Zondvioedverhaal Als de Morgenster blinkt DEZE WEEK NIET ALS MYTHE UIT TE SCHAKELEN MEVROUW FIJNEMANS HELP VAN DE WAL IN DE SLOO Gezegd Rita Corita rui als actrice Dood van Dollfuss ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1969 Stel dat men in 2469 een roman schreef, spelend in 1969 en dat wij op een of andere manier reeds nu daarvan kennis konden nomen welk een vreemde indruk zou onze eigen tijd op ons maken! Trekjes uit het dagelijks leven, voor ons vanzelfsprekend zodat we er geen moment bij stilstaan, zouden een zwaar, studieus accent vertonen. Onze tijdgenoten, voorzover die in het boek zouden voorkomen, zouden op ons de indruk maken van zorgvuldig uitgekozen acteurs in de rol van een historisch persoon. De schrijver van 2469 zou veel weten wat wij niet weten, maar nog veel meer niét weten wat ons vandaag vertrouwd is. De schrijfster Ruth Wolf ia sterk histo risch geïnteresseerd; ze publiceerde al een roman over een troubadour, De wie ken van de leeuwerik en een over Ger- maine de Staël, In zand geschreven. Haar nieuwe boek, Als de morgenster blinkt, speelt daartussen in, in de vroege refor- matietljd. Hoofdfiguur is Hans (Johannes) Denck of Denk, een Duitse wederdoper die Ruth Wolf einde 1499 leat geboren worden (en niet plm. 1495 zoals de W.P. en Koks Chr. Encyclopedie vermelden). Deze be gaafde en nobele man stierf te Bazel in november 1527. Bucer noemde hem de paus der anabaptisten. De schrijfster vertelt hoe ze tijdens een dienst In de Lutherse kerk in Den Bosch een zestiende-eeuws^ man ineens als het ware in levenden lijve door het middenpad zag lopen. Ze wilde een kort verhaal schrijven met als hoofdfiguur Thomas Melchior, Duits koopman en ge leerde. „BIJ het bestuderen van de benodigde zestiendo-eeuwee gegevens groeide ver volgens dat verhaal uit zijn begrenzingen en werd tot deze roman." Daarbij Is het accent verschoven van Melchior naar Denck en naar de Joodse vrouw Mara, die na Dencks dood diens Franciscaans getint apostolaat overneemt. De theologische denkbeelden van Hans Denck, bewonderaar van de middel eeuwse mysticus Johannes Tauler, komen neer op liefde voor de armen en verdruk ten, weerloosheid, christelijk geïnspireerd syncretisme en geloof aan een eindelijke totale verzoening. Zo althans komt deze Duitse wederdoper ons uit het verhaal van Ruth Wolf tegemoet. Hij kan het niet vinden met het Lutherse denksysteem, maar evenmin met de woeste praktijken van militante wederdopers. Hij bewondert de geschriften van Thomas Müntzer, maar neemt geen deel aan de boerenoorlog. Toch komt het theologisch aspect ner gens tot volkomen klaarheid. De benade ring van de schrijfster is in wezen esthe tisch. Met Thomas Melchior kan zij zeg gen, dat zij bij de stof „van het begin af meer beschouwend en overdenkend dan deelnemend betrokken (is) geweest" (97). Deze houding van toeschouwster en bespiegelaarster schakelt het echt drama tische, de handeling wel niet uit, maar dringt die op een tweede plan. Vandaar de indirecte manier van vertellen, de nei ging alles bij wijze van terugblik mede te delen, terugblikken die soms over elkaar heen schuiven als retrospectie in het kwadraat. De „was-" en „hard"-stijl is voor de lezer nogal vermoeiend; hij zou het ver haal liever rechttoe rechtaan willen vernemen. Gebeurtenissen roepen gevoe lens wakker, de gevoelens zijn dus se cundair. Bij de schrijfster zijn de gevoe lens, de stemmingen primair en de ge beurtenissen secundair. Wat zij beoogt is een soort stemmingskunst, de mededeling van wat Van