet wel mé de aas slaan, waarna hij schoppen moet gaai vrijspelen. V 7 6 5 2 AVB 10 O A 4 62 843 D 53 O H V 3 2 H 9 7 5 B 10 H 8 4 2 O 975 A V 4 3 Doet hij dat inderdaad, dan neemt oost d eerste slag, waarna hij met de ruiten ze ;i zuid in moeilijkheden brengt. Oost/zuid in casseren in totaal derhalve één ruiten-, ééi klaver- en twee schoppenslagen. Men zie! zelfs een bijna waterdichte kaart garande°r 5 geen succes. De heer Dorenbos, die onder wijzer is aan de prof. Blader- groenschool voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkhe den in Paterswolde (een „expe- rimenteerschool") en die tevens voorzitter is van de WV in Roden, is wild-enthousiast over de plannen. Hij zegt: „Wij had den in Roden het knipmuseum van de knipkunstenaar Lever, maar dat is naar Westerbork gegaan. Wij hebben toen ge zocht, om de mensen weer iets te kunnen bieden en het werd Kinderwereld". Het is de bedoeling om alles in het museum op te nemen, dat kinderen in hun jongste ja ren heeft beziggehouden en be roerd: van speelgoed en kleding tot leermiddelen van de lagere school. De hele opzet wordt deskun dig begeleid, want de directeu ren van de musea in Groningen en Assen hebben hun volledige medewerking toegezegd. „Dit museum is niet alleen een ten toonstelling, het moet iets voor de toekomst worden: het is echt bedoeld voor de mensen die na ons komen", aldus de heer Dorenbos. Teneinde te kunnen komen tot het opzetten van een verza meling, zijn door het stichtings bestuur her en der contacten gelegd, die alhet nodige heb ben opgeleverd. Begonnen wordt in twee kamers van het oude huisje met een collectie, die wordt uitgebreid met door het Groninger museum in bruikleen afgestane voorwer pen. „Het liefst krijgen we dingen van de mensen", zegt de heer Dorenbos. „Als de zaak straks loopt, zullen we ook proberen om via aankopen de verzame ling uit te breiden". Hoewel de stichting Neder lands Museum Kinderwereld nog nauwelijks van de grond is, is het oude huisje aan de Ro- dense Brink al te klein geble ken. Van het oude woonhuis. Aan Rodens Brink staat nu een museum. dat onder monumentenzorg valt, staan twee gedeelten ter beschikking, maar de stichting streeft ernaar om het gehele ge bouw in gebruik te krijgen. Binnenkort al worden de deu ren voor twee of drie weken geo pend, om bijv. via huisvrouwen verenigingen bekendheid aan het museum te geven. De offi ciële opening is tegen Pasen 1970. „Het is ons opgevallen, dat de dorpsklederdrachten van vroeger, vooral bij de kinderen, langzaam bezig zijn te verdwij-' pen", zegt de heer Dorenbos. „Op Urk zie je bijvoorbeeld al helemaal geen kinderen meer in klederdracht lopen. We wil len nu de klederdrachten van het hele land gaan verzamelen, zoals van Urk, Spakenburg. Scheveningen enz. We moeten de mensen opwekken om din gen die ze nog hebben, niet weg te gooien, maar die aan ons museum in Roden af te staan". In het zomerseizoen zullen aan het kinderwereld-museum af en toe exposities worden ver bonden, echter zonder het ver band met de kinderen los te laten. Gedacht wordt onder meer aan schilderijen over en van kinderen en aan reproduc ties van kindertekeningen uit vorige eeuwen. De van Roder, naar Westerbork verhuisde knipkunstenaar Lever heeft in zijn stiel al zijn medewerking toegezegd. De heer Dorenbos: „Alles wat om het kind draait, spreekt de mensen aan. Ze hebben alles bewaard, van oude kleren en speelgoed tot een vergeeld leer boekje. Wij menen er goed aan te doen dit voor de toekomst te bewaren". Degenen, die menen bruikba re dingen voor het museum te hebben („geen rommel") kun nen contact opnemen met de plaatselijke VVV in Roden, Kas