Zondvioedverhaal
Als de Morgenster blinkt
DEZE
WEEK
NIET ALS MYTHE UIT TE SCHAKELEN
MEVROUW FIJNEMANS HELP
VAN DE WAL IN DE SLOO
Gezegd
Rita
Corita
rui als
actrice
Dood van Dollfuss
ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1969
Stel dat men in 2469 een roman schreef, spelend in 1969 en dat wij op
een of andere manier reeds nu daarvan kennis konden nomen welk een
vreemde indruk zou onze eigen tijd op ons maken! Trekjes uit het dagelijks
leven, voor ons vanzelfsprekend zodat we er geen moment bij stilstaan,
zouden een zwaar, studieus accent vertonen. Onze tijdgenoten, voorzover
die in het boek zouden voorkomen, zouden op ons de indruk maken van
zorgvuldig uitgekozen acteurs in de rol van een historisch persoon. De
schrijver van 2469 zou veel weten wat wij niet weten, maar nog veel meer
niét weten wat ons vandaag vertrouwd is.
De schrijfster Ruth Wolf ia sterk histo
risch geïnteresseerd; ze publiceerde al
een roman over een troubadour, De wie
ken van de leeuwerik en een over Ger-
maine de Staël, In zand geschreven. Haar
nieuwe boek, Als de morgenster blinkt,
speelt daartussen in, in de vroege refor-
matietljd.
Hoofdfiguur is Hans (Johannes) Denck
of Denk, een Duitse wederdoper die Ruth
Wolf einde 1499 leat geboren worden (en
niet plm. 1495 zoals de W.P. en Koks
Chr. Encyclopedie vermelden). Deze be
gaafde en nobele man stierf te Bazel in
november 1527. Bucer noemde hem de
paus der anabaptisten.
De schrijfster vertelt hoe ze tijdens
een dienst In de Lutherse kerk in Den
Bosch een zestiende-eeuws^ man ineens
als het ware in levenden lijve door het
middenpad zag lopen. Ze wilde een kort
verhaal schrijven met als hoofdfiguur
Thomas Melchior, Duits koopman en ge
leerde.
„BIJ het bestuderen van de benodigde
zestiendo-eeuwee gegevens groeide ver
volgens dat verhaal uit zijn begrenzingen
en werd tot deze roman." Daarbij Is het
accent verschoven van Melchior naar
Denck en naar de Joodse vrouw Mara,
die na Dencks dood diens Franciscaans
getint apostolaat overneemt.
De theologische denkbeelden van Hans
Denck, bewonderaar van de middel
eeuwse mysticus Johannes Tauler, komen
neer op liefde voor de armen en verdruk
ten, weerloosheid, christelijk geïnspireerd
syncretisme en geloof aan een eindelijke
totale verzoening. Zo althans komt deze
Duitse wederdoper ons uit het verhaal
van Ruth Wolf tegemoet. Hij kan het niet
vinden met het Lutherse denksysteem,
maar evenmin met de woeste praktijken
van militante wederdopers. Hij bewondert
de geschriften van Thomas Müntzer, maar
neemt geen deel aan de boerenoorlog.
Toch komt het theologisch aspect ner
gens tot volkomen klaarheid. De benade
ring van de schrijfster is in wezen esthe
tisch. Met Thomas Melchior kan zij zeg
gen, dat zij bij de stof „van het begin af
meer beschouwend en overdenkend dan
deelnemend betrokken (is) geweest" (97).
Deze houding van toeschouwster en
bespiegelaarster schakelt het echt drama
tische, de handeling wel niet uit, maar
dringt die op een tweede plan. Vandaar
de indirecte manier van vertellen, de nei
ging alles bij wijze van terugblik mede te
delen, terugblikken die soms over elkaar
heen schuiven als retrospectie in het
kwadraat.
De „was-" en „hard"-stijl is voor de
lezer nogal vermoeiend; hij zou het ver
haal liever rechttoe rechtaan willen
vernemen. Gebeurtenissen roepen gevoe
lens wakker, de gevoelens zijn dus se
cundair. Bij de schrijfster zijn de gevoe
lens, de stemmingen primair en de ge
beurtenissen secundair. Wat zij beoogt is
een soort stemmingskunst, de mededeling
van wat Van Deyssel noemde „ge-
moedsgebeurtenissen".