Deyssel noemde „ge- moedsgebeurtenissen". We hebben hier te doen met een ly rische benadering van de geschiedenis, en als men van een historische roman wil spreken, komt de nadruk sterk op het romantisch element te liggen. Natuurlijk is dat het goed recht van de schrijfster; er zijn lezers genoeg maar dan onder de meer ontwikkelde) die deze nabloei van de Nederlandse neo-roman- tiek best kunnen waarderen. Misschien heeft het ook zijn waarde als verzet te gen overtrokken modernistisch geëxperi- menteer. Toch zal Ruth Wolf er verstandig aan doen te bedenken, dat een talent zich moet blijven vernieuwen. De historische roman is een hachelijk genre en dat geldt evengoed voor de historische fantasie. Ik wees al op het onvermijdelijke lachspiegel-effect: op een zestiende-eeu- wer zou dit verhaal een vreemde indruk maken. De spiritualiteit immers is die van het begin van onze eeuw, van na de dood van het naturalisme, eer dit plm. 1930 in gewijzigde vormen terugkwam. Ik moet daarbij altijd denken aan de rede van Herman Bavinck in 1913: De over winning der ziel. Aan deze sfeer heb ik zelf een stuk vorming te danken. Maar het leven gaat verder en zo ook de literatuur. Om mijn bezwaar (bij waardering voor de belezenheid, smaak en humaniteit van de schrijfster) nog wat te preciseren, wijs ik op het typerende zinnetje, voorkomen de op bl. 40. „Voordat hij het besefte droegen zijn voeten hem al In westelijke richting." De hoofdfiguren leven op im pulsen, bij gezichten, dromen en verschij ningen. Alles speelt zich af in een soort halflicht; de omslagtekenaar Robert Nix heeft dat goed begrepen. De figuren uit de echte grote romans zijn zó werkelijk, dat ze mytlsch worden of een symbolische meerwaarde verkrij gen. In de neo-romantlsche benadering wordt het omgekeerde beproefd. Ik zie de schrijfster best in staat met die schwarmerische manier te breken en de gewenste emotionaliteit bij de lezer op te roepen in plaats van zelf daaruit te ver trekken. Eerst dan zal zij, mij althans, als auteur hebben overtuigd. Naar aanleiding van Ruth Wolf, ALS DE MORGENSTER BLINKT, ultg. Leopold. Den Haag, 195 blz. f 12,90. ULSTER, Praag, Jeruzalem, drie brandpunten in een week die in eigen land zo gezapig verloopt (behalve dan het haast stormachtige financiële nieuws, want de halfjaarcijfers van de giganten komen los: AKU meer dan 50 procent hogere winst; fusiepartner Kon. Zout-Organon 14 pet meer; de KLM en Phi lips schieten omhoog; zelfs de EMS maakt bedrijfswinst; al staat daar dan groot vermogens- verlies tegenover; de Unilever ziet zijn winstcijfers dalen, maar dat komt door de introductie van nieuwe wasmiddelen, die later hun vruchten wel zullen afwer pen, al is dat beeld een beetje vreemd). Er zijn moeilijkheden met de dienstweigeraars (ze schorten hun actie op omdat ze wel wat van hun contact met de ministers Udlnk en Polak verwachten), met huurkoopcontracten (de Haagse notarissen gaan er gratis advies over geven), met het nationaal monument (een fel protest van de Puttense gemeenteraad tegen de vermeende ontwijding). Rot terdam krijgt volgend jaar nog geen eigen RTV-zender. In Leiden behoeft men voort aan niet meer In rok te promo veren. De Duitse bondspresident Gustav Heinemann komt op staatsbezoek. In Eindhoven wordt een weduwe door een neef om haar geld vermoord. En „we" hebben een grens incident. Guyana bezet een vliegveldje In het omstreden ge bied in het zuidwesten van Su riname nota's over en weer. Den Haag eist terugtrekking van de Guyanezen. Venezuela, aan de