tanjelaan 30. TON HULST Bij de Haagse uitgeverij W. van Hoeve, waar wel meer boeken worden uitge geven, die een lust voor het oog zijn, is een facsimile- uitgave verschenen van de „Sprookjes van Moeder de Gans", berijmd door Ant. L. de Rep in 1876 en geïllus treerd door Gustave Doré. Het is de achtste druk en hopelijk niet de laatste. Het boek royaal formaat, zwaar papier en stevig ge bonden is een kostbaar exemplaar. Zo'n boek, dat1 men steeds weer even uit de kast pakt om er verge noegd en bewonderend in te bladeren. De sprookjes zijn nog" Ff In het Dordrechts Museum is thans een expositie gewijd aan het werk van ir. Arie Visser uit Papendrecht en zijn zoons Martin en Carel. Arie Visser is amateur-schilder, Martin ontwerpt meu belen en Carel leeft zich uit in vrije plastieken. Verleidelijk is het te zoeken naar verbanden tussen hun werk, maar hierin spelen ook andere factoren dan genetische een rol. Arie Visser heeft eerst op ge vorderde leeftijd gevolg kunnen geven aan zijn sehilderdrang, om wat hem dierbaar was in Hor. 1. luchtbol, 6. oosters lastdier, 12. gordel, 14. meisjesnaam. 16. spil van een wiel. 18. water in Friesland, 19. verlegen, 21. voegwoord, 22. familielid, 23. steel, 26. reden, 29. mens in onvolwassen staat, 30. hoef slag, 32. rijstbrandewijn. 33. oude lengtemaat, 34. afnemend getij, 36. stapel, 37. familielid. 38. muzieknoot, 39 soort van antilope, 41. juffrouw, 43 voorzetsel, 44. schrikbewind, 45. reeks, 47. plaats in Groningen, 49. dorp in Gelderl., 52. water In N.-Brab., 54. nummer (afk.), 55. reeks, 57. lidwoord (Fr.). 58- uitroep. 59. werpanker. 61. inlandse naam v Buiten zorg, 63. deel van een schip, 65. treurig, 67 stad In Frankrijk, 69. water in Friesland. 70. soort onderwijs (afk.). 71 ik (Lat.), 73. water in Fries land, 74. sint (afk.). 75. artikel van een wet, 77. plaats in Zweden, 79. specerij, 80. tekengereedschap. Vert. 2. slede. 3. plaats In Gelderl., 4. ongevuld, 5. voorzetsel, 7. tel woord, 8. insekt, 9. zonder gezelschap. 10. boom, 11. mom, 13. de Griek se letter p, 15. kwajongen. 17 rustig, 19. bagger, 20. huisdier, 22. voeg woord. 24. voegwoord, 25. maanstand, 27. aardrijkskundige aanduiding. 28. slede. 31. bedreven. 35. zulvelprodukt. 37. sieraad. 39. ingewand van een haring, 40. eikenschors, 41. tweetal. 42. eer, 46. klimwerktuig, 48. plaats in N.-Brab.. 50. op geen plaats, 51. rangtelwoord. 53. slede, 55. viskuit (ZN). 56. alleenzang, 58. schor. 60. en omstreken (afk.). 61. scheik. element (afk.), 62. rondhout, 64. oude rekening (afk.), 66. ploeg- snede, 68. deel van het gelaat. 72. gebod, 75. scheik. element (afk.), 76. voomaamw., 77. muzieknoot, 78. lidwoord. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1 Vaals, 5 sol, 7 Ommen, 11 nors, 12 lop, 14 een. 16 Iris, 18 ora. 20 manie. 23 pei 24 n.K.. 25 als. 27 roe. 28 ste, X ta, 31 Klaas. 33 gnome. 34 nn. 36 Erato, 3u Trees. 39 eg. 40 uk. 42 eland, 44 eer. 45 al, 46 stop, 48 do lik. 50 taks. 52 ton. 53 leven. 54 ver. 55 keel. 57 Leren 59 nota. 61 er. 62 rok. 63 riant. 66 nl. 67 om. 68 leven. 69 qraal. 71 nu, 73 Roden. 75 kabel. 76 '8 78 Ger 79 ooi. 81 kee 82 el. 83 ale. 85 baret. 87 adA. 88 lont, 90 aar. 91 voe. 93 atok 94 maler, 95 kei. 96 alsem Vertikaal: 1 vork. 2 are. 3 as. 4 st. 5 spar. 6 tela. 7 on, 8 ml. 9 Erp. 10 met. 11 noren. 13 om. 15 Ee. 17 eleng. 19 klare. 21 nog. 22 stoer. 25 ale. 26 Saaie. 28 Sneek. 29 Eme. 32 sta. 33 grein. 35 nut. 37 onder. 39 elk. 41 koter. 43 Dover. 45 Aaron. 46 sok. 47 pol, 49 lenig. 50 ten. 51 ela. 53 laken. 56 Eem, 57 lover, 58 snaak. 