We hebben hier te doen met een ly
rische benadering van de geschiedenis,
en als men van een historische roman wil
spreken, komt de nadruk sterk op het
romantisch element te liggen.
Natuurlijk is dat het goed recht van de
schrijfster; er zijn lezers genoeg maar
dan onder de meer ontwikkelde) die deze
nabloei van de Nederlandse neo-roman-
tiek best kunnen waarderen. Misschien
heeft het ook zijn waarde als verzet te
gen overtrokken modernistisch geëxperi-
menteer.
Toch zal Ruth Wolf er verstandig aan
doen te bedenken, dat een talent zich
moet blijven vernieuwen. De historische
roman is een hachelijk genre en dat geldt
evengoed voor de historische fantasie.
Ik wees al op het onvermijdelijke
lachspiegel-effect: op een zestiende-eeu-
wer zou dit verhaal een vreemde indruk
maken. De spiritualiteit immers is die van
het begin van onze eeuw, van na de
dood van het naturalisme, eer dit plm.
1930 in gewijzigde vormen terugkwam. Ik
moet daarbij altijd denken aan de rede
van Herman Bavinck in 1913: De over
winning der ziel. Aan deze sfeer heb ik
zelf een stuk vorming te danken. Maar
het leven gaat verder en zo ook de
literatuur.
Om mijn bezwaar (bij waardering voor
de belezenheid, smaak en humaniteit van
de schrijfster) nog wat te preciseren, wijs
ik op het typerende zinnetje, voorkomen
de op bl. 40. „Voordat hij het besefte
droegen zijn voeten hem al In westelijke
richting." De hoofdfiguren leven op im
pulsen, bij gezichten, dromen en verschij
ningen. Alles speelt zich af in een soort
halflicht; de omslagtekenaar Robert Nix
heeft dat goed begrepen.
De figuren uit de echte grote romans
zijn zó werkelijk, dat ze mytlsch worden
of een symbolische meerwaarde verkrij
gen. In de neo-romantlsche benadering
wordt het omgekeerde beproefd. Ik zie
de schrijfster best in staat met die
schwarmerische manier te breken en de
gewenste emotionaliteit bij de lezer op te
roepen in plaats van zelf daaruit te ver
trekken. Eerst dan zal zij, mij althans, als
auteur hebben overtuigd.
Naar aanleiding van Ruth Wolf, ALS DE
MORGENSTER BLINKT, ultg. Leopold.
Den Haag, 195 blz. f 12,90.
ULSTER, Praag, Jeruzalem,
drie brandpunten in een week
die in eigen land zo gezapig
verloopt (behalve dan het haast
stormachtige financiële nieuws,
want de halfjaarcijfers van de
giganten komen los: AKU meer
dan 50 procent hogere winst;
fusiepartner Kon. Zout-Organon
14 pet meer; de KLM en Phi
lips schieten omhoog; zelfs de
EMS maakt bedrijfswinst; al
staat daar dan groot vermogens-
verlies tegenover; de Unilever
ziet zijn winstcijfers dalen, maar
dat komt door de introductie van
nieuwe wasmiddelen, die later
hun vruchten wel zullen afwer
pen, al is dat beeld een beetje
vreemd).
Er zijn moeilijkheden met de
dienstweigeraars (ze schorten
hun actie op omdat ze wel wat
van hun contact met de ministers
Udlnk en Polak verwachten), met
huurkoopcontracten (de Haagse
notarissen gaan er gratis advies
over geven), met het nationaal
monument (een fel protest van
de Puttense gemeenteraad tegen
de vermeende ontwijding). Rot
terdam krijgt volgend jaar nog
geen eigen RTV-zender.
In Leiden behoeft men voort
aan niet meer In rok te promo
veren. De Duitse bondspresident
Gustav Heinemann komt op
staatsbezoek. In Eindhoven wordt
een weduwe door een neef om
haar geld vermoord.
En „we" hebben een grens
incident. Guyana bezet een
vliegveldje In het omstreden ge
bied in het zuidwesten van Su
riname nota's over en weer.
Den Haag eist terugtrekking van
de Guyanezen. Venezuela, aan
de andere kant van Guyana, zit
er ook In te roeren, maar nie
mand die er hier erg zwaar aan
trekt.
