iehandicapte anders benaderen ONZE PLANEET GODSWONDER Neurologie: een vak met houvast dialoog door Monique Floor De moord aan de Vestadreef Hartige hapjes Winkelen per computer Bikkelhard 1117 ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1969 Vanaf het moment dat iemand gehandi capt raakt wordt hij door zijn medemens betutteld. Daarom heeft het verplegend en verzorgend personeel in onze, ook in aan tal groeiende, revalidatiecentra juist als eer ste essentiële taak de patiënt als gewóón mens te behandelen. „Revalidatie omvat een groot aantal facetten en is een geduldvra- gend teamwork, van o.a. doktoren, therapeu ten, onderwijzend en verplegend personeel, spraakleraren, maatschappelijke werkers en technici", vertelt dr. Caroline W. Neder- burgh, chef de kliniek van het Rijnlands Revalidatiecentrum te Katwijk. „De medische behandeling is erg belangrijk, maar de aramedische (dus begeleidend-medische) niet minder. De jraining-in-zelfstandigheid kan over de maatschappelijke aan- aardbaarheid van een mens beslissen. Is de gehandicapte Zelfstandig in zijn dagelijkse verzorging (aankleden, toï- fctbezoek), dan kan het kind naar school en de volwassene weer ingeschakeld worden in bedrijf en beroep. Een leek weet vaak niet dat y ten gehandicapt mens enorm eel kan presteren na het leren rerken met aanpassingen. Zo j iert onze arbeidstherapeut aan ,„3e patiënten om met één hand I en struikje andijvie te snijden. it groot enthousiasme en doorzettingsvermogen wordt door onze patiënten hard ge werkt. Zij zorgen ervoor dat wij met sterke verhalen voor de dag kunnen komen! Soms gaat iemand lopend de deur uit van wie wij dat aanvankeljk niet eens durfden hopen." De voortschrijdende techniek toegepast door kundige handen van vindingrijke technici, ver hoogt de zelfstandigheid o.a. door het soepeler en beweeglij ker worden van rolstoelen of door een met de hand te bewe gen en te besturen Vliegende Hollander, die een gehandicapt kind op straat laat meekomen met andere kinderen. De Alge mene Bijstandswet en velerlei particuliere fondsen ver lichten de financiële moeilijkhe den. De motorisch gehandicapte mens werd door de eeuwen heen op zeer uiteenlopende wijze benaderd. Hij werd in Sparta vanaf de rotsen in zee gewor- Geen algemeen hoerage- :p in onze lezerskring; iar bewondering, het stel- :n van vraagtekens en het op de menselijke enzen vinden we in ons ipeningsgesprek over mens de ruimte. „Adembenemend", oordeelt •ouw van V. te dH., „dit mtevaartexperiment. De lan- l op de aarde op de seconde Geweldig! De hele maan en i ook Mars doet mij denken i Genesis: De aarde nu was est en ledig. Is onze planeet i geen Godswonder met alle eerlijkheden en de mens als roning met alles wat hij no- g heeft? „De mens wordt geweldig lap. Zou hij niet uiteindelijk eigen ondergang be- erkstelligen? Met alle geleerd- teid is het menselijk lichaam niet geheel doorgrond, en Je mens kan nog geen gras sprietje meer of minder maken. gaf de mens de aarde" mevrouw S.-V te P. Om e te bewonen, te bewerken en onderhouden. Nergens staat Jets van de maan te lezen om te gaan wonen. Op aarde talt nog genoeg te doen. Ik ind die maanvlucht tijd- en eldverspilling voor iets wat xh niet kan, namelijk wonen p de maan." Mevrouw van O.