andere kant van Guyana, zit er ook In te roeren, maar nie mand die er hier erg zwaar aan trekt. Ierland, de republiek, vraagt de Veiligheidsraad om Ingrijpen in Ulster, maar de raad weigert die klacht direct te behandelen. Lon den maant tot bezinning. De Brit se troepen zorgen voor een wa penstilstand voor hoe lang? BERN ADETTE DEVLIN Bemadette Devlin gaat in Ame rika geld halen voor de Noord- Ierse rooms-katholieken. In Praag en elders de herden king van de dag der schande. Weer tanks, die straten schoon vegen, arrestaties, gewonden, doden. Allemaal misdadige ele menten, verzekert het rode regi me. Nieuwe onrust in en om Israël. Een brand In de Al Akskamos- kee, die erg ongelegen komt. Heilige en onheilige verontwaar diging in de Arabische wereld. Amerika steunt Libanon in zijn resolutie tegen Israël. De We reldraad van Kerken vraagt aan dacht voor het recht der Pa- lestijnen. Deze week overlijden Philip Blaiberg (60), die 19 maanden met een geleend hart leefde, de Vlaamse schrijver Stijn Streu- vels (97), de Amerikaanse archi- tec Mies van der Rohe (83), de acteur Cor van der Lugt Melsert (87). Er zou naast het boekje Mooi Rood Is Niet Lelijk plaats zijn voor een ander boekje, getiteld Lelijk Rood Is Niet Mooi. (Dr. W. Drees) Foto boven: de heer en me vrouw Fijnemans, alias Rita Co- rita (de hartelijke) en Wim Kouwen- hoven (de bezadigd-lakonieke), als concierge-echtpaar in een Amster dams flatgebouw. In het Zondagsblad van 9 augustus schreef prof. dr. K. J. Popma een artikel naar aanleiding van het boekje: „Waar blij ven we?" van prof. dr. J. Lever, hoogleraar in de dierkunde en de fysische antropologie aan de Vrije Universiteit. Prof. Popma, zelf hoogleraar in de calvinistische wijsbegeerte, wil naar ik begrepen heb de evolutieleer afwijzen. Prof. Lever hangt haar, naar uit zijn paperback blijkt, met overtuiging aan. Daar door komt hij .uiteraard", zou ik willen zeggen in con flict met de inhoud van de Heilige Schrift. De vraag is echter of prof. Popma bij zijn kritiek zich niet van enige argumenten bedient, waarmede hij de evolutieleer eerder in het gevlij komt dan dat hij haar bestrijdt. Twee opmerkingen uit het genoemde artikel geven tot de ze vraag aanleiding. Ten eerste: dat men op grond van de vondsten en nauwkeuri ge dateringen der paleontologie „afscheid heeft moeten nemen van de goed bedoelde, maar hoogst onwetenschappelijke op vattingen, die bv. onderstelden dat de zondvloed de boel in de aardkorst door elkaar heeft ge gooid." Ten tweede: „Dat de eerste hoofdstukken van Genesis in het verleden niet juist gelezen zijn, omdat de mens al plm. honderdduizend jaar op aarde bestaat, is een feit dat niet te loochenen valt. Maar dat de mens uit de dierenwereld zou zijn voortgekomen, is niet be wijsbaar." Wat de eerste opmerking be treft, deze moeten wij krachtig bestrijden met de tegenopmer- king dat dit „afscheid" er nooit geweest is. Zelfs de „vader" van de wetenschap der paleon tologie, de grote Franse geleer de Cuvier (1769-1832), een calvi nist, heeft dat „afscheid" nooit willen nemen. Hij meende in de aardkorst „bewijzen" te vinden voor vele katastrofen (niet al leen de zondvloed) en helemaal niet voor evolutie. Evolutie De evolutie-gedachte (Grieks-heidens van origine) werd opnieuw levend in de tweede helft van de achttiende eeuw, onder invloed van geleer den als Voltaire, Laplace, Kant, die echter éérst „afscheid" had den genomen van het Woord van God en alle christelijk ge loof. Later veroverde de evolu tie-gedachte allengs het natuur