Ierland, de republiek, vraagt de
Veiligheidsraad om Ingrijpen in
Ulster, maar de raad weigert die
klacht direct te behandelen. Lon
den maant tot bezinning. De Brit
se troepen zorgen voor een wa
penstilstand voor hoe lang?
BERN ADETTE DEVLIN
Bemadette Devlin gaat in Ame
rika geld halen voor de Noord-
Ierse rooms-katholieken.
In Praag en elders de herden
king van de dag der schande.
Weer tanks, die straten schoon
vegen, arrestaties, gewonden,
doden. Allemaal misdadige ele
menten, verzekert het rode regi
me.
Nieuwe onrust in en om Israël.
Een brand In de Al Akskamos-
kee, die erg ongelegen komt.
Heilige en onheilige verontwaar
diging in de Arabische wereld.
Amerika steunt Libanon in zijn
resolutie tegen Israël. De We
reldraad van Kerken vraagt aan
dacht voor het recht der Pa-
lestijnen.
Deze week overlijden Philip
Blaiberg (60), die 19 maanden
met een geleend hart leefde, de
Vlaamse schrijver Stijn Streu-
vels (97), de Amerikaanse archi-
tec Mies van der Rohe (83), de
acteur Cor van der Lugt Melsert
(87).
Er zou naast het boekje Mooi
Rood Is Niet Lelijk plaats zijn
voor een ander boekje, getiteld
Lelijk Rood Is Niet Mooi.
(Dr. W. Drees)
Foto boven: de heer en me
vrouw Fijnemans, alias Rita Co-
rita (de hartelijke) en Wim Kouwen-
hoven (de bezadigd-lakonieke), als
concierge-echtpaar in een Amster
dams flatgebouw.
In het Zondagsblad van 9 augustus schreef prof. dr. K. J.
Popma een artikel naar aanleiding van het boekje: „Waar blij
ven we?" van prof. dr. J. Lever, hoogleraar in de dierkunde en
de fysische antropologie aan de Vrije Universiteit. Prof. Popma,
zelf hoogleraar in de calvinistische wijsbegeerte, wil naar
ik begrepen heb de evolutieleer afwijzen. Prof. Lever hangt
haar, naar uit zijn paperback blijkt, met overtuiging aan. Daar
door komt hij .uiteraard", zou ik willen zeggen in con
flict met de inhoud van de Heilige Schrift. De vraag is echter
of prof. Popma bij zijn kritiek zich niet van enige argumenten
bedient, waarmede hij de evolutieleer eerder in het gevlij komt
dan dat hij haar bestrijdt.
Twee opmerkingen uit het
genoemde artikel geven tot de
ze vraag aanleiding.
Ten eerste: dat men op grond
van de vondsten en nauwkeuri
ge dateringen der paleontologie
„afscheid heeft moeten nemen
van de goed bedoelde, maar
hoogst onwetenschappelijke op
vattingen, die bv. onderstelden
dat de zondvloed de boel in de
aardkorst door elkaar heeft ge
gooid."
Ten tweede: „Dat de eerste
hoofdstukken van Genesis in
het verleden niet juist gelezen
zijn, omdat de mens al plm.
honderdduizend jaar op aarde
bestaat, is een feit dat niet te
loochenen valt. Maar dat de
mens uit de dierenwereld zou
zijn voortgekomen, is niet be
wijsbaar."
Wat de eerste opmerking be
treft, deze moeten wij krachtig
bestrijden met de tegenopmer-
king dat dit „afscheid" er nooit
geweest is. Zelfs de „vader"
van de wetenschap der paleon
tologie, de grote Franse geleer
de Cuvier (1769-1832), een calvi
nist, heeft dat „afscheid" nooit
willen nemen. Hij meende in de
aardkorst „bewijzen" te vinden
voor vele katastrofen (niet al
leen de zondvloed) en helemaal
niet voor evolutie.
Evolutie
De evolutie-gedachte
(Grieks-heidens van origine)
werd opnieuw levend in de
tweede helft van de achttiende
eeuw, onder invloed van geleer
den als Voltaire, Laplace, Kant,
die echter éérst „afscheid" had
den genomen van het Woord
van God en alle christelijk ge
loof.
