Veel geen inzamelaars leggen verantwoording af Recht op perfecte auto-service KORAN PREDIKT GEEN HAAT Ford-directeur Peddemors: door Monique Floor ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1969 Er is een tijd geweest, dat er bijna geen week voorbijging of men kreeg een collectebus onder de neus ge duwd. Hetzij op straat, hetzij aan de huisdeur. Dat lijkt „verleden tijd". Want de openbare straatcollecte is niet meer de grootste bron van in komsten voor iedereen die van lief dadigheid moet leven. Maar ook nu nog blijft menigeen zich afvragen, hoeveel er nu door al die acties en inzamelingen wel bij elkaar komt. En dat zal, voor een groot deel ten minste, lange tijd een vraag blijven. Want het is, ook bij „officiële instanties", ken nelijk niet mogelijk een goed en duidelijk overzicht te krijgen van wat wij jaar lijks offeren in collectebus, loterij of televisie-actie. „Het is niet mogelijk om een zelfs bij benadering volledig beeld te krijgen van de totale publieke offervaardigheid", zo staat het in het „Verslag over de verrichtingen van hel Centraal Archief en Inlichtin genbureau inzake het inzame lingswezen". Uiteraard doet dat Centraal Archief wel pogingen een over zicht te krijgen. En er zijn ge noeg inzamelende instanties, die wèl melden hoeveel ze heb ben ontvangen. Maar het ties", die ongeveer zestien mil joen bij elkaar brengen. Maar nogmaals, het zijn ge raamde bedragen. Bedragen die gebaseerd zijn op de uitkom sten van enquêtes van het Centraal Archief over 1963 en 1964. Aan te nemen valt dat nu die bedragen wel wat hoger lig gen... Wie zich afvraagt, of er nu niet méér duidelijkheid zou kunnen komen in die hele inza- melings-affaire, die kan van het Centraal Archief vernemen dat volledigheid van het cijfer materiaal alleen kan worden be reikt, wanneer er een verant woordingsplicht wordt Inge steld door de vergunning-verle nende autoriteit. Centraal Archief moet in zeer veel gevallen zelf speuren, zelf vragen en zelf onderzoeken wat de resultaten van inzamelingen zijn geweest. Daar gaat tijd inzitten. Zoveel tijd, dat in het verslag over 1965, 1966 en 1967 alleen maar de totaalbedragen over 1963 en 1964 zijn genoemd. En dat zijn dan nog getaxeerde be dragen ook. Voor genoemde ja ren schat het Centraal Archief dat wij met zijn allen 150 mil joen, resp. 180 miljoen hebben opgebracht voor allerlei doelein den. Met die miljoenen is het ove rigens een merkwaardige zaak. Zoals gezegd, de meeste gul dens komen niet meer uit de collectes. Die leveren nog een dertien tot vijftien procent van het totaal op. Het belangrijkste deel komt van de radio- en tele visie-acties en allerlei plaatse lijke en regionale acties. En dat ls kennelijk een niet zo heel overzichtelijke zaak. Het Centraal Archief, Inder tijd opgericht om controle te kunnen uitoefenen op het inza melingswezen en dat er voor zorgde dat minder oirbare prak tijken zijn verdwenen, komt tenminste tot een wat trieste conclusie: „De ontwikkeling op het terrein van de inzamelin gen buiten de collecten heeft geleid tot eenzelfde chaos als op het collectegebied bestond, voordat het collecteplan zijn bruikbaarheid had bewezen. Vooral de acties, welke met be hulp van radio en televisie wer den gevoerd, leidden tot een overspanning van de inzame- llngsmarkt." Ondanks die kennelijke over spanning, blijken we met el kaar elk jaar toch nog veel, zeer veel, voor anderen te wil len geven. Hoewel het juiste be drag dus niet ls te achterhalen, schat het Centraal Archief dat de collectes jaarlijks ongeveer twintig miljoen gulden opleve ren. Aan vaste contributies en donaties komt elk jaar on geveer 23 miljoen binnen, ter wijl met schenkingen, legaten en erfenissen de liefdadige In stellingen elk jaar tussen de vier en vijf miljoen gulden rij ker worden. Rebussen, loterijen en prijsvragen brengen on geveer twaalf miljoen gulden op, en „zelfgevoerde acties" om streeks elf miljoen. En dan zijn •r