Grossier in blazoenen Liguster het meest in trek schaa k PUZZEL VAK DE WEEK HOBBY VAN OUD-BURGEMEESTER door Ton Hulst SLEEN Suriname Kenmerken ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1969 HOR.: 1. stellig. 6. rangtelwoord; 11. korte kous; 12. bout van een var ken; 14. aanw. voornaamwoord; 16. landbouwwerktuig; 18. livreiknecht; 20. rondhout; 21. de maangodin; 22. flink; 23. boom: 24. munt in Nederl. (afk.); 26. familielid; 27. muzieknoot; 28. sociëteit (afk.); 30. voorvoegsel. 32. zangstem; 34. voornaamw 35. lengtemaat (afk.); 37 boom; 38. water In N.-Brab.; 40. schrander; 41. mondeling; 42. kort muziekstuk; 43. tel woord (Fr.); 44. karaat (afk.); 45. scheik. element (afk.); 47. rondhout; 49. nauw; 51. lied; 53. platvis; 56. maanstand; 58. overblijfsel bij ver branding; 59. geluid van een ezel; 61. vreemde munt (afk.); 62. water in N.-Brab.; 64. zoutachtig veen; 65. emeritus (afk.); 66. kubieke meter; 69. muzieknoot; 70. onbep. voornaamw.; 72. telwoord (Eng.); 73 beet; 75. sieraad; 76. wijnsoort. VERT.: 2. boom; 3. staartster. 4. maanstand. 5. vaste rantsoen; 7. be kende afkorting; 8. eenvoudig; 9. lidwoord; 10. tuchtroede; 12. uitroep 13. voornaamw.; 15 Nederl schilder; 17. verstandig; 18. 'aag schoven op de dorsvloer; 19. meisjesnaam; 20. zaak (Lat.); 25. muz.-eknoot; 26. oude Inhoudsmaat (afk.); 28. rivier in Frankrijk; 29 maanstand; 31. wijzer van een kompas; 32. spil van een wiel; 33. gebak; 34. vogellijm, 36. Insektje. 37. priem; 39. vogel; 44. gewicht (afk.); 46. afnemend getij; 48. uitruster van schepen; 50. bijwoord; 51. rund; 52. voedsel; 54. een borrel aan boord; 55. medicinaal gewicht; 57. bakje-, 58. voegwoord; 60. vaarwel; 61. horizon; 63. leeg; 67. meisjesnaam; 68. muzieknoot; 70. familielid; 71. deel van een Franse ontkenning; 73. uitroep; 74. rivier in Italië. •21 .ark. 22 eet. 24. somma. 25. graat 26. netel, 28 .poets, 30 Aar, 32, nol, 37 been. 38. kin. 39. pet, 40. spar, 42. stlns. 44. oot, 46. otter. 48. rad. 50. mei. 51 dia, 52 res, 53. pek. 54. elk. 57. dia, 52. res. 53. pek. 54 elk. 57. In. 58. la. INZENDINGEN Oplossingen, uitsluitend op briefkaart, worden voor donderdag aan ons bureau verwacht In de linker bovenhoek vermslden: „Puz zeloplossing". Er zijn drie prijzen: een van f 10 en twee van f 5. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL" Horizontaal: 1. aap. 3. dalta. 7 sta. 10 et, 11. dog. 12. tek. 14. el. 15. moker. 18. koter. 20. ork. 21. als. 23. som. 24. ata. 25. groen. 27 esp. 29. bark. 31. tent. 33. ml. 34. Aa. 35. To. 36. de. 37. brak. 39. pels. 41. asa, 43. fioai. 45. pos, 47. ter. 49. not. 50. mat. 51 dinar. 63. perte. 55. in. 56. del. 58 lal. 59 el. 60. ast, 61. «naak. 62. ark. Verticaal: 1. Eem. 2. etoot. 3 dor, 4 ea. 6. tt. 8. aak. 8. teems. 9. air. 11. Sfc J* Kcs. 16. krab. W. blo. 10. toet. „Niets belet ons Nederlan ders om vandaag de dag een familiewapen aan te nemen, maar een officiële vaststelling is niet mogelijk, omdat alleen adellijke wapens zijn gere gistreerd. In Engeland is een familiewapen erfelijk, maar dat kost wel verschrikkelijk veel geld. Ook hier in Neder land zou daarin voor de mi nister van financiën een prach tige bron van inkomsten zit ten. Toen Vondeling nog mi nister was, heb ik hem dat wel eens gesuggereerd, maar dat viel bij hem natuurlijk niet in goede aarde". Praten met oud-burgemeester mr. G. A. Bontekoe (68), laat stelijk van de Friese gemeente Ooststellingwerf, betekent zoiets als het ondergaan van een college heraldiek. Dat is dan ook niet zo verwonderlijk als men weet, dat de wapenkunde bijna zijn tweede leven is. „Met je bestuurlijke ambt is het zo, dat je vandaag