Later veroverde de evolu
tie-gedachte allengs het natuur
wetenschappelijk terrein en
ontwikkelde zich tot evolutie
leer. Ze vond haar „bewijzen"
in de paleontologie en deze
omgekeerd de hare in de
evolutieleer. De „katastrofisten"
(geleerden, die vasthielden aan
katastrofen, zoals b.v. de zond
vloed, waaraan de aarde in de
loop van millennia onderwor
pen moet zijn geweest) kwamen
in discrediet en werden gemak
kelijk als „onwetenschappelijk"
gebrandmerkt.
Desondanks zijn er altijd vele
zeer bekwame, boven alle ver
denking van onwetenschappe
lijkheid verheven, geleerden
geweest, die het „afscheid" van
de zondvloedtheorie en in het
algemeen van het katastrofisme
nimmer genomen hebben. Juist
in onze da^n zijn er o.a. in de
Ver. Staten honderden
eerste-rangs geleerden, die op
wetenschappelijke gronden
trachten aan te tonen, dat de
paleontologie (en de daarop
steunende geologische we
tenschappen) zich wel deerlijk
vergist heeft door eenvoudig
aan te nemen dat de zondvloed
een mvtisch verhaal (niet echt
gebeurd) was. Zodoende werd
verzuirrtd na te speuren welke
gigantische gevolgen voor de
aardkorst zo'n katastrofe moet
hebben gehad.
Het verhaal van de zondvloed
is teruggevonden in de
godsdiensten van meer dan
veertig volken en rassen, over
de gehele aarde verspreid. Er
zijn meer dan 300 „zondvloed-
verhalen" bekend. Een vol
doend „bewijs", zou men zo
zeggen, dat die zondvloed er
(minder dan 5000 jaar geleden)
niet alleen gewéést is. doch ook
dat hii geen lokale katastrofe
kan zijn geweest.
De Bijbel zegt ervan dat de
wateren in veertig dagen stegen
tot vijftien el boven alle hoge
bergen (Gen. 7:20). Geleerden
hebben berekend dat het water
niet hoger had kunnen komen
De heer G. Goossens, schrij
ver van nevenstaand artikel, was
van 1931 tot aan de Japanse in
val werkzaam bij het onderwijs in
het voormalig Nederlands-lndlë.
Na de jaren van krijgsgevangen
schap, o.a. in Japan, te hebben
overleefd, keerde hij in 1947 te
rug naar Java, waar hij tot 1958
bleef als docent bij het middel
baar onderwijs. Hij publiceerde
in Indonesië enige maatschappe
lijke leerboeken en in Nederland
se bladen schreef hij artikelen
over de Indonesische kwestie.
Zijn In 1962 verschenen Nieuw-
Guineabrochure, waarin hij de
houding van de politieke partijen
verraad noemde jegens de Pa
poea's, werd veel gelezen. De
laatste jaren schrijft de heer Goos
sens over kerkelljk-godsdienstige
en politieke onderwerpen In het
Groeniaanse maandblad „Tot
Vrijheid Geroepen".
dan enkele decimeters, als er
slechts sprake was geweest van
regen. Omdat een geheel van
waterdamp verzadigde at
mosfeer in veertig dagen niet
meer regenwater had kunnen
geven.
Maar Gen.7 zegt nog meer. -In
vs.ll staat: „Op die dag braken
alle kolken der grote water
diepten open...." Dit doet den
ken aan enorme getijde-bewe
gingen, waardoor de oceanen
het land overstroomden en deze
wekken weer de gedachte aan
de invloed van een hemelli
chaam (een planeet misschien)
dat de aarde heel dicht gena
derd moet zijn.
Is het dan zo onwaarschijn
lijk dat zoiets ooit is gebeurd?
Weineen, zullen geleerde astro
nomen eerlijkheidshalve moe
ten toegeven, het is veel on
waarschijnlijker, ja eigenlijk,
uitgesloten, dat zo'n ongewenst
bezoek in de loop van duizen
den, wil men honderdduizenden
jaren, nooit gebeurt.
Het verhaal van een kosmos,
die als een feilloos lopend uur
werk rustig doordraait einde
loos van het ene millennium
naar het andere, is maar een
evolutionistische mythe. Veelal
tot volkseeloof geworden. God
onderhoudt en regeert echter
nog elke dag!
Te betreuren
Te betreuren is het. dat prof.