wetenschappelijk terrein en ontwikkelde zich tot evolutie leer. Ze vond haar „bewijzen" in de paleontologie en deze omgekeerd de hare in de evolutieleer. De „katastrofisten" (geleerden, die vasthielden aan katastrofen, zoals b.v. de zond vloed, waaraan de aarde in de loop van millennia onderwor pen moet zijn geweest) kwamen in discrediet en werden gemak kelijk als „onwetenschappelijk" gebrandmerkt. Desondanks zijn er altijd vele zeer bekwame, boven alle ver denking van onwetenschappe lijkheid verheven, geleerden geweest, die het „afscheid" van de zondvloedtheorie en in het algemeen van het katastrofisme nimmer genomen hebben. Juist in onze da^n zijn er o.a. in de Ver. Staten honderden eerste-rangs geleerden, die op wetenschappelijke gronden trachten aan te tonen, dat de paleontologie (en de daarop steunende geologische we tenschappen) zich wel deerlijk vergist heeft door eenvoudig aan te nemen dat de zondvloed een mvtisch verhaal (niet echt gebeurd) was. Zodoende werd verzuirrtd na te speuren welke gigantische gevolgen voor de aardkorst zo'n katastrofe moet hebben gehad. Het verhaal van de zondvloed is teruggevonden in de godsdiensten van meer dan veertig volken en rassen, over de gehele aarde verspreid. Er zijn meer dan 300 „zondvloed- verhalen" bekend. Een vol doend „bewijs", zou men zo zeggen, dat die zondvloed er (minder dan 5000 jaar geleden) niet alleen gewéést is. doch ook dat hii geen lokale katastrofe kan zijn geweest. De Bijbel zegt ervan dat de wateren in veertig dagen stegen tot vijftien el boven alle hoge bergen (Gen. 7:20). Geleerden hebben berekend dat het water niet hoger had kunnen komen De heer G. Goossens, schrij ver van nevenstaand artikel, was van 1931 tot aan de Japanse in val werkzaam bij het onderwijs in het voormalig Nederlands-lndlë. Na de jaren van krijgsgevangen schap, o.a. in Japan, te hebben overleefd, keerde hij in 1947 te rug naar Java, waar hij tot 1958 bleef als docent bij het middel baar onderwijs. Hij publiceerde in Indonesië enige maatschappe lijke leerboeken en in Nederland se bladen schreef hij artikelen over de Indonesische kwestie. Zijn In 1962 verschenen Nieuw- Guineabrochure, waarin hij de houding van de politieke partijen verraad noemde jegens de Pa poea's, werd veel gelezen. De laatste jaren schrijft de heer Goos sens over kerkelljk-godsdienstige en politieke onderwerpen In het Groeniaanse maandblad „Tot Vrijheid Geroepen". dan enkele decimeters, als er slechts sprake was geweest van regen. Omdat een geheel van waterdamp verzadigde at mosfeer in veertig dagen niet meer regenwater had kunnen geven. Maar Gen.7 zegt nog meer. -In vs.ll staat: „Op die dag braken alle kolken der grote water diepten open...." Dit doet den ken aan enorme getijde-bewe gingen, waardoor de oceanen het land overstroomden en deze wekken weer de gedachte aan de invloed van een hemelli chaam (een planeet misschien) dat de aarde heel dicht gena derd moet zijn. Is het dan zo onwaarschijn lijk dat zoiets ooit is gebeurd? Weineen, zullen geleerde astro nomen eerlijkheidshalve moe ten toegeven, het is veel on waarschijnlijker, ja eigenlijk, uitgesloten, dat zo'n ongewenst bezoek in de loop van duizen den, wil men honderdduizenden jaren, nooit gebeurt. Het verhaal van een kosmos, die als een feilloos lopend uur werk rustig doordraait einde loos van het ene millennium naar het andere, is maar een evolutionistische mythe. Veelal tot volkseeloof geworden. God onderhoudt en regeert echter nog elke dag! Te betreuren Te betreuren is het. dat