of morgen wordt bedankt. Eerst viel het mij erg moei lijk om er uit te zijn, maar het effect is tenslotte geweest, dat ik nu meer ontwerpen kan maken dan toen mijn ambt mij nog dagelijks geheel opeiste". Met het maken van ontwer pen voor wapens begon mr. Bontekoe In 1927, toen hij bur gemeester van de Drentse ge meente Sleen werd. „Als gebo ren Fries vond ik het gek, dat deze gemeente, zoals trouwens bijna alle Drentse gemeenten, geen wapen had. Mijn vrouw had de akte middelbaar teke nen mét als bijvak heraldiek en zij hielp mij een wapen voor Sleen te ontwerpen. Toen dat gebeurd was, kwamen achter eenvolgens de burgemeesters van Oosterhesselen en Gasselte ook om een wapen vragen", al dus oud-burgemeester Bon tekoe. Zo kwam het, dat er door de Drentse gemeenten als het wa re een run naar een eigen wa pen begon en mr. Bontekoe was zo goed niet, of hij maakte ze. Die eerste drie Sleen, Ooster hesselen en Gasselte ken merkten zich vooral door de ramskoppen: Sleen en Ooster hesselen hadden er ieder drie en Gasselte één. Daarna bracht mr. Bontekoe ook andere heral dische troeven op tafel. „Aanvankelijk hielp mijn vrouw me met tekenen, maar toen het werk wat meer om vang nam. zei ze, dat ik het zelf maar moest doen." Na de oorlog hadden vijf Drentse gemeenten nog geen eigen wapen en mr. Bontekoe, die in 1938 inmiddels burge meester van Ooststellingwerf was geworden, ging erheen om zijn diensten aan te bieden. Dit jaar volgde nog de gemeente Coevorden, die weliswaar een wapen uit de Franse tijd had. maar wel eens wat anders wil de. Mr. Bontekoe had inmiddels ook al in opdracht van het Drents Genootschap een vlag voor Drenthe ontworpen, ter wijl ook waterschappen zijn hulp inriepen. In 1965 kreeg hij de culturele prijs van Drenthe. „Van het een kwam, zoals al tijd, het ander," zegt de heer Bontekoe. „In Overijssel heb ik de meeste waterschappen aan een wapen geholpen, in Drenthe alle en in Friesland een stuk of tien. Op het ogenblik ben ik in Noord-Brabant be zig. Nu ik geen burgemeester meer ben, heb ik wat meer tijd om aan de ontwerpen te beste den en het gebeurt nu ook meermalen, dat ik met een stuk of 6-7 modellen bij mijn „klan ten" kom. Of eigenlijk is klant een verkeerd woord, want ik heb dit altijd kosteloos ge daan." Mr. Bontekoe heeft sinds 1927 ongeveer 80 overheidslichamen aan een eigen wapen geholpen en hij heeft dat steeds met evenveel plezier gedaan; „Ieder wapen is weer een scalp aan mijn gordel." Hij doet wel inspi ratie op in Schotse en Engelse heraldische boeken en „als ik iets vind, dat ik hier kan ge bruiken en het wordt aanvaard, dan vind ik dat bijzonder leuk." Verder heeft hij een aan- tal onofficiële wapens ontwor pen, zoals voor de midget golf club en de plaatselijke h.b.s. Hoewel de oud-burgemees ter ook wel vlaggen heeft ont worpen, ligt hem dat niet zo goed. Hij zegt; „Als een gemeen tebestuur een vlag wil hebben, wordt mij er wel eens om ge vraagd. Dat doe ik dan ook, maar het is in mijn ogen nogal moeilijk. Bij een vlag spelen tal loze factoren een rol. Hij kan wapperen en stil hangen en ik vind het moeilijk een ontwerp te maken, dat het onder die omstandigheden nog „doet". Daarbij komt ook, dat gemeen- tevlaggen te weinig worden ge bruikt. Een wapen is vaak het visitekaartje, terwijl de vlag op zolder blijft" Vlaggen worden niet geregi streerd, maar bij raadsbesluit vastgesteld. Wapens daarente gen, tenminste wapens van overheidslichamen, worden ge registreerd in de officiële wa penboeken, die berusten onder de hoge raad van adel, nadat ze zijn vastgesteld bij Koninklijk Besluit onder verantwoordelijk heid van de minister van Bin nenlandse