Popma in één veeg alle geleer
den, die trachten na te gaan
wat de gevolgen van een ka
tastrofe als de zondvloed moe
ten zijn geweest voor de aard
korst en o.a. voor de vorming
van fossielen, als „hoogst onwe
tenschappelijk" kwalificeert.
Als toch de zondvloed een
werkelijke, in historische tijden
gebeurde katastrofe is geweest
(en wélke christgelovige twij
felt er aan?) en als die van een
omvang is geweest a]s in Gen.7
beschreven (en weer: wélke
christgelovige mag dat betwij
felen?), kan toch geen onder
zoeker van de aardkorst en van
al wat zich bij dat onderzoek
aan hem voordoet, tot verant
woorde resultaten komen, in
dien hij zulk een katastrofe
uitschakelt en niet éérst pro
beert na te gaan wat hiervan de
natuurlijke oorzaken en gevol
gen geweest moeten zijn? Dit is
zó vanzelfsDrekend, dat het
overbodig moest zijn er over te
praten.
Natuurlijk kan een geleerde,
die bij zijn natuurwetenschap
pelijk onderzoek bijbelse gege
vens, zoals b.v. de katastrofe
van de zondvloed, in zijn on
derzoekingen en beschouwingen
betrekt, het te mooi willen ma
ken door teveel te willen „ver
klaren" uit die ene katastrofe.
Maar de meeste katastro
fisten houden (en hielden) het
niet op één enkele ramp (de
zondvloed), maar op een reeks
van grotere en kleinere ka
tastrofen van kosmische aard
(d.w.z. veroorzaakt door invloe
den van buiten de aarde), waar
in onze aarde in de loop van
millennia opgenomen moet zijn
geweest.
Wie daar meer van wil we
ten, leze het verrassend onthul
lende werk van dr. Donald
Wesley Patten: „The .Biblical
Flood and the Ice Epocli" (1966)
en vooral de (helaas in Neder
land nog geen gerucht rpaken-
de) werken van de geniale
Joodse geleerde Immanuel Veli-
kovsky: „Worlds in Collision",
„Ages in Chaos" en „Earth in
Upheaval".
•fc Op retour
Bij de uitgeverij „De Vuur
baak", Groningen is een Neder
landse vertaling verschenen
van een boekje van de Ameri
kaanse hoogleraar in de water
bouwkunde, prof. dr. H. M.
Morris, getiteld: „De evolutie
leer, een theorie op haar re
tour".
Hoe goed zou het zijn, als
zulke werken (en vele andere)
in Nederland eens wat meer be
kendheid verkregen. Vooral on
der de christelijke jongeren!
Waarom zouden wij in dit land
pas een generatie later moeten
merken, dat die koe
koek-een-zang van het evoluti-
onisme aan onze universiteiten
(waaronder de Vrije!) niet het
enige en ook niet het beste lied
je is dat gezongen kan worden?
Ten slotte de opmerking van
prof. Popma, dat de eerste
hoofdstukken van Genesis in
het verleden niet juist gelezen
zijn, omdat het niet te looche
nen valt dat de mens al plm.
honderdduizend jaar op aarde
bestaat.
In Gen.5 staat een
geslachtsregister van Adam tot
Noach. Dat moet dan een tijd
vak van op z'n minst vijfenne
gentigduizend jaar bestrijken.
Want prof. Popma verklaart in
zijn artikel gelukkig na
drukkelijk dat hij vasthoudt
aan de historische heilsfeiten
van schepping, zondeval en
moederbelofte.
Daar volgt dan wel uit dat
het historische feit van de
schepping van Adam en Eva
(daar begint immers de histo
rie?), waarnaar ook het Nieuwe
Testament herhaaldelijk ver
wijst, honderdduizend jaar ge
leden moet hebben plaats ge
vonden. En Noach moet dan ge
leefd hebben ongeveer in het
jaar 95.000 na Adam.
Onderstellen we nu eens, dat
die eerste mensheid buitenge
woon onvruchtbaar is geweest
en een hoog kindersterftecijfer
heeft gehad, zodat het mense
lijk geslacht in die tijd zich
niet heeft verdubbeld ln een
periode van bijv. vijftig, hon
derd of tweehonderd jaar, maar
pas in een periode van maar
liefst duizend jaar. Dat levert
dan toch altijd nog na plm.