-Z. te D. preekt ook van verspilling, naar van bewondering tevens. iHeeft dit experiment nut voor te toekomst? We weten het liet. We mogen er ook niet te iard over oordelen. Ik denk aan vroeger, toen de Zeppelin de vliegmachine voor het aerst aan het firmament verschenen. Ik was nog jong. Velen schudden het hoofd en fristen hun wenkbrauwen. Na iet verongelukken van de Ui- ver kwam er een boekje uit, waarin stond dat de straffende land Gods over Nederland was. En nu? Bijna iedereen profi leert toch van dit fantastisch vervoermiddel, terwijl er vroe ger afkeurend over werd «esproken. Daarom moeten wij de hand op de mond leggen. Misschien kan ruimtevaart nog veel betekenen voor de toe komst". .Ruimtevaart is geweldig" 'oept mevrouw van H. te W. Zal de Rus het kunnen gedogen Riet de eerste met een maan landing te zijn? Wat zal daaruit voortvloeien, vraagt zij zich af. „Enorme kapitalen worden eraan gespendeerd, maar zove- len lijden honger." Daar mocht heus wel meer aan worden ge geven. Is dat naar des Heren wil? Spant men zich wel vol doende in om te verhinderen dat zovele kindertjes omkomen van de honger! Goed draagbare kleding gaat vaak zelfs in de vuilnisbakken. Het kan niet verzonden worden vanwege de kosten. Het is vreselijk zelfs belegde boterhammen in plantsoen en op de straat te zien." Mejuffrouw E. van W. te V.: Dit alles, zegt zij, doet aan mijn geloof geen afbreuk. Wel ben ik tot de conclusie gekomen dat ik dikwijls nog veel te klein van God gedacht heb, die alles tot stand deed komen. Ook het on metelijke heelal, zon, maan en sterren. Grote bewondering heb ik voor de geleerden en de technici, dat dit alles mogelijk is." pen; hij werd in de middeleeu wen op kermissen tentoonge steld; daarna, tot ongeveer 1850, in achterkamers wegge stopt. Onze moderne wereld be nadert hem veelal nog oudtijds: hinderlijk aangapen. Tijdens de Tweede Wereldoor log werd revalidatie als een vrij „commerciële" zaak gezien. De gehandicapte (ook de invali de militair) kon geschikt wor den gemaakt om de opengeval len maatschappijplaatsen van de frontsoldaten in te nemen. In Nederland kwam de revali datie vooral na 1945 snel op „Het revalidatiewerk breidt zidi enorm uit, omdat bij de betere medische voorzieningen steeds meer mensen met resttoe- standen in leven blijven", zegt de in Amsterdam geboren en daar tot neurologe opgeleide dr. Nederburgh. Zij verklaart neu rologie tot een vak-met-hou vast omdat het zich gericht be zighoudt met lichamelijke (geen zintuiglijke!) uitingen van de af wijkingen in het zenuwstelsel. „Vroeger ging bijvoorbeeld een met een open ruggetje geboren baby dood. Nu wordt het defect gesloten en het gedeeltelijk verlamde kind blijft in le ven. Wij hebben patiënten in alle leeftijden: spastische kinde ren; jonge (bromfietsende!) vol wassenen; een categorie veelal 50- tot 70-jarigen met half ai j- dige verlammingen." Het in 1908 als sanatorium voor tbc-patiëntjes gestichte Rotterdamsch Zeehospitium is dank zij de afneming van die ziekte vooral na de kin- derverlamimingsepidemie van 1956 voor een groot deel omge schakeld op revalidatie. De nieuwe inrichting kreeg de naam Rijnlands Revalidatiecen trum. Er is nu plaats voor 36 (Hierbij sluit de mening aan van mevrouw G. D. te H. „De ontwikkelingen gaan hard. On geveer tien jaar geleden ging de eerste Spoetnik de ruimte in. Is ruimtevaart een zaak van alle mensen of alleen van de we tenschapsbeoefenaren? Hoever zal dit ons persoonlijk leven beïnvloeden? Bijvoorbeeld min der krampachtig in