nog „andere bijzondere ac- „Het belangrijkste dat men geneigd is in de autobranche nog te veel vergeten en dat geldt zotvel voor de fabriek of importeur als voor de dealerorganisaties is het feit dat auto's wel bij duizenden tegelijk worden gebouwdmaar per stuk moeten worden verkocht." Dit zegt Ford-directeur R. P. Peddemors (47) in zijn riante ka mer die boeiend uitzicht biedt op het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaal. „Op de koop van een huis na is de aanschaf van een automobiel voor de particulier nog steeds de grootste investering die hij doet. Als vermogensbestanddeel telt veelal de auto van vierduizend gulden in dit opzicht nog zwaarder dan de wagen van tachtigduizend. Gezien de grootte van zijn investering heeft de cliënt recht op perfecte service. Wij-in- het-vak zien zóveel auto's dat we bij wijze van spreken kunnen zeggen 't is „maar" een automaar iedereen die in de automobielbranche werkzaam is moet voortdurend den ken aan de investering die de klant heeft gedaan Eten voor India, Voedsel voor Biafra, Steun aan Israël, Rode Kruis, TBC- bestrijding, Groene Kruis, Militaire invaliden, Reclassering, Kinderbe scherming, ze hebben bijna allemaal andere vormen gevonden van „inza melen". Lucratiever vormen vaak. Wat „iedereen" eigenlijk een heel gewone zaak vindt, na melijk dat de inzamelaars reke ning en verantwoording afleg gen aan het offerende publiek, schijnt toch wettelijk vastge legd te moeten worden. Er blij ken immers nog vele instellin gen en organisaties te zijn, die gewoon die rekening en verant woording niet afleggen. Die zelfs de resultaten van een be paalde actie of collecte niet eens opgeven aan een orgaan als het Centraal Archief. Tot die wettelijke verplich ting er is, zal het allemaal wel een kwestie van ramen zijn en blijven van de miljoenen die elk jaar „in de collectebus" Zo ging dat vroeger: De bekende Hagenaar H. H. J. van Lummel in 1956 bij de start van een collecte. „Ik geloof dat de servicever lening tot de allerbelangrijkste facetten van het automobielbe drijf behoort", verklaart de heer Peddemors. „Ik geloof niet meer dat er nog sléchte auto mobielen bestaan, evenmin als uitgesproken beste. Doorslagge vend voor de verkoop is de marketing approach die je hebt en de juiste serviceverlening. Het gaat om het winnen van het vertrouwen van het pu bliek. Naast de stijl is de service verlening die achter een auto staat beslissend bij de keuze van een bepaalde wagen." Een grote handicap bij die serviceverlening is echter het monteurstekort, vooral in het westen van het land. De norma le onderhoudsbehoefte is de laatste tien jaar weliswaar af genomen (langere perioden tus sen olieverversingenminder smeerpunten), maar het grotere wagenpark op de steeds vollere Nederlandse wegen heeft meer bodywerk en meer technisch werk (met wielen bijvoorbeeld) tot gevolg gehad. De heer Peddemors is na een administratieve opleiding s=s in 1946 bij Ford gekomen op de afdeling personeelszaken. „Ik weet nog goed dat ik in eerste instantie was belast met de distributie van schoenen", zegt hij. „Alles was toen op de bon." Later ging hij naar de afde ling verkoop en van 1950 tot '57 was hij districtsinspecteur. Tot 1963 was hij vervolgens chef van de buitendienst en van 1964 tot '67 hoofd van de afdeling verkoop. In het jaar dat wij oversloegen (1963/'64) was de heer Peddemors verbonden aan het hoofdkantoor van Ford-Eu ropa in Brussel als „area-mar- keting-manager" voor Scandi navië en Finland. In 1967 volg de zijn benoeming tot directeur van Ford-Nederland. Als wij hem vragen of hij zich na die internationale func tie „happy" voelt in Nederland, komt onmiddellijk en overtui gend zijn antwoord: „Oh, pri ma, fantastisch!" Maar hij lijkt ons flexibel genoeg om zijn zaak te willen dienen waar die zaak hem roept. „In de integratie van Ford in Europa zijn hoge functies in het buitenland vooral Engeland en Duitsland werkzaam", zegt