95.000 jaar een wereldbevolking
op van vele miljarden maal
triljoenen. Namelijk twee tot de
95ste macht verheven.
Leze we nu dat geslachtsre
gister uit Gen.5 met de „we
tenschap" dat dit plm. 95.000
jaar bestrijkt, dan moeten we
wel concluderen dat verreweg
de meeste „oudvaders" niet ge
noemd zijn. Van de wel ge
noemde „oudvaders" wordt ver
meld, dat zij behalve de ene
zoon, die al genoemd is, zontn
(meervoud) en dochteren ver
wekten. Minder dan drie zonen
en (vanwege het natuurlijk
evenwicht in de geboorten) drie
dochteren kunnen zij gemiddeld
niet gehad hebben.
Van de niet genoemde „oud
vaders" moeten wij van
zelfsprekend aannemen, dat zij
niet minder zonen en dochteren
verwekt zullen hebben. Een
zes-kinder-stelsel is dan wel
het allerkrapste wat we uit
Gen.5 kunnen lezen bij een
leeftijd van altijd minder dan
1000 jaar.
Dat levert zo zal de demo
grafie ons onweerlegbaar kun
nen bewijzen in ieder geval
meer dan een verdubbeling van
de bevolking in duizend jaar
op. En dat 95.000 jaar lang! Aan
de miljarden maal triljoenen,
die de wereldbevolking in No-
achs dagen zou moeten hebben
geteld, hebben wij dan allang
niet meer genoeg.
Hoe meer men er over na
denkt, de onmogelijkheden er
van binnen het raam van de
mogelijkheden tracht terug te
dringen, hoe meer puzzels zich
voordoen. Men komt er niet uit,
men krijgt er alleen maar
hoofdpijn van indien men met
prof. Popma als een onloochen
baar feit gaat aannemen dat
Adam en Eva al plm. honder
duizend jaar geleden geleefd
moeten hebben en, gewapend
met die wetenschap, de eerste
hoofdstukken van Genesis gaat
lezen.
In werkelijkheid is dat „feit"
van die honderdduizend jaar
heel best te loochenen. Want
het stamt uit de evolutieleer en
het is precies zo goed te looche
nen (en moet door christgelovi-
gen ook geloochend worden) als
het „feit" dat de mens uit het
dierenrijk afkomstig zou zijn.
Waarvan prof. Popma terecht
zegt dat dit onbewijsbaar is.
•fe Vasthouder
Welnu, dat andere „feit" is
logisch bekeken nog veel
minder „bewijsbaar". Ten
minste als men wil vasthouden
aan de historiciteit van de in de
eerste hoofdstukken van Gene
sis geopenbaarde heilsfeiten. En
dat moet een christen even
als prof. Popma dat wil toch
wel doen!
In voorlopig vier afleveringen heeft Hans Keuls voor
de KRO-televisie een serie geschreven onder de titel „Me
vrouw Fijnemans komt", waarin Rita Corita haar debuut
maakt als tv-actrice, in de rol van de goedmoedige con-
ciergevrouw, dié alles bedisselt in een flatgebouw en in
haar hartelijkheid de mensen meestal van de zoal in de
sloot helpt.
U zult zich Hans Keuls
waarschijnlijk herinneren als
de schrijver van „Stadhuis op
stelten", die met vallen en
opstaanverguisd en geliefd, 21
afleveringen beleefde. Erg
geslaagd is die serie nooit ge
weest, maar er zijn weer enkele
jaren overheen gegaan en mis
schien heeft Hans Keuls nu de
goede vorm gevonden voor een
amusementsserie.
Ditmaal niet in de speelse
sfeer van het platteland, maar
TROS herdenkt
bevrijding van
Zuid-Nederland
Op 18 september zal de TROS
op Ned. 2 een programma uit
zenden dat gewijd is aan de
bevrijding van Zuid-Nederland.
25 jaren geleden.
Een van de medewerkers aan
dit programma, „Herrijzend
Nederland", is Frank Gillard,
destijds een befaamd oor
logscorrespondent, nu hoofd
van de BBC-radio.
in de grote stad heeft hij zijn
figuren geplaatst. Amsterdam
vormt de achtergrond van het
flatgebouw, waarin het echt
paar Fijnemans als concierge
fungeert.