onze ik-ge- jichtheid, speelser, meer oog voor de inhoud van iets heb ben? Minder roddelen over an deren? De maanreis bracht veel tongen in beweging door het nieuwe en de ondergane emotie. Als dit uitgewerkt is, gaat men over. tot de orde van de dag. „En de boer, hij ploegde voort". Wanneer men door de ont wikkeling in de ruimtevaart iets ervaart van Gods groot heid. iets beleeft van „Heer, on ze Heer. hoe heerlijk is Uw naam op de ganse aarde", ja dan zullen de mensen in de toe komst hoe langer hoe meer ruimtevaarders van de geest worden. Zij zullen afrekenen met kleinzieligheden in de sa menleving, zowel persoonlijk, politiek als oecumenisch. Zij immers beleven het intens: „U hebt de mens bijna Goddelijk gemaakt". Mejuffrouw C. K. te D. had stellig niet gedacht dat de mens op de maan zou komen. Zij vindt het een hele prestatie. „Ik heb veel respect voor de we tenschap. maar vraag mij toch wel af of zoiets mag uit bijbels standpunt bekeken. De aarde is aan de mens gegeven, niet de planeten. Als ik lees dat de maan niet bewoonbaar te ma ken is, wat heeft het dan eigen lijk voor nut? Die mensen wa gen hun leven voor niets, kan men dat geld niet voor betere doeleinden gebruiken? De tijd zal het leren of er iets goeds uit voort komt", besluit ze afwach tend. De heer J. E. te H. las over het doel van ruimtevaart in on ze krant van 4 aug.: „inlichtin gen vergaren over de oorsprong en ontwikkeling van het zon nestelsel en over de ontwikke ling van het leven op aarde". Wordt de Bijbel niet (meer) ge loofd? Is niet alles wat er staat, waar? Zegeviert de rede? De vermetele mens gaat door (on der Gods toelating) om miljar den te verspillen en de maat vol te zondigen als God wil len zijn. Een machtig teken van het eindgericht, opgenomen in Gods raadsplan. Dokter Carolien W. Nederburgh bij een van haar patiëntjes in hel Rijnlands Revalidatiecentrum in Katwijk, waar zij directrice is. volwassenen en 45 kinderen. En er bestaat al een uitbreidings plan! Als richtlijn geldt dat een pa tiënt in een revalidatiecentrum wordt opgenomen om behan deld te worden; hij krijgt er tevens onderwijs. Op de mytyl school is daarentegen onderwijs primair, terwijl de gehandicap te er tevens wordt behandeld. In onze tijd zijn er nog volwas sen gehandicapten die moeten leren lezen, omdat vroeger hun speciale onderwijs ontbrak. Hoe- wel bijvoorbeeld een spasticus gewoonlijk voor ongeveer 70 procent het geestelijke tempo van een normaal mens bezit, doorloopt hij toch veelal de la gere school en gaat zelfs ver der. Kortgeleden nog slaagde in het Katwijkse centrum een jon geman voor zijn middenstands diploma. Hij bekwaamt zich nu in talen. Dr. Nederburgh berijdt een ander stokpaardje als ze zegt: „Iedere gehandicapte heeft recht op onderwijs ook al zal hij nooit in de maatschappij kunnen werken en zal hij zijn leven lang verzorgd moeten worden. Hij zal echter béter verzorgd worden wanneer hij zit in een aangepaste stoel en in staat is tot lezen, dan wan neer hij zich 80 jaar lang in een hoek van de kamer op bed gren zeloos ligt te vervelen." Belandend bij het moeilijke punt van aanvaardbaarheid in een beroep: „Met een lichte handicap komt men er in de wereld wel; het is alleen een beetje lastig werken! Voor de mensen die tussen de lichte en de blijvend te verzorgen gehan dicapten in staan, is veelal plaatsing in een beschutte functie mogelijk. Vele