hij De heer Peddemors, die van 1960 tot 1968 steeds ten nauwste bij de verkoop betrokken is ge weest en de introductie van ve le nieuwe modellen heeft ge leid, kent vrijwel alle Ford-dea lers persoonlijk en kent bo vendien hun bedrijven. Ook thans nog is hij altijd één dag per week „in the field". Het komt ons voor dat deze rustige, evenwichtige, welover wogen formulerende man, die geen enkele behoefte schijnt te voelen om de „grote directeur" te spelen, veel vrienden moet hebben. Ook voor zijn personeel 1025 uurloners (onder wie 40 pet gastarbeiders), 375 gesala- rieerden (onder wie veel op hts- en mts-niveau) heeft hij het juiste gevoel. „Je moet met de mensen samenwerken", zegt hij, en laat daar psychologisch tref zeker op volgen: ,Het is ook een kwestie dat de mensen je het günnen, je je leiderschap gunnen." Wat is eigenlijk het grootste specifieke probleem van een automobielfabrikant? Onze gastheer laat er geen twijfel over bestaan dat dat de plan ning is. „Waarom het gaat is: steeds op tijd aan de vraag kunnen voldoen ondanks de enorme seizoensverschillen op de markt", zegt hij. „De fabrieken en ook de importeurs kunnen in de topmaanden normaal gespro ken arpil, mei en juni moei lijk aan de vraag voldoen, daarentegen hebben ze in het begin en aan het eind van het jaar capaciteit over. Het pro bleem is zoveel te groter omdat je met een dealersorganisatie werkt en die dealers de auto's willen hebben wanneer ze ze kunnen verkopen." „Bovendien heeft een koper in het algemeen geen behoefte op een auto te wachten, zeker niet in Nederland, waar we een zodanig concurrerende markt hebben dat er letterlijk elk ty pe dat in de wereld wordt ge produceerd, te koop is." „Wij kunnen niet de ene dag een produktie van vijftien wa gens per uur draaien en dan vijf maanden later terug gaan naar negen wagens. Dat zou een ont zettend kostbare affaire zijn. Je moet dus voorraden opbouwen om op tijd alle wagens te kun nen leveren. „De enig mogelijke prognose is afgaan op een seizoenstrend uit het verleden, gezien in het licht van de algemene verkoop verwachtingen. En dan nóg blijft het moeilijk, want je voorgestelde penetratie in de markt is mede afhankelijk van allerlei factoren van buitenaf: een nieuw model van de con currentie, prijsverlagingen, on verwachte belastingmaatrege len. De planning wij plannen vijf maanden vooruit —9 houdt ons dagelijks bezig." Planning en efficiency gaan hand in hand. Ook Ford is de laatste jaren in Europees verband gezien nog effi ciënter gaan werken. Enkele ja ren geleden werden in de fabriek aan de Hemweg verschillende typen gebouwd, nu komen daar uitsluitend Cortina's en trucks van de band. Ford-Nederland bouwt de Cortina's voor de Be nelux, Frankrijk, Zwitserland, Italië, de Scandinavische landen en Finland. Elders bouwt men andere typen. Wat de naaste toekomst be treft, gelooft de Ford-directeur niet dat we in Nederland naar de autodichtheid van Amerika zullen toegaan, omdat bevol kingsdichtheid en wegennet dat onmogelijk maken. Op een be paald ogenblik kan het immers echt niet meer. Maar een dicht heid van 1 op 4 (we staan nu 1 op 6) verwacht hij wèl, zodat we op dit moment bepaald nog niet tegen het verzadigingspunt aan zitten. Eén van de grootste proble men acht hij opvangen van het spitsverkeer. Wat het parkeer probleem betreft, is hij van me ning dat het publiek eraan zal moeten wennen, voor parkeren meer te moeten betalen. Par- keergeld moet gewoon in de au tokostenbegroting worden opge nomen Revolutionaire ontwikkelingen in de komende tien jaar op technisch gebied verwacht de heer Peddemors niet althans niet in het basisontwerp. Wel zullen er nog stijlontwikkelin gen komen. Er is momenteel een sterke tendens in de rich ting van sportievere automobie- Op het artikel „Marokko en de gouden kip" in ons Zondagsblad van 2 augustus ontvingen wij dezer dagen een reactie van een kenner en belijder van de Islam, de heer Ahsan. Hij