Wim Kouwenhoven is de la-
konieke echtgenoot, die de
brokken, door zijn gulle vrouw
veroorzaakt, opveegt en daar
mee zorgt dat de zaken weer
kunnnen rollen.
In de flat wonen allerlei
mensen, die met hun eigen pro
blemen zitten Ieder voor zich
zelf, toch een kleine ge
meenschap. In de eerste afleve
ring, die u vanavond op Ned. 1
kunt zien, wordt het geluk van
een pas-getrouwd paar door een
huwelijkscrisis bedreigd. Me
vrouw Fijnemans komt. zoals
de titel van de serie vereist, en
samen met haar man weet zij
de narigheid in de kiem te smo
ren.
In de tweeud aflevering (8
september) krijgt mevrouw Fij
nemans te maken met buren-
roddel, in de derde (12 septem
ber) is zij op pad als huwe
lijksmakelaarster en in de vier
de (20 september) beleeft zij
een benauwd halfuur met een
ontsnapte misdadiger, die tegen
haar hartelijkheid en overre
dingskracht niet is opgewassen.
De NCRV brengt morgenavond de Oostenrijkse kanselier Engel-
op Ned. 1 In een bijna ander- bert Dollfuss.
half uur durende gespeelde docu-
8 K In de julidagen van 1934 was
mentaire de tweede po litieke
K Dollfuss de verdediger van Oos-
moord op het scherm, nl. die op
tenrijk tegen Hitiers aanvallen op
de souvereiniteit. De nazi-putsch
werd verraden voor zij begon,
maar toeval en misverstanden
stonden maatregelen ertegen in
de weg.
De documentaire laat zien dat het
geheel misschien een operette
revolutie zou zijn geworden, als...
Dollfuss niet was neergeschoten
door Planetta: deze moord werd
aanleiding tot de ondergang van
Oostenrijk.
Op de foto een scène uit het
spel dat, zoals u weet een Dults-
Oostenrijkse Bavaria-produktle is.
Catechese voor
volwassenen in
televisieserie
In het najaar zullen CV1
KOR beginnen met een t
visieserie, bedoeld als catecl
voor volwassenen. Hedendai
wetenschappelijke inzichten
actuele problemen van mens
samenleving zullen daarin t
den getoetst aan het christc
geloof en het evangelie.
De probleemstelling, al
melden ons de kerkelijke ze
gemachtigden, vormt een uit
ging aan de kerken, zich ci
tief op te stellen tegenover
aantal op de voorgrond tred
de levensvragen van deze I
Het programma zal verm
delijk heten „Vragenreeks"
is opgezet in samenwerking
Kerk en Wereld in Drieber)
Dr A. Th. van Leeuwen (th
loog) en drs C. Waaldijk (p
choloog) zullen programma-
viseurs zijn. Dr Peter Hofst
voert de regie.
Morgen, zondag, zen
CVK'IKOR op Ned. 1 (7.10
een BBC-film uit, gewijd
Franciscus van Assisi, die
1182 werd geboren. In het 1
dige Assissi wordt naar
voetspoor van Franciscus
zocht.
Radiodienst uit
Vlaardingen
Ds Joh. Lever zal voorgaan
een radiodienst, die op zon
31 augustus op Hilversum
wordt uitgezonden uit de ge
Maranathakerk in Vlaarding
De dienst is te beluistei
tussen 5 en 6 uur. Ds Le
preekt over Efeze 3: 18-19.
gemeentezang wordt begel
door organist M. J. Slagbo<
Nederlandse
volksliedjes
Freddy Golden's koor en
kest hebben een twef
langspeelplaat gemaakt van
de Nederlandse volksliedjes
een geheel eigen arrangeme
Het is wel zeker, dat het suci
niet minder zal zijn dan van
eerste „Singing Swinging".
Hier is kostelijke amus
mentsmuziek die goed in 1
gehoor ligt in een pleziei
rythme, dat als vanzelf dwin
tot meezingen of neurieën, w
dan ook Freddy Goldens bedo
ling is. Zo blijft deze liedje
schat bewaard.
Het is een prachtige opnar
Up
m stereo, ruisvrij en een go»
ruimtelijke klank. Doch ook
mono mist deze plaat wondei
Mjk genoeg niet veel van zU
warme en ronde klanken. Ed
plezierig bezit, zeker voor cl
kinderen. Artone M D J 3271.