60 tin. 62 reden, 64 ark. 65 tabel 67 Oeral, 68 log. 70 Lee. 72 uniek, 74 por. 77 alom 79 park, 80 Levi. 82 Edom. 84 ene. 85 ba, 86 To. 87 Ate. 89 Tl. 90 ar. 92 se. 93 s e INZENDINGEN Oplossingen, uitsluitend op brief kaart, worden voor donderdag aan ons bureau verwacht In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzelop lossing". Er zijn drie prijzen: een van f 10 en twee van f5. gloeiende kleuren uit te beel den. En dit verlangen was: het mysterie van de gang der heils geschiedenis te midden der om ringende wereld van het gescha pene. Hoewel hij nooit op zondag schildert, kunnen we hem reke nen tot de wereld van de zon- lagschilders of primitieven, ama teurs, die hun eigen wereld in kleur en lijn doen leven. Er zijn grote meesters onder; we noemen slechts H. Rousseau, Se rafine en Bombois. Hun groot heid bestaat zeker niet in etale ren van anatomische of perspec tivische kennis of het volgen van wat anderen maakten, maar uit geïnspireerd werk, kin derlijk, vaak zeer simpel, doch van een sterke expressiviteit, die veelal het meest persoonlij ke in de schilder gestalte geeft. Bij Arie Visser is dit zijn „evangeliserend schilderen". Het werk ontwapenend door de eenvoud, waarmee hij zijn nooit overlappende figuren uitbeeldt, een kleine lichtende Christus zien we met enige discipelen in een wijds landschap. Tussen fantastische rotsen wordt Elia door de raven gespijzigd. De verloren zoon komt terug naar zijn vader. De Emmaüsgangers zijn zelfs negen maal afgebeeld. De waarde van dit werk ligt in het eerlijke en tot het hart van gelijkgezinden sprekende verlangen, de Bijbel te doen le ven. Martin Visser uit zijn creatie ve drang in een geheel andere en meer aardse richting. Hij ontwerpt meubelen, waarvan een aantal stoelen uit '58, '62 en '69 ter expositie aanwezig zijn. Het zijn stalen meubelen in smaakvolle functionele vormge ving. Opvallend zijn de goede bekleding met kunststof en de zorgvuldige afwerking. Carel Visser behoort tot de Nederlandse kunstenaar, die plastieken scheppen in vrije geometrische vormen. Als zo danig kreeg hij reeds veel be kendheid. In zijn vroegere tijd maakte hij uit ijzer, zijn meest gebruikt materiaal, dierenfiguren, die troffen door hun typerende en krachtige vorm. We noemen in dit verband het ..stervende paard", dat door een Duitser als „zoenoffer" voor ons in de oorlog aangedaan leed, aan het Kröller-Muller museum werd geschonken. Voorts beelden van vogels zoals uil, roerdomp, haan (zie Hammacher: Beeld houwkunst pl. 154). In zijn „familiewandeling" zien we een luchtiee omspan ning der ruimte. Deze vroege werken, die soms door Brancusi of Gonzales waren geïnspi reerd zijn niet op de expositie aanwezig. Hierna werkte hij steeds verder in geometrische abstracte richting en hiervan '.Hn vele voorbeelden te zien. We vrezen dat Carel Visser hiermee op een dood spoor ge raakt is. Sommige kubussen herinneren in hun open begren zing der ruimte nog aan de „fa- miliewandeling", maar vele van de uitgestalde plastieken spre ken ons minder aan. Wel zullen ze in grote formaten (bijv. 5-8 m) in een landschap een zekere architectonische functie kunnen vervullen. We zien dit bij zijn Detail van een evangeliserend schilderij van ir. Arie Visser geslaagd monument op Schiphol. Eenvoudige vormen krijgen nu eenmaal in groot for maat een monumentaal karak ter. Soms zag de beeldhouwer een speels element door bijvoor beeld roestige scharnierende ijzeren staven te gebruiken; het publiek kan en mag ze verleg gen. Meermalen werkt hij ook met rechthoekige ijzeren blok ken door deze te verschuiven tot een voor de kunstenaar har monische verhouding. In het klein zien we dat meermalen in de etalages van onze winkels. We beweren niet dat