gehandi capten 'komen heel plezierig te recht. Laat de wereld echter le ren dat de gehandicapte een heel gewoon mens is, die toeval lig iets niet kan wat een ander wel kan." Het moet hier ook maar een.i worden gezegd dat onze wereld veel te veel trappen bezit. Niet alleen zijn er mede daardoor huisvestingsmoeilijkheden, maar bioscoop- of restaurantbezoek vormt door de op zichzelf vaak heel mooie „monumentale trap" ook een probleem voor gehandi capten! Dank zij regionale stich tingen worden o.a. gemeentebe sturen en architecten via rappor ten hierop geattendeerd. Ander zijds is er een stichting die zich bezighoudt met voorlichting voor de gehandicapte zelf. Dr. Nederburgh, die contact met thuis aanmoedigt door broers en zusters tijdens een bezoekuur toe te laten en haar patiënten voor een weekend graag naar huis ziet gaan, kan er niet genoeg op wijzen dat ook voor het gehandicapte kind begripsvorming van elementair belang is. Daartoe is verken ning van de wereld noodzake lijk. Ook het gehandicapte kind moet dus méé om de dagelijkse boodschappen te doen en overal mee waarheen een ander kind ook gaat! „Ik heb het liefst dat een kind zijn eerste vier levensja ren thuis blijft maar wel regel matig op onze polikliniek komt. zodat we de moeder instructies kunnen geven en zijn toestand in het oog kunnen houden", ver klaart dr. Nederburgh. „Daarna neem ik het kind graag op om hier stevig te oefenen en ge richt kleuteronderwijs te geven. Ik hoop hem als zes- of zevenja rige door te geven aan de lo cale (mytyl-) school. De opna meduur varieert van zes weken voor observatie tot een jaren lang verblijf. Kinderen voor wie wij de noodzaak en moge lijkheid tot verder onderwijs in zien en die in hun omgeving geen mytylschool kunnen bezoe ken, houden we gedurende hun héle schoolperiode." Niemand valt tégen zijn wil te revalideren. Maar zeker na het zien van bereikte resultaten grijpt iedere gehandicapte door gaans graag zijn kans. Dan wordt steeds een appèl gedaan op wat hij wèl kan. Dr. Neder burgh en haar team staan po sitief ingesteld klaar: zij zien niet de man-zonder-linkerhelft, maar wèl de man-mèt-rechter- helft! t POLITIEVERHAAL VAN N. A. M. WIJCHGEL 44 Maar hoe ook, het zou in elk geval een aanleiding tot een gesprek bieden. Hij bereikte het huis dat door een tuin was omgeven en opende het withouten hek vanwaar een smal grindpad naar de voordeur leidde. Toen hij de belknop indrukte veroorzaakte dit een gerinkel als van een aflopende wekker. Kort daarna werd de deur geopend door een vrouw op leeftijd. Zij groette en bleef hem toen vragend aanzien. Verster beantwoordde haar groet en vroeg of hij meneer Boekels even kon spreken. „Gaat het om een opdracht?" wilde ze weten. „Daar gaat het om, ja. Is hij thuis?" „Hij is in de werkplaats. Misschien kunt u er zelf even heengaan? Als u om het huis heen loopt ziet u het wel." „Uitstekend. Goedemiddag, mevrouw," antwoordde Verster. Een vluchtig „Goedendag" viel samen met het sluiten van de deur, nog voordat hij zich geheel had omgekeerd. Versters stemming was enige graden gezakt terwijl hij naar de hoek van het huis liep en deze omsloeg. Als de man even weinig toeschietelijk was als de vrouw leek het niet waarschijnlijk dat hij veel gewaar zou worden. Het geluid van zagen drong tot hem door. De werkplaats was tegen de achterkant van het huis aangebouwd met een uitgang opzij naar de