OVER HONDERD JAAR DREIGT WATERTEKORT ATLANTIS ZOEKEN door J. den Boef M. DORSDAY Geleerden vermoeden onthulling mysterie rondom eiland Thira ZATERDAG II OKTOBER 196» IJLAGE VAN ET KWARTET D^Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Had Plato niet zoveel opge dreven, dan zou waarschijn- k nooit iemand zich druk gemaakt over Atlantis, dit nu een weggezonken andengroep, een verdwe- n imperium of een verzon- n continent zou zijn ge est. Hij deed het echter wel zo uitvoerig, dat velen het er de eeuwen heen niet iden laten, op zoek te gaan. rijn talrijke boeken over ge- bliceerd, maar niemand kan t enige zekerheid zeggen, lar de catastrofale gebeurte- zich afspeelde. Ie Egyptische priester vertel- Solon van een legermacht, ke eens uw staat overwel- le, die vanuit de Atlantische oceaan overmoedig tegen geheel Europa en Azië optrok. Destijds kon die zee nog bevaren worden. Voor de ingang, die de „zuilen van Herakles" heet, waarmee Gibraltar zou zijn bedoeld, be vond zich een eiland, groter dan Azië en Libye tesamenge- nomen, van welke de reizigers uit die dagen de toegang tot de overige eilanden, van deze ech ter naar het gehele tegenover liggende, aan deze zee gelegen vasteland openstond". „Het binnenste van deze in gang", aldus het verhaal van de priester, „lijkt op een haven met een nauwe invaart. Het moet echter een echte zee ge weest zijn, zodat het omliggen de land met het volste recht een vasteland kan worden ge noemd. Op dit eiland Atlantis verenigde zich ook een grote indrukwekkende macht van ko ningen, aan wie het hele eiland, alsmede vele andere eilanden en delen van het vasteland ge hoorzaam waren". „Bovendien heersten zij ook binnen (de zuilen van Herak les), hier in Libye tot Egypte, in Europa echter tot Tyrrhenië. Omdat echter in latere tijd zich geweldige aardbevingen en overstromingen voordeden, ver zonk toen een vreselijke dag en een vreselijke nacht aanbra ken hun gehele legermacht in één keer onder de aarde en op dezelfde wijze werd ook het eiland Atlantis door verzinking in de zee aan de ogen onttrok ken. Daarom is ook de toenma lige zee onbevaarbaar en on- doorzoekbaar geworden, omdat de op geringe diepte voorko mende modder, die het ver dronken eiland achterliet, hin derlijk wérd". Later verhaalt Plato van de zeegod Poseidon, die Atlantis had gekregen, toen de goden de aarde onder elkaar verdeelden. Hij bevolkte het eiland met zijn eigen nakomelingen, die hij bij een sterfelijke vrouw verwekte. Aan de zeekust, tegen het mid den van het eiland, lag een vlakte, die vruchtbaarder en mooier geweest moet zijn dan welke andere. In de nabijheid ervan bevond zich naar het midden een kleine berg. Poseidon was verliefd geworden op een meisje van huwbare leeftijd, dat alleen op de berg woonde, nadat haar ouders wa ren gestorven. Het verhaal zegt dan verder, dat hij zich met haar verbond en de heuvel, waarop zij woon de. tot een vesting maakte, doordat hij hem rondom door grote en kleine gordels afwisse lend met water en aarde af grensde, nl. twee van aarde en drie van water. De heuvel werd daardoor voor mensen ontoe gankelijk, omdat men destijds vrijwel geen schepen of scheep vaart kende. Ook liet hij twee stromen uit de aarde komen, de ene met warm en de andere met koud water, waardoor de aarde alle soorten voedsel in voldoende mate kon voortbren gen. Verder aldus Plato ver wekte hij vijf mannelijke twee lingen, liet ze opvoeden en gaf (nadat hij het gehele eiland At lantis in tien delen verdeeld had) de eerstgeborene van de oudste tweeling de woonplaats van zijn moeder en het omrin gende gedeelte. Poseidon maak te hem koning over de anderen, die stadhouders werden. Allen gaf hij namen: de oudste noem de hij Atlas „naar wie ook het gehele eiland en de zee ge noemd werden, die daarom de Atlantische heet". Plato schrijft nog veel meer