het niet goed is wat Visser in dit genre doet, maar wel. dat we de waar de van het genre op het ogen blik niet kunnen overzien,. Het werk is zeer persoonlijk en zeer eigentijds. Het eerste houdt in dat velen er geen deel aan heb ben, het tweede doet vrezen voor een snel verdwijnen met de tijd. We vragen ons af. waar deze richting toe leiden zal. Ver dere vereenvoudiging is haast onmogelijk en in de harmoni sche verdeling van alluminium wandplastieken dreigt een te rugvallen op Mondriaan. Niettemin verwachten we van Carel Visser zelf, gezien verscheidene prestaties van uit muntend niveau in het verle- steeds uitstekend leesbaar, omdat de verteltrant geens zins verouderd aandoet. Wel klinkt er het knusse toontje van het negentiende eeuws Nederlands in door, maar dat mag gelukkig bij sprook jes. Daartegenover staat, dat de griezeligheden die in de verhalen voorkomen, breed zijn uitgemeten. En dat laatste móét eigenlijk bij sprookjes. Men moet bij dit soort verhalen plezierig kunnen huiveren om de afschuwelijkheden die een Blauwbaard bedrijft om daarna des te gelukkiger te zijn als zuster Anna „einde lijk iets ziet komen". Het boek omvat de sprook jes „Klein Duimpje", „De Toverfee", „Roodkapje", „Blauwbaard", „De gelaars de Kat", „Assepoester", „Riket met de kuif", „Ezels vel" en „De schone slaapster in het bos". De gravures van Doré zijn juweeltjes op zich, zodat men alleen al daarom zou wensen het boek te bezit ten. (153 blz., 25,—.) - 1: Nauwelijks kleuren de hinderen en plukken u vruchten die de herfst ons biedt, of we moeten oi weer met het naderende voorjaar bezig houden, gezien de narcis als heraut van de lente vroege be 1 ting verlangt om tot briljante bloei te komen, gaa daar nu in huis en tuin mee beginnen. Eind oh wordt meestal als uiterste grens genomen omdat bi, i planten de narcissen laag en de bloemen klein., ki blijven. Plastiek van Carel Visser den, een omzetten van het roer als hij merkt op een uitzichtslo- ze koers te varen. Intussen zijn we er van overtuigd, dat onze zienswijze evenzeer eigentijds is als zijn werk. met alle kon- sekwenties daarvan. Vooral in de volle grond en in bloembakken op het balkon is het beter als de bollen nog voor de winter geworteld zijn. Zijn we wat aan de late kant dan kan vaak door goed diep planten onheil worden voorko men. We zorgen er voor dat de bollen minstens met acht tot tien cm aarde worden bedekt en een onderlinge afstand krij gen van twaalf tot vijftien cen timeter. De narcis heeft een sierlijke groei- en bloeiwijze, waardoor ze zich minder dan de hyacint leent voor perken en vakken, maar mooier tot haar recht komt in losse groepen in de border, onder heestergroepen en licht geboomte. Hoe natuur lijker ze daar worden uitge strooid, hoe beter later het ef fect zal zijn. Als we ze in bloembakken willen planten, afgewisseld Correspondentie aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. Het zou water naar de zee dra gen zijn. U uit te leggen wat onder „verrassingen" dient te worden verstaan. Liever praten wij. aan de hand van dit „motto van de week" even met U over de nieuwe op gaven. Wat is Uw eerste gedachte wan neer U de stelling van opgave 1 beziet? Natuurlijk: Torenoffer op h7 en dan maar zien of het lukt. Inderdaad, een redelijke en voor de hand liggende diagnose, maar., totaal misl Wat dan wél? Dat moet U zelf uitvinden! Opgave 2 bevat een stelling die voorkwam in een massakamp tus sen schoolmeisjes (I). Misschien vindt U na enig zoeken wel 1. Pd5! Pxd5 (1Dd4 2 c3) 2. Txhöl en dat is dan lang niet gek. Maar zet het zoden aan de dijk? Hoe gaat het verder na 2gxh5 3. exd5t f51 Dan is de witte