prof. Popma in één veeg alle geleer den, die trachten na te gaan wat de gevolgen van een ka tastrofe als de zondvloed moe ten zijn geweest voor de aard korst en o.a. voor de vorming van fossielen, als „hoogst onwe tenschappelijk" kwalificeert. Als toch de zondvloed een werkelijke, in historische tijden gebeurde katastrofe is geweest (en wélke christgelovige twij felt er aan?) en als die van een omvang is geweest a]s in Gen.7 beschreven (en weer: wélke christgelovige mag dat betwij felen?), kan toch geen onder zoeker van de aardkorst en van al wat zich bij dat onderzoek aan hem voordoet, tot verant woorde resultaten komen, in dien hij zulk een katastrofe uitschakelt en niet éérst pro beert na te gaan wat hiervan de natuurlijke oorzaken en gevol gen geweest moeten zijn? Dit is zó vanzelfsDrekend, dat het overbodig moest zijn er over te praten. Natuurlijk kan een geleerde, die bij zijn natuurwetenschap pelijk onderzoek bijbelse gege vens, zoals b.v. de katastrofe van de zondvloed, in zijn on derzoekingen en beschouwingen betrekt, het te mooi willen ma ken door teveel te willen „ver klaren" uit die ene katastrofe. Maar de meeste katastro fisten houden (en hielden) het niet op één enkele ramp (de zondvloed), maar op een reeks van grotere en kleinere ka tastrofen van kosmische aard (d.w.z. veroorzaakt door invloe den van buiten de aarde), waar in onze aarde in de loop van millennia opgenomen moet zijn geweest. Wie daar meer van wil we ten, leze het verrassend onthul lende werk van dr. Donald Wesley Patten: „The .Biblical Flood and the Ice Epocli" (1966) en vooral de (helaas in Neder land nog geen gerucht rpaken- de) werken van de geniale Joodse geleerde Immanuel Veli- kovsky: „Worlds in Collision", „Ages in Chaos" en „Earth in Upheaval". •fc Op retour Bij de uitgeverij „De Vuur baak", Groningen is een Neder landse vertaling verschenen van een boekje van de Ameri kaanse hoogleraar in de water bouwkunde, prof. dr. H. M. Morris, getiteld: „De evolutie leer, een theorie op haar re tour". Hoe goed zou het zijn, als zulke werken (en vele andere) in Nederland eens wat meer be kendheid verkregen. Vooral on der de christelijke jongeren! Waarom zouden wij in dit land pas een generatie later moeten merken, dat die koe koek-een-zang van het evoluti- onisme aan onze universiteiten (waaronder de Vrije!) niet het enige en ook niet het beste lied je is dat gezongen kan worden? Ten slotte de opmerking van prof. Popma, dat de eerste hoofdstukken van Genesis in het verleden niet juist gelezen zijn, omdat het niet te looche nen valt dat de mens al plm. honderdduizend jaar op aarde bestaat. In Gen.5 staat een geslachtsregister van Adam tot Noach. Dat moet dan een tijd vak van op z'n minst vijfenne gentigduizend jaar bestrijken. Want prof. Popma verklaart in zijn artikel gelukkig na drukkelijk dat hij vasthoudt aan de historische heilsfeiten van schepping, zondeval en moederbelofte. Daar volgt dan wel uit dat het historische feit van de schepping van Adam en Eva (daar begint immers de histo rie?), waarnaar ook het Nieuwe Testament herhaaldelijk ver wijst, honderdduizend jaar ge leden moet hebben plaats ge vonden. En Noach moet dan ge leefd hebben ongeveer in het jaar 95.000 na Adam. Onderstellen we nu eens, dat die eerste mensheid buitenge woon onvruchtbaar is geweest en een hoog kindersterftecijfer heeft gehad, zodat het mense lijk geslacht in die tijd zich niet heeft verdubbeld ln een periode van bijv. vijftig, hon derd of tweehonderd jaar, maar pas in een periode van maar