betreurt in het bijzonder een alinea, waarin hij het zaaien van haat jegens Koran, Islam en Moslim meent te bespeuren. Wij hebben hem reeds in een gesprek de verzekering gegeven, dat van een kwalijke be doeling in genoemd artikel geen sprake is. Als bewijs van openheid publiceren wij hieronder de es sentie van zijn betoog. Wij hebben begrepen dat mr. Ahsan het op prijs stelt, in een tweede artikel meer facetten te belichten van het leven en denken van de Islamitische mens. len (fast-backs, vinyltops, lam pen). Ook zal men altijd blijven streven naar meer p.k.'s, een betere wegligging en diverse veiligheidsverbeteringen. In de praktijk is gebleken dat de ge middelde automobilist steeds meer luxe en comfort in zijn wagen gaat wensen, vooral ruimtecomfort. De prijs van 75 pet. van alle automobielen die in ons land verkocht worden ligt beneden de ƒ7000,—; dan komt er een moot van 15-20 pet ln de prijsklasse van 7000.-- tot 10.000,—. De verkoop van duur dere auto's bedraagt nauwelijks 10 pet In de verkoop van duur dere wagens is duidelijk een te ruggang waar te nemen. De heer Peddemors, die zelf zo'n 50.000 km per jaar rijdt is min of meer toevallig in de au tobranche terechtgekomen. Hij had net zo goed bij een textiel fabriek kunnen belanden. Zou hij nu het automobielvak nog uit willen? „Oh, nee, beslist niet", luidt zijn antwoord. „Het fascinerende ervan is dat je elke dag weet wat je zelf doet en wat de concurren tie doet; dat je dus je markt precies kunt volgen en onmid dellijk zo nodig maatregelen kunt nemen als je zakt of niet zakt of wat dan ook. In een andere branche werk je soms een jaar volgens ruwe schatting van opnamecapaciteit en ver koop, maar ik weet precies dat er 334.675 automobielen zijn verkocht in 1968 en dat wist ik al een paar dagen nadat het jaar verstreken was." Ik ben er zeker van, dat een Europeaan graag iets feitelijks over de Islam wil weten en wel met open en onbevooroordeelde geest en niet, zoals m.i. in het artikel „Marokko en de gouden kip" het geval is, met een gekleurde bril op. De schrijver hèeft namelijk Moslimregeringen verward met Islam. Ver tegenwoordigers van deze regeringen zijn niet de belichaming van de ideologie van de heilige Koran, zoals in het artikel als volgt wordt ge suggereerd: „Bij het bezoek aan de oude stad, de alom bekende Kasbah, stuit de Westeu ropeaan op een muur van wantrouwen en afkeer. Het laatste woord zou men zelfs door haat, stille sluimerende haat kunnen vervangen. De Islam en de door de Koran nog aangewakkerde campag ne tegen de witte Christenhond Is daar aan niet vreemd. De Marokkaanse auto riteiten beseffen dat volkomen en geven dit zelfs ruiterlijk toe. Men geeft zich er evenwel ook rekenschap van dat zoiets na jaren, na eeuwen, niet op slag of stoot veranderd kan worden." Hierdoor wordt de Indruk gewekt, dat bij de heilige Koran en Islam de schuld ligt van het aanwakkeren van het vuur van de haat en antipathie jegens West- europese landen of In het algemeen de Christenen gedurende eeuwen. Ik betreur deze bewering in het arti kel ten zeerste en geef daarom nu weer, wat de heilige Koran werkelijk zijn volgelingen leert met betrekking tot een niet-Moslimgemeenschap. Allah beveelt de Moslims het volgende. „Oh, gij die gelooft!, weest oprecht voor Allah en getuigt met rechtvaar digheid. En laat de vijandschap van een volk u niet aansporen om on rechtvaardig te handelen. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid en vreest Allah voorzeker, Allah Is op de hoogte van hetgeen gij doet (sura 5:9). Genoemd vers is een algemeen prin cipe van het Islamitisch recht Voor zover het bevelen betreft die de relatie tussen Moslims en Christenen regelen, moet Ik nog een ander vers citeren, want dit behandelt het onderwerp, dat in het artikel naar voren is gebracht. „En gij zult degenen die zeggen „wij zijn Christenen", het vriendschap- pelijkst bevinden Jegens de gelovigen Dit is wijl er onder hen geleerden en monniken zijn en wijl zij niet trots zijn". (8. 