over Atlantis en zijn bevolking, over bodemschatten als goud, zilver, koper en een 'zeer be geerde delfstof, die ontstaan was uit een verbinding van ko per en tin. Het geslacht der oli fanten was er zeer talrijk. Er ontstonden vele tempels en pa leizen, waarvan een schitterend heiligdom ter ere van Poseidon alles overtrof. Ook kreeg het eiland de beschikking over een uitstekend kanalensysteem, een haven met dokken, renbanen en een groot leger, dat alleen at 60.000 hoofdlieden had, één uit elk gebied van 10 maal 10 sta diën. Het eiland raakte echter in verval, toen de koningen zich niet meer aan de belangrijkste wetten hielden. Zeus riep de goden bijeen om de ontaarde bevolking te laten boeten. De mededelingen van Plato eindi gen echter met de aankondiging „en hij sprak tot hen: Uit hetgeen hij daarvoor opgete kend had moest worden opge maakt, dat de goden onder lei ding van Zeus besloten, Atlan tis van de aardbodem te laten verdwijnen. Dat gebeurde dan in één vreselijke dag en nacht. Maar tientallen eeuwen later heeft nog geen enkele onderzoe ker de dicht aan de oppervlakte liggende resten van het legenda rische rijk kunnen vinden. Het behoeft niet te bevreem- het stelde, schade, toebracht aan de Thames of er afval in depo neerde, veroordeeld tot een stevi ge boete. Dit was echter uitzonde ring, want normaal regenereerde het water zichzelf. Nog niet zo lang geleden kon den de bewoners rond het meer van Constance het water daarvan zonder voorafgaande behandeling en zonder gevaar drinken. De droom van de natuurlijke bron waar men zich laaft aan koel wa ter, zo aan de aarde ontsprongen, raakt echter ten einde. Industrie en landbouw met al hun afval zijn hieraan niet alleen schuldig. Ons dagelijks leven en ons levenspeil dat op zichzelf een reden tot vreugde nog elke dag stligt, vereisen steeds meer zuiver water, dat wij vervolgens weer verontreinlngen door de nieu we waterverslindende apparaten (wasmachines o.a.) waarover wij tegenwoordig beschikken. Ook voor onze vrijetijdbesteding ge bruiken wij water en maken het vuil, zoals met plezierboten, wa tersport, enz. en deze verontreini ging maakt op haar beurt het vis sen weer onmogelijk. Er zijn zoveel oorzaken en ge volgen op te noemen, dat een kor te maar krachtige omschrijving var. de 'verschillende types verontreini ging moeilijk te gev&n valt. In een rapport van Europese experts wordt een waterweg verontreinigd genoemd wanneer „de samenstel ling of de toestand van zijn wate ren ten gevolge van de mense lijke activiteit zodanig gewijzigd is dat deze zich minder gemakke lijk lenen voor al die doeleinden waarover zij in hun natuurlijke staat zouden kunnen dienen". Onverschillig of deze wijzigin gen meer of minder specta,j|air zijn, dient men het verontreinigde water onafgebroken te zuiveren. De zuiveringstechnieken waarover men tegenwoordig beschikt, zijn vaak kostbaar, ze kunnen echter ook wel eens geld in het laatje brengen: in Chicago bijvoorbeeld wordt uit rioolwater vitamine B12 gewonnen. De problemen betreffende het water onderscheiden zich hierin van vele andere, dat zij onmisken baar steeds de gehele ge meenschap aangaan. „Water kent qeen grenzen" zegt men wel en ieder zal dit onmiddellijk in abso lute zin opvatten. Toch zullen wij, wat we ook willen ondernemen en wat ook onze doelstellingen mo gen zijn, gemeenschappelijk moé ten handelen. Binnen hun nationale wetgeving hebben de lidstaten van de Raad van Europa inderdaad bepaalde Zo zag de tekenaar in Jules Verne's boek ,20.000 mijlen onder zee' de ondergang van Plato's Atlantis. den, dat het juist Grieken zijn geweest, die de aantekeningen van Plato in verband hebben gebracht met eilanden, die wat „dichter bij huis" liggen. Eén van hen is de bekende archeo loog professor Spiridon Marina tes, die al lange tijd in de over tuiging leeft, dat Atlantis