Tovervrouwtje dat echter een gezicht et mysterie ziet OUDSTE REFORMATIEGEBIED VAN SLOVENIË IS GASTVRIJ Voortbestaan verzekerd Bij letske Richters thuis door Nell de Bock-Luiting door Kirsten Emous Een beker vol vergif i van de vijf nog bestaande neushoornsqoTten opgerichte reservaten in de provincie Natal. In deze reservaten is hij de laatste jaren zo sterk in aan tal toegenomen, dat op vele plaatsen de capaciteit dreigt te worden overschreden. Enige malen reeds zijn kleine groepen van deze dieren dan ook naar andere reservaten overgebracht. Binnenkort zal dit gebeuren met 56 witte neushoorns uit het Zuidafrikaanse Umfolozi- reservaat. De dieren gaan naar het nationale park Go- rongosa en het Maputo-reser- vaat in Mozambique. Het verspreidingsgebied zal met deze verhuizing aanzienlijk worden uitgebreid. HET voortbestaan van de witte neushoorn is ver zekerd. Nog slechts enkele tientallen jaren geleden werd dit reusachtige dier met uit sterven bedreigd, maar dank zij de bemoeienissen van het Wereld Natuur Fonds is het aantal dieren met name in Zuid-Afrika de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid. De laatste tijd werd de witte of breedlipneushoorn, die eens in grote delen van Zuidelijk Afrika voorkwam, hoofdzakelijk aangetroffen in speciaal voor deze grootste ZATERDAG IS AUGUSTUS 194? daag zal letske Richters niet buiten werken, zoals ze zo vaak doet. Ook de kinderen uit de buurt, die haar dikwijls komen opzoeken, zullen waarschijnlijk nu niet in de tuin spelen. Onder hen zijn de zoontjes van Luc Lutz en Simone Rooskens. Van hen maakte ze ook een portret. De mensen als onverbrekelijk deel van het landschap neerzet ten is het doel van de kunste nares. Tevens tracht zij de laatste jaren de doeken een vi taliteit te geven, die wordt ge vangen in gloeiende lichtende tinten. „Ik ben nog steeds op weg. Daarom werk ik ook het liefst in stilte, net zo lang tot ik denk dat wat ik wil bereiken, werke lijkheid is geworden. De inspi ratie om steeds maar weer door te gaan, komt voor een deel uit een creatief contact met mensen". Een ontmoeting die diepe in druk op haar maakte was die met Maria Dermout, jaren gele den in Lugano. Van haar hangt er een bijzonder mooi getekend portret: „Zij was een van die mensen van wie ik veel heb geleerd. Met haar had ik wer kelijk contact. Dat contact zoek ik ook met anderen. Als we De tijd is aan tuin en huis voorbijgegaan. Dicht- bebladerde bomen, die figuurtjes in het zonlicht knippen, glanzend, wat verwilderd gras, een enkel beeld. Er leidt geen duidelijk pad naar de voordeur. Op de deurpost in zwarte, wat vallende lettertjes: letske Richters. Het huis zelf is een oude, boeren woning met overloopjes, tegeltjes, een ruime woonkeuken en naar verhouding kleine kamers, waar vele olieverven de nagedachtenis aan de bekende schilder Marius Richters levend houden. 1 Zwijgend rijzen de sculp- uren op van broer Bob lichters, mat wit in het I obere licht dat door de amen komt. Het atelier igt achterin de tuin. Het is en oude schuur met een obbelige vloer van Min ers. En daar spatten de 1 loeiende kleuren van dé uuren. Grote doeken met andschappen, waarin slan-» e bomen zich omhoog wor stelen en daarnaast vaak kinderen: mysterieuze we zentjes, die een onmisken baar deel van het landschap vormen, maar soms als het ware klaar staan om de lijst te ontvluchten. Vitaliteit en mysterie zijn een geheel ge worden. Tussen deze doeken in: één in sobere tinten dat niet in het geheel lijkt te passen. Het is een hommage aan Marius Rich ters, de inspirator van zijn kin deren. Zijn dochter schilderde hem kort voor zijn dood. Ook een kop, gemaakt door haar broer staat er. letske Richters leeft vanuit de mensen die haar lief zijn en die aan haar verwant zijn. Een expositie van haar werk zonder een terugwijzing naar vader en broer lijkt daarom niet goed mogelijk. De aarde heeft de regen op gezogen en we zijn over de drassige grond gestapt. Van- f letske Richters met haar broer bij vaders portret en haar andere werk, dat zij tot 1 september toont In s ateliers aan de Rotterdamse Grindweg 19. de huis-tuin-en-keukenpraa^(es achter de rug hebben, zou ik wel willen zeggen: „zo, dat, was dat. En laten we het nu eens over het eigenlijke hebben"*. Een