Zaken. De ongeveer tachtig die mr. Bontekoe er op zijn naam heeft staan, nopen hem echter niet het rustiger aan te gaan doen; „Het Is een stille eerzucht van me om de honderd vol te maken." Mr. Bontekoe beschouwt zijn activiteiten in de heraldiek zui ver als een hobby, die wel wat geld mag kosten. Hij zegt: „Als ik jaag, moet ik een geweer ko pen en een jachtveld huren en Al eeuwenlang zijn ha gen gebruikt als erfaf- scheiding. In de zeven tiende eeuw werd zelfs elk onderdeel van de tuin door hoge hagen omgeven en bloemperkjes in strak geschoren boxushaagjes gevat. Elk tuinfragment had daardoor een verras send element, omdat men het niet kon overzien, ter wijl we thans de haag al leen aanplanten als wind- kering, ter bescherming van onszelf en onze plan ten tegen de onaange name westen- en noorden wind en om meer vrijheid te genieten. Ontegenzeggelijk geeft een haag meer intimiteit aan de tuin, maar aan de andere kant kan hij ons uitzicht belemme ren, in kleine tuinen bovendien veel zon wegnemen. Dat is een kwestie van eigen inzicht. Wie met een haag wil begin nen, zal eerst met de buren overleg moeten plegen, want wat bij u de wind tegenhoudt, kan bij hen te veel schaduw geven. Daarna komt het probleem wélke haag u zal aan planten. Moet het er een zijn die zich goed laat snoeien, moet hij 's winters groen blijven of hebt u ruimte voor een losse haag, al of niet met stekels om indringers tegen te houden? De groenblijvende haag is het mooiste en ontneemt in de win ter de kaalheid aan de tuin. Daarvoor komen in aanmerking hulst, taxus, thuja en jenever bes, die zich ook goed laten snoeien. Ze zijn echter veel kostbaarder in aanschaf dan bladverliezende haagplanten. Dat de liguster nog altijd het meest in trek is. behoeven we nauwelijks te vertellen. Het is nu eenmaal een snelle groeier, vormt spoedig een dichte haag, maar is wel ontzettend al gemeen. De bekende haagliguster Ligu- strum ovalifolium is halfgroen- blijvend en het is afhankelijk van de soort winter, hoe lang ze haar blad behoudt. Staar u echter niet blind op deze soort, maar probeer 't in de stad eens met Ligustrum vulgare ..Atrovi- rens", niet alleen beter winter hard en dus minder gevoelig voor vorst, maar bovendien uit stekend bestand tegen de roke rige atmosfeer van de industrie. Donkergroen van kleur en goed dicht vertakt. Van liguster hebben we drie vier struikjes per strekkende meter nodig. Om spoedig een dichte haag te krijgen, worden de onderste takken met aarde bedekt en worden de struikjes meteen kort gesnoeid. De hoofdtak houden we het langste. Een goede haag moet van onderen breder zijn dan van boven. In maart, juni en voor 't laatst in augustus hagen snoeien, afhankelijk van de soort. Beuk en haagbeuk behoeven soms alleen maar in maart en soms nog een keer in juni on der het mes te worden ge nomen. Daar deze twee soorten hun bruine blad in de winter behouden, geven zij een aardig accent aan de tuin en zorgen tevens voor de nodige beschut ting. Waar men veel last heeft van spelende kinderen, die zich in de haag laten vallen of van bin nendringende honden, katten of konijnen, is het goed om eerst paaltjes met kippegaas in te graven, dat minstens vijftien cm onder de grond moet komen te zitten. Daarna kan dan aan de binnenkant van het gaas de haag worden geplant. Even tueel ook nog een rij aan de buitenkant zetten. Na een paar jaar is zo'n haag volkomen ondoordringbaar. Wilt u bovendien nog een steke lige afzetting, dan kunt u een keuze doen uit meidoorn, berbe ris en bottelrozen. Wie ruimte heeft voor losse ongesnoeide hagen, kan daar voor Symphoricarpus in soor ten toepassen, evenals Chaen