tuin. De dubbele deuren, in de vorm van schuurdeuren stonden wijd open. „Goedemiddag, meneer Boekels," groette Verster toen hij de ingang bereikt had. Een oude, schriele man van middel matige lengte trok de zaag uit de plank die hij bewerkte en keerde zich om. Zijn zorgelijk gezicht kreeg een verwonder de uitdrukking bij het zien van een vreemde. „Meneer?" beantwoordde hij de groet op vragende toon. „Ik logeer in „Het witte paard". Ik vroeg de eigenaar naar een timmerman en hij heeft mij uw adres gegeven. Ik zou graag iets gemaakt willen hebben," deelde Verster hem mee. „Als het iets is wat mijn vak betreft, zegt u het dan maar. Dan zal ik zien of ik u kan helpen." „Dat is het hem juist. Ik weet niet of het wel op uw terrein ligt," zei Verster met een vriendelijke glimlach. „Zegt u dan eerst maar 'ns wat u gemaakt wilde hebben,** verzocht de ander met merkbate belangstelling. „Goed. En u zegt het maar ronduit als u er niets voor voelt. Wat ik graag wil hebben is een sigarettendoos met het wapen van Limburg in het deksel gesneden. Wat denkt u, zou dat gaan?" „Daar vraagt u me zoiets," antwoordde de timmerman met een kort lachje. „Daar moet ik 'ns even over piekeren. Ik heb zoiets nooit eerder gedaan, maar dat wil nog niet zeggen dat ik het niet zou kunnen. Hoe had u zich dat gedacht met het deksel?" „Eerlijk gezegd heb ik daar zelf ook nog geen juiste voorstelling van. Kan het wapen er niet in gekerfd worden, of hoe noem je dat?" Boekels krabde peinzend door zijn ruige, grijze haardos. „Ziede, daar zit 'm de moeilijkheid. Wat zou u ervan zeggen als het wapen erin gebrand werd? Dat zou ik wel klaarspe len," opperde hij na een poosje. „Als u dat kunt, dat lijkt me geweldig," antwoordde Verster spontaan. Tevreden glunderend liep Boekels naar een schraag, nam een dik, blauw potlood en tekende een voorbeeld op een stuk bruin pakpapier. „Kijk, wat denkt u van deze maat? Is dit zo ongeveer zoals u het zich had voorgesteld? Of wou u het groten hebben?" (Wordt vervolgd) Bij zomers weer gaat er best een hartig hapje in. mits het licht verteerbaar is en aantrekkelijk be reid. Hier zijn er wat om u op ideeën te brengen. Kip marengo: 4 kippepootjes, 200 g champignons, ui, knoflook, tijm. rozemarijn, marjolein, boter, tomatensaus. Bak de kippepootjes goudgeel en bijna gaar in de brui ne boter (eerst zouten en met knoflook inwrijven). Voeg de voor af gemaakte tomatensaus (van V» liter bouillon, 30 g boter, 30 g bloem, blikje tomatenpuree, ta basco. worcestersaus) bij de kip. laat deze verder in de toma tensaus gaar sudderen samen met tijm, rozemarijn en marjolein. Bak de gewassen champignons samen met de gesnipperde ui snel in de boter goudbruin. Voeg deze cham pignons de laatste 5 min. bij de kip. laat het geheel nog even doorsudderen Tomatenschotel: Snijd 6 dikke, ontvelde tomaten in plakken en leg ze in een beboterde vuurvaste schotel. Maak van 100 g boter, fijngehakte peterselie, geraspt ui tje. peper en zout een pittig mengsel en smeer dat uit over de tomaten. Strooi er 2 lepels gerasp te kaas over, plaats de schotel 15 min. In een hete oven. Paprika-gehakt: 500 q gehakt half om, 1 losgeklopt ei, 5 koppen cornflakes, halve fijngesneden pa prika (plm. 4 eet!.), 2 eetl. melk. 1 theel. mosterd, zout en peper naar smaak, boter of margarine, schijf jes perzik. Maak de maisvlokken De telefoon zal ook de huisvrouw in de toekomst