andere inspiratiebron is het „geloof dat vlees en bloed in beweging zet" en ee^i derde de wetenschap dat -elke dag maar eens gebeurt: „F/lke dag is weer geweldig, omd/at er iets gebeurt dat nooit terugkomt. Daarom moet elké dag zoveel mogelijk worden b£nut en ook de vitaliteit die men in zich heeft, moet op d*e juiste wijze worden gebruikt'JU Dan komt en een licht spot tende, maar irrtense lach op het gezicht. „Ik d/enk wel eens, al die mannen die maar dikker worden in hUn auto's en verder niets beleveiii. Dat is toch dood jammer. M£ar het is gemeen van me om; dat te zeggen, niet waar?" letske Richter® leeft haar werkkracht onder meer uit in het geven van therapeutische lessen in een psychiatrische in- richtin/g. „Ik doe het nu al ne gen jaar, twee dagen per week en de resultaten zijn geweldig. Ik heb gewoonweg elke week twee feestdagen. Het maakt erg In september begint de murje, heeft ook deze'literaire ar beid vernietigd. Na 1914-1918 werd Pomurje een deel van Joegoslavië. De Lutherse kerk had zich aaneengesloten tot een senioraat Na 1940 - 1945, tij dens welke periode de kerk In Po murje eveneens veel schade heeft geleden, sloten Ljubljana en Mart- bor zich bij dit senioraat aan. Er zijn 18.00 leden en het telt dertien moedergemeenten en een dochter gemeente. Tien ervan en de dochtergemeente liggen in Pomurje. De andere zijn: Apace, Maribor en Ljubljana. venoogst Het hele gezin is dan In weer. In Joegoslavië zijn alle godsdiensten gelijk en geen enke le kerk kan privileges hebben ten koste van een andere kerk. Kerk en staat zijn gescheiden. Op school wordt geen godsdienston derwijs gegeven. Kerkelijke hoog tijdagen gelden niet als algemene feestdagen, ze mogen wel in de gemeente worden gevierd. De kerk ia lid van de Lutherse wereldbond, waarvan zij In grote dankbaarheid materiële hulp ge niet. Aangezien er geen Lutherse faculteit In het land is, krijgen de aanstaande predikanten in het bui tenland hun opleiding. Pomurje Is een bezoek waard. Het heeft zoel de lange en vrwucht- bare oevers van de Mur, het mid dengebergte dat de grens met Oostenrijk vormt, als ook de liefe lijke wijnbergen ten zuiden van de Mur, van waar de wereldbekende Rizling'a en zelfs champagne ko men. In de modern Ingerichte bad plaats Radenska Slatina vinden ve len naast bijzondere vacantiege- noegen9 genezing in de warme ba den. Voor Jagers en vissers Is het een ideaal land. Doch het meest treffend is misschien wel de rust die hier heerst. WIJ rekenen Po murje tot de weinig bekende ge bieden, waar vooral gastvrijheid de boventoon voert Die werkelijke gebeurtenissen zijn onthutsend. Simmel ver haalt, dat het na-oorlogse Duitsland niet zoveel verschilt van het vooroorlogse. Als de helft van dit verhaal met de cynische Duitse titel „Alle Menschen werden Briider" waar is, is het al erg. Tegen de achtergrond van een sterk herlevend nazisme in Duitsland speelt zich de wilde geschiedenis af van Mark, die in de gevangenis belandt, om dat hij een gevaarlijke Duitse oorlogsmisdadiger heeft laten ontsnappen. Ook liet hij zijn broer, een gevierde oud-SS-er doden. Deze broedermoord is de laatste druppel, die deze "beker vol vergif doet overlopen. Maar hiervoor wordt hij niet veroor deeld. Want de bewijzen ont breken (460 blz., 23,50). In de geschiedenis van het protestantisme i Slovenië is het opvallend dat de bewoners Pomurje de enige Joegoslaven zijn die het begin der reformatie daartoe beho- in. Pomurje is de uiterste noordoost hoek fan het gebied rondom de rivier de Mur, tot j?19 deel van Hongarije. Dat land kreeg ©n- de Turkse overheersing veel te lijden, irdoor had het volk behoefte aan troost, die de Rooms-Katholieke kerk met haar la- tijnse liturgie minder geven kon dan de leven de Lutherse prediking en zielszorg. Dit had tot gevolg dat in de tweede helft van de zes tiende eeuw het grootste deel van de bevol king van Hongarije en ook van Pomurje tot het protestantisme is overgegaan. In Pomurje bestonden vijftien bloeiende gemeenten, waarvan de geschiedenis vrij goed bekend is. Hoewel er een wet was: „Luthe- tni comourandur (1525), wat bete- jent „De Lutheranen moeten ver- jrand worden", werd deze wet legens het voortdurende Turkse evaar niet toegepast. Ook de Tur- 3 en