meles (Cydonia, dwergkwe Spiraea in soorten, terwijl botanische rozen zoals Rosa gosa „F. J. Grootendorst" de hele zomer door bloeit dan nog oranje bottels schei Graaf voor elke haag geul van minstens dertig i breed in twee steek diep gespij te grond. Breng compost oude stalmest in de geul, omd| een voorraadbemesting bij i haag nodig is. Van later bijm ten komt niet veel terecht. Plant de groenblijvende gen van eind augustus tot i vember en van eind maart t eind april en de bladverlij zendé in de rusttijd vanaf t oktober tot eind maart vorst- en sneeuwvrij weer. Taxushagen op een buiten plaats, ter beschutting van de borders en dooi de merk waardige snoei tevens een ver sieringsobject. Sheoratan Correspondentie aan de heer A. J Ivens, Frankenslag 69. Den Haag Het bezoek dat internationaal grootmeester Sijbrands en uw re dacteur op uitnodiging van de ver eniging NAKS aan Suriname heb ben gebracht, heeft waardevolle perspectieven geopend. Suriname bleef tot nu toe vrijwel verstoken van internationaal nieuws. De dam mer In Suriname hield zich niet bezig met studie en analyse. Bij gebrek aan vergelijkings maatstaven overschatte men het eigen kunnen. De komst van Sijbrands heeft zelfs de meest verstokte te genstander van atudla overtuigd. dat hun top de laatste decennia niet vooruit gegaan is. in te genstelling tot het buitenland. Het dammen is in Suriname po pulair als in weinig andere landen. Het gemiddelde peil is zeer goed te noemen. Vrijwel iedereen speelt er dam. zelfs 's avonds laat wordt er op straat gespeeld. Ook met troonkurk&n kan men goed uit de weg als schijven ontbreken. Suri name heeft eens per veertien da gen schooldammen op de televisie. Op meerdere scholen wordt het de kinderen onderwezen. Als damland heeft Suriname een enorme toe komst. Wij willen er naar vermogen 38n medewerken dat Suriname toonaangevend gaat worden voor geheel Zuici-Amerika. Na afloop van da partij maanda de Surinaamse kampioen dat hij remise ver zuimd had door deze spelgang: 1319; 23x14, 24—29; 33x28, 15—20 (op 25—30 Is er gaan tempo); 24x15, 3—9; 14x3. 25—30; 11x42. Echter 40—34, 42—47; 15—10. 47—33; 10—5, 33-28; 32x23, 21x41; 43—38, 26x37; 38—32 doet hel spel toch verloren 0«Vfc evenals andere raogoUjkhedstv Hl| speelde echter 3732? waarna zwart met 2530 en dan 2228 er beter zou zl|n afgekomen. Nu hl| direct 22—28; 33x3!, 26x48; 47—41. 24x42; 43—38. 42x33; 39x28, 48x30; 35x2 en kon opgeven-. Sijbrands. Wit: 27, 28, 30, 32 t-m 35, 37. 38, 41, 44 t-m 50. Wit toeelde reeds enige zetten op prachtige combinatie die hij met i laatste zet 3934 uitlokte. Zwart i woordde met 20—25? en kon Inpakken 27—22. 18x27; 33—29, 24x31; 44—; 27x38; 41—3711. 23x41; 46x8. 3x12; 39- 38x29; 34x3, 25x34; 3x26. Het afnemen van de witte dam hl niet. Een luweeltjel A i. Iveru als ik vis, moet ik een hengel aanschaffen. Een hobby kost nu eenmaal geld." Wat bij veel waterschappen moeilijk is, namelijk het terug grijpen op de geschiedenis, kan bij de meeste gemeenten wel, hoewel mr. Bontekoe bij de Wieringermeer wel moeilijk zat; „Het was maagdelijk ter rein, zonder geschiedenis, waar ik op terug kon grijpen. Van het feit, dat de Duitsers er de dijken hebben doorgestoken, heb ik gebruik kunnen maken. Bij de gemeente Noordoostpol der, waarvoor ik ook het wa pen heb gemaakt, was dit veel eenvoudiger, omdat dit herwon nen gebied was met een bijzon der rijke geschiedenis." Oud-burgemeester Bontekoe zegt, dat hij bij zijn creatieve arbeid niet altijd even gemakke lijk werkt: „Als de inspiratie over je komt is het een kleinig heid, maar soms zit ik er ook tijden over te dubben. Een wa pen moet géén illustratie zijn. De gemeente Hensbroek heeft bijvoorbeeld een wapen: een korte broek met een kip erop. Dat is het natuurlijk niet: het is alleen een sprekend wapen, dat appelleert aan de naam van de gemeente." -fr Antennes behoren ook tijdens de sterkste stormen te blijven functioneren. Een kleine king (van bijvoorbeeld de stand van de antennes) kan de ontvangst al nadelig beïnvloeden. 