liefst duizend jaar. Dat levert dan toch altijd nog na plm. 95.000 jaar een wereldbevolking op van vele miljarden maal triljoenen. Namelijk twee tot de 95ste macht verheven. Leze we nu dat geslachtsre gister uit Gen.5 met de „we tenschap" dat dit plm. 95.000 jaar bestrijkt, dan moeten we wel concluderen dat verreweg de meeste „oudvaders" niet ge noemd zijn. Van de wel ge noemde „oudvaders" wordt ver meld, dat zij behalve de ene zoon, die al genoemd is, zontn (meervoud) en dochteren ver wekten. Minder dan drie zonen en (vanwege het natuurlijk evenwicht in de geboorten) drie dochteren kunnen zij gemiddeld niet gehad hebben. Van de niet genoemde „oud vaders" moeten wij van zelfsprekend aannemen, dat zij niet minder zonen en dochteren verwekt zullen hebben. Een zes-kinder-stelsel is dan wel het allerkrapste wat we uit Gen.5 kunnen lezen bij een leeftijd van altijd minder dan 1000 jaar. Dat levert zo zal de demo grafie ons onweerlegbaar kun nen bewijzen in ieder geval meer dan een verdubbeling van de bevolking in duizend jaar op. En dat 95.000 jaar lang! Aan de miljarden maal triljoenen, die de wereldbevolking in No- achs dagen zou moeten hebben geteld, hebben wij dan allang niet meer genoeg. Hoe meer men er over na denkt, de onmogelijkheden er van binnen het raam van de mogelijkheden tracht terug te dringen, hoe meer puzzels zich voordoen. Men komt er niet uit, men krijgt er alleen maar hoofdpijn van indien men met prof. Popma als een onloochen baar feit gaat aannemen dat Adam en Eva al plm. honder duizend jaar geleden geleefd moeten hebben en, gewapend met die wetenschap, de eerste hoofdstukken van Genesis gaat lezen. In werkelijkheid is dat „feit" van die honderdduizend jaar heel best te loochenen. Want het stamt uit de evolutieleer en het is precies zo goed te looche nen (en moet door christgelovi- gen ook geloochend worden) als het „feit" dat de mens uit het dierenrijk afkomstig zou zijn. Waarvan prof. Popma terecht zegt dat dit onbewijsbaar is. •fe Vasthouder Welnu, dat andere „feit" is logisch bekeken nog veel minder „bewijsbaar". Ten minste als men wil vasthouden aan de historiciteit van de in de eerste hoofdstukken van Gene sis geopenbaarde heilsfeiten. En dat moet een christen even als prof. Popma dat wil toch wel doen! In voorlopig vier afleveringen heeft Hans Keuls voor de KRO-televisie een serie geschreven onder de titel „Me vrouw Fijnemans komt", waarin Rita Corita haar debuut maakt als tv-actrice, in de rol van de goedmoedige con- ciergevrouw, dié alles bedisselt in een flatgebouw en in haar hartelijkheid de mensen meestal van de zoal in de sloot helpt. U zult zich Hans Keuls waarschijnlijk herinneren als de schrijver van „Stadhuis op stelten", die met vallen en opstaanverguisd en geliefd, 21 afleveringen beleefde. Erg geslaagd is die serie nooit ge weest, maar er zijn weer enkele jaren overheen gegaan en mis schien heeft Hans Keuls nu de goede vorm gevonden voor een amusementsserie. Ditmaal niet in de speelse sfeer van het platteland, maar TROS herdenkt bevrijding van Zuid-Nederland Op 18 september zal de TROS op Ned. 2 een programma uit zenden dat gewijd is aan de bevrijding van Zuid-Nederland. 