gaan dienen. Zo denkt het Ameri kaanse telefoonconcern Ameri can Tel. and Tel., zich bijvoor beeld het Winkelen in: Moeder de vrouw zit achter haar huis-computer. Deze bevat een kleurentelevisie, een druk- toets-telefoon en een toestel dat drukwerk aflevert. Druk-op-de-knop en daar verschijnt door dit laatste ap-v. paraat een catalogus van een warenhuis naar keuze. Eén tele foongesprek en de modellen uit de folder komen op de beeld buis in kleur. Nog slechts één drukknop rest, om het begeerde artikel aan huis afgeleverd te zien, namelijk het aanslaan van het nummer der bankrekening. Hét grote probleem blijft de be zorging, aldus dc zegsman van dit toekomst-beeld op een con gres van marketing deskundi gen in het Haagse Congresge bouw. Men denkt daarbij aan een systeem van buizen-post. fijn en meng de helft met de bo venstaande zeven ingrediënten. Vorm ballen, rol ze door de rest van de fijngemaakte vlokken, bak ze In bruine boter of margarine gaar. Maak de jus af met water, tomatenpuree of -ketchup en 2 eetlepels perztksap. Garneer de gehaktballen met schijfjes perzik. Correspondent)* een de heer A. i. Ivene, Frenkeneleg SB. Den Heag. Dammen is een bikkelharde sport. Een partij kan nog zo knap zijn opgezet, maar als men na vier, vijf uur spelen een totaal ge wonnen positie door één foutzet nog verloren ziet gaan, dan moet men toch diezelfde „nul" incasse ren als een speler, die binnen de kortst mogelijke tijd van het bord wordt geveegd. Dammen eist dan ook bijzonder veel van het zenuw gestel en van het uithoudingsver mogen. Ook, of liever zelfs, wereldkam pioen Andries Andreiko gaat wel eens „in de fout'. Zoals in het Russische Samarkand tegen de sterk vorderingen makende Zwitserse Hollander Jan Cazemier. Andreiko diagram I Cazemier Zwart: 3. 4, 6, 8, 9. 10. 13. 15, 16. 17, 21. 25. 26. Wit: 23. 24. 27. 32 t/m 38, 41. 45. 48. Door ietwat nonchalant spel hao Andreiko zijn openlngsvoordeei verspeeld en nu moet hij zelfs nog oppassen niet te worden wegge drukt. Hij speelde daarom 1722 omdat hij zag dat de omsinge lingstactiek doorzetten met 1014 verboden was door het geniepige 24—19, 34—30, 32—38, 48x10 Spelverloop: 17—22; 27x18, 13x22; 32—28, 10—14; 28x17. 21x12; 37—31, 26x46: 35—30, 46x19. 24x2, uit! Dat zie ik ook, hoor ik u den ken. Wel voor deze „zieners" heb ben we nog een bijzonder stukje partijspel van Ton Sijbrands in oetto. Palmer diagram II Sijbrands Zwart: 2 t/m 8. 10, 13, 14, 17. 18, 19, 21. 22. Wit: 28. 29. 33. 34, 36 t/m 40, 42 44 46 t/m 49. Eveneens uit Samarkand. Met een ware krachtzet begon voor Palmer de ellende. 36311 Zwart moet wit nu noodgedwongen een sterk stuk op veld 26 toestaan, want op 2126 volgt 2823. 19x28, 37—32, 28x37 (of) 38—32. 37x28, 47—41, 26x37, 41x1! Ook 2127 was verhinderd Daarop had Sijbrands gespeeld 28—23, 19x28 (of). 29—23, 28x19 (gedw.), 3832 (meerslagl), 27x29, 34x11 Tot slot een compositie van de Moskouse meester Solnikov. DIAGRAM lil Zwart: 4, 9, 10, 13, 16, 17. Wit: 15, 20, 27. 28. 31, 32. 33. 28—231 10—14; 23—19. 14x23; 33—28, 13—19 (of); 31—26 (A), 23—29; 28—231. 19x37; 27—22, 17x28; 26—21, 16x27; 20—14. 9x20; 15x42 en wit wint door op positie. A: 20—147, 19x10; 28x19. 17—21, 31—26. 9—14; 26x17. 14x23; 17—12, 23—29; 12—7. 29—34, 32—28, 34—391; 27—21. 16x27; 28—22, 27x18; 7—1, 4—91; 15x22, 3943 remlsel A. J. IVENS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 17