5:83). Is het dan mogelijk, dat degenen die het vriendelijkst zijn. door een Moslim worden gehaat, terwijl hem Is bevolen zelfs recht te doen aan zijn vijanden? Wie de historie bestudeert, moet tot de conclusie komen, dat Koran noch Islam, noch Moslimgemeenschap en Moslimnaties verantwoordelijk zijn voor de gewraakte muur van haat. In feite zijn het de christelijke of Westeurope6e landen die de muur van afkeer tegen zichzelf In de harten der Moslims schiepen. Laat u mij weten welk middel niet te baat Is genomen om deze Moslimnaties In de afgelopen twee eeuwen aan Christelijk Europa te onderwerpen. Zij brachten elk wapen In stelling om de souverelnitelt van deze staten te onder mijnen onder het mom van vooruitgang en welvaart. Na het afnemen van elk waardevol |uweel, zelfs van de Islami tische cultuur en beschaving, kwamen ze tot de ontdekking dat zij die landen niet langer konden overheersen en lie ten ze In de as van vrijheid en zelfstan digheid zulke -sluimerende vuurhaarden als de problemen van Palestina, Kashmir en Cyprus achter. Aangezien dit een politiek aspect is, dat Ik hier liever niet behandel, wil ik alleen nog opmerken, dat op dit punt de christelijke staten zelf verantwoorde lijk zijn. Maar Ik mag niet zeggen, dat het Christendom voor de haat aansprakelijk is, hoewel het uit het Nieuwe Testament kan worden bewezen, dat een kiem van haat werd gezaaid door Jezus Christus zelf toen hij zei dat de paarlen niet voor de zwijnen mogen worden gewor pen en het brood van de kinderen niet aan de honden mag worden gegeven. Toch wil Ik zeggen, dat het Christendom in het algemeen aanspoort tot liefde, maar dat de christelijke na ties het tegenovergestelde proberen te doen, hetgeen voor mij ook uit bedoeld artikel blijkt. Wat de kwestie van de sluier en de status van de vrouw in de Islam betreft, merk ik eveneens een tekort aan kennis omtrent de oosterse en meer In het bijzonder de Islamitische gevoelens en maatstaven. De Islam kent aan man en vrouw gelijke rechten toe, maar wijst aan bei de verschillende levensgebieden toe. Zij moeten werken volgens hun specia le talenten en capaciteiten en wel op de hen toegewezen terreinen en dat is een logische zaak. Ik citeer hier de heilige Koran om de status van de vrouw In de Islam te laten zien. „O, gij mensen, vreest uw Heer, Die u van één enkele ziel schiep en daaruit de gezellin schiep en uit hen beide mannen en vrouwen Mr. Ahsan, schrijver van ne venstaand artikel, bezoekt ons land in het kader van een studiereis. Hij behaalde reeds verscheidene graden op het gebied van Oriëntallstische wetenschappen, o.a. historie, de Islamitische godsdienst en het Arabisch. Langdurig ver bleef hij In tal van Afrikaanse landen. De heer Ahsan heeft als contactadres de Mubarak Moskee aan de Oostduinlaan 79 in Den Haag, telefoon 070 - 24.59.02. verspreidde. En vreest Allah In Wiens naam gij een beroep op elkan der doet en (weest plichtsgetrouw) betreffende de familiebanden. Voor waar. Allah is Bewaker over u". (s 4:2). Het is waar, dat de Islam aan de vrouw voorschrijft een sluier te dragen, opdat haar kuisheid wordt bewaard. Maar aangezien de kuisheid in Christelijk Eu ropa geen waarde meer heeft, Is het voor Christenen moeilijk, het belang van het dragen van de sluier te begrij pen. Gaarne zou Ik van een andere gelegenheid gebruik willen maken om de schoonheid en de voordelen van het dragen van de sluier te ontsluieren. Ik meen hiermede een verkeerde voorstelling van zaken te hebben weer legd. Resumerend: De Islam staat nooit haat toe jegens welke natie dan ook, zelfs niet indien het een vijandige natie betreft. Welnu, als er enige haat bestaat tegen Christelijke landen, dan moet er een andere, zeer sterke en duidelijke, factor zijn, dezelfde factor die Ik In het voorgaande heb geschetst. MR. AHSAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 15