25 jaren geleden. Een van de medewerkers aan dit programma, „Herrijzend Nederland", is Frank Gillard, destijds een befaamd oor logscorrespondent, nu hoofd van de BBC-radio. in de grote stad heeft hij zijn figuren geplaatst. Amsterdam vormt de achtergrond van het flatgebouw, waarin het echt paar Fijnemans als concierge fungeert. Wim Kouwenhoven is de la- konieke echtgenoot, die de brokken, door zijn gulle vrouw veroorzaakt, opveegt en daar mee zorgt dat de zaken weer kunnnen rollen. In de flat wonen allerlei mensen, die met hun eigen pro blemen zitten Ieder voor zich zelf, toch een kleine ge meenschap. In de eerste afleve ring, die u vanavond op Ned. 1 kunt zien, wordt het geluk van een pas-getrouwd paar door een huwelijkscrisis bedreigd. Me vrouw Fijnemans komt. zoals de titel van de serie vereist, en samen met haar man weet zij de narigheid in de kiem te smo ren. In de tweeud aflevering (8 september) krijgt mevrouw Fij nemans te maken met buren- roddel, in de derde (12 septem ber) is zij op pad als huwe lijksmakelaarster en in de vier de (20 september) beleeft zij een benauwd halfuur met een ontsnapte misdadiger, die tegen haar hartelijkheid en overre dingskracht niet is opgewassen. De NCRV brengt morgenavond de Oostenrijkse kanselier Engel- op Ned. 1 In een bijna ander- bert Dollfuss. half uur durende gespeelde docu- 8 K In de julidagen van 1934 was mentaire de tweede po litieke K Dollfuss de verdediger van Oos- moord op het scherm, nl. die op tenrijk tegen Hitiers aanvallen op de souvereiniteit. De nazi-putsch werd verraden voor zij begon, maar toeval en misverstanden stonden maatregelen ertegen in de weg. De documentaire laat zien dat het geheel misschien een operette revolutie zou zijn geworden, als... Dollfuss niet was neergeschoten door Planetta: deze moord werd aanleiding tot de ondergang van Oostenrijk. Op de foto een scène uit het spel dat, zoals u weet een Dults- Oostenrijkse Bavaria-produktle is. Catechese voor volwassenen in televisieserie In het najaar zullen CV1 KOR beginnen met een t visieserie, bedoeld als catecl voor volwassenen. Hedendai wetenschappelijke inzichten actuele problemen van mens samenleving zullen daarin t den getoetst aan het christc geloof en het evangelie. De probleemstelling, al melden ons de kerkelijke ze gemachtigden, vormt een uit ging aan de kerken, zich ci tief op te stellen tegenover aantal op de voorgrond tred de levensvragen van deze I Het programma zal verm delijk heten „Vragenreeks" is opgezet in samenwerking Kerk en Wereld in Drieber) Dr A. Th. van Leeuwen (th loog) en drs C. Waaldijk (p choloog) zullen programma- viseurs zijn. Dr Peter Hofst voert de regie. Morgen, zondag, zen CVK'IKOR op Ned. 1 (7.10 een BBC-film uit, gewijd Franciscus van Assisi, die 1182 werd geboren. In het 1 dige Assissi wordt naar voetspoor van Franciscus zocht. Radiodienst uit Vlaardingen Ds Joh. Lever zal voorgaan een radiodienst, die op zon 31 augustus op Hilversum wordt uitgezonden uit de ge Maranathakerk in Vlaarding De dienst is te beluistei tussen 5 en 6 uur. Ds Le preekt over Efeze 3: 18-19. gemeentezang wordt begel door organist M. J. Slagbo< Nederlandse volksliedjes Freddy Golden's koor en kest hebben een twef langspeelplaat gemaakt van de Nederlandse volksliedjes een geheel eigen arrangeme Het is wel zeker, dat het suci niet minder zal zijn dan van eerste „Singing Swinging". Hier is kostelijke amus mentsmuziek die goed in 1 gehoor ligt in een pleziei rythme, dat als vanzelf dwin tot meezingen of neurieën, w dan ook Freddy Goldens bedo ling is. Zo blijft deze liedje schat bewaard. Het is een prachtige opnar Up m stereo, ruisvrij en een go» ruimtelijke klank. Doch ook mono mist deze plaat wondei Mjk genoeg niet veel van zU warme en ronde klanken. Ed plezierig bezit, zeker voor cl kinderen. Artone M D J 3271.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 14