Grieks is. Onder zijn leiding heeft kort geleden een team van meer dan 100 wetenschapsmensen uit ver- verschillenden landen een on derzoek ingesteld op het eiland Santorini, waarvan de oude naam Thira is. Ook Kreta werd op de „ontdekkingsreis" bezocht. Thira was een heilig eiland gedurende de bloeitijd van het Minoïsche rijk, dat van Kreta uit geregeerd werd. Het eiland zou omstreeks 1500 voor Christus zijn geteisterd door een hevige aardbeving. De enorme vloedgolf, die er op volgde vernietigde waarschijn lijk de beschaving van Kreta. Dit is ook de mening van pro fessor Galanopoulos, de belang rijkste seismoloog van Grie kenland. Hij wil echter nog verder gaan en suggereert, dat Thira het centrum van aanbid ding in het Minoïsche rijk en tevens het hart van Atlantis was. Galanopoulos zegt dit in het boek „Atlantis, de waarheid achter de legende", dat hij pu bliceerde in samenwerking met Edward Bacon, archeologisch redacteur van The Illustrated Londen News. Met overtui gingskracht tracht hij de oude opvattingen over Atlantis te ontzenuwen. Geen verzonken rijk in de Atlantische Oceaan (die overigens niet naar de eerste koning van Atlantis, maar naar het Atlasgebergte werd genoemd). Ook geen ver dwenen imperia in Tunesië, de Noordzee (ook Nederland werd eens verondersteld er iets mee te maken te hebben), de In dische oceaan en andere gebie den, waar men vergeefs gezocht heeft. Aan de hand van bestudering van vloedgolven, veroorzaakt door aardbevingen, kan prof. Galanopoulos bij benadering vertellen, wat gebeurd moet zijn, toen Thira werd ge- -M- Watervervuiling: aanslag op 't leven. oplossingen geadopteerd en er zijn zeer zeker opvallende resulta ten bereikt, zoals sinds 1904 de Emsher-coöperatie in de Duitse Bondsstaat, de Duitse wetsbepalin gen van 1957, de Engelse wetten vön 1876, 1951 en 1963, de water werken in Nederland en de Franse wet van 1964. Voor het gemeenschappelijk wa terverbruik door particulieren zijn in het privaatrecht de regels van goed buurmanschap vastgelegd, maar wat langzamerhand nodig wordt, is een plan voor het qeheel of zelfs méér dan dat. nl. een door verbonden aan de Raad van Europa humanistische benadering van het waterprobleem. Het waterverbruik dient gereglementeerd te worden en het water zelf dient onder geschikt te worden gemaakt aan het algemeen welzijn, uiteraard steeds binnen het kader van de regionale planning. Aan de Belgische senator Geor- qes Housiaux. die op 1 oktober 1965 bij de Raad van Europa een rapport indiende over de kritieke situatie van het water in Europa, danken wij de eerste ge meenschappelijke actie in de strijd tegen de waterverontreiniging in onze streken. Het rapport werd door de Raadgevende Vergadering eenstemmig aangenomen. Deze eerste stap heeft tenslotte geleid tot het ontwerp voor een Europese Conventie inzake bescherming tegen zoetwaterver ontreiniging van 12 mei 1969, eveneens afkomstig van Housi aux, dat een nauwkeurig omschre ven reglementering geeft. Daartussenin kwamen nog het Europese Accoord Inzake de be perking van het gebruik van be paalde reinigingsstoffen in was- en schoonmaakmiddelen van oktober 1968, en op 6 mei 1968 de procla matie van het Europese Handvest inzake het Water, opgesteld door de Raad van Europa. Deze uiterst belangrijke tekst legt in twaalf punten de morele en praktische voorwaarden vast voor de ge meenschappelijke bescherming van onze zo kostbare en betrekkelijk schaarse zoetwaterbronnen in het natuurlijke bekken. Inventarisatie van deze bronnen, beheer hiervan, wetenschappelijk onderzoek en een meer uitgebreide voorlichting van het publiek zijn noodzakelijk. Water is een gemeenschappelijk en ondeelbaar erfgoed dat niet al leen zijn zuiverheid dient te be houden of te herkri|gen, maar dat méér van de mens vraagt, zoals eerbied voor het landschap en voor zijn