aanval afge slagen. Aan U om uit te vinden waar het verrassingselement ligt. om te gebruiken wat goed en te versmaden wat niet goed is. Het schoolmeisje dat de witte stukken bediende, loste dit probleem excel lent op. Dit kunt U niet op U laten zitten, dachten wij. In opgave 3 wellicht minder het element van de verrassing, dan wel het probleem van het exact en nauwkeurig vooruit berekenen. Het (1) Uit een partij Schmidt—Köpke (Corr. partij van de BdF) gaat in elk geval niet direct met 1Lxf8! Pxb3t 2. axb3 Txf8 3. Dh6, want zwart speelt meteen 3 Ph5 en heeft dan een soort bar rière opgericht die mogelijk' zijn leven redt. Wat dan-wèl? Ook hier-, gebruiken wat goed is, wat niet goed is vervangen door Iets beters! (2) Uit een partij RoyshteynYakir (twee meisjes: Kiev 1965) OPLOSSINGEN Hieronder de oplossingen van de op gaven uit de rubriek van 4 oktober. (Het oude liedje (1) BeckerSchneider. Mel 1 Lxf2l maakte zwart het veld g3 voor zijn paard toegankelijk en na 2. Txf2 liep het allemaal amusanr vlot: 2. Pg3t; 3. Kh2 Pf1t; 4. Khl Dh2tll; 5 Pxh2 Pg3 mat. (2) Ellhardt—Burgau. Op 1 Df4? had moete- *- Tdlt; Heel mooi. oplossing", nl. 1. T8x92 Cruet de dreiging Txh2 mat. Nu Is Dxh6 ge vaarloos) Weliswaar kon wit met 2. Dxh6t Kg8 3 Dxd2' zijn tegenstander nog even de stulpen op het lijf lagen, maar ook dan geeft zwart mar door middel van 3 Tg4t; 4. Tg2 Db1t (3) SternbergKunnemann. Hier volge na 1 Dxd6? 2 Txh7tl (Ditmaal was de tegenstander klaar wakker) 2. Kxh7, 3. Dh5 mat. Heel eenvoudig, zoals U ziet. els U hel zietl (3) Uit een partij Waskan Serebrjakov (Riga 1965) Wit aan zet won. Hoe? Zie ook de tekst! Wit aan zet won op fraaie wijze. Hoe? Wit aan zet. Gevraagd, de correcte matvoering. door violen of muurbló dan zullen we eerst de pli aan de aarde moeten toevei wen en daar tussen de l zetten. Doen we het ande dan is het gevaar voor besc ging van de bollen niet beeldig. Denk zowel voor bloen ken als in de rotstuin of o muurtje vooral eens aan bi sche miniatuur narcisjes. laag blijven, klein van I zijn en vaak onder de „rotstuin narcissen" bij de ker verkrijgbaar. Geef al uw narcissen voedzaam humusrijk plek zon of lichte schaduw. I schrale grond plaatselijk schikt maken door diep s| en vermenging met blada turfmolm en oude mest (v niet vers). Hoewel narcisse ren op hun plaats kunnen ven staan en niet elke i gerooid behoeven te word de bloei meestal beter als twee jaar worden opgen en op een andere plaats w geplant. Met wat blad of molm dekken voor de win altiid goed. Voor de cultuur in huii de Franse Paperwhites fav omdat ze ongeveer vier t< weken na het opzetten bi en meteen in het volle licl plaatst kunnen worden. B dien brengen ze de lente huis als de tuin nog bezig te sterven. Toch mogen we de X' landse narcissen niet veri Ze bloeien weliswaar iets maar de bloemen zijn grol vaak meer sprekend dooi afstekend kroontje of trompet. Het kan toch i geen bezwaar zijn om deze cissen na het planten in donkere koele ruimte te staan, tot de spruiten tie lang zijn geworden. i Uitstekend voor potcij zijn de trosnarcissen Cral Geranium en Cheerfulness] bel), de trompetnarcissen 1 Master, Golden Harvest, 1 Hood en Rembrandt, de kronige Birma, Sneeuwp! en Verger en de grootkr Carlton, Flower Record, tune en Scarlet Elegance. Bollen in potten of sd kunnen in tuinaarde, grond of bulbfibre worden plant, waarbij 1/3 van dl boven de aarde mag uitsl In hun donkere schuilplaat] kêlijks water geven. Bij ce le verwarming een polyal leen zak over de pot trekkl in een donkere kast befl tot de spruiten tien cm zijn. A. C. MULLER-IDZi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 16