hadden liever rust onder de evolklng dan onrust en strijd, al 3 eleden de mensen dan ook de i iri8telljke godsdienst. Zij begre- en ook beter de verdraagzaam- eid door de Reformatie gepredikt, an het strenge rooms-katholl- isme. In 1781 gaf keizer Frans Jozef II het „Edictum teierantlae" uit zodat ook de Lutheranen vrijheid van godsdienst kregen. Onmiddellijk zijn toen In Pomurje drie gemeen ten gesticht: Pucanci, Krizevci en Hodos. Later kwamen er meer. Tijdens deze bloeiperiode waren er ook gemeenten In Marbor en Ljubljana. ZIJ behoorden voor 1919 bij Oostenrijk en hun geschiedenis verliep anders dan In Pomurje. Zij waren tot 1945 grotendeels Duits, maar door de emigratie van de Duitsers en het opnemen van Lu theranen uit Pomurje, werden deze gemeenten overwegend Sloveens. De predikant Is het hoofd van de gemeente, bijgestaan door een Inspecteur. Ze worden elk zes jaar gekozen. Alle gemeenten vallen onder een Senloriaat, dat net als de gemeenten een kerkeraad heeft. Het protestantisme in de re6t van Slovenië (tot 1919 onder Oostenrijk), kwam uit Stiermarken en Salzburg. De Standen vroegen in 1541 om geloofsvrijheid. Officieel kregen zij J Toen de storm van de contrare- tatie was uitgewoed, mochten i Lutheranen In Pomurje hun ge- Mf niet meer belijden. ZIJ pesten 100 km. ver naar „spraak- ffije plaatsen", waar wel fodlenstoefeningen waren toe die verzekering niet, maar zij voel den zich wel veilig omdat de kei zer andere zorgen had. Daardoor kon het protestantisme zich verspreiden. Aan deze „binnen-sloveense" reformatie is de naam van Primoz Trubar verbonden. Geboren in 1508 werd hij In 1530 tot priester gewijd en begon hij In 1535 in Ljubljana op reformatorische wijze te prediken. In 1530 moest hij de stad verlaten en in 1547 ook het land, daar zijn leven in gevaa was. Aangezien hij het evangelie niet meer mondeling kon verkondigen, schreef Trubar boeken, liet ze drukken en stuurde ze naar Slove nië. In 1561 kreeg hij gelegenheid weer terug te keren; hij werd de eerste Lutherse superintendant. Hij begon met zijn helpers de Lu therse kerk te organiseren. Trubar gaf, behalve een kate- chismus in het Sloveens en het Duits ook een gezangenboek uit. Dit boek bereikte zelfs zes drukken. Doch In 1565 moest hij opnieuw Ljubljana verlaten. Hij stierf als dominee In Derendingen in 1586. Daar is zijn naam gegrift in een gedenksteen. Zijn zoon Fe- lizian en zijn medewerkers gingen, weliswaar in het geheim, verder met zijn werk. Er volgde een tijd van „geheim protestantisme" tot dat de contrareformatie Trubar's werk praktisch volkomen had ver nietigd. Trubar wordt ook heden nog, eveneens beschouwd als de vader van de Sloveense literatuur. Zijn medewerker Dalmatln heeft de Bij bel vertaald In het Sloveens en na het drukken In Duitsland is deze naar Slovenië gesmokkeld. De contrareformatie die hier veel grondiger Qeechiedde dan Jn Po- gelukkig al§ je mensen die tot voor kort niets meer vai^ het leven Roesten hebbejs, weer plezier in het werk kunt bij brengen". Zwaar werk? „Ja, maar het is ook creatief en ik heb een groot respect voor deze getroffen .mensen. Zij torsen een veel zwaardere last dan de geeste lijk gezonden. Het zijn mis schien de koningskinderen on der ons, want zij zijn veel ge- Beschermers van de Lutherse emeenten waren de adellijke fa- illies. ZIJ hadden dominees in 1 ienst, die ook voor het volk lochten preken. De strijd tussen 0 Lutheranen en Calvinisten heeft Bt protestantisme geen goed ge- laan. Er ontstond een splitsing on- I Ier de bevolking en de kerk van lome kreeg daardoor weer meer wloed. De molens op de Mur doen nog al* van ouds hun werk. voeliger en moeten daarom des te harder vechten". Het tovervrouwtje met haar meisjesachtige koketterie, de schilderes die van elk gezicht dat zij op het doek zet, een mysterie maakt, laat enkele bloemen bloeien in de. achter tuin: „Vroeger leefde ik in een enorme verwachting. Verwach ting is er nog s'<eds. En mijn werk? Ik hoop dat ik het nog lang mag doen". Dit boek is een roman, maar de roman berust op werkelijke gebeurtenissen, schrijft Johan nes Mario Simmel als inleiding voor zijn boek Een beker vol vergif (Uitgave Ad, M. C. Stok, Den Haag).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 15