natuurlijke omgeving. Bescherming van de plantengroei is immers onontbeerlijk, wil het wa ter zich voortdurend kunnen ver nieuwen. Water betekent leven. Iedere ge neratie draagt verantwoordelijkheid voor deze rijkdom een moeiza me, nooit aflatende taak die echter een eerlijke verdeling voor ieder verzekert. Onze behoefte aan wa ter en de noodzaak het te beschermen brengen ons vanzelf tot eerbied voor de natuur en sti muleren ons om ons voortdurend In te zetten voor een Verstandig gebruik van de natuur tot heil van de gehele mensheid. teisterd. Hij herinnert er aan, dat de vloedgolf die de Kra- katau vorige eeuw veroorzaak te, op Java en Sumatra, niet minder dan 36.000 mensen deed omkomen. De krater van Thira is vijf maal zo groot als die van de Krakatau. De catastrofale gevolgen van de uitbarsting op Thira zouden dan ook vele ma len ernstiger zijn geweest dan die van de Krakatau. Prof. Marinatos heeft bij Am- nisos een dikke laag puimsteen ontdekt en tevens steenblokken die door de zee zouden zijn weggezogen. Hij sluit de moge lijkheid niet uit, dat de Egyp tische priesters eeuwenlang eer, verminkte versie hebben door gegeven van wat op Thira ge beurde, toen zij Solon omstreeks 500 voor Christus over Atlantis vertelden. Dit zou ook gelden voor de mededeling aan Solon, dat de catastrofe zich 9000 (en niet 900 zoals men wat Thira betreft moet aanne men) jaar tevoren had af gespeeld. Het wordt echter moeilijk, prof. Galanopoulos te blijven volgen, als hij beweert, dat Pla to het over twee eilanden had (en niet één) en daarmee wil verklaren dat het eens cirkel vormige Thira de oude metro polis van Atlantis was, terwijl Kreta de rest van de staat vormde (op Knossos na zouden alle steden van Kreta zijn ver nietigd.) Niettemin zijn er vondsten gedaan, die voedsel geven aan de veronderstelling van Galanopoulos en Marinatos. De oceaanvorser James W. Ma- vor schrijft daarover in zijn boek „Reis naar Atlantis". Mavor maakte vier jaar gele den al kennis met de ideeën van prof. Galanopoulos. Met moderne apparatuur ging hij naar Thira om de diepten te verkennen. Samen met prof. Marinatos vond hij onder puimsteen en as de bevestiging van Thira's Minoïsche verleden, dat al door eerdere opgravingen aan de dag was getreden. Mas sieve stenen muren, kruiken, fijn aardewerk en zelfs frag menten van fresco's kwamen aan het licht. Aangezien Mavor bij het onderzoek te hard van stapel liep en daarbij in conflict kwam met de gereserveerde ar cheoloog Marinatos, mocht hij niet meer aan verdere opgra vingen meedoen. Er bestaat ook een lezing, volgens welke het Middellandse zeegebied omstreeks 1500 voor Christus grote veranderingen heeft ondergaan. De bij Thira ontstane vloedgolf zou dit hele gebied hebben getroffen en ook de handelsvloten, die Atlantis verbonden met zijn koloniën in het westelijke deel van de Mid dellandse Zee, hebben verzwol gen. Volgens deze lezing zouden overlevenden van de afgelegen koloniën zover zijn weggetrok ken, dat zij hun naam gaven aan het Atlasgebergte en aan de Atlantische Oceaan. Zo zou ook de verminkte overlevering van de Egyptische priesters verklaarbaar zijn. Een derde boek, „Einde van Atlantis", tracht de geleerden met beide benen op de grond te houden. Het is geschreven door J. V. Luce, die al vele veron derstellingen heeft ontzenuwd. Hij heeft ook het onderzoek van prof. Marinatos op de voet gevolgd. Luce gelooft, dat de le gende van Atlantis een harde kern van waarheid bevat. Hij ziet echter geen reden om aan te nemen, dat Thira de metro polis van Kreta of Atlantis was. De illustraties in zijn boek, ge ven een duidelijk beeld van de Minoïsche beschaving. Naar zijn oordeel betekende het einde van Atlantis het ver dwijnen van de Minoïsche in vloed in het Middellandse zee gebied en niet een catastrofe, waardoor Thira werd ge teisterd. Het is een