0 vast te stellen of nieuwe modellen ook op de lange duur aan alle (strenge) eisen voldoen, m« teert Siemens antennes op bergtoppen, waar ze zijn blootgesteld aan stormen en extrei temperatuurschommelingen. Tijdens een inspectietocht, werd op de top van een berg deze foï gemaakt. Correspondentie aan de heer H. J. I. Slavekoorde Goudreinetstraat 125, Den Haag. Een van de factoren die in het praktisch schaken veel bijdragen tot succes, is het correct opsporen van de speciale kenmerken van de stelling van de tegenstander èn van de eigen stelling uiteraard, ge volgd door het juiste gebruik ma ken van die speciale kenmerken. Het veronachtzamen van deze fac tor kan tot falen d.w.z. verlies leiden. Eén van die speciale kenmerken is: de pionnen8tructuur van de vij andelijke of de eigen koning. Het is: de pionnen8tructuur van de vlj- rulneerde pionnenstelling in de na bijheid van de koning de te genstander taktische kansen geeft. Hoe vaak is een pionnenstelling als f6, f7 en h7 (zie opgave 1) de zwartspeler niet noodlottig gewor den? Hoe vaak Is een plonnenfor- matie gelijk die van de zwartspeler in opgave 2 het is eigenlijk niet bijvoorbeeld in opgave 3, waar de witte pionnenformatle (f2, f3 en h2) het evenbeeld Is van die in opgave 1, met verwisselde kleuren. Men merke op dat ditmaal de (witte koning nog niet gerocheerd heeft. Voorts zal men bemerken dat in dit geval zwart zijn kansen overschat. Hoe dan ook: het scherp taxeren van de wederzijdse ^iionnenforma- ties is en blijft een uiterst nuttige zaakl OPLOSSINGEN Hier volgen de oplossingen ven de opgeven uit onze rubriek van 23 au gustus (Bijstand), waarin helaas de aan duidingen bij de diagrammen zijn wegge vallen. (1) Osnos-luehtman (Sovjetunie 1969). Die ene zet die zwart moest doen was 1. Le3ll Kijkt u het maar na. De belde witte torens ataan „fit" en kunn^ met schaak genomen worden. Deer geen verweer tegen. (2) Smyelov-Benko (Monaco 1969). 1. Pg5l Kf6 kwam de donderslag heldere hemel: 1. Kftl en nu la zw gedwongen de kwaliteit te geven. Als Te2 zich In veiligheid brengt Is pion ontpend en volgt 3. Ml, waarr wendbaar Tf7 mat dreigt. Na de vluel poging 3. Kf5 zou natuurlijk eeret h3l volgen. Benkö speelde: 2. 3. Kxf2 Kxg5 en verloor snel: 4. Ke3 K 5. b5 Kh3 6. Tc4 Pb2 7. Tc2 en zwart het op. (3) Teschner-Portlach (Monaco 196fleP Ne 1. Txd5? had zwart 1. Df2l! moid1 ten spelen, waarmee hij zou hebbt eze gewonnen. Nu gaat 2. )Txf2 niet gens 2. Teil Aan de andere dreigt ook Dfl mat en ook nog Dxe2. Er blijft wit ill", andera over dan 2. Pg3, maar dan blij5Chi dat er nog een andere dreiging In stelling steekt, nl. 2. Dell en volgt. jeti eens een „formatie" meer niet de directe oorzaak van verlies ge worden? Toch moet men oppassen dat men uitspraken als deze niet ver absoluteert. Want de trieste bezit ter van zo'n slechte pionnenstel ling is er ook nog. Niets belet hem zijn eigen zwakheden scherp waar te nemen en passende tegenmaat regelen te beramen. Men ziet dit (1) Uit een partij Lorenzen Baranowsky (Corr.partlj) Wit aan zet won snel. Hoe? Wat volgde op 1e3? Wat volgde op tTc8? (3) Uit een partij KurzKaple (Corr.partij Joegosl. 1969) (2) Uit een partij Van Baarle J. J. Piket (Leeuwarden 1969)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 16