nuchtere kijk óp een onderwerp, dat in de loop der eeuwen tot de wildste conclusies aanleiding gaf. En dat alleen, omdat Plato ongeveer vier eeuwen voor Christus aantekeningen heeft gemaakt over verhalen, die door mondelinge overlevering bewaard waren gebleven. Even min als het Monster van Loch Ness is het Atlantis van Plato geneigd zijn geheim prijs te ge ven. NOrd.cn Een .plattegrond' van Atlantis (uit W. Brandenstein's .Atlantis', Wenen 1951). i het Monster van Loch Ness trekt nu het 'verzonken rijk' Atlantis de aandacht van talrijke leerden. Zij zoeken het echter niet in de Atlantische oceaan, waar het volgens de be- hrijvingen von Plato zou zijn gesitueerd. Hun onderzoek richt zich op een eilandengroep, die el dichter is gelegen bij het land, waar de Griekse wijsgeer leefde en werkte, nl. in het ibied ten noorden van Kreta. Plato had overigens zijn verhalen over het tijdens aardbevingen i vloedgolven in zee verdwenen eilandenrijk bepaald niet uit de eerste hand. Hij tekende «hts op wat bewaard was gebleven van de bevindingen van de wetgever Solon. En die had het zijn beurt op een reis naar de Nijldelta vernomen van Egyptische priesters, die het weer van ongeveer duizendjarige overlevering van generatie op generatie moesten hebben. Water betekent leven. 'rijwel overal is water en dat lijkt de gewoonste -(van de wereld. Er moet een ramp gebeuren, zoals ontsnappen van ruwe olie uit een tankerlading, en l dan komen de problemen in de actualiteit. En als its aan de hand is met het water van onze rivieren, s de recente vergiftiging van de Rijn door een vat isulfan, eerst dan worden wij ons bewust hoe nauw allen betrokken zijn bij de problemen van het zoet- Br, waarvan wij de aanwezigheid als zo vanzelf- kend beschouwen dat wij vergeten hoe kwetsbaar 1 in feite is. 'ater betekent leven. Ons am bestaat voor maar I 60% uit water. Water is noodzakelijke levensvoor- s de, doch het is niet on- ittelijk. Slechts twee pro van al het water op aarde t geen zout. Als we de 00 kubieke kilometer in dampkring niet meereke- I dan is er op onze gehele ieet slechts 500.000 ku- e kilometer zoetwater het- aan de oppervlakte (in en, plassen en rivieren) ij ondergronds (in grotten ironnen). izenden iaren lang zorgde de irlijke, ononderbroken cyclus bet water voor voortdurende "ling, zodat ruimschoots werd iien in de behoefte van die iden dié hun beschaving aan water zelf te danken hadden, iterke bevolkingsaanwas en nelle ontwikkeling van de in- ie dreigen echter deze cyclus erbreken. We hebben zulke ne hoeveelheden water nodig nze reserves geen tijd krijgen ich te herstellen. 1 geen maatregelen worden ffen, zal er over honderd jaar mstig gebrek aan water zijn. i een dergelijke omvangrijke bestaan gelukkig al doeltref- 1 bestrijdingsmiddelen. De ting van het zeewater is i een economische mogelijk- ofschoon nog slechts bij uit- f ïring toegepast. °ra| jn de westelijke landen sn steeds diepgaander onder- 1 ngen gedaan naar de natuur cyclus van het water. Hler- weten wij dat, in afwachting een andere oplossing, de likbare hoeveelheid water di rect aanzienlijk vergroot kan wor den door rationeler verbruik. Met name dient men waterverlies door verdamping tegen te gaan, de wa terwegen moeten gekanaliseerd word&n om het nutteloos weglopen van water te stoppen of althans te verminderen en voor alles dient feller dan ooit de strijd te worden aangebonden tegen het grootste gevaar, zoetwatervijand nummer één, de waterverontreiniging. Behalve vergroting van de reser ves is. ook het behoud en de ver betering van zoet water, dat zijn natuurlijke kwaliteiten moet bewa ren of herstellen, een probleem dat de Europese landen al sinds lang bezighoudt. Vijf eeuwen geleden werd een ieder die, zoals de Engelse wet Waterwinning stelt hoge eisen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 13